Behandeling van de Gemeentebegrooting 1932.
Gemeenteraad van Den Helder.
VERGADERING VAN
DINSDAGMIDDAG.
Aanwezig alle (20) leden.
Notulen.
De notulen de raadsvergadering van 22
December 1981 worden met een kleine
aanvulling door een heer Van der
Vaart, vastgesteld'
De Voorzitter zou gaarne eerst de
vooragenda afwerken, ^estjjds is wel af
gesproken, dat slechts in avondzittingen
Mjsluiten zouden worden genomen, maar
nu de Raad toch voltallig is, kan het zeer
fced hedenmiddag gebeuren. Allereerst
omen dus in behandeling:
Ingekomen stukken.
Goedkeuring van het raadsbesluit van
22 December j.1. tot het aangaan van een
kasgeldleening.
Rechtsgeding.
Voorstel tot het voeren van een rechts
geding met de N.V. Houthandel v.h. J.
Oortgiisen en Zoon.
Aangenomen.
Gebouwtje Roode Kruis.
Voorstel tot het stichten van een ge
bouwtje ten behoeve van het Roode Kruis.
De heer T i e s s e n apprecieert het, dat
men tot de stichting van dit gebouwtje
wil overgaan, doch vindt het niet goed,
dat men dit doet exploiteeren door het
Roode Kruis.
De Voorzitter zet dit nader uiteen.
Er komt een gebouwtje met een bovenver
dieping, waarin enkele kamertjes zullen
komen, en die worden aan het „Zeebad"
verhuurd. Hoofdoozet is het Roode Kruis
aan een gebouw te helpen en daarnaast
wil men de rentabiliteit ervan verhoogen.
De he E ij 1 d er s klaagt erover, dat
hij eerst den avond, tevoren deze bijle^e
heeft ontvangen, en vraagt of dit voorstel
wel in de commissies is geweest.
De Voorzitter: Alleen in de com
missie voor de financiën.
De heer E ii 1 d e r s Ware het nu maar
tot het Roode Kruis beperkt gebleven,
maar nu komt er een pension bij, dat men
stichten wil. Spr. geeft een becijfering,
waaruit blijkt, dat men het hieraan be
stede geld niet rendabel maakt oo deze
wijze. Het „Zeebad Huisduinen" geeft nu
250 huur en bovendien nog 100 sub
sidie aan het Roode Kruis, het wordt dus
contribuant van het Roode Kruis. Maar er
komen jaarlijks uitgaven ten laste der ge
meente.
De Voorzitter wijst er op, dat al
dus een verkeerde wijze van voorstellen
wordt gegeven. Wil men een behoorlijk
gebouwtje krijgen, dan dient die kap en
die verdieping er wel op te komen. Het
bestaand verplaatsbaar gebouwtje wordt
geëxploiteerd voor 1/3 door het Roode
Kruis, 1/3 door de IJsclub en 1/3 door het
Zeebad. De zaak wordt door den nieuwen
toestand vereenvoudigd. De gemeente
krijgt 8 rente van haar geld, hetgeen
zeer behoorlijk is. De kosten voor den
straataanleg, die eveneens noodig zijn,
moeten worden uitgeschakeld, omdat die
niet bij de exploitatie behooren.
Het voorstel wordt na deze toelichting
aangenomen.
Verkoop en erfpacht.
Aangenomen worden de voorstellen tot
uitgifte van gronden in erfpacht en ver
koop. Tevens is hierin begrepen een voor
stel tot den aanleg van de Jan Blanken
straat en de Hector Treubstraat. De heer
Biersteker vraagt of de hiervoor ge
raamde kosten van 17.000 den beiden
straten betreffen en de' Voorzitter
antwoordt hierop bevestigend. Do heer
Van der Vaart wijst er op, dat is af
gesproken een gedeelte brieder te maken.
Ter Inzage.
Ter inzage zijn gelegd de antwoorden
van Burgemeester en Wethouders op de
vragen van:
1. den heer J. J. Schoeffelenberger be
treffende den afgetreden wethouder D. C.
A. de Zwart;
Hieromtrent zeggen B en W.:
Bii de rondvraag in de raadsvergadering
van 20 dezer stelde de heer J. J. Schoef
felenberger de vraag of door den afgetre
den wethouder D. C. A. de Zwart hande
lingen waren gepleegd, die strijdig waren
met het gemeentebelang.
