HELDERSCHE COURANT Behandeling van de Ssmeentebegrcotiny 1932. derde blad vergadering van donderdagmiddag. vergadering van donderdagavond. VAN ZATERDAG 30 JANUARI1S32 Bfl den aanvang afwezig de heer Bier steker, verder de heer Feentra Kuiper. W et houder Smits aan 't woord. Wethouder Smits beantwoordt de verschillende sprekers, allereerst den lieer F eenstra Kuiper ter zake van diens op merkingen over het hospitaal. Spr. be grijpt niet hoe deze heer tot zijn meening komt, om de norm van f 3000 inkomen voor gedeeltelijke gi'atis behandeling te willen verlagen. Spr. gaat het verloop der geschiedenis na; de heer Feenstra Kuiper moet spr. niet hebben begrepen. Als dr. Feenstra Kuiper had nagegaan wat het gevolg van den genomen maatregel is ge weest, zou hij hebben gezien, dat hierdoor menig patiënt gered, is. Velen, die vroeger tegen ziekenhuisverpleging opzagen, kun nen nu daarvan zonder schroom gebruik maken. Men kan zeggen, dat het de ge meente zooveel kost, maar daarvoor is een regeling gemaakt. Uitvoerig gaat spr. op de zaak in; dr. Feenstra Kuiper mag zich wel tweemaal bedenken alvorens met zoo'n voorstel te komen. Juist onder de huidige tijdsomstandigheden acht spr. bezuiniging in deze richting absoluut ongewenscht. Spr. kan de verzekering geven, dat iedere bezuiniging, die in het werkelijk belang is der patiënten, zal worden onder zocht en hieraan zal worden meegewerkt. Het argument van den heer Schoeffe lenberger, dat het hospitaal zoo ver weg is, kan volgens spr. niet gelden om daar voor de kosten voor een nieuw te maken. De werkverschaffing. De heer Biersteker en de werkverschaf fing. Het heeft spr. verbaasd, dat de heer Biersteker nog een bijdrage van het Rijk wil vragen. Wat wil de heer B. met die vraag? Wil hij weer onrust onder de werkverschaffing en lage loonen? Wij zouden dan met de eene hand ontnemen wat wij met de andere geven. Het zou geen finantieel voordeel zijn. Het is slechts een fictie om met de regeering samen te kunnen werken. Zonder verdere beteekenis. Spr. releveert het vele werk in de com missies, Hij zou het betreuren als dat ver geef sch ware geweest. Verder bespreekt de heer Biersteker andere wijze van werk voorziening, waarop spr. nader ingaat. De heer Van der Veer zou een loon- norm willen bepalen voor goedkoope co kes. Ook hierop gaat spr. in; het is niet wel doenlijk hierin een vaste lijn te trek ken. De heer Van der Veer vervoege zich bij den heer Gaakeer, die elk geval zal onderzoeken. Werkloozen bij den landbouw plaatsen is praktisch niet mogelijk. Er is smalend gesproken over de opmerking van den heer Speur, maar inderdaad zijn er geval len aan te wijzen, dat het aldus gebeurt. Geroep: Dat zijn excessen! De heer Smits: Volstrekt niet! Spr. kan meerdere gevallen aanwijzen. Interrupties, geroep De heer Smits wijst op een bericht in de Schager Courant uit Zijne, waar ge meentelijke steun wordt verleend, maar spr. informaties wezen er op, dat het hier grootendeels armenzorg betreft. Men heeft alles geconcentreerd in één groot lichaam en dit werk zal dan worden uit besteed. Spr. heeft niets tegen het feit, dat het verkapte armenzorg is. Voor de visschers is het dat ook en als we met één beginnen, komen er meer bedrijven. Maar steeds zullen de gelden, die beschik baar zijn, via het armbestuur moeten wor den verstrekt. Den heer Boogaard antwoordt spr. op diens opmerking betreffende het ontslag bij de Donkere Duinen. Spr. was daarvan een tegenstander, maar de fout is thans hersteld, de personen zijn weer aangesteld. Antwoord van wethouder De Boer. De heer De Boer kan ten aanzien van den heer Biersteker