DE DOLEHDEMELEN. BALANS-UITVERKOOP NOG goedkooper NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BEWAPENING OF ONTWAPENING. Buitenlandseh overzicht Het mandaat van rijkspresident von Hindenburg. - Kabinetscrisis in Frankrijk. - Een artikel van Musso- lini over de herstelbetalingen. - Afbreking der diplo matieke betrekkingen tusschen Japan en China?- Het Kabinet-Laval. China en Japan. Gorgel zonder glos en water gorgel droog - OOST-INDIË. BINNENLAND. Het conflict in Mantsjoerije. Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65binnen land f 2.'—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 8.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f i._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.26, f 1.85. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. Het mandaat van rijkspresident von Hindenburg. De verlenging van het man daat van den rijkspresident, door den Rijksdag, is voorgoed van de baan. Brüning heeft nul op rekest gekregen van Hugenberg en daardoor van het heele nationale front. Het gaat er nu om door welke partijen Hindenburg even tueel candidaat gesteld zal worden, en of het mogelijk zal blijken een front van alle partijen (behalve dan-natuurlijk de communisten) tot stand te brengen. Het Hbl. schrijft daarover: Het heet, dat Hindenburg er aan vast zou houden ook thans weer de candidaat te zijn van de partijen, die hem zeven jaar geleden hebben gesteund. Of de republikeinsche partijen in dat geval genegen zullen blijken, zich bij een recht- sche candidaatstelling aan te sluiten, moet intusschen worden afgewacht. In soc. dem kringen schijnt men zich daar tegen te willen verzetten en zou men met een eigen candidaat willen uitkomen, zoodat tegenover Hindenburg als candi daat der rechterzijde, behalve een com munistische candidaat, ook een soc. dem. zou staan, en er in dat geval van een verkiezing van Hindenburg als volks president geen sprake zou zijn. Bü zulk een gang van zaken zou de rijkspresident wellicht terug komen op zijn bereidwilligheid om nogmaals zijn rust in het algemeen belang op te offe ren. Dit alles staat echter nog geheel op losse schroeven en daar men speciaal in de Duitsche politiek steeds voor verras singen kan komen te staan, lijkt het be ter, niet vooruit te loopen op de verdere ontwikkeling en af te wachten wat de naaste toekomst, die vrij duister schijnt, zal brengen. De Nw. Rott. Crt. schrijft nog: Er is nog een pikante kant aan het ge val. Alle partijen, met Jnbegrip van de socialisten, zullen nu wifJrschijnljjk Hin denburg candidaat stellen. De eenige tegencandidaat zal dan een communist zijn. De communisten krijgen daardoor prachtige stof tot agitatie tegen de socia listen die den ouden maarschalk, den lievelingscandidaat der uiterste rechter zijde steunen, „op sleeptouw van alles wat er reactionair en nationalistisch in Duitschland is". Welk een heerlijk agi tatiemateriaal onder de werkloozen, de ontevredenen, de van nature radicaal gestemden onder de socialisten. Het moet niet zoo moeilijk zijn voor de com munisten op hun candidaat veel meer stemmen te verzamelen dan er commu nisten in Duitschland zijn. De socialis ten zullen zich .dit wellicht moeten laten aanleunen; maar zij zullen dat zeker niet met pleizier doen. en kondigen reeds aan dat zij zich volkomen vrijheid van handelen voorbehouden. Kabinetscrisis in Frankrijk. Het kabi net Laval is afgetreden, nadat Laval er niet in geslaagd was om met Herriot tot overeenstemming te komen nopens de vorming van een kabinet op breeden nationalen grondslag. Na het onderhoud deelde Herriot La val mede, dat hij hem de