Kannewasser's IK DOLENDE JUWEELEN. BALANS-UITVERKOOP is NOG goedkooper FOSTER'SMAACPILIEH P^hUWSBLAD VOOR DEM HELDER, KOEGRAS, TtXEL, WEERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buiteniarvdsch overzicht Stoomerij S. KROM BINNENLAND. DAG 9 FEBRUARI 1932 60ste JAARGANG Van de ontwapeningsconferentie. - Slechte ontvangst van de Fransche nota. - De aanbieding van de petities. - Hen putsch in het Memelgebied. - Het dreigend ge vaar bij Sjanghai. breit alles best. Laatste week 20°/o KORTING De geest bij de marine. FEUILLETON De Zuiderzeewerken. 7i Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en We.st-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v h C. DE BOER Ja. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIÊN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t;m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewysno. 4ct. Van de ontwapeningsconferentie valt te vermelden de ontvangst van de Fran sche nota, waarvan wij den hoofdinhoud nog hebben vermeld in ons nummer van Zaterdag (pag. 1 van het vierde blad). Dat die ontvangst niet gunstig zou zijn was te voorzien en hij de delegaties der groote mogendheden is haar dan ook een slechte ontvangst ten deel gevallen. Grandi, de Italiaansche minister van buitenlandsche zaken, was Zaterdagavond bij de Duit- schers om hen tot kalmte te overreden, daar, zooals hij verklaarde, het verkeerd zou zijn de Fransche voorstellen al te ern stig op te vatten. In de Engelsohe dele gatie heerscht een even groote ontstem ming, en zoo is het ook met vele andere delegaties gesteld. Wolff meldt, dat de juiste tekst van het Fransche voorstel nog niet te Berlijn ont vangen is, zoodat officieele kringen er zich nog niet over geuit hebben. Wel weet men, dat Brüning in zijn eerste rede te Genève het Fransche voorstel zal aanroe ren, doch slechts in algemeens trekken. De openbare meening blijkt echter het best uit de bijna eenstemmige veroordee ling van het voorstel door de geheele Duitsche pers van nationaal-socialisten tot soc.-democraat met uitzondering van een paar plaatselijke communistische blaadjes. Daarmee is echter niet gezegd dat Duitschland een tegenvoorstel zal doen, want Duitschland bevindt zich op de conferentie min of meer in de positie van den crediteur die kan afwachten wat de debiteuren hebben aan te bieden. Duitschland heeft zulk een enormen voor sprong op het gebied der ontwapening, dat het zelf geen voorstellen heeft te doen. De zitting van de ontwapeningsconfe rentie van Zaterdag was geheel gewijd aan het in ontvangst nemen van de zeer vele petities, telegrammen, enz. van vrou wen-organisaties, studenten, kerken, ar beiders en volkenbondsvereenigingen, die een buitengewone bijeenkomst noodig hebben gemaakt. Het geheel beteekent een beroep van de wereld op de confe rentie. Bij de aanbieding van de Nederlandsche petitie heeft Titulescu onmiddellijk het woordi gevraagd enverklaard, dat hij als voorzitter van de 12e Volkenbondsverga dering en in haar naam in tegenwoordig heid van minister Beelaerts van Blokland in September ontvangen heeft een petitie met 2Mmillioen onderteekeningen van Ne derlandsche burgers, welke petitie een krachtige getuigenis is van de openbare meening van het Nederlandsche volk ten gunste van de ontwapening. Een dergelijk getuigenis, groot door den zegenrijken strijd dien het heeft gevoerd eri nog lede ren dag voert om grondgebied te verove ren, niet van naburen maar op de meedoo- genlooze natuur, van een volk dat voor beeldig is door de ontwikkeling