HELDERSCHE COURANT
Behandeling van de Ssmeentebegrcotiny 1932.
derde blad
vergadering van
donderdagmiddag.
vergadering van
donderdagavond.
VAN ZATERDAG 30 JANUARI1S32
Bfl den aanvang afwezig de heer Bier
steker, verder de heer Feentra Kuiper.
W et houder Smits aan 't woord.
Wethouder Smits beantwoordt de
verschillende sprekers, allereerst den lieer
F eenstra Kuiper ter zake van diens op
merkingen over het hospitaal. Spr. be
grijpt niet hoe deze heer tot zijn meening
komt, om de norm van f 3000 inkomen
voor gedeeltelijke gi'atis behandeling te
willen verlagen. Spr. gaat het verloop der
geschiedenis na; de heer Feenstra Kuiper
moet spr. niet hebben begrepen. Als dr.
Feenstra Kuiper had nagegaan wat het
gevolg van den genomen maatregel is ge
weest, zou hij hebben gezien, dat hierdoor
menig patiënt gered, is. Velen, die vroeger
tegen ziekenhuisverpleging opzagen, kun
nen nu daarvan zonder schroom gebruik
maken. Men kan zeggen, dat het de ge
meente zooveel kost, maar daarvoor is een
regeling gemaakt. Uitvoerig gaat spr. op
de zaak in; dr. Feenstra Kuiper mag zich
wel tweemaal bedenken alvorens met zoo'n
voorstel te komen. Juist onder de huidige
tijdsomstandigheden acht spr. bezuiniging
in deze richting absoluut ongewenscht.
Spr. kan de verzekering geven, dat
iedere bezuiniging, die in het werkelijk
belang is der patiënten, zal worden onder
zocht en hieraan zal worden meegewerkt.
Het argument van den heer Schoeffe
lenberger, dat het hospitaal zoo ver weg
is, kan volgens spr. niet gelden om daar
voor de kosten voor een nieuw te maken.
De werkverschaffing.
De heer Biersteker en de werkverschaf
fing. Het heeft spr. verbaasd, dat de heer
Biersteker nog een bijdrage van het Rijk
wil vragen. Wat wil de heer B. met die
vraag? Wil hij weer onrust onder de
werkverschaffing en lage loonen? Wij
zouden dan met de eene hand ontnemen
wat wij met de andere geven. Het zou
geen finantieel voordeel zijn. Het is
slechts een fictie om met de regeering
samen te kunnen werken. Zonder verdere
beteekenis.
Spr. releveert het vele werk in de com
missies, Hij zou het betreuren als dat ver
geef sch ware geweest. Verder bespreekt
de heer Biersteker andere wijze van werk
voorziening, waarop spr. nader ingaat.
De heer Van der Veer zou een loon-
norm willen bepalen voor goedkoope co
kes. Ook hierop gaat spr. in; het is niet
wel doenlijk hierin een vaste lijn te trek
ken. De heer Van der Veer vervoege zich
bij den heer Gaakeer, die elk geval zal
onderzoeken.
Werkloozen bij den landbouw plaatsen
is praktisch niet mogelijk. Er is smalend
gesproken over de opmerking van den
heer Speur, maar inderdaad zijn er geval
len aan te wijzen, dat het aldus gebeurt.
Geroep: Dat zijn excessen!
De heer Smits: Volstrekt niet! Spr.
kan meerdere gevallen aanwijzen.
Interrupties, geroep
De heer Smits wijst op een bericht
in de Schager Courant uit Zijne, waar ge
meentelijke steun wordt verleend, maar
spr. informaties wezen er op, dat het hier
grootendeels armenzorg betreft. Men
heeft alles geconcentreerd in één groot
lichaam en dit werk zal dan worden uit
besteed. Spr. heeft niets tegen het feit,
dat het verkapte armenzorg is. Voor de
visschers is het dat ook en als we met
één beginnen, komen er meer bedrijven.
Maar steeds zullen de gelden, die beschik
baar zijn, via het armbestuur moeten wor
den verstrekt.
Den heer Boogaard antwoordt spr. op
diens opmerking betreffende het ontslag
bij de Donkere Duinen. Spr. was daarvan
een tegenstander, maar de fout is thans
hersteld, de personen zijn weer aangesteld.
Antwoord van wethouder De Boer.