portefeuille van buitenlandsche zaken had aangeboden ep hem een voor zijn groep waardige ver tegenwoordiging in het kabinet had be loofd. Herriot van zijn kant weigerde eenige verklaring af te leggen. Hij begaf zich naar de vergadering van de socialistisch radicale groep en zou daarna aan Laval de beslissing mededeelen. Deze beslissing is dus in negatieven vorm uitgevallen. Naar in wei-ingelichte kringen ver luidt, hebben de geneesheeren op grond van een Dinsdagmorgen gehouden on derzoek Briand iedere verdere politieke activiteit ontraden. Briand heeft hierop besloten in de nieuwe regeering geen minister-portefeuille te accepteeren. Hij heeft ook het verzoek van Laval, Frank rijk in den Volkenbondsraad te vertegen woordigen, van de hand gewezen. Na de vorming van het nieuwe kabinet zal Briand zich direct naar zijn landgoed be geven, teneinde zich eenigen tijd geheel uit het politieke leven terug te trekken. De voorbereiding der herstelbetalingen heeft Mussolini waarschijnlijk een arti kel in de pen gegeven, dat interessant ge noeg is om er kennis te nemen. Gezegd wordt, in dit artikel, dat na het rapport van de deskundigen van Ba zel de oeconomische en financieele crisis van Duitschland in al haar ernst duide lijk is geworden. De Duitsche crisis is tot een wereld-crisis gegroeid. Men moet tot het inzicht komen, dat er in 1932 dient gezorgd te worden voor een verbetering der oeconomische betrekkingen, daar men redelijkerwijze van menschen niet ver langen kan, dat zij zonder onlusten of re volutie een nieuwen, nog harderen win ter als deze over hun kant laten gaan. Ten aanzien van den binnenlandschen poli- tieken toestand van Duitschland wordt gezegd, dat alleen de liberalen een be scheiden hoop kunnen koesteren. Het schrappen van de herstelbetalingen zou tevens het Hitlerspook van den horizont doen verdwijnen. De conferentie van Lausanna moet, al dus het blad, „een streep onder de reke ning zetten. Zij moet leiden tot de schrap ping van debet en crediet der door Mus solini als tragisch gekenmerkte boek houding." Het blad breekt verder een lans voor de toepassing van het door een Engelsch bankier voorgestelde beginsel. „En vergeeft ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren." Afbreking der diplomatieke betrekkin gen tusschen Japan en China? Volgens een Vaz Dias bericht zou de Chineesche minister van buitenlandsche zaken, dr. Eugen Tsjen, voornemens zijn ontslag aan te bieden, als protest tegen het feit, dat geen van de door hem voorgestelde maatregelen tot scherpen strijd tegen Ja pan, door de Chineesche regeering is uitgevoerd. Voorts wordt gemeld, dat volgens offi- cieele mededeelingen van de Chineesche regeering, deze voornemens is het ont slag van dr. Tsjen niet te aanvaarden, doch stappen te doen om de diplomatieke betrekkingen met Japan af te breken en den Duitschen en den Amerikaanschen ambassadeur te Tokio te verzoeken de Chineesche belangen in Japan te willen waarnemen. De Chineesche regeering zal zich daarna geheel kunnen wijden aan de binnenlandsche maatregelen in de hoop, dat de Amerikaansche secretaris van Staat, Stimson, het initiatief zal ne men voor een conferentie van de onder- teekenaarsstaten van het negen mogend- heden-verdrag, teneinde een definitieve regeling van de Mantsjoerijsche kwestie mogeli,jk te maken. Het ontslag aangeboden. De ministers hebben hun portefeuilles ter beschikking van Laval, den minister president, gesteld. Dinsdagmiddag heeft minister-presi dent van de Republiek het ontslag van het geheele Kabinet aangeboden. DE WERKLOOSHEID IN SPANJE. Meer dan een half millioen. In Spanje zijn