Wii hadden daarop direct kunnen ant
woorden, dat zulke handelingen nimmer
hadden plaats gevonden, omdat ingevolge
de artt. 120, 121 en 122 der Gemeentewet
en ingevolge de op grond dier artikelen
door den Raad vastgestelde verordeningen
de Gemeente-Ontvanger (Beheerder der
Centrale Kas) is belast met het doen van
de ontvangsten en uitgaven der gemeente
en van hare bedrijven en diensten, terwijl
daarop controle wordt uitgeoefend door
den Verificateur der Gemeentefinanciën
en door of vanwege Gedeputeerde Staten.
De genoemde voorschriften worden hier
steeo's stipt nageleefd. Toch hebben wij
gemeend ter zake nog vooraf het gevoelen
in te winnen van de Hoofden van de ver
schillende takken van dienst der gemeen
te. Wij hebben dezen hoofdambtenaren de
vraag gesteld of hun omstandigheden be
kend zijn, waaruit zou kunnen worden af
geleid, dat door den afgetreden wethouder
D. C. A. de Zwart niet correct is gehandeld
ten opzichte van het gemeentebelang in
het algemeen en van de gemeentefinan
ciën in het bijzonder. Deze vraag is, blij
kens de ter inzage gelegde antwoorden,
zender uitzondering ontkennend beant
woord. Enkele dezer hoofdambtenaren la
ten zich integendeel in zeer waardeerende
woorden uit over den gemeentelijken ar
beid des heeren De Zwart.
t, Ae-n '16er A. A. Terra nopens het
Eduïn; Cn V6ldwachter*woning te
Hieromtrent zeggen B. en W.:
Naar aanleiding van het door den heer
Th. A. A. Terra bij de, in de raadsverga
dering van 20 dezer gehouden rondvraag,
gesprokene, als zouden in het onlangs ge
reed gekomen poststation met veldwach
terswoning te Huisduinen, hinderlijke
trillingen vallen waar te nemen, heeft de
Burgemeester aanstonds, persoonlijk, in
tegen woordigheid van den Directeur van
Gemeentewerken, daaromtrent een onder
zoek ter plaatse ingesteld. Daarbij is ge
bleken, dat de klacht sterk overdreven is.
Het kleine gebrek, dat er was, zal worden
opgeheven. Tot verbetering was reeds
vóór dat ceze aangelegenheid in den Raad
ter sprake werd gebracht, door den Direc
teur van Gemeentewerken opdracht ge
geven.
1 3. den heer C. Bot nopens den huidi-
1 gen toestand van den havendijk.
B. en W. deel en mede:
Naar aanleiding van de opmerking van
den heer C. Bot omtrent den slechten
toestand, waarin de havendijk verkeert
met het oog op het verhoogen van dien
dijk. is door den Burgemeester in tegen
woordigheid van den Directeur van Ge
meentewerken een onderzoek ingesteld ter
plaatse. Het is daarbij gebleken, dat mo
menteel veel last wordt ondervonden van
de versmalling van het plankier, waar
langs een straat wordt gelegd, zoodat niet
meer over dat plankier met karren gere
den kan worden. Volgens bekomen in
lichtingen, zal de bedoelde straat binnen
2 a 3 weken gelegd zijn tot aan het ge
bouw van den Vischafslag. Op dezerzijds,
gedaan verzoek is toegezegd, dat de uit
voering zooveel mogelijk zal worden be
spoedigd, zoodat het verkeer weer op de
vroegere wijze kan plaats vinden.
Een vraag van den heer Kraak over
de uitreiking van vacantiebonnen door
den aannemer van het poststation met
veldwachterswoning te Huisduinen wordt
in de avondzitting beantwoord.
Hiermede is de voor-agenda afgewerkt
en wordt een aanvang gemaakt met de
behandeling der
Geen politieke beschouwingen
of wel?
De heer VanderVaart zegt, dat in
z;jn fractie in de secties aangedrongen
heeft op het houden van algemeene be
schouwingen. In verband evenwel met het
gebeurde met den heer De Zwart zullen
w;j ditmaal liever geen algemeene be
schouwingen houden en ons bepalen tot
opmerkingen naar aanleiding van de be
grooting zelve.
Het Voorwoord, met genoegen
gelezen.
Van het Voorwoord hebben wjj met ge
noegen kennis genomen, al is dat niet
uitgedrukt in het Algemeen Rapport. De
verschillende maatregelen zijn met sym
pathie door ons begroet. Verschillende
opmerkingen zullen wij bij de artikelen
bespreken.
Spr. wijst er op, dat ook v. d. Vaart
deel uitgemaakt heeft van de secties en
niet genoemd is in het alg. rapport. Ook
een aantal vragen zijn in het Alg. Rap
port niet voldoende tot uiting gekomen.