kort zijn. De burge meester heeft al gezegd, dat de roode draad in de begrooting er een van hém zelf was. Het heele oratorisch-schoone betoog van den heer Biersteker was daarmee over bodig. Royaal gerekend zal uit deze begrooting nog 18.000 moeten komen, waarvoor nog geen ontvangsten zijn geraamd. De be grooting moet daarvoor ruimte bieden. Spr. wijst ook nog op den radio-cursus der Zeevaartschool, die hier zal moeten komen, en die het Rijk óók al weer van zich afschuift. De heer Biersteker heeft verzuimd aan te toonc i, dat deze uitgaven overbodig waren. Een enkel woord over de wet-Terpstra. Niemand van ons kan hieromtrent iets mededeelen, maar de regeering heeft als datum van invoering 1 Juli genoemd en wij moeten er in ieder geval voor zorgen, de gelden gereed te hebben. Ook hierover sprak de heer Biersteker niet. Tenslotte wijst spr. er op, dat vermoe delijk de uitkeering uit het Gemeente fonds wel aanzienlijk veel minder zal be dragen en wij misschien nog moeten terugstorten. Ook hiervoor verzuimde de heer Biersteker dekking aan te wijzen, daarmede zijn zwakte verradend. Spr. citeert een artikel van prof. Van Poelje betreffende de gemeente Den Hel der; deze zegt daarin, dat onze gemeente tnans de vruchten plukt van het beleid van vroeger. Het is een groote eer voor een Ceel van den ouden Itaad, waaronder evenwel met de heer Biersteker behoorde, helaas! Spr. komt nu op den heer Bot en dankt dien voor zijn vriendelijke woorden. De heer Bot wilde een afzonderlijken dienst instellen voor den Vischafslag. Spr. kan zich daar als wethouder op het oogenblik niet over uitlaten. Omtrent de garnalenzeef zou de heer Bot den afval aan de visschers willen la ten. Maar door de wijze van behandeling door de gemeente stijgt dit product aan zienlijk in waarde. Al deze dingen hoopt spr. onder zijn wethouderschap tot een goed eind te brengen. Wij weten inderdaad niet wat de toe komst ons zal brengen inzake de veran deringen tengevolge van de Zuiderzee- werkzaamheden. Verschillende mogelijk heden zijn onderzocht, maar zekerheid heeft men niet, Wij zullen ons in alle richtingen moeten oriënteeren. Haventoestanden. Spr. zal zich beijve ren voor verbetering, maar het gaat ge makkelijker deze toestanden te bespreken. Het is overbodig hierover te spreken; bii voortduring wordt er in het College over gesproken. De heer Tiessen en de per- soneele belasting. Als raadslid heeft spr. zich beijverd voor goede classificatie der personeele be lasting en nog kan men op spr. rekenen. Maar in eerste instantie heeft spr. reeds gezegd, op het oogenblik aan geen verla ging te kunnen denken; wij zouden dan over een jaar toch wellicht weer moeten verhoogen en daaraan wil spr. niet mede werken. Als het ooit noodig is, zette men de gansche personeele belasting op de helling. Dat heeft spr. gezegd. Maar bij de tegenwoordige regeling is de perso neele belasting vrijwel de kurk, waarop de gemeentelijke finantiën drijven. De heer dr. Feenstra Kuiper was zeer sympathiek inzake zijn pleidooi voor restauratie van de openbare scholen. In dezen is de gemeente zeer ten achter, zoo als spr. met een voorbeeld aantoont. Na tuurlijk zal een restauratie als door den heer Feenstr Kuiper bedoeld nogal wat kosten en spr. hoopt op 's Raads mede werking. Het spijt spr., dat het enthou siasme van den heer Feenstra Kuiper in tweede instantie wat verkoelde, zeker ten gevolge van de kosten, die spr. noemde. Spr. beantwoordt nog de heeren Van der Veer en Terra. Nog op andere punten gaat spr. in, door de heeren Van der Veer en Terra ter sprake gebracht. Betreffende den hooi- koop zegt spr., dat het