De heer De Boer kan ten aanzien van
den heer Biersteker kort zijn. De burge
meester heeft al gezegd, dat de roode draad
in de begrooting er een van hém zelf was.
Het heele oratorisch-schoone betoog van
den heer Biersteker was daarmee over
bodig.
Royaal gerekend zal uit deze begrooting
nog 18.000 moeten komen, waarvoor nog
geen ontvangsten zijn geraamd. De be
grooting moet daarvoor ruimte bieden.
Spr. wijst ook nog op den radio-cursus
der Zeevaartschool, die hier zal moeten
komen, en die het Rijk óók al weer van
zich afschuift.
De heer Biersteker heeft verzuimd aan
te toonc i, dat deze uitgaven overbodig
waren.
Een enkel woord over de wet-Terpstra.
Niemand van ons kan hieromtrent iets
mededeelen, maar de regeering heeft als
datum van invoering 1 Juli genoemd en
wij moeten er in ieder geval voor zorgen,
de gelden gereed te hebben. Ook hierover
sprak de heer Biersteker niet.
Tenslotte wijst spr. er op, dat vermoe
delijk de uitkeering uit het Gemeente
fonds wel aanzienlijk veel minder zal be
dragen en wij misschien nog moeten
terugstorten. Ook hiervoor verzuimde de
heer Biersteker dekking aan te wijzen,
daarmede zijn zwakte verradend.
Spr. citeert een artikel van prof. Van
Poelje betreffende de gemeente Den Hel
der; deze zegt daarin, dat onze gemeente
tnans de vruchten plukt van het beleid
van vroeger. Het is een groote eer voor
een Ceel van den ouden Itaad, waaronder
evenwel met de heer Biersteker behoorde,
helaas!
Spr. komt nu op den heer Bot en dankt
dien voor zijn vriendelijke woorden. De
heer Bot wilde een afzonderlijken dienst
instellen voor den Vischafslag. Spr. kan
zich daar als wethouder op het oogenblik
niet over uitlaten.
Omtrent de garnalenzeef zou de heer
Bot den afval aan de visschers willen la
ten. Maar door de wijze van behandeling
door de gemeente stijgt dit product aan
zienlijk in waarde.
Al deze dingen hoopt spr. onder zijn
wethouderschap tot een goed eind te
brengen.
Wij weten inderdaad niet wat de toe
komst ons zal brengen inzake de veran
deringen tengevolge van de Zuiderzee-
werkzaamheden. Verschillende mogelijk
heden zijn onderzocht, maar zekerheid
heeft men niet, Wij zullen ons in alle
richtingen moeten oriënteeren.
Haventoestanden. Spr. zal zich beijve
ren voor verbetering, maar het gaat ge
makkelijker deze toestanden te bespreken.
Het is overbodig hierover te spreken;
bii voortduring wordt er in het College
over gesproken.
De heer Tiessen en de per-
soneele belasting.
Als raadslid heeft spr. zich beijverd
voor goede classificatie der personeele be
lasting en nog kan men op spr. rekenen.
Maar in eerste instantie heeft spr. reeds
gezegd, op het oogenblik aan geen verla
ging te kunnen denken; wij zouden dan
over een jaar toch wellicht weer moeten
verhoogen en daaraan wil spr. niet mede
werken. Als het ooit noodig is, zette men
de gansche personeele belasting op de
helling. Dat heeft spr. gezegd. Maar bij
de tegenwoordige regeling is de perso
neele belasting vrijwel de kurk, waarop de
gemeentelijke finantiën drijven.
De heer dr. Feenstra Kuiper was zeer
sympathiek inzake zijn pleidooi voor
restauratie van de openbare scholen. In
dezen is de gemeente zeer ten achter, zoo
als spr. met een voorbeeld aantoont. Na
tuurlijk zal een restauratie als door den
heer Feenstr Kuiper bedoeld nogal wat
kosten en spr. hoopt op 's Raads mede
werking. Het spijt spr., dat het enthou
siasme van den heer Feenstra Kuiper in
tweede instantie wat verkoelde, zeker ten
gevolge van de kosten, die spr. noemde.
Spr. beantwoordt nog de heeren Van
der Veer en Terra.