van zyn democratische instellingen, door zijn voortreffelijk onderwijs en volksopvoe ding, door ziin enorm en wijs koloniaal werk, door zijn onafhankelijke bemoeiin gen voor de organisatie van den vrede, JAAP SNOR Vraagt onze SCHOOLKOUSEN met dubbel gebreide knieën. ZUIDSTRAAT 19. Let op den gelen winkel. van een volk eindelijk dat men slechts be wonderen kan om zijn industrieele bedrij vigheid, om de zorg die het aan de open bare zaak besteedt, een dergelijk getui genis is een krachtige aanmoediging voor de conferentie bij de moeilijke taak die haar wacht. De drie waar het op aan komt. Brüning. MacDonald. Laval. Het feit dat dit manifest van het Neder landsche volk te danken is aan het initia tief van de Nederlandsche Dagbladpers, bewijst op schitterende wijze welk een weldoende rol de pers kan spelen en welk een krachtige hulp zii aan het ontwape- ningswerk kan geven. De taak van de ont wapeningsconferentie is buitengewoon moeilijk en delicaat. Om te kunnen slagen moeten de staatslieden zich omringd ge voelen van het vertrouwen en de sympa thie der volkeren. Als bewaarder van de uiting van geloof en vertrouwen van het Nederlandsche volk verklaarde Titulescu, dat het ontwapeningswerk reeds hy voor baat is goedgekeurd door een volksstem ming van een der edelste landen van Europa. De Volkenbond zal steeds het Nederlandsche volk dankbaar blijven voor het teeken van toewijding, dat het Neder landsche volk door deze petitie gegeven heeft en dat Titulescu in deze woorden meende te kunnen omschrijven: legt uw wapenen neer, gij kunt elders dan op de slagvelden het middel vinden om uw hel denmoed en toewijding voor de groote za ken van de menschheid te bewijzen. De redevoering van Titulesco werd luide toegejuicht. Ontwapeningsconferentie. De Japansche bom: een klein incident. I)e dreigende toestand bij Sjanghai. In de buurt van Sjanghai gaat de strijd tus- schen Japanners en Chineezen voort, als of er nooit van eenige interventie der groote mogendheden sprake was geweest schrijft de „Nw. Rott. Crt." in een overzicht over den toestand in het Verre Oosten. Het schijnt, dat het fort Woosoeng aan de Yangtse baai bij de invaart naar Sjang hai gelegen, eindelijk door de Japanners is genomen, nadat reeds herhaaldeliik de verovering daarvan was gemeld. Deze ge beurtenis kan onmogelijk prettig zijn voor de mogendheden, die oorlogsschepen voor Sjanghai; hebben liggen, want die schepen zitten in een flesch, waarvan de Japanners de hals beheerschen. De weerstand der Chineezen en hun eigen mislukte aanval len schijnen de Japanners nog slechts tot grooter volharding te prikkelen. Bij gere gelde gevechten tusschen sterke troepen- afdeelingen kan het immers niet meer gaan om de veiligheid van Japanners in die buurt. De positie der Japanners, die nu nog zouden verblijf houden in de stadswijken waaromheen de strijd woedt, kan er slechte te beklagenswaardiger om worden. Steeds meer rijst de vraag wat de Ja panners daar eigenlijk nog zoeken, en waarom zy niet met vreugde de neutrale zone aanvaardden, die geen enkel gevaar meer kan zijn voor de veiligheid van de Japansche onderdanen. Even duidelijk als van den beginne af het doel van hun actie in Mantsjoerije was, even raadselachtig is het doel van deze operaties geworden. Mellons opvolger. De nieuwe Amerikaansche minister van financiën Mills. De actie gaat Japan steeds meer geld kosten, geld, dat Japan niet bezit. De han del zal er voortdurend meer door worden belemmerd en Japan met zijn labielen so cialen toestand