College dit denk beeld gaarne in overweging zal nemen. De heer T e r r a repliceert nog over dezen hooi-aankoop en critiseert de geste van den directeur der Reiniging. Dupliek van den Voorzitter. De Voorzitter beantwoordt nog verschillende sprekers. Tunnel onder den spoorweg. Op zichzelf wel aardig, maar onze finan tiën zijn nog niet dusdanig, dat men der gelijke werken uitvoert enkel omdat het „wel aardig" is. De eenige radicale oplos sing zou zijn het station naar buiten te brengen. We kunnen nog wel enkele ja ren wachten met die tunnel. Munt gasleiding. Als men die aanlegt is het niet onbillijk die kosten te verhalen. Over 16 jaar zijn ze afgeschreven. (De heer Biersteker komt in den Raad. Prijs der steenen. Spr. geeft toe, dat de prijs verlaagd kan worden. Maar of inderdaad in Juli ook die lage prijs zal gelden, weet spr. niot. Het is in ieder geval wenschelijk het be drag van 27 op de begrooting te hand haven. Afsluiting duinen. Hierover heeft de heer Terra gesproker- Er zijn gerechtvaardigde klachten ingeko men ten opzichte van hinder bij schiet oefeningen, waarop afsluiting gevolgd is Verlaging water prijs voor de boeren. Wii willen hen gaarne tegemoetkomen, maar kennen de finantieel e gevolgen er nog niet van. Nog andere opmerkingen worden be antwoord en een becijfering inzake de straatbelasting door spr. gerectificeerd. Het voorstel-Biersteker voor verlaging leidt nog tot iets ongunstiger resultaat dan aanvankelijk was becijferd. De algemeene beschouwingen worden gesloten. BEGROOTING BEDRIJVEN. Waterleiding. De heer Van der Vaart is het niet eens met de opmerkingen in het verslag betreffende de afschrijvingskosten, die nog jaren op het bedrijf drukken. De heer Bot vraagt of de visscherij niet kan profiteeren van dezelfde gunstige voorwaarden als de marine. De heer Biersteker wijst er op, dat met de marine een bizonder contract is afgesloten. De Voorzitter merkt op, dat de groote instellingen vermindering hebben Als het verbruik zoo groot is, valt men automatisch onder dat lagere tai e omtrent zal in de volgende \erg R een voorstel komen. De heer Biersteker bespreekt de opmerking omtrent het noodig zyn van disagio-afschrijvingén enz. Dat Rik ongewenscht. De heer Tiessen wijst op het noode- loos waterverspillen. Het is niet .pust, da men water laat betalen, dat niet wordt gebruikt. Spr. zou de berekening liet ei over den meter zien. De Voorzitter zegt dat deze rege ling juist is gemaakt om de kleine water verbruikers te gerieven en ook uit een maatregel van volksgezondheid. De heer Van Loo: De heer Tiessen had dit uit de besprekingen in de com missie al kunnen weten. Er was al een verzoek daaromtrent ingekomen, dat is onderzocht en toen bleek, dat men veel duurder uit was over den meter. Het is een kwestje van volksgezondheid. Uit de praktijk blijkt.' dat het gemiddeld verbruik van water niet boven de 18 meter komt. De heer Ti e s s e n repliceert. Spr. zal er later op terugkomen. De heer Boogaard zet uiteen, dat juist de grootste gezinnen, die dus het meeste verbruiken, het meeste zouden be talen. De regeling van thans is de beste, men zou het maximaal kwantum kunnen verlagen, maar dat is óók niet wensche lijk. Nogmaals repliceert de heer Tiessen: B. en W. willen nu den prijs voor het meer verbruik veriagen, dat kornt den beter-gesitueeiden dan toch ten goede. Kan dat dan niet voor allen? De heer E ij 1 d e r s Als de heer Ties sen met een voorstel komt, keldert het, omdat het onaannemelijk is. Laat hij het nog eens in de Oommissie bezien. Als het zou worden toegepast zooals de heer T. liet wil, zou het tarief toch met