thans meer dan een half millioen werkloozen op een totale bevol king van bijna 23 millioen. De minister van arbeid heeft gezegd, dat de bestrijding van de werkloosheid één van de problemen is, waar de regee ring de meeste zorg aan besteedt, DE HERSTEL-CONFERENTIE. Men meent te weten, dat de Fransche regeering een datum voor 't bijeenkomen van de herstel-commissie heeft aangeno men, onder voorbehoud van de ontwikke ling van gebeurtenissen in Frankrijk. De Fransche gezant heeft Dinsdag een ge sprek van meer dan een uur met Simon over de conferentie gehad. HET 2.009.009.000-DOLLAR CREDIET IN DE VER. STATEN. De Senaat heeft het wetsontwerp, inge diend op instigatie van president Hoover, waarin de oprichting wordt voorgesteld van een financieele instelling met een ka pitaal van 2 milliard dollar, dienende tot herstel van den financieelen toestand, goedgekeurd, met 63 tegen 8 stemmen. Daar het wetsontwerp Woensdag of Don derdag in het Huis van Afgevaardigden behandeld zal worden, hoopt men dat de instelling reeds binnen een week in wer king zal treden. De federale schatkist -zal 500 millioen dollar verschaffen, terwijl de resteerende 1500 millioen dollar zullen worden verkregen door de uitgifte van onvoorwaardelijk door de schatkist gega randeerde obligaties. Het treffen in Hsinmintoen. In het treffen, dat Maandagavond te Hsinmintoen heeft plaats gehad tusschen de Japansche compagnie en een sterke troep Chineesche bandieten, zijn vier Ja pansche officieren en meer dan 30 solda ten gedood, terwijl andere manschappen der compagnie gewond werden. Slechts tien soldaten bleven ongedeerd. Dezen bewaakten de electriciteitscentrale van Patatsjao, toen de bandieten haar in de lucht lieten springen, waardoor Hsin- min, Tahoesjan en Tsingtsou in de duis ternis werden gedompeld. Een hevig gevecht. Vele duizenden bandieten vallen van alle kanten Tsjinsi aan, waar de overle venden van het Japansche detachement, dat Zondag en Maandag zulke zware ver liezen leed, verwoeden tegenstand bie den, niettegenstaand verscheidene wij ken der stad in brand staan, waardoor de toestand nog verergerd wordt. 25, 45 en 65 ets, ADVERTENTIÊN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 8 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. De enquête-commissie. De vijf personen, die door de mogend heden waren aangewezen om deel te ma ken van de commissie van onderzoek naar de gebeurtenissen in Mantsjoertje, zijn als zoodanig aanvaard, zoowei door China als door Japan. De Japansche tegenslag bij Hsinmintoen. Een Japansche pantsertrein, die de bij Hsinmintoen in het nauw geraakte Ja pansche compagnie te hulp wilde komen, is nabfj de genoemde paats ontspoord en omgeslagen, daar bandieten een deel van de lijn hadden vernield. OPMARSCH DER CHINEESCHE COMMUNISTEN NAAR KANTON. Volgens een officieel Russisch bericht uit Nanking hebben de troepencontin genten van het Chineesche roode leger in den strijd tegen de troepen der regee ring van Kanton onderscheidene steden veroverd en bevel ontvangen naar Kan ton op te rukken. De regeering van Nan king heeft direct troepenconcentratie bevolen, ten einde den opmarsch van het roode leger tot staan te brengen. DE SALARISKORTING BIJ DE MARINE. Wij lezen in het „Bat. Nbld." van 31 December: Thans is bepaald, dat op de bezoldigin gen en soldijen van het marinepersoneel dezelfde korting zal worden toegepast, per 1 Januari aanstaande, als voor het burger lijk overheidspersoneel, met dien verstan de, dat de bezoldiging nooit minder zal be dragen dan het Nederlandsch tractement met 10 percent. De Indische regeering heeft namelijk ten