gaat zich steeds dieper in het wespennest steken. Intusschen blijven Engeland en Amerika nota na nota te Tokio indienen. Van hetgeen Japan er op antwoordt, hoort men slechte een gedeelte en zelfs dat is niet prettig voor die mo gendheden. Nu heeft Japan te Washing ton medegedeeld, dat het nog 10.000 man naar Sjanghai stuurt. Dit klinkt als hoon voor Amerika. Niet minder onprettig is voor Amerika en Engeland, dat in de bui tenlandsche vestiging, die onder Engel- sche leiding staat, de Japansche troepen voortgaan zich te gedragen alsof zii er de baas ziin en de politie eenvoudig terzijde schuiven. De andere landen verzamelen er steeds meer troepen. Japan schijnt echter niet van plan zich om de aanwijzingen van deze troepen te bekommeren. Alkmaar, Telef. 1523 (3 lijnen) op alle stoomgoederen Winkel: Keizerstraat 31, Telef. 473. In het Oosten niets nieuws. Uitspraken van het Secretariaat der Marinebonden te Soerabaia en van den commandant der marine te Soerabaia. De tac tiek der Marinebonden onveran derd gebleven. De opzienbarende vloot-dagorder, waar in het personeel tegen staking gewaar schuwd werd, heeft aan de „Indische Cou rant" aanleiding gegeven ('t is telegra fisch al met een enkel woord gemeld) om haar licht 'op te steken bij het secretariaat der marinebonden te Soerabaia. In duide lijke bewoordingen heeft toen de secre taris, de heer Van Klaveren, doen uit komen, dat het personeel in verzet komt wanneer een belangrijk deel van het loon wordt gekort en dat de actie tegen de voorgenomen vermindering alleszins be grijpelijk en verklaarbaar moet worden geacht. Verder verklaarde hij: „Anders wordt de kwestie, wanneer wy die bezien in het licht van het karakter, dat derge lijke acties kunnen dragen. Welnu, tach tig procent van het marinepersoneel is in de marinebonden georganiseerd. Mijn overtuiging is, dat dit personeel er niet over denkt, eenige onwettige actie te voe ren. Het zal niet handelen onkrijgstuch- teljjk, doch blijven binnen de aan den militair voorgeschreven krijgstuchtelijke bepalingen". Op de vraag, of het plegen van excessen uitgesloten werd geacht, kon een volmondig „ja" worden geant woord. De redactie der „Indische Courant" wenschte nu ook nog het oordeel te weten van den commandant der marine en ook van deze autoriteit mocht hij ver nemen, dat „de geest uitstekend werd ge acht". De kolonel zei nog o.m.: „Natuur lijk moet, hetgeen op de Britsche vloot is geschied, op onze menschen een diepen indruk hebben gemaakt, dat is verklaar baar. Maar bij ons is de toestand toch wel anders. Het gezond verstand van het per soneel heeft het den juisten weg ge wezen". Het „Algemeen Marineweekblad" maakt van een en ander melding en teekent er nog bij aan: „Wij hebben reeds eenige weken ge leden op deze zelfde plaats als onze mee ning te kennen gegeven, dat het marine personeel ook naar onze verwachting stel lig geen ondoordachte dingen zou gaan doen. „Het gezond verstand waarvan hier door den commandant der marine te Soerabaia gewag wordt gemaakt, is de goede organisatiegeest, welke systema tisch door de leiding der bonden is ge kweekt. „Tal van ernstige perioden hebben wij bij de marine persoonlijk beleefd, perioden waarin de pers al heel gemakkelijk het personeel beschuldigde van revolutionnai- re neigingen, of de leiding der bonden in de schoenen geschoven werd, het daar heen te hebben geleid, en na raadpleging van de juiste toedracht diezelfde pers, evenals de autoriteiten, tot de conclusie moest komen, dat juist de besturen dei- bonden