minstens 20 verhoogd moeten worden. Het hui dige tarief is progressief. De heer Schoeffelenberger verdedigt nader het voorstel-Tiessen. Als men minder verbruikt, komt dat ten goede aan de Gemeente, die dan minder water moet betrekken van de provincie. De heer Biersteker stelt voor, het voorstel-Tiessen om prae-advies te zen den naar B. en W. Niemand kan het thans overzien. Waterleiding is een monopolis tisch bedrijf en aansluiting is verplich tend. De winst is voor onze Gemeente uiterst gering. Spr. gaat nader op de zaak in. De Voorzitter: Met het voorstel- Tiessen wordt heel het provinciaal regle ment buiten werking gesteld. Het voorstel is onaannemelijk, en kan niet worden goedgekeurd. Het tast het beginsel aan. Begrooting waterleiding aangenomen. De heer M e ij e r bepleit een districts- gasvoorziening. Het eiland, Walcheren b.v. wordt geheel bediend door Vlissin- gen. Ook in Purmerend heeft men het zelfde. Kan zooiets hier ook niet tot stand komen? De Voorzitter antwoordt, dat hier omtrent besprekingen hebben plaats ge had met de burgemeesters van Anna Pau- lowna, Wieringen en Wieringerwaard. Dezen zouden in kaart brengen welke straten en wegen voor het leggen van lei dingen in aanmerking komen, en de heer Terra zal dan de exploitatie-rekening op zetten. Deze laatste is evenwel nog niet gereed. De heer Bogaard bespreekt den lagen gasdruk op sommige plaatsen in de stad. De heer Biersteker vraagt of maan- delijksche staten over de calorische waar de kunnen worden overgelegd. De Voorzitter: Aan de gasfabriek wordt te weinig zorg aan dit onderdeel besteed, waardoor geen constant cijfer kan worden gegeven. Men heeft de toewijding der directie der gasfabriek in de eerste plaats noodig om in dezen juiste cijfers te kunnen geven. De heer Biersteker hoopt, dat er instructies worden gegeven, opdat we al thans tegen den middag de goede cijfers krijgen. Spr. behandelt dan de extra afschrijving op de vaste gebouwen; het percentage be hoeft niet hooger te worden dan in de verordening is voorgeschreven. Leidingen in de stad. Deze zijn op verschillende plaatsen slecht, speciaal in den Ouden Helder zijn de leidingen van onvoldoende capaciteit. De Voorzitter meent, dat het min der de slechte toestand van de leiding is dan wel het feit, dat de lasschingen niet aansluiten. Er zijn leidingen van onge lijke capaciteit aangesloten, o.a. in het Ankerpark. Afschrijving op gebouwen. Dit is spr. niet eens met den heer B. We hebben allereerst een nieuw gebouw noo dig. De heer Biersteker meent, dat er ook veel verstopte leidingen zijn. De heer Schoeffelenberger vindt het afschrijvingspercentage niet goed geregeld. Tusschen gebouwen en lei- -mg is er verschil in percentage. De heer Lylders wijst op ce ver meerdering voor verlichting (gas en elec- triciteitSpr. meent, dat op dezen post kan werden bezuinigd. Ook de post voor los personeel bespreekt hij; kunnen enkele mensehen niet een vaste aanstel ling krijgen? vraagt hij. De V o o r z i 11 e r Bii het electrici- teitsbeJrijf is er slechts één. Overigens :s spr. het met den heer E. eens. De heer M i n n e s had een ander ant- v oord verwacht over de verspilling van arbeidskracht bij het leggen van leidin gen of maken van reparaties e.d., waai de verschillende bedrijven onafhankelijk van elkaar de straten opbreken. Ook is liet wenschelijk één opzichter te hebben. De electirsche klokken zijn wel eens on gelijk, zooöat ook de verlichting ongelijk geschiedt. Ook spr. bepleit vaste aanstel ling voor los personeel. De heer Van Loo bepleit vaste aan stelling van den plaatselyken hersteller te Koegras. De man voldoet