HET BINNENHOF!
OP EN OM I
!a WEEK-
la
De Pachtwetten in de Eerste Kamer. -
Critiek sterk overwegend. - Ook waar
deering. - De verdediging van Exc. Ruijs
de Beerenbrouck.
Hoe staat het met onze
bevolking.
schen de directie en vertegenwoordigers van
de verschillende personeelorganisaties, een
aantal leden van de Federatie en den Neutra
len Bond. „Gemeenschappelijk ovefleg", het
instituut, dat hier ter stede na zooveel moeite
tot stand kwam als een open, vrij terrein,
waarop de gemeentelijke werkgever en de ge
meentelijke werknemer elkander kunnen ont
moeten om de arbeidsvoorwaarden en de
dienstregelingen te bespreken, beteekent:
elkaar ontmoeten als mensch tegenover mensch,
zonder dat de één, of de ander, bij voorbaat,
dwang en machtsmiddelen in het geding brengt.
Als de Gemeente, bij den aanvang van der
gelijke, in gemeenschappelijk overleg te voeren
besprekingen, een stok achter de deur hield
door te zeggen: „als jullie niet dit of dat,
dan zou verontwaardiging gerecht
vaardigd zijn. Als een deel der werk
nemers, die óók, in principe, dit gemeen
schappelijk overleg mede hielpen tot stand
brengen, voor de ramen van de vergader
zaal gaat demonstreeren en dreigt: „Als jullie
niet dit of dat.... slaan we de ruiten tat~ is
verontwaardiging evenzeer op haar plaats! En
dat directeur van Putten, toen zulks de eerste
keer geschiedde, de vergadering verdaagde,
en in tweede instantie, toen de demonstra
tie wéér begon, alleen wenschte verder te
beraadslagen indien de vertegenwoordigers
van de betrokken vakvereenigingen verdwenen,
is een volkomen gerechtvaardigde en de eenig-
juiste handelwijze.
Het is jammer dat een deel van onze, anders
zoo populaire en ook verstandige en gemoede
lijke tram-bestuurders en conducteurs, zich
heeft laten verleiden tot een optreden dat,
vooral in een stad als Amsterdam, waar de
gemeentelijke werknemer, men kan haast zeg
gen: méér-dan-correct behandeld wordt, in
geen enkel opzicht door den beugel kan!
Gelukkig is dat deel slechts een klein deel.
Het is te hopen, dat het spoedig door het
andere, het méérendeel der collega's, van
deze dwaling der wegen zal worden terug
gevoerd
KRONIEK
Op het Binnenhof zijn de parlementaire pop
pen weer aan 't dansen gegaan!
J.l. Dinsdagavond was er even Eerste Ka
mer-vergadering, ter goedkeuring van de Wet
op de Middelen, het ontwerp tot wijziging van
de Postwet en van de Pakketpostwet.
De daaropvolgende Woensdag was gewijd
aar. de behandeling van de Pachtwet-ontwer
pen. Er was geen kwestie van dat deze materie
in één dag kon worden afgewikkeld. Eerst j.l.
Donderdagmiddag kwam minister Ruys de
Bc-erenbrouck aan het woord voor zijn ant-
woord-rede, nadat elf Senatoren over de wets-
voordracht hadden gesproken. In hoofdzaak
heeft zich de oppositie doen hooren. Slechts
vier van elf sprekers waren voorstanders,
t. w. de heeren Steger, Van Lanschot (r.-k.),
Westerdijk (v.-d.) en Rugge (s.-d.)
Op 't moment, dat ik dit schrijf, is het nog
heel moeilijk om een voorspelling t. a. van de
vraag, hoe de eindbeslissing zal zijn, te wagen.
Van den steun der soc.- en vrijz.-democra-
ten kan men zich verzekerd houden, doch de
chr.-historische, de anti-revolutionaire en de
Vrijheidsbondsche fracties zullen ^ooostwaar
schijnlijk een - possum" doen hooren, het
ontwerp dus afwijzen.