slotte aan het opperbestuur doen weten dat zij het ongewenscht acht, ver schil in de korting van onderscheiden groepen overheidspersoneel te scheppen. HET EILAND SOEMBA GETEISTERD DOOR OVERSTROOMINGEN. Tien personen verdronken. Het eiland Soemba is op 2 Januari eveneens door overstroomingen geteisterd. Doordat de verbindingen afgesneden wa ren, werd dit bericht eerst thans ontvan gen. Tien personen zijn verdronken. In Midden-Soemba zijn 7 bruggen weg geslagen, hebben 54 aardschuivingen plaats gehad, zijn 15 breuken in wegen veroorzaakt, terwijl 3 groote gaten in de wegen werden geslagen. Over een afstand van 15 km zijn de telegraafpalen en ver bindingen verdwenen. ZAL HET VERSTAND ZEGEVIEREN? (Van onzen correspondent.) „Maar u brengt me toch weer bene den, meneer de piloot?" „Weest u maar gerust, mevrouw, ik heb nog nooit iemand boven gelaten!" („Passing Show"). Genève, Januari 1932. Genève wapent zich voor de ontwape ning! Intusschen echter houdt het zich bezig met een tamelijk twijfelende be schouwing over mogelijke, resp. onmoge lijke, successen van deze wereldconferen tie. Een bekende Duitsche Volkenbonds diplomaat heeft zijn meening samengevat in de volgende woorden: Entmilitarisie- rung of Endmilitarisierung. Over dit ééne letterverschil, over ontwapening of we reldbewapening tot het uiterste, zal het de eerstkomende maanden gaan. Men wordt het eens over een algemeene ontwa pening, zooals het verdrag van Versailles beloofd had en dan maakt de vrede een goede kans, of men gaat, zooals nu reeds zoo vaak is geschied, zonder een enkel resultaat uit elkaar, in het laatste geval met het gevoel, dat het met de ontwape ningsbemoeienissen absoluut uit is en de vooruitzichten voor den wereldvrede wei nig bemoedigender zijn dan in het jaar van oorlogsvoorbereidingen: 1914. Men kan zich voorstellen welken indruk zulk een afloop der Geneefsche besprekingen op de reeds door de economische crisis zoozeer geteisterde wereld zal hebben. Na tuurlijk behoeft men nog niet bang te zijn voor een dadelijk uit te breken wereld oorlog. Ongetwijfeld zijn er vóór en tijdens den wereldoorlog menschen geweest, die een oorlog een economische weldaad achtten en zich aan den oerouden leer vastklemden: hoe meer goederen er ver nietigd worden, des te beter voor de industrie, hoe meer menschen er omko men, des te beter zal het worden voor de overlevjenden! Vanzelfsprekend zijn er ook lieden, die in den na-oorlogstijd veel geld heb ben verdiend. Maar ook de Amerikanen, die van dit soort oorlogszegen de beste buit naar huis hebben gesleept, zullen hebben ingezien, dat het eind de lasten droeg en dat hen vier jaar wereldvrede beter bekomen zou zijn, dan vier jaar wereldoorlog. Om van andere volken nu maar te zwijgen. Wanneer men dus voor een directen oorlog niet al te angstig behoeft te zijn, toch zou een succeslooze ontwapenings conferentie een slechte zaak zijn, want zij zou beteekenen een voortgang van de be wapening. Ook zou dit beteekenen, dat het prootste gedeelte der geldmiddelen van de verschillende staten gebruikt zou kunnen worden voor het maken van kanonnen, tanks, oorlogsvliegtuigen, bommen, granaten en pantserkruisers. Stelt men zich dan nog een oogenblik op het militaristisch-technische standpunt en maakt men het zich duidelijk, dat zelfs een massa-gebruik van al deze strijdmid delen geen waarborg voor succes is. dan zal ook een veldheer zich van een zekere onbehagelijkheid niet kunnen losmaken. Want wat voor nut hebben de leerstellin gen van Clauwewitz en Moltke, die aan bevelen den oorlog in een vreemd land te voeren, in aanmerking genomen de huidige