Nog op andere punten gaat spr. in,
door de heeren Van der Veer en Terra ter
sprake gebracht. Betreffende den hooi-
koop zegt spr., dat het College dit denk
beeld gaarne in overweging zal nemen.
De heer T e r r a repliceert nog over
dezen hooi-aankoop en critiseert de geste
van den directeur der Reiniging.
Dupliek van den Voorzitter.
De Voorzitter beantwoordt nog
verschillende sprekers.
Tunnel onder den spoorweg.
Op zichzelf wel aardig, maar onze finan
tiën zijn nog niet dusdanig, dat men der
gelijke werken uitvoert enkel omdat het
„wel aardig" is. De eenige radicale oplos
sing zou zijn het station naar buiten te
brengen. We kunnen nog wel enkele ja
ren wachten met die tunnel.
Munt gasleiding.
Als men die aanlegt is het niet onbillijk
die kosten te verhalen. Over 16 jaar zijn
ze afgeschreven.
(De heer Biersteker komt
in den Raad.
Prijs der steenen.
Spr. geeft toe, dat de prijs verlaagd kan
worden. Maar of inderdaad in Juli ook
die lage prijs zal gelden, weet spr. niot.
Het is in ieder geval wenschelijk het be
drag van 27 op de begrooting te hand
haven.
Afsluiting duinen.
Hierover heeft de heer Terra gesproker-
Er zijn gerechtvaardigde klachten ingeko
men ten opzichte van hinder bij schiet
oefeningen, waarop afsluiting gevolgd is
Verlaging water prijs voor
de boeren.
Wii willen hen gaarne tegemoetkomen,
maar kennen de finantieel e gevolgen er
nog niet van.
Nog andere opmerkingen worden be
antwoord en een becijfering inzake de
straatbelasting door spr. gerectificeerd.
Het voorstel-Biersteker voor verlaging
leidt nog tot iets ongunstiger resultaat
dan aanvankelijk was becijferd.
De algemeene beschouwingen worden
gesloten.
BEGROOTING BEDRIJVEN.
Waterleiding.
De heer Van der Vaart is het niet
eens met de opmerkingen in het verslag
betreffende de afschrijvingskosten, die
nog jaren op het bedrijf drukken.
De heer Bot vraagt of de visscherij
niet kan profiteeren van dezelfde gunstige
voorwaarden als de marine.
De heer Biersteker wijst er op, dat
met de marine een bizonder contract is
afgesloten.
De Voorzitter merkt op, dat de
groote instellingen vermindering hebben
Als het verbruik zoo groot is, valt men
automatisch onder dat lagere tai e
omtrent zal in de volgende \erg R
een voorstel komen.
De heer Biersteker bespreekt de
opmerking omtrent het noodig zyn van
disagio-afschrijvingén enz. Dat Rik
ongewenscht.
De heer Tiessen wijst op het noode-
loos waterverspillen. Het is niet .pust, da
men water laat betalen, dat niet wordt
gebruikt. Spr. zou de berekening liet ei
over den meter zien.
De Voorzitter zegt dat deze rege
ling juist is gemaakt om de kleine water
verbruikers te gerieven en ook uit een
maatregel van volksgezondheid.
De heer Van Loo: De heer Tiessen
had dit uit de besprekingen in de com
missie al kunnen weten. Er was al een
verzoek daaromtrent ingekomen, dat is
onderzocht en toen bleek, dat men veel
duurder uit was over den meter. Het is
een kwestje van volksgezondheid. Uit de
praktijk blijkt.' dat het gemiddeld verbruik
van water niet boven de 18 meter komt.
De heer Ti e s s e n repliceert. Spr. zal
er later op terugkomen.
De heer Boogaard zet uiteen, dat
juist de grootste gezinnen, die dus het
meeste verbruiken, het meeste zouden be
talen. De regeling van thans is de beste,
men zou het maximaal kwantum kunnen
verlagen, maar dat is óók niet wensche
lijk.
Nogmaals repliceert de heer Tiessen:
B. en W. willen nu den prijs voor het
meer verbruik veriagen, dat kornt den
beter-gesitueeiden dan toch ten goede.
Kan dat dan niet voor allen?
De heer E ij 1 d e r s Als de heer Ties
sen met een voorstel komt, keldert het,
omdat het onaannemelijk is. Laat hij het
nog eens in de Oommissie bezien. Als het
zou worden toegepast zooals de heer T.
liet wil, zou het tarief toch met minstens
20 verhoogd moeten worden. Het hui
dige tarief is progressief.