Een bizondere stemming in
den Raad.
De heer Schoeffelenberger is
geen bewonderaar van algemeene beschou
wingen, maar merkt op, dat naar aanlei
ding van het verdwijnen van den heer De
Zwart een bizondere stemming in den
Raad heerscht. Spr. vraag was volstrekt
niet bedoeld om sensatie te wekken. Spr.
beschouwt den heer De Zwart als een be
kwaam wethouder. Maar er is nog wel
meer gebeurd, evenwel zal spr. er niet op
ingaan, maar het voorstel doen, gezien het
feit, dat de begrooting een nogal gunstig
aspect aanbiedt voor onze gemeente, geen
algemeene beschouwingen te houden.
Wel zakelijke beschouwingen.
De heer Biersteker: Als de heer
Schoeffelenberger bedoelt geen poli
tieke algemeene beschouwingen, dan ga
ik daarmee akkoord. Maar wel zou spr.
ten opzichte van de begrooting beschou
wingen willen houden om de algemeene
lijn samen ts vatten. Als de heer Schoef
felenberger zijn voorstel aldus wil wijzi
gen om geen alg. beschouwingen te hou
den. zullen wij daarmede akkoord gaan.
Ook de heer Bot hiermee eens.
De heer Bot staat op het standpunt
van den heer Biersteker, maar wil ook
graag wat vragen omtrent de begrooting.
De heer Van Loo doet er
niet aan mee.
De heer Van Loo: De heer Schoef
felenberger stelt voor geen algemeene be
schouwingen te houden op het motief, dat
we in bizondere positie verkeeren. Zoo is
het echter niet. Als de s.-d. fractie voor
stelt geen alg. beschouwingen te houden,
beteekent dat voor de andere fracties vol
strekt niet, dat zij mee moeten daarmee.
Spr. kan dan ook het voorstel-Schoeffe-
lenberger niet ondersteunen, ieder raads
lid moet maar zelf uitmaken of hij er de
politiek in betrekken wil al dan niet.
Oude koeien.
De heer Schoeffelenberger:
Als we de praktijk nagaan van vroegere
jaren zien we, dat die alg. beschouwingen
toch maar zijn een ophalen van allerlei
oude dingen. Spr. zou gaarne de begroo
ting willen afhandelen.
De Raad blijft vrij.
De heer Van der Vaart: Wie er
behoefte aan heeft houde algemeene be
schouwingen. Wij hebben er niet aan ge
dacht anderen te willen beïnvloeden door
onze mededeeling.
Bij ieder hoofdstuk alg. besch.
De Voorzitter voelt met den heer
Schoeffelenberger, dat algemeene be
schouwingen inderdaad noodeloos veel tijd
kosten. Maar anderzijds kan men gemak
kelijk in algemeene beschouwingen een
algemeene lijn bespreken. Spr. zou wel
graag zien, dat de begrooting spoedig werd
afgehandeld en stelt voor bii elk hoofdstuk
afzonderlijke algem. beschouwingen te
houden.
De heer Biersteker: Dat wordt
veel uitvoeriger!
De Voorzitter: We krijgen toch
herhalingen bij de hoofdstukken. Men
kjjke het maar na in de vorige notulen.
De heer Bot over den Vischafslag.
De heer Bot wil gaarne alg. beschou
wingen houden.
Spr. brengt allereerst den heer Van der
Vaart excuus voor het weglaten van den
naam in het Alg. Rapport. Dat is natuur
lijk een vergissing.
Spr. bespreekt de garnalenzeef en het
antwoord in October gegeven door den
heer Bogaard op spr. vraag.
Geen apart begrootingshoofdstuk.
Onze Vischafslag vormt geen apart
hoofdstuk in de begrooting en dat is jam
mer, daar de kosten zeer hoog zijn. Met
veel moeite heeft spr. de betreffende num-j
mers dan ook in de begrooting gevonden.
De heer Bogaard heeft destijds gezegd, t
als spr. maar eens wist wat voor kosten
er aan die zeef waren!
Als er voor 7 ton omgezet wordt aan
den afslag, moeten die visschers daarvan
4 afdragen. De visschers betalen de
kosten voor het bedrijf! Een schuld van
10.000 is verminderd op f 2000, er loo-
pen nog een paar gepensionneerde afsla- j
gers enz. en een en ander maakt den
dienst duur. Wij mogen niet uit het oog
verliezen, dat die 7 ton toch ook weer in
onze gemeente worden uitgegeven. De
kosten zijn dus niet zoo erg.
Ook het water te duur.