strijdmiddelen, die de- aanval van het begin aan in de achterste linies en in van de grenzen verstafgelegen gebie den brengen? Als men voor oorlogsvrees, tenminste in Europa, niet al te beangst behoeft te zijn, toch zou het mislukken van de ontwapeningsconferentie niet minder te betreuren zjjn, omdat het de opmerkzaamheid der menschheid weer eens zou afleiden en haar tot dwaze han delingen zou aansporen, die haar nood slechts vermeerderen zouden. Men zou er verkeerd aan doen, het hoofd in het zand te steken en niet op de politieke gevaren te wijzen, die uit de ontwapeningsuiteenzettingen zouden kunnen opbloeien. De Nieuwjaarsrede van den Duitschen Rijkspresident heeft reeds op dergelijke gevaren gewezen en de weerklank, die deze rede in de Parij- sche pers heeft gevonden, toont ons hoe juist de overwinnaar van Tannenberg in dit opzicht heeft gezien. Dat men zich tegenover dezen toon der Parijzenaars in Duitschland tracht te troosten met een hoofdartikel van een groot provincieblad, de „Dépêche Toulouse", blijkt daaruit, dat men de werkelijke politieke krachten in Frankrijk niet juist weet te schatten. Bij alle ontwapeningsvragen zullen La val en Briand de meerderheid der ka mers achter zich hebben. Frankrijk zal met volle kracht de leer van Paul Hon- cour verdedigen, dat bij het afmeten van de bewapening van een land ook zijn „latente oorlogskracht" (le potentiel de guerre) in aanmerking moet worden ge nomen en dat deze in hét bijzonder voor Duitschland veel gewicht in de schaal legt. Bovendien heeft Polen reeds ver klaard dat het zijn ontwapening van de vervulling van zekere voorwaarden af hankelijk zal stellen. Onder deze voor waarden kan men moeilijk anders ver staan dan de vrijmaking van Oost-Prui sen van de militaire bezetting. Reeds het opwerpen van dit punt brengt zulke moeilijkheden met zich mede, dat men het succes van de ontwapeningsbespre kingen nu juist niet met al te overdreven hoop mag tegemoetzien. (Nadruk verboden.) De houding van onzo regeering. Het ministerie van buitenlandsche zaken deelt het volgende mede: De Amerikaansche secretaris van Staat heeft op 7 dezer aan Hr. Ms. gezant te Washington den tekst overhandigd van een sedert dien gepubliceerde nota, welke de Amerikaansche regeering heeft ge richt tot de regeeringen van China en Japan betreffende den toestand in Mant sjoerije en heeft daarbij aan de Neder- landsche rrTeering, gelijk aan de overige onderteekenaars van het in 1922 te Washington gesloten Negen Mogendhe den Verdrag in overweging gegeven, een soortgelijk vertoog tot de beide genoem de regeeringen te richten. De Nederlandsche regeering heeft gis teren Hr. Ms. gezant te Washington in structie gegeven, een antwoord tot de regeering van de Vereenigde Staten te richten, waarin allereerst dank der re- FEUILLETÖN 25) door K. R. G. BROWNE. HOOFDSTUK IX. Op jacht. Er bestaat een geestestoestand, die door de groote geesten onder de schrijvers „stomme verbazing" genoemd wordt. Die toestand komt echter in werkelijkheid, ondanks zijn populariteit in literaire kringen, minder veelvuldig voor dan een leek wel zou denken. In den tegen- woordigen tijd, een tijd, waarin de kin deren wijzer zijn dan hun grootouders en een gedienstige pers tweemaal per dag sensatie in allerlei vormen opdient is het moeilijk, iemand met stomheid te slaan. Edoch, die simpele paar woor den hadden, wat Carmencita betreft, het hierboven beschreven resultaat. Gedu rende ongeveer een kwart minuut staar de ze hem aan, of hij een geest-verschij ning was. Daarna schudde ze perplex haar hoofd en zei: „Daar begrijp ik geen jota van! Zeg het nog