uitstekend, men is zeer tevreden over hem. De lieer Speur: Deze zelfde man klaagt speciaal over de klokken, die zeer slecht bevestigd zijn. De heer Biersteker hoopt, dat aan die te vroege verlichting wat gedaan wordt. Het komt herhaaldelijk voor, zoo als spr. met voorbeelden aantoont. Laten B. en W. instructie geven, dat de klokken worden gesteld op het uur van de Motor en Rijwielwet. V' ethouder Smit s: De man die daar mede belast is, heeft een omvangrijke taak en het is meestal tijdsgebrek. De heer M e ij e r: Het is altijd zoo! De heer Smits: Er moet meer tech nisch personeel zijn. Het zijn fijne instru menten die veel zorg vereischen. Hierover wordt nog nader van gedach ten gewisseld. De heer Smits zegt dat het veelal de jeugd is die de lantarens uittrapt. De heer Biersteker vindt dit ge luid niet sympathiek. Het gaat niet over een kwajongensstreek, maar over de heele Prins Hendriklaan die regelmatig een half uur te vroeg wordt ontstoken. Laat men dan een boete stellen op de niet naleving van de instructie. De heer Smits heeft alleen maar wil len aantoonen de fijngevoeligheid der in strumenten. De heer Tiessen bespreekt de aan schaffing van een vrachtauto. Spr. vindt die zaak niet goed behandeld. Waarom zijn andere leveranciers uitgeschakeld? Er zijn verschillende aanbiedingen ge weest en tenslotte begonnen die te meenen, dat er een luchtje aan was. De Voorzitter: dat is onjuist! De heer Bogaard: Als de heer Ties sen de Comm. vergaderingen bijgewoond had zou hij er wel meer van weten! De heer Tiessen vindt het merk waardig dat de directeur zeide dat een ford het goedkoopst was. Spr. is het daar niet mee eens. Dit heeft een eigenaar- digen indruk gemaakt in de gemeente. Spr. vraagt nadere inlichtingen. De Voorzitter: Elke auto ware misschien in haar soort goed, de een heeft dit voordeel, de ander dat. Toen de Commissie zich uitsprak voor de ford ging men eenvoudig naar den dealer; de prijs is publiek bekend, en de agent mag daarvan niet afwijken. Dat de directeur toen andere leveranciers afwees, was zeer logisch. De heer V a n L o o licht dit nader toe. De directeur toonde aan, dat een ford beter was dan een ander merk, en aldus werd door de Commissie besloten. Ge tracht is nog wat van den prijs af te krijgen. De heer Schoeffelenberger wil dan gaarne den prijs der oude auto vernemen. De heer Van Loo weet dit niet pre cies, meent 300. De heer Schoeffelenberger vindt dit erg laag. De heer Bogaard wil de zaak even recht zetten. Het wordt hier voorgesteld als zou er corruptie tusschen zitten. Deze auto is gekocht in het laatst van het jaar. De daeler moet een bepaald aantal om zetten; hij mag niet beneden den prijs verkoopen, maar ter bevordering van de afname mag hij voor de oude auto zoo geven als hfj wil, om op die manier I/orj linke rf*rhtfi r.,.h fnf acn voliwHa L-nroor, I I 1 I f\ J V 1/ 1 veel dan toch tot een reductie te komen. De heer Van Dam wilde destijds liever één soort auto's voor de gemeente, van daar dat die liever een chrevolet had zoo als de Reiniging heeft. De heer Tiessen meent, dat de dirce- teur nog wel een onderzoek had kunnen instellen naar andere merken. De Voorzitter vindt dit een ver keerde voorstelling van zaken. De beslis sing van de Cie. is gevallen en de direc teur had die eenvoudig op te volgen. De heer Tiessen: Niet ik heb dit ter sprake gebracht De Voorzitter: Neen, „men" dat is nog erger. Beter is het met. zulke baker praatjes niet in den Raad te komen. De heer Tiessen wilde deze zaak in het openbaar besproken zien. Desge vraagd is spr. over het verloop der dis cussies voldaan. De heer Terra bespreekt