Uit het rapport is spr. niet tevreden
wat het water betreft, dat voor 6 a 6 cent
per emmer wordt verkocht. Dit is wel erg
duur en met een kleine schikking ware
dit wel in orde te krijgen (directe aan
sluiting op de waterleiding).
Andere regeling bepleit.
Spr. heeft gevraagd om verandering
van de verordening om te bereiken, dat
men hier eenzelfde regeling krijgt als te
IJmuiden. Als men daar met visch komt
is dat kwaliteit, hier wordt alles dooreen
geveild.
Spr. heeft vertrouwen in den wethouder
om dit te regelen.
Den Helder, let op u saeck!
Over de havenkwestie is spr. niet tevre
den. Wfj moeten op onze hoede zijn; zie
naar onze buren te Wieringen en Harlin-
gen, waar men zich prepareert voor de
toekomst. In het najaar wordt de dijk ge- i
sloten, dan komen de visschers en wij
zijn niet klaar ze te ontvangen. En uit
alle deelen van het land zal men hier
visch komen koopen. Het destijds aan den
Raad overgelegd rapport ter zake var.
deze kwestie heeft spr. niet voldaan.
De Raad is down.
De heer Biersteker: De Raad is
een beetje down, er is geen pit, geen
geest, geen stemming. Laat ons niet uit
het oog verliezen, dat»vii bii de begrooting
de belangen der gemeente behandelen!
Met iederen betreurt spr. hetgeen gebeurdi
is, maar de taak voor de overheid kan niet
verdwijnen met een enkel persoon. Zij
wordt alleen moeilijker en als wij den heer
De Zwart hier nog hadden, hadden we
allicht de begrooting nader bezien, omdat
hij de man er van was. Maar daarom kan
de lnn, die hij er in legde toch niet uit het
oo" worden verloren.
Lgrisch intemezzo in den mist.
Het is eigenaardig: als in dit jaargetij
Koning Winter de vensters met rijp be
dekt, krijgen we het idee van een echten
winter, thans is het mist: wij varen in den
mist. Onze begrooting is eigenlijk
kwakkelwinter, hoewel er ook evenals in
de natuur mooie dagen zijn.
Geen vaste lijn.
Feitelijk ontbreekt in de begrooting de
vaste lijn, en de politiek van het College
komt wel wat eenzijdig erin uit. Dit geldt
in hoofdzaak voor het finantieel beleid,
het belangrijkste punt en daarin komen
ook de gestie en de lijn naar buiten van
het gemeentebeleid. Spr. acht die eenzij
dig; de taak van de overheid komt er niet
in tot uiting, zooals spr. die gaarne ziet.
Wfj vatten onze taak aldus op, dat wij niet
de belangen van een deel der burgerij be
hartigen, maar van het geheel. Wij willen
ons daarmee niet kanten tegen menschen,
die werkeloos zijn, het is ook de taak der
overheid hen te helpen. Maar vooral nu
moet de druk der lasten niet onevenredig
bezwaard worden.
Te lage ontvangsten, te
hooge uitgaven.
In deze begrooting komt tot uiting, dat
steeds de ontvangsten zijn geraamd zoo
laag mogelijk en de uitgaven daarentegen
zoo hoog mogelijk zijn opgevoerd.
Met een dergelijk finantieel beleid kan
spr. zich niet vereenigen. De burgerij
moet nu meer opbrengen dan strikt nood
zakelijk is. In de secties heeft spr. er op
gewezen, dat over 1930 een overschot van
140.000 is ontstaan, hetgeen onnoodig is.
Dit overschot is gekomen uit den zak dei-
burgerij.
De burgerij betaalt te veel.
In deze begrooting zien wij wederom
hetzelfde; men raadplege het hoofdstuk
Belastingen (XII), zooals dat oorspronke
lijk was opgezet. Toen kwam de verras
sing van den inspecteur betreffende de
hoogere opbrengsten. Is die brief te dan
ken geweest aan het beleid van het Col
lege of kwam die uit de lucht vallen?
B. en W. hebben verzuimd zich tijdig op
de hoogte te stellen; nu is hoofdstuk XII
28000 hooger dan de oorspronkelijke
raming.
Spr. citeert uit het voorloopig verslag
het antwoord hieromtrent.
De gustibus non disputandem.
Daarin wordt voorts gezegd, dat het een
kwestie van smaak of appreciatie is als
een bepaald raadslid geen bewondering
heeft voor het beleid van het College.