als het ware met Friesche kop pigheid vasthielden aan de sedert jaren juist gebleken tactiek. „En wanneer in een der organisaties het tactiekvraagstuk aan de orde wordt gesteld en door een onderdeel dier orga nisatie getracht werd de tactiek te doen wijzigen in welken vorm dan ook, slaagde de leiding er volkomen in de jarenlange beproefde wijze van actie voeren te doen zegevieren. „Het gezond verstand won het van al die extreme elementen. „Gelet op de uitlatingen van den com mandant der marine te Soerabaia, de auto riteit, die weten kan en weten moet, welke geest op de vloot heerscht, lijkt ons de vraag, in den aanhef gesteld, of men hier ter verkrijging van de noodige inlichtin gen niet den verkeerden weg heeft be wandeld, niet geheel ten onrechte gesteld. „Had men op de inlichtingen afgegaan van hen, die het weten konden, het rond schrijven van den Vlootvoogd had in den aanhef, en het slot een ander geluid doen hooren. „Er is in het oosten niets nieuws." Op een andere plaats in het aangehaal de artikel lezen wij nog: „Men sprak", aldus onze berichtgeving, „in burgekrin gen van geheime orders aan de officieren, die, zoodra er iets gebeurde, moesten in grijpen, van een soort Zwarte Zeevloot- opstand en wat al niet meer. Het had wel iets weg van de dagen van 1918". Het „Soer. Hbld." meent, dat men wellicht is afgegaan op inlichtingen van den Politie- ken Inlichtingendienst. „Ook deze" schrijft het blad „kunnen falen, en zij doen dit niet zelden". Wij moeten wel tot de slotsom komen dat de dagorder in elk geval ongemoti veerd is geweest en beter, in dien vorm, in de pen ware gebleven. Ook ons had de dagorder te denken gegeven voor zoo veel den geest onder de marine betrof. Ten onrechte, naar gelukkig blijkt. NATIONAAL CRISIS-COMITE. De Koningin heeft een bedrag ter be schikking gesteld van het Nationaal Cri sis-comité speciaal ten behoeve van de noodlijdende kunstenaars. HET CONFLICT BIJ PIET SMIT. De besprekingen, die te Rotterdam en in Den Haag zijn gevoerd over het con flict bij de N.V. Scheepswerf en Machine fabriek v.h. Piet Smit Jr. hebben geen resultaat gehad. De staking zou dus Za terdagmiddag na afloop van den werktijd ingaan. De strijd zal, aldus de „Voorwaarts", ongeveer 870 man omvatten. De werkgevers hebben bekend gemaakt, dat zij een afwachtende houding zullen aannemen. Zij zullen de poorten van de fabriek openzetten en aan eventueele werkwilligen gelegenheid geven, de werf op en de fabriek in te gaan. door K. R. G. BROWNE. ♦6) „Den overwonnenen de buit," decla meerde Fanshawe-Smith, onder het ver dwijnen naar warmer en donkerder wind- Streken. „Doen jullie maar kruis of munt. Tot morgen." Edward inspecteerde de trofee en «noof minachtend. „Jij maggem hebbe, Alf. ik heb geen zin d'rin om elke keer as ik me neus mot snuiten, kleurenblind te worden." Met dien schimpscheut aan het adres zan de aristocratie-met-haar-mallen- smaak keerde hij zich om en begaf zich, op den .voet gevolgd door Alfred, met gezwinden pas op weg naar de kerk, waar mr. Jager al een kwartier met smart op hen stond te wachten. HOOFDSTUK XIII. Nemesls in uniform. Den morgen na den nacht, waarin George's mislukte personificatie van Mr. Charles Peace had plaats gehad, om on geveer negen uur stond veldwachter Turtle met zijn pijp in zijn hand en zyn geborduurde pantoffels aan zyn voeten en uitdrukking van de grootste ver bazing op zyn gezicht, in zijn voortuin. En juist toen hij zich voor den tienden keer achter zijn ooren krabde en zijn snor tot een kwartcirkel