Huisvrouw en omroep. In de huiskamer. Volksgeloof rondom de zuigeling. Het menu van de week. door ANNE HONEKAMP. Een probleem doch ge makkelijk op te lossen Een probleem? Ja en zelfs ge wichtig genoeg om er eens nader over te spreken. Wanneer wij de beteekenis van de radio voor de huisvrouw nagaan, komen wij onmiddellijk voor de vraag te staan: Hoe komt het toch, dat er zoo veel vrouwen zijn, die, nadat zij eerst meenden, dat radio voor hen onontbeer lijk zou zijn, haar plotseling verwaar- loozen, overtuigd, dat«zij nooit meer de oude genegenheid ervoor zullen kun nen voelen? Hoe komt het, dat tegenwoordig deze honderdduizenden andere vrouwen staan, voor wie de radio een verkwik king, een voortdurende bron van vreugde is en altijd zal blijven. Het antwoord luidt zeer eenvoudig: Een genot blijft alleen een werkelijk genot, zoolang men bij machte is er met mate van te genieten. Er zijn vrou wen, die 's morgens reeds bij het ont waken hun toestel aansluiten. En dan hooren zij den geheelen dag zonder op houden radio bij het ontbijt bij het groentenschoonmaken bij het aardappelschillen bij het koken bij het middageten bij het vaten- wasschen bij het naaien, enz., enz. Zij hooren alles door elkaar, zonder keuze te doen, grammofoonplaten, ra dio-lessen, lezingen, nieuwsberichten, koersen, middagconcert, kinderuurtje en zoo gaat het maar verder tot 's avonds laat toe. Dikwijls hoort men als reden hiervan opgeven: „Ik heb het toestel betaalt en wil nu waar voor mijn geld hebben!" Als deze vrouwen maar eens wilden begrijpen, dat zij door deze onzinnige verspilling en voortdurende inspan ning van haar zenuwen om te luisteren juist géén waar voor haar geld kregen! Evengoed als men genoeg kan krijgen van brassen en fuiven, evengoed werkt ook deze, zonder overleg en in het wilde weg plaats vindende overver zadiging van den geest nog sterker op ons in. Wat in den beginne vreugde, genot en opwekking bracht, geestelijke lafe nis beteekende in de eentonige uren van den dag, dit is voor de huis vrouw een der meest noodzakelijke din gen dat wordt nu door onverstan dig omspringen met het Omroeppro gramma tot een hart en hersenen kwel lende obcessie. En dat is jammer, heel jammer! Inplaats dat de geest van nieuwe ideeën wordt vervuld, komen deze vrou wen tenslotte zoover, dat zij niets meer van de radio-uitzendingen kunnen op nemen, zonder dat het een oneindige kwelling van hen wordt. Het is zeker, dat vele van deze vrouwen tenslotte slechts mechanisch luisteren en zoo wordt, hetgeen voor hen een bron van energie en kracht moest zijn, slechts een machine voor woorden en gelui den, die hen niets meer zeggen! Het einde daarvan is: zij stellen de radio daarvoor aansprakelijk en begin nen hun toestel af te zetten. Deze vrouwen berooven zich zoo doende van veel vreugde en beseffen niet, dat zij daarvan zelf de schuld dragen. Hoe eenvoudig is het toch, de oogen- blikken, waarin men naar de radio luis tert, economisch te verdeelen. Een be paalde keuze maken in het overdadige programma dat is de geheele moei lijkheid! En eerst dan wordt de Om roep een cultureele factor, omdat hij dan uren van verjonging kan bren gen, door de ziel en den geest van waardevolle aanwinsten te voorzien en door ons vreugde en aansporing te gsven in ons leven. Het middel, om tot deze keus te komen welke eigenlijk tegelijkertijd ook zelfzucht beteekent.maar is een zieke niet ook zelf zuchtig en wordt hem dit ook niet vergeven is zeer eenvoudig; men neemt in het begin van de week het Omroepprogramma voor zich en streept daarin alles aan, wat men denkt dat interes sant kan zijn. Voor de huisvrouw is zoo b.v. het huishoud-, naai- en kook-uurtje van veel beteekenis. Zij hoort de prijzen van vleesch, groenten en eieren, zoo- dat zij bij haar inkoopen daarmede rekening kan houden, het speciale vrou. wenuurtje geeft haar allerlei nieuwste hooren, waarin zij belang stelt en de andere uurtjes geven haar het ant woord op vele vragen, betreffende de opvoeding van het kind, het samenwer ken van school en ouders