Kannewasser's DE D9LEDDE MELEN. BALANS-UITVERKOOP is NOG goedkooper NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA @tifte*»4€tftdsch overzicht Nr. 7068 EERSTE BLAD DINSDAG 19 JANUARI 1932 60ste JAARGANG Vrees voor Russische bewapening. Een belemmering voor het slagen van de ontwapeningsconferentie. - Verdaging van de conferentie te Lausanne. - Schul denbetaling onmogelijk, volgens Mussolini. - Japan blijft oprukken in China. breit aalles best. De onrust in Britsch-lndië. OOST-INDIË. BINNENLAND. De staking bij de werk verschaffingen. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f i.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.; fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 11 m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Vrees voor Russische bewapening Naarmate de ontwapeningsconferentie nadert nog slechts enkele weken schei den ons van de openingsdatum te Genève wordt de belangstelling voor bewape ning en ontwapening grooter en trachten de bewapenaars zich te verschuilen achter de al of niet gemotiveerde vrees voor be wapening van andere mogendheden. Een van de sterkst bewapende landen is onge twijfeld Frankrijk en daar treft men dan ook tal van voorstanders aan voor een nog steviger bewapening, die als rechtvaardi ging van hun standpunt wijzen op de z.g. ([eheime bewapening, waaraan Duitsch- and zich schuldig zou maken, in strijd met de aangegane verplichtingen, terwijl zij bovendien het argument naar voren brengen, dat er behalve het Duitsche, nog het Russische gevaar is, waarmede ern stig rekening moet worden gehouden. Het „Handelsblad" schrijft daarover ondermeer: In de Fransche senaatscommissies voor buitenlandsche zaken en militaire aange legenheden is Zaterdag met nadruk de aandacht gevestigd op de militaire betee- kenis van de industrialiseering van Sov jet-Rusland, waardoor dit land met zijn onmetelijke krachtbronnen zoo straks in §taat zal zijn, zijn weermacht uit eigen fabrieken te voorzien met zwaar geschut, vliegtuigen en alles wat een modern leger noodig heeft. De verhouding van het nieuwe Rusland ten opzichte van Europa zal daardoor een geheel andere zijn geworden, zoodat, zoo moet dan het vervolg van de redeneering luiden, men zich wel tweemaal zal moeten afvragen of beperking van eigen bewape ning wel geoorloofd is zoolang men geen volstrekt afdoende waarborgen heeft, dat Rusland op dien weg eerlijk en loyaal zal meegaan. Het argument voor bewapening, dat ontleend kan worden aan het Russische gevaar, zal zeker op de conferentie te Genève duchtig worden gebezigd door de genen, die wars zijn van alles wat lijkt op beperking der wapening. De beteekenis van de Sovjet-Russische weermacht zal ongetwijfeld een zeer be langrijke rol spelen bij de a.s. besprekin gen te Genève in en buiten de verga deringen. Verdaging van de conferentie te Lau sanne In kringen van te Genève ver toevende, toonaangevende figuren uit de internationale finantieele wereld, is men algemeen van opvatting, dat een ver daging van de conferentie van Lausanne in de laatste dagen waarschijnlijk is ge worden. In Engelsche en Fransche regeerings- kringen zou op het oogenblik het voor nemen bestaan om de herstelconferentie uit te stellen tot na de Fransche en Prui sische parlementsverkiezingen. Daaren- JAAP SNOR Vraagt onze Truien (IJzersterk) Resultaat v. eigen werk ZUIDSTRAAT 19. Let op den gelen winkel. - Onze vertegenwoor diger den Heer L. ZWART, komt U bezoeken. tegen meent men, dat het voornemen be staat om tijdens de ontwapeningsconfe rentie door middel van besprekingen tus- schen de dan te Genève aanwezige mi nisters van buitenlandsche zaken de a.s. herstelconferentie voor te bereiden en vooral de compromisvoorstellen van de Engelsche en Fransche regeeringen te berde te brengen. Het plan van de Italiaansche regeering, gelijk dit is neergelegd in het veelbespro ken artikel van Mussolini, n.1. eerst een eensgezinde houding van de Europeesche landen na te streven, zal tijdens deze