op-blies en zijn ge- mompelden monoloog van voren af be gon, hoorde hij een stem, die zei: „Merrege, Zeke." Veldwachter Turtle draaide zich lang zaam om en keek den spreker, een man met een mager, gegroefd gezicht, gekleed in een Manchester pak met putties naden kend aan. „Merrege, Bob," gaf hij ten ant woord en even daarna: „Kaik is naar me sla?" De meneer met het melancholieke ge zicht, die dank zii de bemoeiingen van een sarcastisch gestemd noodlot gedoemd was om onder den naam Hopjoy door het leven te gaan, keek naar de sla, of liever naar wat er van de sla over was. „Gisteren stingen ze nog zoo mooi, zei veldwachter Turtle. „En kijk nou. Kyk nou!" Het was ontegenzeggelijk de moeite waard om naar de sla te kijken. Ze zag eruit, of een olifant, die toevalligerwys dien nacht door Quantock Royal heenge trokken ivas, door den voortuin van den veldwachter Turtle aan het wandelen ge weest was, de plaats, waar zii groeide als de meest geschikte plaats om een dutje te doen uitgezocht had en daarna vóór en aleer hii verder trok, nog aan het rol len gegaan was. Van het heele bed, de trots van Quantock Royal, waren nog hoogstens twee of drie kropjes over. „Wie heb dat 'edaan?" informeerde Mr. Hopjoy deelnemend. ,,'k Mag gehangen worre ask dat weet! 'k heb vannacht wel zoo'n leve gehoord, maar ik hew der niet op 'elet, om reden da'k te veel maf had. Zeker weer de hond van Tom Rumbelow 'eweest." Mr. Hopjoy was geneigd om deze be wering te bedisputeeren. „Dat ken geen hond 'edaan hebben," verklaarde hij met overtuiging. «Een compenie soldaten eerder, as je 't mijn vraagt." „Der benne hier geen soldate in de buurt," wierp veldwachter Turtle, die van logica hield, daartegen in. „En al ware ze der dan zouë ze nog niks in me tuin te make hebbe.... Maar wie of dat 't 'edaan heb',, ging hy met een bezorgden blik naar de huisdeur voort, ...we zalle wat te hooren krijgen as de ouwe vrouw 't ziet. Mr. Hopjoy, die „over huis" bij de Turtles kwam, knikte begrijpend. Dan, waarschijnlijk om den storm die elk oogenblik los kon barsten als het moge lijk was te ontwijken, begon hij over het doel van z'n komst. ,,'k Heb werk voor je, Zeke." „Hè," zei veldwachter Turtle, ineens op z'n qui vive. „Benne de jonges weer an 't steene gooie 'eweest?" Mr. Hopjoy schudde het hoofd. „Nee.... stroopers," legde hij in tele gramstijl uit. Veldwachter Turtle ging stram staan, z'n snor wapperde als een winpel in een lichten bries. „Zoo! Sam Jagger weer an de gang 'eweest." „Nee da-wil zegge.... ik 'en; niet 'ezien. Zal je vertelle hoe 't 'egaan is." Mr Hopioy boog zich voorover en ont lastte z'n bezwaard gemoed in het groot eu gretig toeluisterend oor van den ver tegenwoordiger der Wet. Het bleek nu, dat Mr. Hopjoy toen hy even na middernacht in de strook hak hout langs het buiten van Sir John op z'n gemak aan 't patrouilleeren geweest was, aan zekere geheimzinnige geluiden gemerkt had, dat er onraad was. Tot z'n spijt had hij de kans, om er achter te komen wie de boosdoeners waren, ver knoeid door over een boomwortel te struikelen en met een smak languit op de combinatie van mos en dorre takken, die den grond vormden te vallen. Na tuurlijk waren de schuldigen ontsnapt, maar toch niet vóór en aleer de scherp ziende oogen des hëeren Hopjoy hen ont dekt en eenige wetenswaardigheden over hun uiterlijk opgenomen hadden. En daarbij waren ze door hun overhaaste vlucht genoodzaakt geweest, om hun buit achter té laten. „D'r ware der twee. Korte dikke kerel tjes, precies eender. Nooit van