de verlich-1 ting Strooweg enz. en de aanschaffing van lichtmasten. De Voorzitter licht dit toe. De heer Biersteker zegt, dat de gedachte is gewekt dat met het in de begrooting genoemde aantal geheel Koe gras zou worden verlicht, maar niet dat men den Strooweg deze luxueuse verlich ting zou geven. De Voorzitter zegt dat er een staat bij overgelegd is van de plaatsing van deze lantaarns. De heer Biersteker heeft er op gewezen, dat de Strooweg niet zoo royaal had behoeven te worden voorzien, terwijl de weg Julianadorp—Kanaal er geen heeft. De Voorzitter: Er moeten er nog komen, men is nog niet klaar. De heer Van der Veer wijst er op, dat verschillende punten niet zijn ver licht. De Voorzitter zegt dat men des tijds met kritiek had moeten komen. Of men had den staat even na moeten gaan. Nu heeft het weinig zin meer. De heer Luykx is niet tevreden over het antwoord inzake het instituut instal lateurs en wil later op deze vraag terug komen. Ook over de wijze van keuring spreekt hij. De heer Speur merkt op, dat er thans maar één lantaarn op den Strooweg brandt en op het eerste deel is in 't ge heel geen verlichting. De Voorzitter: De aflevering is vertraagd. De heer Minnes bepleit voltooiing van enkele electr. aanleggingen in wonin gen van Woningstichting. De heer Biersteker bespreekt het vele omrijden van lantaarnpalen. Is er al een oplossing voor een andere verlich ting? De Voorzitter heeft persoonlijk aan de gasfabriek geïnformeerd. Er komt een voorstel in den Raad. De vergadering wordt verdaagd tot den avond.. Intallatie D. van der Mast. Aanwezig alle leden. Allereerst heeft de installatie en be- eediging plaats van het nieuw-benoemde raadslid, den heer D. van der Mast. Door den secretaris binnengeleid, legt de heer van der Mast in handen van den voorzitter de vereischte beloften af en neemt daarna zitting. Persoonlijk feit. De Voorzitter geeft daarna het woord aan den heer Biersteker, die daarom heeft gevraagd. De heer Biersteker heeft het woord gevraagd voor een persoonlijk feit. Vol gens de Held. Cort. zou de heer Schoef felenberger Woensdagmiddag hebben gezegd, dat ook de heer Biersteker bij de vermeende corruptie betrokken zou zijn. Naar aanleiding daarvan vraagt spr. of de heer Schoeffelenberger dit inderdaad gezegd heeft dan wel of dit een slip of the pen was. Anders moest de heer Schoeffelenberger zijn bewering waar maken. De heer Schoeffelenberger heeft het niet aldus gezegd, het is ver keerd weergegeven in het verslag. De heer Biersteker concludeert 28 Januari. U spreekt toch Chineesch? vroeg de hoofdredacteur. Natuurlijk, antwoordde ik; vloeiend. Wilt u dan even de verbinding op* nemen? U krijgt daar het eerste telefoon* gesprek met Sjanghai. SjaSjanghai Ik keek op den kalender. Maar het was nog geen Februari, laat staan April. Ik zette mij dus in postuur, nam potlood en papier en wachtte. De éérste verbin ding met Sjanghai! Wat 'n sensatie, wat 'n primeur! Na een kwartier tikte ik eens op den haak en na een half uur deed ik het nog eens. In China gaat alles gepaard met een philosophische kalmte. Er ging een rilling door mij heen toen de telefoonjuffrouw mij drie uur daarna mededeelde, dat ik met Sjanghai verbon den was. Ik hoorde duidelijk de volgende woorden: Nisji Shangai wengki Isji tsjiao woeki. Hetgeen beteekent: U spreekt met den directeur van het post- en telegraafkantoor te Sjanghai die zich over dit eerste telefoongesprek met zijn witten broeder verheugt als de leeu werik op de lente, als het kind op zijn ge* boortedag, als de bruid op haren bruide- gom en als de lotos op de aarde." Maar ik zal u niet verder met het