De heer Schoeffelenberger
verdedigt nader het voorstel-Tiessen. Als
men minder verbruikt, komt dat ten goede
aan de Gemeente, die dan minder water
moet betrekken van de provincie.
De heer Biersteker stelt voor, het
voorstel-Tiessen om prae-advies te zen
den naar B. en W. Niemand kan het thans
overzien. Waterleiding is een monopolis
tisch bedrijf en aansluiting is verplich
tend. De winst is voor onze Gemeente
uiterst gering. Spr. gaat nader op de
zaak in.
De Voorzitter: Met het voorstel-
Tiessen wordt heel het provinciaal regle
ment buiten werking gesteld. Het voorstel
is onaannemelijk, en kan niet worden
goedgekeurd. Het tast het beginsel aan.
Begrooting waterleiding aangenomen.
De heer M e ij e r bepleit een districts-
gasvoorziening. Het eiland, Walcheren
b.v. wordt geheel bediend door Vlissin-
gen. Ook in Purmerend heeft men het
zelfde. Kan zooiets hier ook niet tot stand
komen?
De Voorzitter antwoordt, dat hier
omtrent besprekingen hebben plaats ge
had met de burgemeesters van Anna Pau-
lowna, Wieringen en Wieringerwaard.
Dezen zouden in kaart brengen welke
straten en wegen voor het leggen van lei
dingen in aanmerking komen, en de heer
Terra zal dan de exploitatie-rekening op
zetten. Deze laatste is evenwel nog niet
gereed.
De heer Bogaard bespreekt den lagen
gasdruk op sommige plaatsen in de stad.
De heer Biersteker vraagt of maan-
delijksche staten over de calorische waar
de kunnen worden overgelegd.
De Voorzitter: Aan de gasfabriek
wordt te weinig zorg aan dit onderdeel
besteed, waardoor geen constant cijfer kan
worden gegeven.
Men heeft de toewijding der directie
der gasfabriek in de eerste plaats noodig
om in dezen juiste cijfers te kunnen
geven.
De heer Biersteker hoopt, dat er
instructies worden gegeven, opdat we al
thans tegen den middag de goede cijfers
krijgen.
Spr. behandelt dan de extra afschrijving
op de vaste gebouwen; het percentage be
hoeft niet hooger te worden dan in de
verordening is voorgeschreven.
Leidingen in de stad.
Deze zijn op verschillende plaatsen
slecht, speciaal in den Ouden Helder zijn
de leidingen van onvoldoende capaciteit.
De Voorzitter meent, dat het min
der de slechte toestand van de leiding is
dan wel het feit, dat de lasschingen niet
aansluiten. Er zijn leidingen van onge
lijke capaciteit aangesloten, o.a. in het
Ankerpark. Afschrijving op gebouwen.
Dit is spr. niet eens met den heer B. We
hebben allereerst een nieuw gebouw noo
dig.
De heer Biersteker meent, dat er
ook veel verstopte leidingen zijn.
De heer Schoeffelenberger
vindt het afschrijvingspercentage niet
goed geregeld. Tusschen gebouwen en lei-
-mg is er verschil in percentage.
De heer Lylders wijst op ce ver
meerdering voor verlichting (gas en elec-
triciteitSpr. meent, dat op dezen post
kan werden bezuinigd. Ook de post
voor los personeel bespreekt hij; kunnen
enkele mensehen niet een vaste aanstel
ling krijgen? vraagt hij.
De V o o r z i 11 e r Bii het electrici-
teitsbeJrijf is er slechts één. Overigens
:s spr. het met den heer E. eens.
De heer M i n n e s had een ander ant-
v oord verwacht over de verspilling van
arbeidskracht bij het leggen van leidin
gen of maken van reparaties e.d., waai
de verschillende bedrijven onafhankelijk
van elkaar de straten opbreken. Ook is
liet wenschelijk één opzichter te hebben.
De electirsche klokken zijn wel eens on
gelijk, zooöat ook de verlichting ongelijk
geschiedt. Ook spr. bepleit vaste aanstel
ling voor los personeel.