be sprekingen van beslissend belang zijn. Men verwacht derhalve, dat de Engelsche en Fransche regeeringen een voorstel zullen doen om de herstelconferentie eeni- ge maanden uit te stellen. Wanneer echter de conferentie van Lau sanne toch nog op het oorspronkelijk be paalde tijdstip bijeen mocht komen, dan verwacht men een kort en zuiver formeel verloop, zonder de van Duitsche zijde ge- eischte definitieve regeling. Het Duitsche standpunt hiertegenover is, dat een gevaarlijke tijd nadert en dat onder alle omstandigheden rampspoedige gebeurtenissen, waarop ook het Bazelsche rapport met klem de aandacht vestigt, zon der verwijl moeten worden verhinderd. T a r d i e u, de nieuwe Fransche minister van oorlog. Het oordeel van Mussolini over de schuldenbetaling. Mussolini die zich tot nog toe bijna uitsluitend bezig hield met de binnenlandsche aangelegenheden van Italië en die zich sterk voelde in zijn isolement, heeft de laatste weken zijn stem in de pers doen hooren over de pro blemen die Europa betreffen en wel het schuldenvraagstuk. In de „Sunday Dis- patch" is een artikel verschenen van Mus solini, over de economische crisis en de mogelijkheden om deze te overwinnen. Wij ontleenen daaraan het volgende: „De wereld, aldus schrijft de Italiaan sche minister-president, heeft thans het punt bereikt, waarop de snelste en doel treffendste geneesmiddelen noodig zijn. Halve maatregelen hebben geen doel meer. Besluiten moeten snel genomen worden en men mag geen uitstel meer toe laten. De wereldhandel bevindt zich thans in een dwangbuis. Overal zijn hooge tol muren opgericht. Geen land wil meer waren toelaten, doch allen willen zooveel mogelijk uitvoeren. Daarbij komt de kwestie der oorlogs schulden en herstelbetalingen. Frankrijk en de Vereenigde Staten zijn in het bezit van 75 procent van het goud. Hoe zou men kunnen verwachten, aldus Mussolini, dat de staten hun schulden betalen, wanneer zij hun betalingen slechts in goud mogen verrichten, dat zij niet bezitten? In goe deren betalen is ook onmogelijk, omdat de tolmuren der crediteurstaten zoo hoog zijn, dat de goederen geen grenzen meer kunnen passeeren. Sinds e enigen tijd is- de wereld in een economischen oorlogstoestand getreden. Zooals bij het uitbreken van e<en oorlog diplomatieke verdragen, zoo heeft men thans handelsverdragen verscheurd. Reeds hebben Spanje en Frankrijk hun handelsverdragen met Italië opgezegd en Zwitserland zijn handelsbetrekkingen met Duitschland verbroken. Binnenkort zal deze economische oorlogstoestand over de geheele wereld verbreid zijn. Het is niets anders, zoo betoogt Mussolini, dan een terugkeer tot versterkte steden van de Middeleeuwen. „Alle tolmuren moeten worder. neerge haald, opdat de wereldhandel weer worde hersteld en de staten hun betalingen in waren zullen kunnen verrichten", zoo be sluit Mussolini zi.ui artikel. Japan gaat onverstoord verder met zijn opmarsch. De opperbevelhebber der Japansche strijdkrachten in Mantsjoerije, generaal Honjo, is Zaterdag per vliegtuig te Tsjingtsjou aangekomen en heeft toen in een toespraak verklaard, dat de op marsch der Japanners nog verder zal gaan. Naar uit Nanking wordt gemeld 'jn de Chineesche premier Soen-fo en de minis ter van buitenlandsche zaken, Tsjen, voor nemens af te treden, indien hun eisch, dat er krachtige maatregelen tegen Japan worden genomen, niet door de geheele re geering wordt ingewilligd. Zii zouden zelfs voorstanders zijn van een oorlogsverkla ring aan Japan. Het antwoord van Japan op de jongste nota van de Ver. Staten over de toepassing van de overeenkomst der negen mogend heden op den toestand in Mantsjoerije, is aan den Amerikaanschen gezant te Tokio overhandigd. Jaoan bevestigt hierin opnieuw de poli tiek van de open deur in Mantsjoerije te zullen handhaven en betreurt het, dat de in geheel China heerschende desorgani satie Japan heeft meegesleept. In de nota van antwoord van Japan aan de Vereenigde Staten wordt nog betoogd, dat de Vereenigde Staten de