't Gevolg daarvan is, dat de katholieken, ge
lijk men dat pleegt uit te drukken, „op de wip"
zitten, de macht in handen hebben om de ont
werpen al of niet „door te laten". En nu wil
't geval, dat zich in het katholieke kamp ver
deeldheid van inzicht openbaart. Mr. Van
Lanschot, de leider van de katholieke fractie in
den Senaat, en zijn partijgenoot prof. Steger
zei ik reeds waren min of meer warme
verdedigers van het Regeeringsvoorstel, terwijl
de geestverwanten mr. Van Sasse van Ysselt
en de heeren Blonjans en Michiels van Kesse-
nich daarentegen weinig goeds meenden te
kunnen zien in hetgeen verd voorgesteld. Bij
dit oppositioneele koor sloten zich aan de hee
ren Van Wassenaar van Catwijk (c.-h.), prof.
Diepenhorst (a.-r.), v. d. Hoeven (c.-h.) en
Gelderman (Vrijh.-b.). De bezwaren culmi
neerden wel in 't continuatie-recht, waarin men
een ongeoorloofd en ongewenscht ingrijpen
zag in den particulieren eigendom.
Tot de bestrijders, die overigens nog veel
goeds in de voorgestelde regeling onderkenden,
behoorde vooral prof. Diepenhorst, die in een
lange en goed-gedocumenteerde rede betoogde,
dat hij allerminst tegenstander is van een juiste
wettelijke regeling van het pachtrecht. Men
moet niet vasthouden merkte de hoogleeraar
op aan de voorstelling van den edelen
pachtheer, die lief en leed met zijn pachters
deelt Maar evenmin wenschte hij een scherpe
tegenstelling te zien gemaakt tusschen kapita
list-eigenaar en proletariër-pachter. Een pacht-
regeling, die het eigendomsrecht aantast, moet
worden beschouwd als een, die in haar eigen
vleesch snijdt. Dit is onsociaal en in strijd met
de belangen der kleine eigenaren.
De thais aanhangige ontwerpen ontmoeten
bij den afgevaardigde zeer stellig veel waar
deering. Echter ziet hij een heel groot kwaad:
het contin tie-recht, als zijnde psychr' 't.
principieel en practisch onjuist. Van de geheele
wettelijke regeling noemde de Senator art. 1636
t allerellendigst. De Regeering zal zei de
professor t. a. van het continuatierecht op
haar weg moeten terugkeeren. Deze Inbreuk op
Let eigendomsrecht is niet a .nemelijk gemar.' t.
De eerbied voor het particuliere eigendom
moet uitgangspunt zijn. "'—hts is inbreuk ge
rechtvaardigd in 't belang van het gemeene-
best. Voorts ziet de afgevaardigde in het con
tinuatierecht: inbreuk op het contract-recht. De
minister heeft in deze een sprong in het duister
gemaakt
Prof. Diepenhorst herinnerde er voorts aan,
dat het continuatie-recht op één uitzondering
na in geen enkele wet van welk land ook ge
vonden wordt. Die eene uitzondering is Ier
land, doch aldus de afgevaardigde „over
de ervaringen aldaar opgedaan, zal ik maar
zwijgen om ook de voorstanders van het ont
werp een kans te geven". In naam van ge
zonde pachtverhoudingen moest deze spreker
het continuatie-recht afwijzen. Er zijn andere
middelen!, riep de afgevaardigde uit O. a. een
schadeloosstellingsregeling. Uit de Memorie van
Antwoord blijkt dat de Regeering van de
psyche des eigenaars een verkeerd denkbeeld
heeft.
De heer Diepenhorst kwam tot de volgende
conclusie: Door het continuatie-recht, nog on
aannemelijker door de onzekerheid in de over
gangsbepalingen, was 't hem moeilijk zijn stem
non possumus, als zijnde een onaanvaardbare
aan het ontwerp te geven. Het dwingt tot een
verslechtering. Bij verwerping van de wet is
de schade gering, het voordeel groot, terwijl de
droefheid bij de Regeering ook niet zoo groot
zal zijn. Niets wordt verbeurd als de Regeering
bij verwerping tracht haar eigen voorkeur te
volgen. En tenslotte wees de afgevaardigde er
op, dat de Pachtwet, werd zij aanvaard, toch
voorloopig niet in werking zou treden, waar
dan het wachten zal zijn op een derde ont
werp, voor den overgang. Men heeft dus den
tijd. Nu wil men een sprong in het duister
maken, die voor den landbouw verderfelijk is.