Over smaak valt niet te twisten, zegt
spr., maar die smaak heeft dan nu een
bittere nasmaak, doordat de burgerij meer
opbracht dan strikt noodzakelijk was. In
1932 krijgen we hetzelfde. Spr. kan den
smaak van het College niet bewonderen.
Men zegt: dit is overdreven. Is het dan
niet waar? Men heeft die 140000 be
schouwd als een "peulschilletje. Als B. en
W. zeggen nog nooit zoo'n buitenkansje
te hebben gehad, is die bewering bezijden
de waarheid. Het jaar 1929 was even voor-
deelig; het stelde ons in staat het restee-
rende tekort op de belasting weg te
werken, waardoor onze gemeente in beter
finantieel aspect kwam. Toen is bij de be
grooting voor 1931 gezegd, dat de voor-
doelen ook aan de burgerij ten goede zou
den komen.
De burgerij heeft recht op
grooter verlaging.
En nu blijkt dit geheele voordeel zich
te beperken tot een vermindering van de
opcenten op de personeele belasting! Is
dat de vermindering waar ce burgerij
recht op heeft? Neen, zij heeft recht op
nog meer verlaging.
De uiting van het College in het voorl.
verslag, dat het valt toe te juichen, dat
vooral in een tijd als we nu beleven, een
zoodanig beleid worde geveerd, dat iets
wordt overgehouden voor kwade tijden, is
toe te juichen, maar het is een contraditie.
Hoe is men gekomen aan dat beeld van
die kwade tijden? In de oorspronkelijke
begrooting bepaalde zich de verlichting
tot de simpele vermindering van 180 op
centen tot 165, dat is nog geen 4 Ik zie
niet, dat men nu wat overhoudt voor
kwade tijden. Integendeel, we gaan het nu
opfuiven.
Steenen voor brood.
B. en W. willen VA millioen straat-
steenen aanschaffen. Waarvoor?
In 1931 zijn er 400000, in 1930 150000,
in 1929 en 1928 elk 300000, in 1927 200000,
ni 1926 250000 verwerkt. Wie moeten die
llA millioen straatsteenen verwerken?
vraagt spr.
De heer Schoeffelenberger:
Stratenmakers!
De heer E y 1 d e r s: Er zijn vijf nieuwe
bijgekomen!
De heer Biersteker: Volgens de
begrooting kunnen er 234 man bijkomen.
Is het mogelijk, dat dit personeel 4 maal
dit bedrag steenen kan verwerken?
Geroep Dat is nou rationalisatie!
De heer E y 1 d e r s Dat komt dat alle
reparaties stilliggen!
De Voorzitter: De oplossing is
eenvoudiger dan u denkt.
De heer Biersteker meent, dat B.
en W. wel wat al te weelderig zijn omge
sprongen met die steenen. 1932 zal ook
meer opbrengen dan geraamd is. De ont
vangsten zijn laag gehouden, de uitgaven
weelderig opgezet. Met dit beleid kan spr.
zich niet vereenigen. Wij meenen, dat de
uitlating, dat de toestand voor de burgerij
slechter is geworden, aanleiding zal zijn
voor het College om die burgerij niet
meer te belasten dan strikt noodzakelijk is.
Weelderigheid van B. en W.
De hoogere opbrengst van 28000
wordt in een suppl. begrooting aldus ver
werkt, dat ze niet aan de burgerij ten
goede komt. Een ander symptoom van die
weelderigheid is, dat in de begrooting een
belangrijk hooger bedrag voor werkloos
heidsbestrijding enz. is uitgetrokken. Spr.
wil daaraan niet tornen, maar de vraag is
gewettigd, of het wel van de noodige voor
zichtigheid getuigt en zelfs niet overmoed
is, om geen bedrag uit te trekken voor een
rijksbijdrage hiervoor.
Waar is de rijksbijdrage?
In het voorloopig verslag treft het spr.,
dat gezegd wordt, dat de voorwaarden en
de wijze waarop de arbeidsvoorwaarden
waren geregeld door het Rijk, oorzaak
zijn, dat geen rijkssubsidie werd gevraagd.
Spr. vraagt naar het raadsbesluit, dat
daarvoor genomen is. Er is wel in den
Raad1 over gesproken, maar er is geen
besluit genomen. Voor spr. is dit een
uiting van overmatige weelde.
De verlichte Strooweg.
Een andere weelderigheid is de verlich
ting langs den Strooweg. Is ook daarvoor
een raadsbesluit genomen? vraagt spr., of
doen B. en W. dat zoo maar? Doa is toch
wel wat erg buitensporig en zal ook niet
de bedoeling zijn geweest. Waar is hier
voor het raadsbesluit?