De heer Van Loo bepleit vaste aan
stelling van den plaatselyken hersteller
te Koegras. De man voldoet uitstekend,
men is zeer tevreden over hem.
De lieer Speur: Deze zelfde man
klaagt speciaal over de klokken, die zeer
slecht bevestigd zijn.
De heer Biersteker hoopt, dat aan
die te vroege verlichting wat gedaan
wordt. Het komt herhaaldelijk voor, zoo
als spr. met voorbeelden aantoont. Laten
B. en W. instructie geven, dat de klokken
worden gesteld op het uur van de Motor
en Rijwielwet.
V' ethouder Smit s: De man die daar
mede belast is, heeft een omvangrijke
taak en het is meestal tijdsgebrek.
De heer M e ij e r: Het is altijd zoo!
De heer Smits: Er moet meer tech
nisch personeel zijn. Het zijn fijne instru
menten die veel zorg vereischen.
Hierover wordt nog nader van gedach
ten gewisseld.
De heer Smits zegt dat het veelal de
jeugd is die de lantarens uittrapt.
De heer Biersteker vindt dit ge
luid niet sympathiek. Het gaat niet over
een kwajongensstreek, maar over de
heele Prins Hendriklaan die regelmatig
een half uur te vroeg wordt ontstoken.
Laat men dan een boete stellen op de niet
naleving van de instructie.
De heer Smits heeft alleen maar wil
len aantoonen de fijngevoeligheid der in
strumenten.
De heer Tiessen bespreekt de aan
schaffing van een vrachtauto. Spr. vindt
die zaak niet goed behandeld. Waarom
zijn andere leveranciers uitgeschakeld?
Er zijn verschillende aanbiedingen ge
weest en tenslotte begonnen die te
meenen, dat er een luchtje aan was.
De Voorzitter: dat is onjuist!
De heer Bogaard: Als de heer Ties
sen de Comm. vergaderingen bijgewoond
had zou hij er wel meer van weten!
De heer Tiessen vindt het merk
waardig dat de directeur zeide dat een
ford het goedkoopst was. Spr. is het daar
niet mee eens. Dit heeft een eigenaar-
digen indruk gemaakt in de gemeente.
Spr. vraagt nadere inlichtingen.
De Voorzitter: Elke auto ware
misschien in haar soort goed, de een
heeft dit voordeel, de ander dat. Toen de
Commissie zich uitsprak voor de ford
ging men eenvoudig naar den dealer; de
prijs is publiek bekend, en de agent mag
daarvan niet afwijken. Dat de directeur
toen andere leveranciers afwees, was zeer
logisch.
De heer V a n L o o licht dit nader toe.
De directeur toonde aan, dat een ford
beter was dan een ander merk, en aldus
werd door de Commissie besloten. Ge
tracht is nog wat van den prijs af te
krijgen.
De heer Schoeffelenberger
wil dan gaarne den prijs der oude auto
vernemen.
De heer Van Loo weet dit niet pre
cies, meent 300.
De heer Schoeffelenberger
vindt dit erg laag.
De heer Bogaard wil de zaak even
recht zetten. Het wordt hier voorgesteld
als zou er corruptie tusschen zitten. Deze
auto is gekocht in het laatst van het jaar.
De daeler moet een bepaald aantal om
zetten; hij mag niet beneden den prijs
verkoopen, maar ter bevordering van de
afname mag hij voor de oude auto zoo
geven als hfj wil, om op die manier I/orj linke rf*rhtfi
r.,.h fnf acn voliwHa L-nroor, I I 1 I f\ J V 1/ 1
veel
dan toch tot een reductie te komen.
De heer Van Dam wilde destijds liever
één soort auto's voor de gemeente, van
daar dat die liever een chrevolet had zoo
als de Reiniging heeft.
De heer Tiessen meent, dat de dirce-
teur nog wel een onderzoek had kunnen
instellen naar andere merken.
De Voorzitter vindt dit een ver
keerde voorstelling van zaken. De beslis
sing van de Cie. is gevallen en de direc
teur had die eenvoudig op te volgen.
De heer Tiessen: Niet ik heb dit ter
sprake gebracht
De Voorzitter: Neen, „men" dat is
nog erger. Beter is het met. zulke baker
praatjes niet in den Raad te komen.
De heer Tiessen wilde deze zaak in
het openbaar besproken zien. Desge
vraagd is spr. over het verloop der dis
cussies voldaan.
