HET BINNENHOF
OP EN OM
't Is de moeite - Tegen het ontwerp-
Pachtwet. - De bedoeling der Bedrijfs-
radenwet. - „Rumor in casa". - Genie
pige praatjes. - Dominee Lingbeek exit.
Practische wenken.
verf-vaklieden ongetwijfeld nog steeds
veel gezond optimisme en gezond
modern initiatief. Dat bleek wel op
dezen middag, waarvoor men een zeer
interessant programma had samenge
steld. Prof. de Bussy hield een voor
dracht met lichtbeelden over eën nieu
we industrie in Ned. Indië: de terpen
tijn-winning op Sumatra; architect P.
Kramer had het over „de kleur als
schoonheidsfactor", Clinge Dooren-
bos hield een humoristische causerie
over het „Schildersambacht", door
spreek met propagandistische rijmpjes
als:
Wil kleinzoon eenmaal 't huis beërven
Dan moet Opa heden verven!
en maakte den „man-die-'t-zelf-wel-zal-
opknappen', zonder hulp van den schil
der-vakman, bespottelijkOok werd,
ais knal-effect, voor het eerst de film
„Schilderen" vertoont, waarmede in
een boeiende levende beelden-rij even
eens de zelf-klodderende leek aan den
kaak werd gesteld en daarnaast werd
getoond hoe het dan wel moet en ook
kan, als de deskundige er maar bij
tijds wordt bjp gehaald. Deze films,
sanegesteld „met advies" van den be
kenden cineast Joris Ivens, is bedoeld
als praganda-middel en wordt, op aan
vraag, door het secretariaat van de
V.V.V.F. (Weteringschans 10) gratis in
bruikleen verstrekt aan hen die haar
op feestelijke bijeenkomsten enz. wil
len vertoonen. Men kan bovendien nog.
indien men op deze wijze de propa
ganda voor goed en vakkundig schil
deren mede wil helpen bevorderen,
de beschikking krijgen over het steno
gram- van de voordracht van Clinge
Doorenbos, met de voorlezing waarvan
men het programma van den avond kan
aanvullen. Op deze wijze geven de
verf-produceerende en verf-gebruiken-
de vakmenschen zeker een goed voor
beeld van frissche, moderne „aanpak",
en mogelijk zal men ook in andere
vakken en ambachten daardoor gaan
inzien dat er, ook, of misschien juist
nu, allerminst reden is maar lijdelijk
te blijven stil zitten en afwachten.
Een opmerking moet ons echter nog,
naar aanleiding van deze nieuwe pro-
paganda-film, van het hart! De wijze
waarop zij was aangekondigd: „Cul-
tureele film" noemt men haar en men
buit de beteekenis die den naam van
den „adviseur" Joris Ivens op artistiek i
gebied heeft, wel zeer uit, had ook
een aantal, zich in de eerste plaats voor j
de filmkunst interesseerende men-
schen naar het Koloniaal Instituut ge
lokt. Met de recente voorbeelden van
rolprenten als „Wij bouwen" en de
nieuwste „Philips-film" voor oogen,
dachten zij ook in deze film „Schilde
ren" een aanwinst voor het kunstzin
nig gehalte van het levende wit-en-
zwartbeeld te zullen zien. Dezulken
kwamen echter bedrogen uit! Propa
gandistische waarde heeft deze film
zeer zeker en „vervelen" doet men er
zich niet bij. Maar van een geslaagd
modern-kunstzinnig element kan niet
of ternauwernood gesproken worden.
Bij al hun overigens voortreffelijke en
energieke eigenschappen, hebben de
verf-heeren, zou men zoo zeggen, zich
hier wel wat laten verleiden door een
klein duiveltje van jjdelheid, dat hen
inblies nu ook maar eens „modern en
artistiek" te doen!
Artistiek en modern!
Artistiek en modern beiden „doet"
het Gemeentebestuur, niet schijnbaar,
maar in waarheid aanonzen Am-
stel! Behoud van oud stadsschoon kan
men immers gevoegelijk „artistiek"
noemen en zulk een behoud is vervat
in het dezer dagen genomen besluit om
de z,g. Magere Brug, ter hoogte van
Carré, dan toch maar in den ouden
vorm te blijven handhaven. Een zes a
zevental jaren achtereen is er nu reeds
gestreden over de vraag of men dezen
karakteristieken houten ophaalbrug in
zijn ouden „schilderachtigen" vorm zou
laten voortbestaan, dan wel zou ver
vangen door een steenen, meer „prac-
tiscli" exemplaar. Het staat nu einde
lijk wel zoo goed als vast, dat het eer
ste zal geschieden. Het schijnt ons een
gelukkige beslissing, temeer waar
een offer van oud schoon hier niet di
rect, door de eischen der moderne prak
tijk geboden was, wat dan o.m. wel
blijkt uit het feit, dat in de laatste jaren
klachten over de verkeersbelemmering
die de oude brug, wegens haai: geringe
breedte zou kunnen doen ontstaan, niet
in kwamen. Het geringe verkeer dat er
is, ondervindt van den bestaanden toe
stand blijkbaar weinig of geen hinder.