De heer v. d. Hoeven gaf in een tiental
punten een opsomming van zijn bezwaren, die
in hoofdzaak wel overeenstemmen met de be
denkingen der andere tegenstanders.
De katholieke prof. Steger kwam hierna den
minister steun bieden en noemde het ontactisch
indien de Kamer het ontwerp zou verwerpen.
Tenslotte sprak nog de c.-h. heer v. d. Hoe
ven, die niet minder dan een tiental bezwaren
opperde, welke hij o. a. ook aan het continua
tie-recht verknocht meende: le. het zal storend
werden op de goede verhouding tusschen ver
pachter en pachter: 2e. de lust om grond te
koopen of hypotheek te verstrekken zal ver
minderen; 3e. het aantal hypotheekboeren zal
toenemen; 4e. de groote landeigenaren zullen
zich van land ontdoen en voor hen komt in de
plaats een ander slag land-eigenaren, die slechts
op groote winst belust zijn; 5e. het vorige ge
noemde zal het continuatie-recht veroorzaken:
6e. het contin.-recht draagt een nieuw beginsel
in- 7e. de uitwerking van dit beginsel zal tot
groote teleurstellingen leiden: 8e. het wetsont
werp doet bij aanneming de Staatsbemoeiing
sterk toenemen: 9e. de Rechterlijke Macht, die
toch reeds met te veel werk belast is, wordt
voor nieuwe problemen gesteld en 10e. de nieu
we regeling eischt gelden uit Rijks schatikst.
Hiertegenover wil ik de pleitrede-Van Lan
schot plaatsen. Deze afgevaardigde wees erop,
dat het bij deliberatiën gaat om de vraag: be
antwoorden deze ontwerpen aan het gestelde
doel? Zoowel vóór- als tegenstanders meenen
het goed met de pachters. De gestelde vraag
beantwoordde hij in bevestigenden zin. Be
staande excessen zullen uit den weg worden
geruimd.
In het continuatie-recht zag de afgevaardigde
een heilzaam middel voor de landbouwende
volking. Een ijverig en bekwaam pachter moet
geen gevaar loopen de door zijn arbeid in
grooteren b'oei gebracht bedrijf hooger in den
pachtprijs te zien aangeslagen, en dat alles
door zijn werklust. Mr. Van Lanschot vreesde
niet voor een slechter verhouding tusschen
eigenaar en pachter, als gevolg van het conti
nuatie-recht. De afgevaardigde was van mee
ning, dat de bezwaren, aan het contin.-recht
verbonden, zeer overdreven worden. Hij hoopte
er juist een zekere „stille preventieve wer
king van!
Bij verwerping van deze wetsvoordracht
aldus besloot mr. Van Lanschot staat alles
weer op losse schroeven. En dat zou bij de
boerenbevolking wezenlijke ontstemming wek
ken.
Minister Ruys de Beerenbrouck sprak. Zijn
betoog was vrij „tam". Toch zette hij nu en
dan de puntje wel op de i. Z. Exc. verklaarde
uit de „bonte schakeering van lof en blaam te
mogen concludeeren hoe moeilijk de oplossing
van het vraagstuk is. De bewindsman onder**
streepte de onmogelijkheid van den wetgever
om een volledige oplossing te schenken. De
maatregelen kunnen niet meer dan zekere rich
ting aanwijzen en opvoedend werken. De mi
nister laakte hen, die tusschen de ontwerpen
en de huidige crisis niettegenstaande de
tegenspraak der Regeering toch verband
leggen.