wettigheid van een permanente bezetting van Mants joerije door Japan niet erkennen. Echter wordt in die Amerikaansche nota toege geven, dat men hoewel er aan het negen- i mogendhedenverdrag niets mag worden j gewijzigd, toch rekening moet worden ge- I houden met de chaotischen toestand die thans in China bestaat. Japan ontkent dat het zou streven naar gebiedsuitbreiding. Aan het slot van het antwoord wordt geuit dat Japan er verheugd over is de zeker heid te bezitten dat de Ver. Staten er op vriendschappelijke wijze zoo ernstig naar streven, zich van den julsten toestand re kenschap te geven. De nationaal-socialistische candidaat voor het rijkspresidentschap General von Epp. DE WERKLOOSHEID IN ENGELAND. Nog ruim 2VS millioen werk- loozen. In de drie eerste weken van December is, blijkens een meedeeling van het mi nisterie van arbeid, het aantal ingeschre ven werkloozen verminderd van 2.622.000 tot 2.510.000. Van deze 112.000 zijn er 85.000 afgeschreven wegens de jongste wijzigingen in de steunregeling; de an dere 77.000 beteekenen echter inderdaad een vooruitgang. DE DREIGENDE VERHOOGING VAN HET INVOERRECHT OP BOTER IN DUITSCHLAND. Afweermaatregelen van het comité van economisch ver weer. Men schrijft: Met het oog op de steeds in ernst toe nemende berichten uit Duitschland in zake vergevorderde plannen der Duitsche regeering om tot verdere belemmering van den boterinvoer over te gaan vol gens de laatste berichten zouden er reeds voorstellen te Berlijn bü de Duitsche re geering aanhangig zijn om het invoer recht op boter van 50 op 110 RM. te ver- hoogen is het comité van economisch verweer uit de Nederlandsche land- en tuinbouw-organisaties Vrijdagavond in spoedvergadering bijeen geweest. Het be sloot onverwijld tot het nemen van af weermaatregelen. In aansluiting op een vroeger gepleegd overleg heeft het comité zich onmiddellijk tot de belangrijkste importeursgroepen van Duitsche artikelen gewend. VOORLOOPIGE RESULTATEN DER VOLKSTELLING IN BELGIË. De bevolking van het konink rijk bedraagt 8.091.407 inwoners. Van officieele zijde worden de volgen de voorloopige totaalcijfers als resultaat der op 31 December 1930 gehouden tien- jaarlijksche volkstelling medegedeeld: Totale bevolking van het rijk: 8.091.407 inwoners, waarvan 4.007.122 behoorend tot het mannelijk en 4.084.285 tot het vrouwelijk geslacht. Officieel wordt uit Berhampore in Ben galen gemeld, dat hij een botsing tus- schen de politie en een menigte, die met steenen wierp, 1 man gedood is en 2 wer den gewond, nadat de politie genood zaakt was te vuren. Bij een conflict tusschen hindoes en muzelmannen te Hyderabad is één hin doe gedood en werden 3 menschen ern stig gewond. In de wijk, waar het inci dent plaats had, bleef het zeer onrustig. Maar de politie was den toestand meester. NA DEN WERELDOORLOG. Prof. Butler over Amerika's Internationale taak. De president van de Columbia Univer- sity, prof. Butler, die den Nobelprijs 1930 voor den vrede ontving, eischte in een rede voor de Volkenbonds-liga te 1 hila- delphia dat de herstel- en oorlogsschul den definitief geregeld zouden worden. Voorts verlangde hij dat Amerika zou toetreden tot den Volkenhond, zoowel uit moreel verantwoordelijkheidsgevoel, als uit nationaal belang. De dagen der oeconomische en finan- cieele isoleeringen zijn reeds lang voor bij. De terugkeer van de wereldwelvaart slechts is mogelijk als Amerika zijn inter nationale medewerking verleent. Prac- tisch bestaat de oorlogstoestand nog steeds. Duitschland's vroegere vijanden uit den wereldoorlog zullen onvegelijke- uit den wereldoorlog zullen onvergelijke lijk veel meer winnen, wanneer zij trach ten van het innen der onmogelijke schat tingen af te zien, en in plaats hiervan winstgevende handelsbetrekkingen met de Duitsche industrie aan te knoopen. BUITENLANDSCHE VISCH TE HULL. Weer toegestaan. Zaterdag is in een vergadering van vischhandelaars te Huil het invoerver bod besproken, dat op buitenlandsche visch bestaat. Men besloot