In den besten zin, en dat is dus
tevens in kunstzinnigen zin! „mo
dern" gedroeg het Gemeentebestuur
zich hooger op onze rivier, daar
waar de nieuwe verbinding Schollen-
brug—Amstellaan tot stand wordt ge
bracht. Hier wordt thans aan den nieu
wen Berlage-brug de laatste hand ge
legd. In Mei a.s. zal hij geheel gereed
zijn en alsdan ongetwijfeld zich even
schoon en harmonisch aanpassen bij de
moderne stadsarchitectuur van de om
geving daar ter plaatse, als de Oude
Magere Brug dat doet bij de oude
bouwstijl van het kwartier rond den
Binnen-Amstel.
Een klacht!
Zich „aanpassen" bij de nieuwe tech
niek, den nieuwen levensstijl, is een
goed ding. Tenminste als het „nieuwe"
waarvoor die techniek ons plaatst, nut
tig en noodig is! Is het echter,
ziethier een klacht, die dezer dagen
door enkele stadgenooten geuit werd
en die ik gaarne overneem, nuttig
en noodig steeds maar weer militaire
vliegers hun urenlange oefeningen-in-
de-lucht te doen houden, boven ons
centrum, waar zij dikwijls vlak boven
diverse ziekenhuizen met hun motoren
donderende roffels slaan?... Zoolang
zij daar zoo veelvuldig als thans blijven
manoeuvreeren, geeft het niet veel of
wij voor die ziekenhuizen het geluid
„extra-dempende" bestratingen aanleg
gen! Geluid-dempende lucht is ten
minste, zoover wij Weten, nog niet uit
gevonden!
WEEK-
KRONIEK
Voor 't groote publiek is er thans op
het Binnenhof niets bijzonders te zien
of te beluisteren. Hetgeen niet zeggen
wil, dat er achter dé gevels van de oude
Parlementsgebouwen niet in stilte ge
werkt, zelfs hard gearbeid wordt. Onze
Senaat is j.1. Woensdagmiddag officieel
uit haar korten mid-winterslaap ge
wekt. Er was te één uur openbare ver
gadering, die om 't zoo eens uit te
drukken weer gesloten werd vóór
zij geopend was.... Militaire politie,
boden, knechten, alles was present voor
die halve minuut, waarin President De
Vos van Steen wijk voorstelde om nu
maar dadelijk in de afdeeiingen o. a.
de Begrooting voor 1932 te gaan onder
zoeken. Toen niemand zich daartegen
verzette, was de „openbare vergade
ring" meteen afgeloopen en konden de
mannetjes van de militaire politie weer
inrukken.
Er is echter in de afgeloopen week
„in en om het Binnenhof" actie genoeg
te bespeuren geweest, die eenig naplei-
ten noodzakelijk maakt. Ik behoef
slechts te herinneren aan de praat- en
schrijverij, die zich geweven heeft om
de kwesties van de ontwerpen-Bedrijfs-
radenwet en Pachtwet. Wat deze laatste
wetsvoordracht betreft, de Eerste Ka
mer heeft opnieuw een adres van de
vereeniging van directeuren van hypo
theekbanken ontvangen, waarin nog
maals op verwerping van het ontwerp
wordt aangedrongen. Het adres merkt
o. a. op, dat de Regeering in haar ant
woord op het Voorloopig Verslag
adressanten niet heeft kunnen over
tuigen van de onjuistheid van de in
bedoeld verslag aangevoerde bezwaren.
Voorts wordt opgemerkt, dat met dit
antwoord het algemeen gevoelde be
zwaar niet is weerlegd, dat het thans
geen tijd is voor experimenteeren met
het pachtwezen en dat thans alles moet
worden vermeden wat den prijs van
boerderijen en landerijen zou kunnen
drukken. In een ander deel van het
adres wordt gezegd: De eenige vraag,
die hier ter zake dient, is, of de Regee
ring de noodzaak heeft aangetoond' om
in het eigendomsrecht in te grijpen.
De Regeering heeft zulks niet gepoogd.
Evenmin is getracht aannemelijk te
maken, waarom een dergelijke afzon
derlijke regeling van pachtcontract
noodig is. De Regeering zegt trouwens
zelve, dat de considerans zich ertoe be
paalt te verklaren, dat eene nieuwe re
geling van de pacht wenschelijk is.