Men zegt, de zaak is in de Cie. voor de
Bedrijven besproken. Waar blijft dan toch
de autonomie van den Raad? Zonder
raadsbesluit is een dergelijke uitgave on
gemotiveerd.
Waarvoor is de Finantieele Com
missie er?
De begrooting is lang uitgesteld, om
dat het werk in de Commissiën is opge
houden, maar de Commissie voor de Fi
nanciën heeft nog nooit eenig stuk van
de begrooting onder de oogen gehad. Men
beschouwd zoo'n commissie alleen voor
spek en boonen en dan zou spr. maar
liever willen bedanken.
Late indiening der begrooting.
Bij de vaststelling der opcenten op de
pers. belasting is door spr. al gezegd, dat
deze behandeling los van de begroot ing,
niet bevorderlijk is voor een goeden gang
van zaken en telkens tot consequenties
leidt waarvan de draagwijdte niet is te
overzien.
Spr. zal voorstellen de straatbelasting te
stellen Lp.v. 6% op
De Fondsbelasting
acht spr. ook te hocg; de opcenten kun
nen worden teruggebracht van 56 op 50.
Dat geeft een mindere opbrengst van
15000, die uit de meerdere f 28000 kun
nen worden gehaald.
'n Schamper antwoord!
Indien men eens wijst op dingen waar
op kan woroen bezuinig-, ontvangt men
een schamper antwoord. Spr. heeft in de
secties gewezen op de electrische straat
verlichting, die soms te vroeg wordt ont
stoken. In het antwoord wordt gesproken
over een defect aan de straatverlichting.
Spr. heeft met den heer De Zwart en ook
wel met werklieden van oe gasfabriek ge
sproken en vindt het jammer, dat men er
zich met een Jantje van Leiden afmaakt.
De verlichting in de Prins Hendriklaan
brandt al drie kwartier vóór een fiets de
verlichting moet ontsteken, dat is toch
geld weggooien.
Het presentiegeld.
Eén punt is er in de begrooting waar
B. en W. blijk geven van bezuiniging, n.1.
i de afronding van de presentiegelden. Dan
kan eens een extra „vergacering worden
gehouden, zeggen zij. Spr. kan evenwel
niet meegaan hiermee en meent, dat aldus
het paard achter den wagen wordt ge
spannen.
Spijbelende raadsleden.
Spr. vreest, dat dit tot allerlei mis
bruik en aanleiding kan geven.
Iemand, die niet de vergaderingen bij-
i woont zou dan even goed presentie geld
krijgen!
Laat men dan de regeling zoodanig
maken dat voor elke raaus- of eommissie-
i vergadering 2.50 wordt uitgetrokken.
Spr. is overigens tegenstander van pre
sentiegeld, maar omdat de Raad zich
meermalen heeft uitgesproken ten gunste
daarvan, wil spr. daar niet weer op
terugkomen. Spr. hoopt door overleg
tot een andere regeling te komen, en zal
een voorstel in dezen geest indienen.
Nogmaals de verlichting.
In sommige andere deelen der stad
heerscht Egyptische duisternis. Laat
men daar wat meer verlichting brengen,
vraagt spr.
Electrificatie Balistraat.
Het College heeft groote plannen
met den Kanaalweg enz., Verleden jaar
is in de secties reeas hierover gesproken,
toen was nog geen toestemming van
Woningstichting gekomen. Hoe staat het
er thans mee? vraagt spr.
Bijdrage Crisisfonds.
Spr. vat tenslotte nogmaals het stand
punt van Gemeentebelang samen en
drukt de wenschelijkheid uit dat door de
gemeente een bijdrage worde gegeven
voor het Crisisfonds. Ook hieromtrent
zal spr. een voorstel, in plaats van de
V/t millioen straatklinkers wil spr.
98.000 aankoopen en het verschil aan de
kas van het crisisfonds afdragen. Het is
voor spr. de vraag of zelfs het millioen
straatklinkers zal kunnen worden ver
werkt. Zou het niet beter zijn enkele
straten aan te besteden? In den Rotter-
damschen raad is door wethouder de
Jong betoogd, dat bij aanbesteding de
aanleg van een straat 7000.kost, ter
wijl in eigen beheer dit 14.000.zou
kosten.
Het gemeentelijk beleid is
eenzijdig.
Ten aanzien van het finantieel beleid
is onze meening, dat door deze begroo
ting eene draad loopt, die te eenzijdig
gericht is op een belang van een be
paalde groep. De taak der overheid moet
breeder zijn.
j Spr. is dankbaar dat de finantieele toe-
stand in onze gemeente gunstig is, maar
wij hebben te waken voor de belangen van
iedereen.