voortaan weer den invoer van buitenlandsche visch te Huil toe te staan. Van de 200 handelaars stemden slechts 8 tegen dit voorstel. Sinds December, toen de reeders te Huil weigerden om voor buitenlandsche reederijen als agent op te treden of vreemde visch op de markt te brengen, is geen buitenlandsch visch te Huil aan gebracht. Zeventien schepen gingen naar Grimsby. De laatste veertien dagen is de aanvoer door de stormen gering geweest en de prijzen zijn belangrijk opgeloopen. Daardoor beweren de vischhandelaars, dat zij orders voor versche visch niet meer kunnen uitvoeren, zonder den aanvoer die tot nu toe uit het buitenland werd ont vangen. CHINA EN JAPAN. Een totaal van 190.000 man Japansche troepen In Mantsjoe rije. Te Sjanghai wordt de huidige sterkte van de Japansche troepenmacht in Mant sjoerije geschat op 100.000 man. Volgens berichten uit Tokio heeft de Japansche minister van oorlog bevel gegeven, dat nog drie divisies naar Mantsjoerije zullen vertrekken. HULP AAN DE CRISIS-SLACHTOFFERS. Een tehuis voor socialen arbeid. De K.P.M. stelde op verzoek van den 1 commandant van het Leger des Heils, kolonel De Groot, het oude kantoorge bouw aan de Sluisbrug te Batavia ter be schikking van het Leger des Heils voor de inrichting van een tehuis voor socia len arbeid met 100 bedden. Gouverneur-Generaal de Jonge, schonk spontaan de eerste duizend gulden voor de inrichting. Vooraanstaande stadge- nooten hebben een comité van bijstand gevormd. In tegenstelling met andere gemeenten, waar het deze week in verband met de staking bij de werkverschaffingen tot on geregeldheden kwam, is het te Delfzijl steeds rustig geweest. Vrijdagavond ech ter hadden de gezamenlijke stakers uit Appingedam en Delfzijl een groote ver gadering belegd in hotel „Centrum" te Delfzijl, waar hevig werd geprotesteerd tegen den eisch van den minister, om den arbeid op Maandag a.s. na aflegging van een schriftelijke accoord-verklaring met de bestaande voorwaarden te hervatten. Na afloop der bijeenkomst te ongeveer 10 uur verzamelde men zich met vrouwen en kinderen in colonne met de kennelijke bedoeling voor de woning van Rijksin specteur Buiskool te demonstreeren. Na dat de politie enkele malen had gesom meerd uiteen te gaan, welk bevel werd genegeerd, werd door de marechaussee met de blanke sabel een charge uitge voerd, waarbij flinke klappen vielen. Het slot was, dat ongeveer 100 stakers den weg naar Appingedam werden opgedre ven, van waar zij zich later luid zingend huiswaarts begaven. De overigen ver spreidden zich in de stad, doch tot onge regeldheden kwam het niet meer, dank zij het optreden van de politie. Tegen 11 uur was de rust teruggekeerd. MUNITIE IN DE ZUIDERZEE. Te gevaarlijk en te duur om te sloopen. Wij lezen in het „Vaderland": De Christian Science Monitor brengt een bericht over een feit, dat merkwaar dig genoeg in ons eigen land niet bekend was. Dezen zomer is n.1. in overleg met de directie van de Zuiderzeewerken 725 ton oude munitie op een diepe plaats in de Zuiderzee verdronken. Het Amerikaansche blad zegt, dat de projectielen gebruikt zijn om den dijk te versterken, maar dat is onjuist. De muni tie is alleen „verdronken*. Het Ministerie van Defensie is zoo vriendelijk geweest ons mede te deelen dat deze munitie onbruikbaar was. Het oorlogsvaartuig kwam ook niet in aan merking om gesloopt te worden, omdat het te gevaarlijk was. Het werk zou met zooveel omzichtig- FEUILLETON door K. R. G. BROWNE. 