De heer Terra bespreekt de verlich-1
ting Strooweg enz. en de aanschaffing
van lichtmasten.
De Voorzitter licht dit toe.
De heer Biersteker zegt, dat de
gedachte is gewekt dat met het in de
begrooting genoemde aantal geheel Koe
gras zou worden verlicht, maar niet dat
men den Strooweg deze luxueuse verlich
ting zou geven.
De Voorzitter zegt dat er een staat
bij overgelegd is van de plaatsing van
deze lantaarns.
De heer Biersteker heeft er op
gewezen, dat de Strooweg niet zoo royaal
had behoeven te worden voorzien, terwijl
de weg Julianadorp—Kanaal er geen
heeft.
De Voorzitter: Er moeten er nog
komen, men is nog niet klaar.
De heer Van der Veer wijst er op,
dat verschillende punten niet zijn ver
licht.
De Voorzitter zegt dat men des
tijds met kritiek had moeten komen. Of
men had den staat even na moeten gaan.
Nu heeft het weinig zin meer.
De heer Luykx is niet tevreden over
het antwoord inzake het instituut instal
lateurs en wil later op deze vraag terug
komen. Ook over de wijze van keuring
spreekt hij.
De heer Speur merkt op, dat er thans
maar één lantaarn op den Strooweg
brandt en op het eerste deel is in 't ge
heel geen verlichting.
De Voorzitter: De aflevering is
vertraagd.
De heer Minnes bepleit voltooiing
van enkele electr. aanleggingen in wonin
gen van Woningstichting.
De heer Biersteker bespreekt het
vele omrijden van lantaarnpalen. Is er al
een oplossing voor een andere verlich
ting?
De Voorzitter heeft persoonlijk
aan de gasfabriek geïnformeerd. Er komt
een voorstel in den Raad.
De vergadering wordt verdaagd tot den
avond..
Intallatie D. van der Mast.
Aanwezig alle leden.
Allereerst heeft de installatie en be-
eediging plaats van het nieuw-benoemde
raadslid, den heer D. van der Mast.
Door den secretaris binnengeleid, legt
de heer van der Mast in handen van den
voorzitter de vereischte beloften af en
neemt daarna zitting.
Persoonlijk feit.
De Voorzitter geeft daarna het woord
aan den heer Biersteker, die daarom
heeft gevraagd.
De heer Biersteker heeft het woord
gevraagd voor een persoonlijk feit. Vol
gens de Held. Cort. zou de heer Schoef
felenberger Woensdagmiddag hebben
gezegd, dat ook de heer Biersteker bij de
vermeende corruptie betrokken zou zijn.
Naar aanleiding daarvan vraagt spr. of
de heer Schoeffelenberger dit inderdaad
gezegd heeft dan wel of dit een slip of
the pen was. Anders moest de heer
Schoeffelenberger zijn bewering waar
maken.
De heer Schoeffelenberger
heeft het niet aldus gezegd, het is ver
keerd weergegeven in het verslag.
De heer Biersteker concludeert
28 Januari.
U spreekt toch Chineesch? vroeg de
hoofdredacteur.
Natuurlijk, antwoordde ik; vloeiend.
Wilt u dan even de verbinding op*
nemen? U krijgt daar het eerste telefoon*
gesprek met Sjanghai.
SjaSjanghai
Ik keek op den kalender. Maar het was
nog geen Februari, laat staan April.
Ik zette mij dus in postuur, nam potlood
en papier en wachtte. De éérste verbin
ding met Sjanghai! Wat 'n sensatie, wat
'n primeur!
Na een kwartier tikte ik eens op den
haak en na een half uur deed ik het nog
eens. In China gaat alles gepaard met een
philosophische kalmte.
Er ging een rilling door mij heen toen
de telefoonjuffrouw mij drie uur daarna
mededeelde, dat ik met Sjanghai verbon
den was. Ik hoorde duidelijk de volgende
woorden:
Nisji Shangai wengki Isji tsjiao
woeki.
Hetgeen beteekent:
U spreekt met den directeur van het
post- en telegraafkantoor te Sjanghai die
zich over dit eerste telefoongesprek met
zijn witten broeder verheugt als de leeu
werik op de lente, als het kind op zijn ge*
boortedag, als de bruid op haren bruide-
gom en als de lotos op de aarde."