en maken tenslotte ook, dat zij zich beter in den gedachtengang van haar kind kan ver plaatsen. Het verband tusschen de psyche van het kind en diens lichame lijke welstand, waardevolle wenken en raadgevingen, grepen uit de ervaring en waarnemingen van vooraanstaande paedagogen worden haar voorgelegd. Met hoeveel genoegen kan de huis vrouw niet luisteren naar een kinder uurtje! Dan leert zij goed, waarmee men de kinderen kan boeien en wat voor hun opvoeding van beteekenis kan zijn. Wil de huisvrouw zich een uurtje van algeheele afleiding verschaffen, waarin alle dagelijksche beslommeringen ver geten worden, dan luistert zij naar het boekenhalfuurtje en de literatuur frag menten, welke zij zoo ingespannen aan hoort, dat zij zich verplaatst in een wereld van fantasiën en droomen. Is er dan niet de muziek, de vroolijke en ook de droefgeestige muziek! Als men zich uit deze keur van genoegens eenige van de meest interessante en doeltreffende uitkiest, dan schept men zich zelf iederen dag opnieuw uren van heerlijke ontspanning en dan ook zal men nooit het genoegen, en het contact met de radio verliezen. Met een gerust hart kan men eens een geheelen dag den luidspreker uitschakelen, dat schenkt rust en maakt de luisteraars ontvankelijker voor de uitzending van twee dagen later. Het is juist het goede van de radio, dat zij zich niet opdringt, dat zij zwijgt wanneer men de stilte noodig heeft voor de genezing van ziel.en geest. Huisvrouw en radio. Een probleem? Ja. Maar o, zoo gemakkelijk op te lossen. Slechts een heel klein beetje begrip voor het met mate genieten van de uitzendingen. Het resultaat zal zijn: Vreugde, verkwikking, ontspanning! spons en zeep zich te reinigen, een bezigheid welke hem schijnbaar veel inspanning kost, want het puntje van zijn tong bereikt bijna z'n neus. Met z'n rug wil het maar niet gaan, als moeder hem helpt heeft hij er geen last mede, maar zoo alleen gaat het niet erg. Hij probeert het dan ook op alle mogelijke manierenen plotse ling klinkt zijn stem zuchtend door de ruimte: „Moe.. Moeder.. Moessie.. Moe, ikke kan niet bij m'n ruggie komen, is het dan goed dat ikke twee maal mijn buikkie wa.... asch PUCK. „Wat kost een verlovingsadverten tie?" „6 cent per millmeter. „O, Hemeltje! En mijn verloofde is meer dan twee meter lang!" („Vart Hem"). HIJ MOEST Z'N RUGGIE WASSCHEN. Zaterdagmiddag Zooals alle Zaterdagmiddagen heeft moeder het steeds druk om maar op tijd voor den Zondag klaar te zijn, zoo dat zij dan ook ijverig in de keuken bezig is. Moeder.... Moe.... Moessie, klinkt een stem uit den tuin, mag ikke nog even met Wimpie mee?" „Nee hoor, nu niet meer, je moet direct in je bad." „Toe nouw, effentjes danja?" „Hoor je me niet, anders wordt het weer veel te laat." Even later komt Janneman binnen, z'n handjes en z'n gelaat zoo smoeze lig van het ravotten. Hij wordt eerst eens flink onder handen genomen en wanneer deze glimmend schoon zijn verdwijnt hij naar boven in de badka mer. Ja, Janneman mag tegenwoordig heelemaal alleen in z'n badje, zoo groot is hij al. Na zich dan ook fluks uitgekleed te hebben, springt hij met een plons in het water. Wanneer hij heelemaal onderdom pelt proest en hijgt hij van benauwd heid. Een klaterende lach klinkt af en toe door de betegelde kamer, want welke Hollandsche jongen is nieMn z'n element wanneer hij in het water ligt te spartelen? Even later is hij dan ook ijverig bezig met een grooten borstel, Van de pasgeboren kindertjes in de wieg hangt de toekomst van een volk af. Het is dan ook verklaarbaar, dat de meest verschillende gebruiken en op vattingen over de eerste levensdagen in omloop zijn en dat wij daarin bij alle schoone symbolen toch steeds weer de ernst ontmoeten en niet de vroolijkheid en zorgeloosheid, die in de andere nemen. Aan de wieg wordt een reke- j volksgebruiken zoo'n groote plaats in- ning met het lot opgesteld, waarvan de voornaamste posten leven en dood heeten. De kinderlijke, maar daarom niet hiinder besliste wensch om de toekomst te leeren kennen, treedt hier wel