las tige Chineesch vermoeien. Mag ik u vragen hoe op het oogen* blik de toestand bij u is? Alles is heel rustig, luidde het ant woord. Onze broeders de Japanners, die gekomen zijn om ons van de bandieten te verlossen, hebben loopgraven aangelegd in de voorsteden van Sjanghai. Waaruit men met eenige philosophie zou kunnen afleiden, dat het bandietisme aansteke lijk werkt Er moeten wel veel bandieten in Sjanghai zijn, dat de Japanners er eenige bataljons en oorlogsschepen heen hebben gestuurd? Ontzettend. De restaurants zitten er vol mee! De leeszalen, de redacties en de universiteit en in elke klas zitten veertig kleine bandieten op de schoolbanken. De Japanners hebben ons pas de oogen ge opend voor den waren toestand: wie het ongeluk heeft in China geboren te wor den, is een bandiet. En hoe is het verder in Sjanghai? 't Kan vriezen en 't kan dooien. Merkwaardig, net als bij ons. Ineens kwam er gekraak op de lijn en de verbinding werd zoo onduidelijk als een stadsgesprek. Is dat mitrailleurvuur? vroeg ik. Ja, de Volkenbond houdt zich of zijn neus bloedt, antwoordde de Chineesche postdirecteur, die blijkbaar mijn vraag niet begrepen had. „De drie minuten zijn om," zei de juf frouw. „Wilt u het gesprek voortzetten? Het is driehonderd gulden per minuut." Ik hoorde een bomontploffing, en aan nemende dat het postkantoor vol beamb ten-bandieten met den grond gelijk was gemaakt, legde ik de microfoon op den haak. hieruit, dat het verslag onjuist is en spr. niet bij het schandaal is betrokken. Hierna is aan de orde de Benoeming ixtn een wethouder. De heer Biersteker verzoekt co mité-vergadering. Spr. wil hieromtrent eenige vragen stellen, maar niet in open baren raad. De Voorzitter: Wordt dit voorstel gesteund? De heer Schoeffelenberger: Het betreft hier een zaak die in 't open baar behandeld moet worden. Spr. wil zich in ieder geval het recht voorbehou den in 't openbaar zijn meening te zeggen. De heer E y 1 d e r s: zegt namens de prot.-christ. fractie het verzoek om co mité-vergadering te zullen ondersteunen. Hierna gaat de Raad in comité. Vragen van den heer Biersteker. Na heropening der openbare zitting wordt het woord verleend aan den heer Biersteker tot het afleggen eener ver klaring. De heer Biersteker verklaart na mens de fractie „Gemeentebelang" niet aan de wethouders verkiezing te zullen medewerken. Ter wille van de zaak heb ben wü in comité een tweetal vragen ge steld, welke evenwel niet zijn beantwoord. Deze vragen luiden als volgt: le. Was aan de fractie der S.D.A.P, of althans aan een of meer leden der fractie in September 1.1. bii de verkie zing van den heer de Zwart tot wethou der bekend, dat deze onder verdenking van een kastekort was geschorst als administrateur van den Bond van Kor poraals? 2e. Is aan de fractie of althans aan één of meer leden der fractie bekend, dat meerdere personen van het kas tekort op de hoogte waren en dat, vol gens de uitlatingen van den heer de Zwart (aldus de Held. Crt.) meer slacht offers zullen vallen? En zoo ja, kan dit één of meerdere leden van den Raad betreffen? Wij merken hierbij op, dat het weer- gegevene de samenvatting was van uiterst heftige en opgewoden discussies, waarbij de interrupties van allen kant door de raadszaal vlogen. Het was voor den ver slaggever onbegonnen werk hieromtrent juiste weergave te verstrekken. Indien al de naam van den heer Biersteker door den heer Schoeffelenberger is genoemd en dat is zeker geschied dan was dat geenszins de bedoeling dien heer recht streeks in de bedoelde zaak te betrekken. Red. H. Ct.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 5