Maar ik zal u niet verder met het las
tige Chineesch vermoeien.
Mag ik u vragen hoe op het oogen*
blik de toestand bij u is?
Alles is heel rustig, luidde het ant
woord. Onze broeders de Japanners, die
gekomen zijn om ons van de bandieten te
verlossen, hebben loopgraven aangelegd
in de voorsteden van Sjanghai. Waaruit
men met eenige philosophie zou kunnen
afleiden, dat het bandietisme aansteke
lijk werkt
Er moeten wel veel bandieten in
Sjanghai zijn, dat de Japanners er eenige
bataljons en oorlogsschepen heen hebben
gestuurd?
Ontzettend. De restaurants zitten er
vol mee! De leeszalen, de redacties en de
universiteit en in elke klas zitten veertig
kleine bandieten op de schoolbanken. De
Japanners hebben ons pas de oogen ge
opend voor den waren toestand: wie het
ongeluk heeft in China geboren te wor
den, is een bandiet.
En hoe is het verder in Sjanghai?
't Kan vriezen en 't kan dooien.
Merkwaardig, net als bij ons.
Ineens kwam er gekraak op de lijn en
de verbinding werd zoo onduidelijk als
een stadsgesprek.
Is dat mitrailleurvuur? vroeg ik.
Ja, de Volkenbond houdt zich of zijn
neus bloedt, antwoordde de Chineesche
postdirecteur, die blijkbaar mijn vraag
niet begrepen had.
„De drie minuten zijn om," zei de juf
frouw. „Wilt u het gesprek voortzetten?
Het is driehonderd gulden per minuut."
Ik hoorde een bomontploffing, en aan
nemende dat het postkantoor vol beamb
ten-bandieten met den grond gelijk was
gemaakt, legde ik de microfoon op den
haak.
hieruit, dat het verslag onjuist is en spr.
niet bij het schandaal is betrokken.
Hierna is aan de orde de
Benoeming ixtn een wethouder.
De heer Biersteker verzoekt co
mité-vergadering. Spr. wil hieromtrent
eenige vragen stellen, maar niet in open
baren raad.
De Voorzitter: Wordt dit voorstel
gesteund?
De heer Schoeffelenberger:
Het betreft hier een zaak die in 't open
baar behandeld moet worden. Spr. wil
zich in ieder geval het recht voorbehou
den in 't openbaar zijn meening te
zeggen.
De heer E y 1 d e r s: zegt namens de
prot.-christ. fractie het verzoek om co
mité-vergadering te zullen ondersteunen.
Hierna gaat de Raad in comité.
Vragen van den heer Biersteker.
Na heropening der openbare zitting
wordt het woord verleend aan den heer
Biersteker tot het afleggen eener ver
klaring.
De heer Biersteker verklaart na
mens de fractie „Gemeentebelang" niet
aan de wethouders verkiezing te zullen
medewerken. Ter wille van de zaak heb
ben wü in comité een tweetal vragen ge
steld, welke evenwel niet zijn beantwoord.
Deze vragen luiden als volgt:
le. Was aan de fractie der S.D.A.P,
of althans aan een of meer leden der
fractie in September 1.1. bii de verkie
zing van den heer de Zwart tot wethou
der bekend, dat deze onder verdenking
van een kastekort was geschorst als
administrateur van den Bond van Kor
poraals?
2e. Is aan de fractie of althans aan
één of meer leden der fractie bekend,
dat meerdere personen van het kas
tekort op de hoogte waren en dat, vol
gens de uitlatingen van den heer de
Zwart (aldus de Held. Crt.) meer slacht
offers zullen vallen?
En zoo ja, kan dit één of meerdere
leden van den Raad betreffen?
Wij merken hierbij op, dat het weer-
gegevene de samenvatting was van uiterst
heftige en opgewoden discussies, waarbij
de interrupties van allen kant door de
raadszaal vlogen. Het was voor den ver
slaggever onbegonnen werk hieromtrent
juiste weergave te verstrekken. Indien al
de naam van den heer Biersteker door
den heer Schoeffelenberger is genoemd
en dat is zeker geschied dan was dat
geenszins de bedoeling dien heer recht
streeks in de bedoelde zaak te betrekken.
Red. H. Ct.