eens." George haalde diep adem, bedwong zich met mannenmoed en zei het nog eens; dan ging hij voort: „D i t is de warmwaterkruik van Mr. Todd. De andere, waar jij de juweelen in gestopt hebt, was van mij. Dié had ik als verjaringscadeautje voor een tante van me gekocht en terwijl jij je haar liet branden, heb ik 'em verstuurdDus zjjn ze op het oogenblik op weg naar Sommerset denk ik." Weer bleef het een kwart minuut stil. Met haar oogen strak op den gummi zak in de hand van George, zat Carmencita de mededeeling, haar pas gedaan, te ver werken. Haar beide metgezellen wacht ten in spanning op de dingen, die gebeu ren zouden, want te oordeelen naar wat ze van haar temperement wisten, was er nu een explosie op handen. Maar tot hun verbazing en dit moet gezegd wor den verlichting, liet ze zich opeens achter in haar stoel vallen en lachte 'U',3eware! Van alle ezelskoppen ben ik wel de grootste. Maar hoe kon ik weten dat iii een tante met last van koude voe ten 'hadt, George! Dat heb je me nooit verteld." „Nee, dat is waar," zei George, net een gezicht alsof hü van gedachte was, dat hij door een zoodanig verzuim ner niet aanbieden van zijn stamboom met bijzonderheden van deszelfs ^sta"d" deelen een kans op haar vriendschap verspeeld had. ,,'n Volgenden keer beter, zei Carmen cita opgewekt „Ten slotte ben ik de ui geweest. En dat, terwijl ik het zoo n schit terende uitvinding vond! Enfin, moppe ren helpt niet. We moeten ze terug gaan halen, dat is het eenige wat er op zit." Mr. Todd kwam bij uit de trance, waar in hij door de verschrikkelijke ontdek king geraakt was en knikte toestemmend. „Da's de manier! George, jij bint op de hoogte met de post hier. Wat denk je, zou-en we dat pakje niet kunnen tegen- houën?" „Misschien is het nog niet weg," zei George. „Ik zal 's even beneden gaan vragen." De informaties aan het post-loket sloe gen echter hun laatste restje hoop den bodem in. De dienstdoende beambte ver telde George met een zekeren trots de trots van alle functionarissen in der gelijke omstandigheden dat het post pakketje den weg van alle postpakketjes gegaan was en dat er geen kijk op was, tenzij ze zich waagden aan treinroof of iets dergelijks, om het terug te krijgen. De gummi-kruik was door de regeerings- machine opgeslokt en was en bleef tot. den volgenden middag twee uur voor de wereld onzichtbaar een feit, dat den beambte de grootste voldoening scheen te verschaffen. Carmencita hoorde deze jobstijding met stoïcijnsche kalmte aan. Het eenige wat ze zei, was: Ziezoo, dat weten we tenminste in elk geval," zei Mr. Todd bemoedi gend „benne de steenen zóó net zoo vei lig ais dat we ze hier hadden. Als wij ze niet uit de postzak kenne halen, dan ken Smith het ook niet. ook al wist-ie dat 7e der-in waren, wat. niet het geval is. 7nn is t" stemde Carmencita toe. „Maar we moeten ze terug hebben, dat is de hoofdzaak. Wat voor iemand is die tante van je, George?" n „Nogal een eigenaardig iemand. Onge huwd vijf-en-zestig heeft een stem als een misthoorn. Regeert de heele om geving met ijzeren hand en wordt dien tengevolge aangebeden. Adres: Briony Cottage, Quantock Royal, Somerset." „As we is telefoneerden!" stelde Mr. Todd voor. George schudde zijn hoofd „Telefoons, grammofoons, radio en vliegmachines zjjn volgens tonte Helen uitvindingen des duivels. Heelemaal on gelijk geven kan ik haar niet." ,,'n Telegram dan?" „Dat zou kunnen, maar dat krijgt ze toch vanavond niet meer. Het woord „Dringend" heeft voor een landelijken postbeambte geen beteekenis. In Quan tock Royal worden de telegrammen be zorgd als iemand toevallig dien kant op gaat, om een koe te koopen of zoo." „En dan zei Carmencita, „hoe zou den we 't moeten inkleeden! Het gaat toch niet aan om allen post- en telegrafie-men- schen tusschen Londen en Somerset aan hun neus te hangen, dat er in een van de postzakken vijftigduizend dollar aan ju- weelen zit? En je zou uitvoerig moeten zijn anders zou je tante denken, dat je stapel was. Nee.... 