27) Mr. Joseph Bolitho, de gérant van het Wapen van Croyde, was niet weinig ver baasd toen er, om kwart over zessen pre cies, een auto de grootste, die hij ooit gezien had gevolgd door een processie van belangstellende plaatselijke jongeren, voor zijn deur stilhield en er achtereen volgens uitstapten (1) de neef van Miss Pringle, dien hij, van eenige malen een glas bier samen, kende; (2) een buiten gewoon knap jong meisje en (3) een heer van middelbaren leeftijd met een embon point, dat het zijne in de schaduw stelde; een trio, dat, zooals na de paar eerste woorden bleek, met het plan rondliep, om in het Wapen van Croyde te over nachten. Mr. Joseph Bolitho een zoon Adams niet een figuur, die iemand aan een biervat met voeten de grootste voeten, die er bestonden deed denken was echter man van zaken genoeg om zijn verbazing te verbergen en zijn huis en al zijn hebben en houden ter beschik king van zijn gasten te stellen. En zoo kwam het, dat ons trio een kwartier later gewasschen, geschuierd en wat George én Mr. Todd betrof, versterkt door eenige glazen landwijn, erop uit trok om tante Helen te zoeken. Hun tocht door de straat, richting de kerk, begon zwijgend. George dacht aan Carmencita, Carmencita dacht aan wie- weet wat, Mr. Todd dacht aan. „Zeg," zei Mr. Todd opeens, op den toon van iemand, die met alles en iedereen vrede heeft, „wat heeft die snuiter in die herberg een puik bier! Wat denk je, zou- ie me der 'n vaatje van willen ver- koope Op dat oogenblik kregen ze het kleine, witte landhuisje naast de kerk in zicht. George liet een uitroep van verbazing hooren en stapte vlugger aan. Voor het kleine hekje stond een groote, crème kleurige Roils Royce en langs het pad van deur naar hek kwam een kittig, oud da metje met een ouderwetschen zonnehoed, op den voet gevolgd door een chauffeur in keurige livrei, op de auto af. „Wel, van alle..!" begon George. Dan zette hij het opeens op een loopen, onder het roepen van: „Hallo, tante Helen! Hé, wacht eens evenverdorie....!" Het oude dametje maakte vlak voor het witte hek halt en keek verbaasd om zich heen. Ze was heel oud en heel tenger, zoo tenger, dat iemand zich onwillekeurig af vroeg, hoe ze zich in den frisschen bries, die er stond, op de been hield. Des te vreemder deed de stem aan, waarmee ze haar geagiteerde» neef op zijn aanroep antwoord gaf. Tante Helen was de geluk kige bezitster van een stemgeluid, zoo krachtig en zoo resoneerend en zoo laag, dat een jonge man van zes-en-twintig er trotsch op geweest zou zijn. „Wel heb ik van mijn leven!" zei tante Helen. „Ben jij 't George!" „Ja," zei George, terwijl hij op een ma nie», die aan eerst spurten en dan opeens remmen deed denken, vlak voor haar op de' plaats rust kwam. „Hoe gaat het er mee, tante Helen?" „Met mij goed," gaf de oude dame met een onderzoekende blik in het quadraat op Carmencita, ten antwoord, „als je den venijnigsten likdoorn, dien ik in jaren gehad heb, niet meerekent. Wat kom je hier uitvoeren, George?" „O!" gaf George ten antwoord. „Ik.... jehO! laat ik u eerst even voorstel len, tante. Miss Carmencita Milligan uit Guayacuador Zuid-Amerika, u weet wel," ging hij onhandig door, ner veus omdat de formidabele persoonlijk heid van het oude dametje hem geestelijk tot een jog van een jaar of acht redu ceerde. „Ja, dat weet ik wel," zei tant Helen. „In mijn jeugd hadden we ook aardrijks kunde. Prettig om kennis met je te ma ken, kind," ging ze tegen Carmencita voort. „Je hebt een merkwaardigen naam en een merkwaardig knap gezichtje." „En dit hier," voegde George er haas tig aan toe, „is Mr. Decimus Todd." Mr. Todd werd aandachtig bekeken en kreeg toen een hand te drukken, die in de zijne verdween. „Aangenaam, Mr. Todd," zei tante Helen dan, „Iersch-Amerikaansch, is 't niet? 'n Goeie kruisingvolgens mij! De hoogmogendheden zijn 't er niet over eensEn George, wat kom je nu hier doen? Je bent natuurlijk altijd wel kom, maar dit is een beetje onverwacht. George kuchte een paar maal aeh.er zijn hand. Het zakelijke optreden en het scherpziend oog van zijn waardige bloeii- verwante, maakte het doel van hun dneer komst nog bizarder en onmogelijker dan het al was. Als het hem lukte tijd te win nen, misschien dat zich dan een goede gelegenheid, om de quastie ter sprake te brengen, voordeed. „Gaat u uit, tante?" informeerde hy met een blik op de Rolls Royce. „Ja," zei Miss Pringle, „naar Croyde Park. De achtermuur van mijn huis is aan het invallen en morgen krijgen we een invasie van werklui, die een poging gaan doen om te