Z. Exc. verklaarde dat wettelijk ingrijpen
in het pacht-contract noodig is. Een juist oor
deel over de pachtverhoudingen is uiterst moei
lijk aldus mr. Ruys. Niet het contract, doch
de wijze, waarop het wordt uitgevoerd, geelt
het kenmerk der verhouding aan. Een ver
standige samenwerking tusschen kapitaal en
arbeid is noodig. „Wat de bestrijders weer
leggen", verklaarde de minister „is meer
nieuw naar vorm dan naar inhoud". Waarom
wordt reeds sedert tien cjaar aan het vraagstuk
van den pacht gedokterd? riep de bewindsman
uit. Is dat een bewijs, dat de toestand zoo goed
is? Mr. Ruys de Beerenbrouck zag dus wel
degelijk aanleiding tot ingrijpen door de Re
geering. En hij verdedigde de verschillende be
palingen in de voorgestelde regeling, het re
missie- en het continuatie-recht, om slechts en
kele punten te noemen, op de bekende gronden.
Hij ontkende, dat het laatstgenoemde recht
overeenkomst vertoont met regelingen in een
gewone huurovereenkomst. Het sociaal-eco
nomisch begrip staat hier op den voorgrond.
Van de pachtcommissies zei de minister zeer
veel goeds te verwachten. Zij zullen kunnen
bereiken wat wetgever en rechter nimmer tot
stand kunnen brengen: nauw verband tusschen
de landbouwende bevolking. Zij zullen zóó
worden samengesteld, dat zij het meeste ver
trouwen van beide partijen kunnen winnen.
Minister Ruys de Beerenbrouck eindigde met
het dringende verzoek het wetsontwerp te
willen aanvaarden in het welbegrepen belang
der landbouwende bevolking.
Nog moet Exc. Donner spreken.
Als deze regelen onder de oogen van mijn
lezers geraken is het lot van de wetsvoordracht
reeds bezegeld. Als zij er-door komt zal het
vermoedelijk zijn met een heel geringe meer
derheid. wellicht met de kleinst-denkbare!
PARLEMENTARIËR.
Het zal onzen lezers wel interessee
ren, hoe het momenteel met de ontwik
keling staat. Uit onderstaande sta
tistiek blijkt duidelijk hoeveel analpha-
beten er nog in Europa zijn. Natuurlijk
neemt dit aantal, tengevolge van de
verschillende leerplichtwetten, steeds
af, maar steeds blijft nog, zoolang de
oudere generatie nog leeft, een zeker
percentage analphabeten over, men-
schen, die schrijven noch lezen kun
nen, die hun eigen naam niet kunnen
neerschrijven, niet kunnen zien wat er
op de étalages staat geschreven, geen
kranten kunnen volgen, geen boeken
kunnen doorlezen,..
Duitschland0,02 procent
Denemarken 0,2
Zweden 0,26
Nederland 0,3
Zwitserland 0,5
Groot-Britt. en Ierl. 1,0
Finland 1,2
Frankrijk 3,5
België6,0
Ver. Staten 10,7
Griekenland r. 30
Italië30,7
Oostenrijk 35,6
Hongarije 47,5
Joego-Slavië 49,6
Rusland61,7
Roemenië 64,5
Spanje68,1
Portugal78,6
Opmerkelijk is het hoeveel analpha-
beten Frankrijk en vooral België, dat i
toch zoo dicht bevolkt is, wel tellen.
Nederland neemt werkelijk daartegen
over een eereplaats in. Spanje, het
land, waar thans revolutie op revolutie
hoogtij viert, staat wat betreft het
peil van de ontwikkeling wel zéér
laag. Dat Rusland en de andere Slavi
sche landen zooveel analphabeten tei
len, is wel niet verwonderlijk.
Vrouwtje, ik heb plaatsen geno
men voor de opera!
O, heerlijk! Ik ga me dadelijk
kleeden
Ja, dat kon je wel vast doen. Het
is voor morgenavond
Nou da's fijn, dat de redaksie van de
Helderse krant mij gevraagt heb ieder
week een stukkie in de krant te willen
zetten. Ik heb de meester gevraag of
ie me helpen wil, maar die segt as dat
ik, wanneer ik in de krant wil schrij
ven, ik het dan maar alleen moet doen.