't eenige is: er ach ter aan gaan! Ik mag niets riskeeren met Smith op het oorlogspad. Dat wil zeggen: ik ga jullie tweeën hoeven niet mee. Jij geeft me een briefje voor je tante, George. „Gebeurt niets van," zei George be slist. „Waarheen gij gaat. zal ook ik gaan enz. enz. Voor wat zie je me aan? Voor een man of een ouwe vrijster met een breikous?Waar is de dienst regeling?" En daar een spoorboekje tot de uit rusting van elk van de ontelbaar vele kamers van het Regal behoorde, volgdi er nu voor George een minuut of vijf vail zware geestelijke inspanning. Carmen cita stelde zich vlak naast hem op en luisterde geduldig naar de verscheiden heid van beweringen, die elke man, zoo hij tot een bevredigend resultaat wil ko men, bij het raadplegen van een spoor- wegbeokje noodig heeft. „O.... hier heb je 't! Yeobury dat is het station 't dichtst in de buurt.... nota bene zes kilometer uit den koers, 'n Kleine 200 K.M.! Vertrek Padd. 6.15. nee, daarvoor is het te aat. Vertrek Padd. 8.55, aankomst Yeobury 9.15. Ver duiveld, dat is vlugger dan met een vliegmachine! O, ik zie het al over stappen in Brandercombe, aankomst in Yeobury 1.18 nee, 11.11 nee, 2.49. Wat beteekent dat nou: vandaag of mor gen? En wat is „z". Alleen Zaterdags. Verdorie!.... O hier hebben we er nog een. Vertrek Padd. 9.10. aankomst, verduiveld, die komt heelemaal niet !aanWaarom, bij hoog en laag, zet- ten zoo'n dienstregeling niet zoo in me kaar, dat ieder fatsoenlijk mensch eruit wijs kan! Vertrek Padd 9.05, aankomst Yeobury 6.14. Wat beteekent „h"? „O, van af daar en daar een locaaltje.... Wat kan mij dat schelen!.... Die laatste is nog de beste van dien heelen boel, die komt eerder dan-ie weg gaat!.... Met andere woorden," zei George opeens, beu van dit dwaze tijdvermorsen, „kunnen we vanavond niet meer weg." Hij sloeg het boekje met een klap dicht en smeet het dwars de kamer door. „Als 't zoo door gaat. Hier viel de genoeglijke stem van Mr. Todd hem in de rede. „Wat is dat voor praat over treinen en nog 's treinen! Terwijl je bene je een groote auto heb staan...." „Nee, Mr. Todd," zei Carmencia, „dat gaat niet aan. 't Idee, dat ik u heel Enge land door mee zou sleepen! Omdat ik zoo dom geweest ben...." Mr. Todd produceerde eenige ontevre den geluiden. „Natuurlijk! Hou mijn der maar bui ten! Beroof mijn maar van 't kleine beetje plezier, dattik zou kenne hebbe! Zeg, Millie, wat denk je dat ik bin? Een man of een juffie met een breikous? Waarheen jij en George gaat, ga ik ook.... da's glad, dus daar hoef je niet langer over te dilibereeren.Je mot niet denken, da-je het eene oogenblik wat met Decimus Todd ken aanhalen en 'em 't volgende oogenblik de bons geven. Wattik begin, voleindig ik. En naar wattik van Smith gezien heb te oordee len, zal je nog wel wat hulp kenne ge bruiken voordat je „amen" zegt". Carmencita keek eerst hem en daarna George met een ondoorgrondelijke uit drukking in haar donkere oogen aan. „Ik vind het natuurijlk heel lief van jullie," zei ze, „maar. „Schei-uit, Millie! Maak me niet naar, meid! Zie zoo, da's in orde? Wanneer gane-we weg?" Carmencita aarzelde nog even, dan haalde ze haar fijne, mooi-gevulde schou ders op en begon te lachen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1