zeer sterk naar voren. De baker voorspelt nog in vele streken het lot van den nieuwen wereldburger en als zijn kan sen niet te best staan, haalt men het kind tusschen de spaken van een wa genrad door. Het rad is nJ. het oude symbool van de warmte en zegen ver spreidende zon en verdrijft alle booze machten, die misschien boven 't kleine hoofdje zweven. En als de baker te veel goeds voorspelt, wikkelt de moeder haar kind in een donker keukenschort en legt het in een schemerigen hoek om het te bewaren voor hoogmoed. De meer ontwikkelde menschen en de bewoners der groote steden zien op deze gebruiken neer als bijgeloof. Toch hebben vele van die gebruiken een goede reden van bestaan, want door zich daaraan te houden, wordt vanzelf Let voornaamste in acht genomen wat bii de verzorging van den zuigeling van belang is. Wij denken b.v. aan de waar schuwing om een kind van noo geen jaar nooit na middernacht en een onge doopt kind zelfs in het geheel niet al leen te laten, omdat het anders de zeer onaangename gave van het tweede ge zicht kan krijgen. Is dit geen verstan dige manier om een jong moedertje, dat anders misschien haar plichten aan de wieg zou vergeten om een dorps feest tot het einde toe mee te maken, daarvan terug te houden? Zoo is ongetwijfeld voorzichtigheid ook de drijfveer geweest bij het beden ken van een waarschuwing dat men niet over een klein kind heen moet loopen, omdat het dan niet meer groeit. Hoe licht kan immers een volwassene over de spelende en krioelende kinde ren struikelen en een groot ongeluk veroorzaken, waardoor misschien in derdaad de verdere groei van het kind wordt belemmerd. Ook de waarschu wing dat de kinderen niet door vreem de personen mogen worden aangeraakt, heeft een zeer eenvoudigen, hygiëni- schen ondergrond, al kan men dien niet verklaaren aan een eenvoudige vrouw op het platteland, die er eenvou dig haar schouders over zou ophalen met de opmerking, dat zijzelf en haar moeder en haar grootmoeder ook wel groot geworden zijn zonder al dien on zin. Dezelfde reden heeft geleid tot het voorschrift, dat het goed van zuigelin gen en volwassenen niet door elkaar gewasschen mag worden, omdat dan Let kind' nas laat of in het "©heel niet leert spreken en zijn verstand leert ge bruiken. Een paedagogischo overweging gaf aanleiding tot het voorschrift om een kind niet te prijzen, waar het zelf bij is, omdat hst dan juist de tegengestelde eigenschappen zal gaan ontwikkelen. Zoo zien wij, dat volksgeloof nog niet altijd gelijk is te stellen met bijgeloof. Wij, die zoo trotsch zijn op onze ont wikkeling, zouden goed doen, eens een oogenblik bij die overgebleven resten van onde volksgebruiken te blijven stil staan en de korreltje wijsheid eruit te verzamelen, die ons kunnen helpen en onszelf en onze kinderen te bescher men. Zondag: Witte ragoutsoep. Varkensrollade, snijboonen, aardappelen. Biscuits met gember en room. Maandag: Koud vleesch. Knolraap, aardappelen. Rijst met vruchtensap. Dinsdag: Klapstuk. Stamppot, peen, uien en aardappelen. Custardvla met abrikozen. Woensdag: Saucijsjes met gebakken appelen. Savoyekool, aardappelen. Havermout. Donderdag: Gebakken lever. Gestoofde prei. Aardappelen. Bessenpudding. Vrijdag I: Vischgehakt. Worteltjes, aardappelen. Peterseliesaus. Drie in de pan. Vrijdag II: Italiaansche ommelet. Witte boonen met zure eiersaus, aardappelpuree. Zoete appeltjes. Zaterdag: Erwtensoep. Citroenvla. Biscuits met gember en room. Deze toespijs is heel gemakkelijk en vlug te bereiden; we zetten 's morgens vast de 125 gram in stukjes gebroken zachte biscuits (b.v. boudoir) in een kristallen schaal weg met 150 gram natte gember, die in kleine stukjes is gesneden en gieten het vocht van de gember er overheen. Tegen dat wij het dessert zullen gebruiken wordt 2Va dL. slagroom geklopt met 1 flinke eetlepel suiker en een tikje zout (het laatste om de room vlug stijf te heb ben) en op de biscuits en gember ge schept, naar verkiezing gegarneerd met stukjes gember.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 17