Versobering! Loonskorting
rijkspersoneel.
Gevraagd is waarom geen rekening
daarmee is gehouden op de begrooting.
Spr. ach het gewenscht hier uit te spreken
1 dat er versobering zal moeten komen.
Spr. zal geen enkel voorstel tot loons
verlaging doen. Maar nu de levens
standaard omlaag gaat, moeten wij reke
ning er mee houden dat we straks paraat
zijn om mede te werken aan versobering.
's Voorzitters repliek.
De Voorzitter antwoordt hierop.
Bij iedere begrooting kan men over de
gevolgde lijn verschillend oordeelen, en
juist het opmaken der begrooting is het
onderwerp van de besprekingen.
De heer Biersteker beziet wel wat al
te simplistisch de zaak en kijkt alleen
naar 1932.
De betere toestand dateert van de
wet op de finantieele verhouding, en die
bepaalt de rijksuitkeeringen. Voorloopig
voor 5 jaar werd dit bedrag vastgesteld.
Maar nu al wordt er op gekort en als
straks de financiën van het rijk mis
schien in deplorabelen toestand komen,
weten wij in het geheel niet waarop wij
kunnen rekenen. Met de financieele poli
tiek van de gemeente is dus ook uitge
stippeld een vijfjarig plan en daarmee is
weggewerkt een achterstand van de belas
tingen. Ten opzichte van onze bestrating
heerschte eert groote achterstand. Een
daad van goed financieel beleid, waar
over de heer Monhemius destijds den
heer De Zwart een compliment maakte,
was het om de ontvangsten laag en de
uitgaven hoog te ramen. Ik ontken, dat dit
kunstmatig is geschied. Spr. moet dus de
kritiek van den heer Biersteker afwijzen.
Of het nu eens uit is!
Spr hoopt, dat het nu eindelijk uit zal
zijn met de late behandeling van de be
grooting.
Deze heeft in 1980 58848 opgebracht,
wordt voor 1932 begroot op 60.000 weer
een bewijs dat B. en W. te laag ramen.
Geen verdere belastingverlaging.
Wfj hebben besproken hoever de belas
tingverlaging kon worden doorgevoerd en
spr. heeft juist een waarschuwende stem
doen hooren. Er zou nog een kleine ver
laging mogelijk zijn maar die zou men
;dan een volgend jaar weer terug moeten
nemen en dat is altijd beroerd. En de
Straatbelasting, «heer De Zwart was door dit betoog over
tuigd.
Subsidie Crisiscomité.
brood geven, maar of dit verstandig is,
de vraag. Als de begrooting het toelaat is
het buitengewoon prettig dit te kunnen
doen tot verbetering van de stad.
Batig saldo 1930: f li0.000.
De opmerking van den heer Biersteker
is a priori al onjuist, 128.000 batig en
12.000 van een kleiner nadeelig. Die
12.000 waren in de begrooting 1930 ver
werkt. De heer Biersteker geeft een flat-
teuse voorstelling van zaken, wij wisten
dat die 12.000 moesten worden wegge
werkt.
Spr. zet uiteen waaruit het batig saldo
ontstaan is. Men kan niet zeggen dat der
gelijke bedragen noodeloos op de begroo
ting zijn gebracht: op een begrooting van
2.8 millioen is op 33.000 na de belasting
juist getaxeerd!
Spr. wijst dit verwijt dus af, integen
deel, wij hebben vrij aardig geraamd.
Brief inspecteur.
Toen de begrooting is opgemaakt
hebben wij gegevens gevraagd aan
den inspecteur. Dat was in Septem
ber. En wij waren verrast door de
rectificatie, die men niet kon voorzien.
Ook het hieromtrent gemaakte verwijt
wijst spr. dus af.
Straatsteenen. Er is hier een gewel
dige achterstand; Alkmaar, waar geen
achterstand is, heeft 2.2 mill. straatstee
nen op de begrooting staan. Wfj maken
een gunstig figuur.
„Kunnen zij dat aantal verwerken?"
vraagt spr. Spr. zet uiteen, dat men,
indien 1 Jan. was aangevangen, men in
60 dagen door die steenen heen had
kunnen zijn. Het aantal steenen is in
tegendeel slechts gering; aanbesteding
wordt ook vaak gedaan, kan worden over
wogen.
Bijdrage werkverschaffing van Rijk en
Provincie. In de vergadering van 17 Jan.
1930 is de Raad accoord gegaan met het
voorstel-Bogaard om niet met de Heide
maatschappij hi zee te gaan.