redden wat er nog te redden is, en die dus den heelen dag mekaar m den weg loopen en op de poes trappen. Daarom ga ik een paar dagen b« de Croy- des logeeren. Maar als ik had gebeten, dat jij van plan was te komen.... „O, nee, absoluut niet," weerde George afwezig af. „Eh.... de quaestie is.... we zijn hier gedeeltelijk. en.o dat we op een autotochtje zijn en gedee - telijk.eh.o, ja, wat ik zeggen wou, heeft u m'n cadeautje ontvangen. „Hè? O, ja natuurlijk, vanmorgen al. Wel bedankt, hoor, ofschoon ik, eerlijk gezegd, al vier van die dingen had -. De mensehen," ging tante Helen j j ontevreden voort, „schijnen te denke omdat ik vijf-en-zestig ben, dat uc 's nachts in warmwaterkruiken verpakt moet worden. Niet dat ik daarom de in tentie niet apprecieer, jongen, ik vond het erg lief van je.... En ik wist, dat je het niet erg zou vinden als ik m vieg- glTien tellen lang bleef het stil. Alsu 'e™ weggaf!' herhaalde George stompzinnig. „Ja," zei tante Helen opgewekt. „Aan Mis. Turtlede vrouw van onzen poli- tie-agent't Arme schepsel heeft ge woonweg geen bloedsomloop, en altijd wintervoeten.... Ik wist, dat ze 't met een heetgemaakten baksteen deed en dat leek me nou toch zoo'n ongemakkelijke methodeIk was overtuigd, dat jij 't niet erg zou vinden, en 't goeie menschje was zóó dankbaar!.... Ja, wat is er?" dit tegen den chauffeur, die eerst op behoor lijken afstand, onrustig had staan rond draaien, maar die zich op dat oogenblik verstout had om maar op haar toe te ko men, en haar, van achter zijn hand, iets toe te fluisteren. „O, ja," zei tante Helen. „Hoor eens, George, ik moet weg. Ik moet uit eten, bij Sir John, en die raakt uit zijn humeur als je hem daarmee laat wachten. Ik trou wens ook, als je 't mij vraagt. Je blijft vannacht zeker, hè? Goed, kom dan na 't eten naar Crowde Park en breng je kennissen mee. Sir John houdt van visite. En nou verdwijn ik, hoor! Ik hoop, dat je 't me niet kwalijk neemt. Tot ziens dan, tot straks, zullen we maar zéggen!" Ze glimlachte tegen hen drieën tegelijk en stapte vlug in. De chauffeur sloeg een kostbare plaid om haar heen en gleed op zjjn plaats achter het stuur. De auto zette zich in beweging, juist één seconde vóór George uit zijn zoutpilaar-toestand hij- kwam en onder het uiten van allerlei vreemdsoortige geluiden op het portier afsprong. „Hé!Hela!Wacht even, tante. Nee, maar! Stop, zeg ik!" De groote auto gleed langs hem heen, vermeerderde haar vaart. Van uit de luxueuse diepte van grijsfluweelen kus sens vertelde de stentor-stem van tante Helen hem nog: „Geen tijd Vanavond Dag!" De auto draaide om een vrij scherpe bocht in den Yeobury-weg heen en ver-* dween uit het gezicht. HOOFDSTUK X. De hospita, die niet te vermurwen was. Voor het kleine, witte hek bleven drie menschen achter, die tot niet veel anders in staat waren dan elkaar hopeloos aan kijken. Het noodlot had even zijn: ik ben baas! gedemonstreerd en had hen ver doofd en ontmoedigd achtergelaten. Er verstreek een minuut, anderhalve minuut. Toen zei Carmencita: „En wat nu?" Met den moed der galanterie probeerde George zijn gedachten te regelen. Aange zien tante Helen z ij n tante was, voelde hij zich, hetzij indirect, verantwoordelijk voor de catastrophe. Op hem rustte dus de plicht, om deze onverwachte hindernis op hun weg naar het goede einde te ver wijderen. Hij begon Cermeneita kleintjes verontschuldigend aan te kijken. ,,'t Spijt me, meer dan ik zeggen kan. 't Is natuurlijk allemaal mijn schuld, maar hoe kon ik weten, dat tante..." Carmencita lachte Carr toe; een glim lach die, zooals mr. Fanshawe-Smith het zoo karakteristiek uitgedrukt had, man nen hulpeloos in 't rond deedloopen. „Welnee, George", zei ze, ,,'t is jouw schuld niet. Ze is een snoes van een oude dame en je moet 't waardeeren, dat ze zoo goedhartig is, niet 't land erover te heb ben. Wie is die mrs. Zoo-en-Zoo, de heete baksteenen-expert, die mijn juweelen heeft?" (Wordt vervolge!.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1