En ten slotte wil ik nog even wijzen
op een gedeelte van het adres, dat be
toogt: Erg gemakkelijk stapt de Re
geering verder heen over het van ver
schillende kanten naar voren gebracht?
bezwaar, dat een boerderij of land, met
een pachtcontract bezwaard, niet of
zeer moeilijk verkoopbaar is en althans
daarvoor een veel kleinere prijs zal
zijn te bedingen dan voor een boerderij
of land, welke vrij zijn van pacht. Dit
is een bezwaar uit de practijk en laat
zich met een paar machtspreuken niet
op zijde zetten. Uiteraard is dit bezwaar
nog grooter, als er een continuatierecht
aan den pachter wordt gegeven.
Ziehier in hoofdzaak de bezwaren,
welke in het adres te berde worden ge
bracht. Ook van andere zijden is ern
stige critiek geoefend' op het ontwerp-
Pachtwet. Toch is het algemeen gevoe
len niet aldus, dat op verwerping van
de wetsvoordracht in de Kamer gere
kend wordt. Zelfs zijn niet zeer velen
geneigd 't „een dubbeltje op z'n kant"
te noemen. Aan een voorspelling om
trent het lot van het ontwerp zal ik mij
echter nog niet wagen.
Het ontwerp-Bedrijfsradenwet, een
product van minister Verschuur, is in
den lande ook niet met onverdeeld
enthousiasme begroet. Vooral van libe
rale zijde is ontstemming over deze
nieuwe poging .tot Overheidsbemoeiing
met het bedrijfsleven tot uiting ge
komen.
Niet algemeen bestaat een juist be
grip omtrent de strekking van dit ont
werp, waarover straks in de Tweede
Kamer langdurig en breedvoerig zal
worden gesproken. De leidende ge
dachte van de Regeering is geweest, dat
zij niet onverschillig kon blijven met
betrekking tot de arbeidsverhoudingen,
zij niet buiten de sfeer van werkgevers
en -nemers blijven mag. In 't bijzonder
heeft het feit, dat de vakvereenigingen
zich al-meer ontwikkelen van vereeni-
gingen van strijd tot vereenigingen
van overleg, haar ertoe gebracht te
trachten regelend op te treden tusschen
werkgevers en arbeiders. Zij wil lang
zaam de bedrijfsorganisatie doen
groeien.
De Bedrijfsradenwet beoogt een wet
telijke regeling der bedrijfsraden.
„Wanneer de omstandigheden daartoe
aanleiding geven", wordt in het ontwerp
van wet gezegd, zullen bedrijfsraden
worden geschapen. Deze formule heeft
een zeer wijde strekking. Slechts dan
zal tot instelling van een bedrijfsraad
worden overgegaan, indien daarvan
ook inderdaad resultaten kunnen wor
den verwacht. Men zal dus ieder geval
afzonderlijk kunnen bezien. Natuurlijk
zal noodig zijn, dat in zeker bedrijf
d i. een complex van ondernemingen
het organisatorisch overleg tusschen
werkgevers en -nemers reeds eenigs-
zins grootere afmetingen heeft aange
nomen, voordat tot het instellen van
een bedrijfsraad kan worden overge
gaan. Dit lichaam zal voor de helft wor
den bezet door vertrouwensmannen der
werkgevers, voor de helft door verte
genwoordigers der arbeiders, terwijl de
minister de vakvereenigingen van bei
de zijden, waaruit zal worden gerecru-
teerd, aanwijst.
De Bedrijfsraad zal een taak krijgen
op 't gebied van beslechting van ge
schillen, bemiddeling, overleg, advies
en uitvoering. Het zal kunnen gaan om
vraagstukken betreffende arbeidsvoor
waarden, werkloosheid, vakopleiding,
verruiming van werkgelegenheid, om
hier slechts eenige belangrijke punten
te noemen. Ook zal de Bedrijfsraad zich
kunnen belasten met toezicht b.v. op
pensioenfondsen, enz., terwijl hij een
stuwende werking kan hebben op de
vorming daarvan.
De Bedrijfsraad zal dus hierop
komt 't in hoofdzaak aan de taak der
Regeering verlichten. Mede krijgt zij
een rechtsprekende functie toebedeeld
in gevallen, waarin werkgevers en -ne
mers gschillen met elkaar hebben met
betrekking tot den arbeid. De Rechte
lijke Macht wordt dus eveneens ontlast.
Ik heb in korte, algemeene trekken
de bedoeling der wet uiteengezet. Zij
beoogt betere bescherming van den
arbeider en een hechtere regeling van
het productieproces. In hoeverre men
in het Parlement van oordeel zal zijn,
dat minister Verschuur hier een geluk
kigen „gooiheeft gedaan, de naaste
toekomst zal het moeten uitwijzen!