Jaap (da's de vrijer van m'n zuster) wil
mij wel helpen, maar da's een veels te
groote suffert. Toen ik dat tegen mijn
zuster vertelde, werd ze zoo kwaad, dat
ze begon te huilen en naar m'n moeder
liep. Die meiden loopen ook altijd direct
naar moessie en grienen direct. Als
Jaap bij d'r is loopt ze ook te grienen,
ik heb 't zelf gezien toen zij laats in de
tuin zaten, nou en toen begon ik te
lachen toen ik hem met z'n schelvisch-
oogen naar m'n zuster zag kijken en
toen het ie me een wats gegeven dat ik
niet wist waar ik bleef, maar even later
kreeg ik een kwartje van 'm als ik
wegginn. Toen ben ik naar Heintje ge-
loopen (da's m'n vriend), maar die was
ook al vervelend, zij zijn allemaal ver
velend tegenwoordig, net als die sjinee-
zen, zooals mijn vader laats tegen Jaap
vertelde en toen ik vroeg waarom, toen
zeit ie tegen me dat zoo'n aap zich niet
overal mee mos bemoeien.
In de raad hadden ze het ook al over
sjineezen en we hebben ook een nieuwe
vethouder. De andere vethouder wou
niet meer, die is weg geloopen en nou
hebben we een nieuwe. Gisteren heb
ik wat moois gezien, sjong dat was fijn,
daar was maar zoo iemand verf op de
ramen aan 't spuiten, dat had ik nog
nooit gezien en toen ik dat bij mij thuis
ook eens wou probeeren met een oude
waterspuit, toen heb ik een pak ram
mel gehad en moest ik zonder eten naar
fcèd, maar toen ze allemaal sliepen ben
ik er lekker uit gegaan en heb een
boterham gepakt.
Over een paar dagen is er ook weer
een kom snert uit een open raam in
kassieno zegt Jaap en er komen alle
maal juffrouwen en mijnheeren zingen.
Nou as dat zoo mooi is dat gegil van
die vrouwlui dan hoor ik dat ad genoeg
door de radio, ik heb laats kiespijn van
al dat gegil gekregen maar Heintje
zegt dat die verliefde meissies dat alle
maal erg mooi vinden. Nou dan gaan ik
liever achter de taptoe aan, ik ben
laatst eens 's avonds weg geloopen om
mee te gaan en toen ik thuis kwam
kreeg ik alweer op m'n kop maar het
was toch lollig en toen ik er naast wou
gaan loopen kwam er een smeris en
die joeg mij trug, maar zelf loopen zc
er wel met hun neus boven op. En Pa
vertelde dat de burgemeester dat niet
hebben wil maar dat zal wel weer een
van die vethouders zijn, want Jaap zegt
dat ze de heele week aan 't heibelcn
zijn geweest in den raad, das politiek
zegt Jaap, nou, as datte politiek is dan
moeten ze mijn ook maar vethouder
maken, want ik kan ook goed heibelen
en ze hebben van de week ergens inge
broken. Dat doen ze nog al veel zegt
m'n vader en nu komt er èen ander slot
op onze deur, maar wat ze bii ons ken
nen gappen dat weet ik niet of het zou
de radio moeten zijn, nou die magge ze
van mij wel meenemen en de meneer
van de gemeente heit ook gejubbileerd,
zeker om dat die o de klonje wagens
zoo mooi door de stad rijden en in de
raad hebben ze het ook al over beer,
maar wat dat is weet ik niet dat zal wel
een drukfout van de krant zijn en bier
moeten zijn. Maar as ze daar zoo'n
drukte over maken dan zullen ze wel
dors hebben.
Ik ben van de week ook in kassieno
se wees en daar was een meneer die
kon googelen en met z'n buik praatte
en hij het allemaal guldens uit een
jongen z'n neus gehaald en dat heb ik
's avonds thuis ook eens geprobeerd en
toen ik heel hard aan m'n neus trok
toen kwam er bii mij ook wat uit, maar
geen guldens.
Nou ik moet direct naar bed en as
ik dan niet klaar ben dan moppert m'n
zuster weer, die meiden hebben ook
altijd wat te zeggen en tegen Jaap is
ze altijd zoo lief, dan moes ze tegen
hem ook maar eens zeggen wat ze alle
maal tegen miin zee. maar dat doet ze
niet en Heintje zegt datte dat ook
politiek is. Nou ik schei er mee uit, tot
de volgende week dan, dan heb ik een
heele hoop te vertellen
Wimpie.