De heer Biersteker: Dat betrof
toen een bepaald geval!
De Voorzitter: Thans is rijkssub
sidie gevraagd en het verzoek op grond
daarvan afgewezen.
Verlichting Strooweg is aangenomen
in den Raad van 17 Mei 1931.
Straatbelasting. Ook hierop antwoordt
de Voorzitter. Daaromtrent heerscht
een misverstand. B. en W. wilden belas
tingverlaging eventueel liever toepassen
op de personeele, omdat straatbelasting
weer ten goede komt aan huiseigenaren,
die niet evenredig daarmee hun huizen
verlagen.
Electrische straatverlichting. Dit is
een moeilijk vraagstuk; het zwakke punt
is dat er lantaaras zijn, die niet alleen te
vroeg, maar ook die te laat aangaan hier
en daar. Er is altijd eenig verschil in de
aanwijzing der electrische klokken. Het
is een kwestie van practische uitvoering.
Presentiegelden. De heer Biersteker is
hieromtrent wat somber. Vergeleken met
andere gemeenten wordt normaal 1 X
per maand vergaderd. Spr. voelt niet
veel voor een andere wijze van vergoe
ding. Desnoods verhooge men het jaar
bedrag.
Subsidie crisiscomité kan later in be-
speking komen.
De heer Terra aan het woord.
De heer Terra:
Mijnheer de Voorzitter.
Een verheugend feit is. dat mede door
den financieel ruimeren toestand der ge-
meente-financiën, de belasting, alsmede de
tarieven voor electriciteit, gas en water
zijn verlaagd.
Waar de land- en tuinbouwbedrijven
thans evenwel een noodtoestand doorma
ken, waardoor velen geruïneerd worden,
mag ik hier den wensch uitspreken, dat
uw College alle mogelijke middelen zal
beramen om de land- en tuinbouwbedrij
ven ter hulp te komen.
Enkele middelen wil ik daarvoor gaarne
uw College aan de hand doen:
le. Waar vele arbeiders uit de land- en
tuinbouwbedrijven naar de steden getrok
ken zijn wegens de betere arbeidsvoor
waarden, gaf ik u in overweging een
loontoeslag in het leven te roepen voor
hen, die in genoemde bedrijven tewerk
gesteld worden.
Velen zouden m. i. graag eenige arbei
ders plaatsen willen, doch kunnen de ver-
eischte loonen niet betalen.
Dit mede ter bestrijding der werkloos
heid.
2e. Vorig jaar heb ik uw College gewe
zen op de onrechtvaardigheid, dat Koe
gras in de personeele belasting in een hoo
gere klasse is ingedeeld als Den Helder.
Ofschoon voor een klein gedeelte hierin
tegemoet gekomen is, door Koegras van de
8e in de 7e klasse te rangschikken, is het
toch niet meer als billijk, dat Koegras
evenals Den Helder in de 5e klasse worde
ingedeeld. Bijzonder in dezen tijd dient
alles gedaan om dat deel der bevolking
ten goede te komen. Men heeft daar een
levensst ndaard, ja zoo duur als de stad
zelf; evenwel dient men zich steeds kos
ten te getroosten, om b.v. inkoopen in de
stad te doen.
Dan is voor de kinderrijke gezinnen het
vervoer der kinderen naar de ver afgele
gen scholen ook een kostbare kwestie.
Vele bewoners zijn daarbij nog versto
ken van electra of water; van gas dan nog
maar niet gesproken; doordat de aanleg
t<- duur wordt naar de veelal iets in rt
land liggende woningen.
Dan M. de V., is het m.i. ook niet meer
als billijk, dat de paarden voor gemengd
gebruik vrijgesteld worden van de per
soneele belasting. Kon dit vroeger als
een luxe worden beschouwd nu het auto
verkeer zich zoo ontwikkeld heeft, is het
rijden met paard en rijtuig voor een boer
geen luxe meer en zou dit ook weer een
kleine verlichting voor dezulken zijn.
Waar ik in de sectievergadering aan
gedrongen heb op verlaging der water-
prijs voor veehoudersbedrijven, ben ik met
uw antwoord in het algemeen rapport
niet tevreden, en is de door u bedoelde
prijs nog te hoog in de voor deze bedre
ven zoo slechte tijd.
Ik stel u dan ook voor, om voor de vee
houdersbedrijven en de kaasfabrieken,
in dezen noodtoestand een extra verlaging
toe te passen van 10 cent per m\
i (Wordt vervolgd op pag. 1 van het
De heer Biersteker wil steenen voor tweede blad).