Veel beroering is gaande over het
ontwerp tot -wijziging der L.O.-wet. In
onderwijskringen is men het meest ge
belgd over de 40-leerlingenschaal,
welke m de wetsvoordracht is opge
nomen. „Minister Terpstra i s er nog
niet! hoorde ik dezer dagen een on-
derwijs-kracht grimmig uitroepen. Die
woorden behelsde stellig de meest
mogelijke waarheid.
De groote vraag, waarom het hier
gaat, is slechts: Zal Excellentie Terp
stra er „komen"?...
Er is nog méér nieuws uit de Parle
mentaire sfeer.
Ir. Albarda, de soc.-dem. fractie-lei
der in de Tweede Kamer, had tot de re
geering vragen gericht omtrent in het
buitenland verspreidde persberichten,
als zouden in Nederland voor onze oos
telijke naburen zwaar geschut en gra
naten worden vervaardigd. Minister
Ruys de Beerenbrouck heeft de waar
heid van deze geruchten ten stelligste
tegengesproken in zijn antwoord aan
den heer Albarda. Z.Exc. wees erop,
dat controle op de vervaardiging, ver
voer en opslag van kanonnen van
Overheidswege wordt uitgeoefend en
de vervaardiging van geschut een fa-
brieksinrichting eischt, die niet aan het
oog van de inspecteerende autoriteiten
is te ontkomen.
Alzoo schijnt men weer eens te doen te
hebben met een van die geniepige vij
andelijkheden, door ons weinig vriend
schappelijk gezinde elementen in het
buitenland uitgedacht!
Een „type" heeft ons Parlement ver
laten: ds. C. A. Lingbeek, de leider van
de Herv. (Geref.) Staatspartij en „een
ling" in de Tweede Kamer. Er zullen
er zijn in ons Lagerhuis, die het heen
gaan van dezen fel-anti-papistischen
predikant betreuren, niet allereerst
waarschijnlijk om het gemis van het
geen hij zoo doorgaans in het midden
bracht. Een rede-Lingbeek had steeds
een „koddigen kant". Hij kon sommige
dingen zoo echt-grappig zeggen, ge
kruid met bloemrijke woorden, waar
door dan telkens vrooljjkheid opklater-
de in de hooge vergadering. Hij was
degene die opeens kleur en afwisseling
wist te brengen in middag van dorre
praterijHet schijnt dat dominee
„genoeg" heeft van de parlementaire
politiekerij. Gaat zich vestigen op het
eiland Urk, waar hij herderlijk werk
zal vinden.
In zijn plaats is door het Centraal
Stembureau benoemd de heer G. Nieu-
wenhuijsen te 's-Gravenhage. Niet be
kend is nog of hij de benoeming aan
vaarden zal. Is zulks het geval, dan be
leven wij op 9 Febr. a.s. waarschijnlijk
het inhalen van een „nieuweling" in
ons Lagerhuis.
PARLEMENTARIËR.
Wormpjes in frambozen.
Het idee, dat in vele van deze heer
lijke vruchten zoo vaak wormpjes
voorkomen, weerhoudt vele menschen
hiervan te eten. Spreidt men de fram
bozen nu uit op een platte schotel en
bestrooit men de vruchten met fijne
suiker, dan zullen de diertjes zich aan
deze nog zoetere snoeperij te goed doen
en uit de frambozen komen, zoodat
men ze gemakkelijk kan verwijderen.
Wil men waschlijnen voor de kleine
wasch, die men b.v. op een balcon wil
drogen, een langeren levensduur
geven, dan legt men de lijnen gedu
rende een half uur in een sterke aluin
oplossing; daarna laat men ze uitge
spannen drogen.
Teervlekken.
Teervlekken kan men van de handen
verwijderen door ze in te wrijven met
de buitenkant van een citroen- of si
naasappelschil; de olie, die zich in de
schil bevindt, zal de teer oplossen, zoo
dat men deze gemakkelijk af kan vegen.
Hoe repareeren wij onze ge
broken glazen?
De stukken worden nauwkeurig sa
mengevoegd en aan elkaar gelijmd met
wat oude vernis. Na deze behandeling
wordt er met een mesje afgeschrapt
zeer teere glas met een doek of band
omwonden. Eenige dagen later wordt
het omwindsel er af gehaald en de ver
nis, die buiten de naden is getreden
wordt er met ene mesje afgeschrapt
Op een dergelijke manier gerepareer
de glazen kunnen weer gewoon in de
huishouding worden gebruikt. Ze zul
len geen water doorlaten.
I