me leve eerder 'ezien." (Zooals hieruit blijkt had de heer .Tag ger, ondanks het quantum bier, dat hy geconsumeerd had, zich bij het eerste alarm in veiligheid weten te stellen. Zyn gasten waren minder vlug geweest.) (j „Drie dozijn van me mooiste vogels, ging Mr. Hopjoy één en al verontwaar diging voort. '„'Maar één ding hebbe ze vergete, de ezels!" Uit een van zyn bo- demlooze zakken diepte hij een kleurigen lap op, die hij voor de geinteresseerd- kijkende oogen van veldwachter Turtle heen en weer liet wapperen. „Wat he'j daar?" vroeg deze. „Een zaddoek?" Dat was het inderdaad! Een zakdoek. Een reusachtige rood-zijden lap met een grasgroenen rand. „Ja, een zakdoek", zei Mr. Hopjoy. „Hadden ze de poote van de vogels mee vast 'ebonden, zie-je, 't Mooiste is dat hun letters d'op staan." Hy" liet z'n colega een klein bandje in een van de hoeken zien, een wit bandje met in 't rood de letters: „G. M. A. C."'. Veldwachter Turtle dacht diepzinnig na. „Ken geen mensch hier in de buurt die zoo hiet," kondigde hij na een poosje aan. „Maar 'tis een spoor.'t Is in elk geval een spoor. Bob.... geef op 't ding!" Mr. Hopjoy gaf het ding op en zei: „Misschien' zyn 't kerels van den kant van Yeobury op, 'k heb ze nooit eerder 'zien, d'r zou'k een eed op durreve doen. Misschien dattet de laatste paar keere Sam Jagger niet 'eweest isje ken nooit weten. (Een opinie, die, als de heer Jagger haar had kunnen hooren, hem veel vreug de bereid zou hebben, want juist dat was het doel van zijn uitnoodlglng ge weest. Zoo ziet men alweer, dat ook dorps schavuiten een behoorlijke dosis lierse- I nen kunnen hebben). „In orde. Bob," zei veldwachter Turtle, terwijl hij z'n snor met z'n officieelste air j in een kwart-cirkel blies, „ik zal 'et ter hand neme.... Laattet maar aan mij over!" „Neturelik," gaf Mr. Hopjoy ten ant woord. ,,'t Is jou werk, niewaar? Nou. ik ga der v'ndoor. Merrege, Zeke!" Hij knikte, keerde zich om en stapte in de richting van Croyde Park weg. Met den bewusten zakdoek in z'n hand bleef veldwachter Turtle een poos op dezelfde plek van waar hii de grafrede iop z'n bed slakropjes gehouden had, staan mediteeren. Hier deed zich nu een DE NOOD DER BOEREN. En de melkprijs. Het Tw eede Kamerlid Van Voorst tot Voorst heeft den minister van binnen- landsche zaken en landbouw de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat de toe stand in de weide- en gemengde bedrijven thans zoo hoogst ernstig is geworden, dat het meerendeel der boeren aan den rand van den afgrond staat? Is de minister niet van meening, dat onmiddellijk maatregelen dienen geno men te worden om den prijs van de melk op te voeren tot een minimum van 6 cents in den zomer en 7 cents per liter in de wintermaanden? Kan de minister mededeelen of binnen zeer korten tijd desbetreffende voorstel len hij de Kamer zullen inkomen? De groote dijk en de Wierin- germeer. Verschenen is het driemaandelijksche bericht (Januari-uitgave), betreffende de Zuiderzeewerken. Het is rijk geïllustreerd met foto's betreffende den grooten dijk en de Wieringermeer. Het afsluitingswerk. Over de laatste étappe van het afslui tingswerk lezen wy' o. a.: Op 22 November 1931 was de keileem- dam zoover gevorderd, dat voor het eerst de Zuiderzee aan de oostzijde was afgeslo ten en dus alleen nog ter plaatse van de geul de Vlieter (in het Westen) een gat van 2700 m open was. Toen het werk op 24 December 1931, behoudens het storten van zware stort- steen langs de zuidzijde, tijdelijk weid stopgezet, mocht worden aangenomen, dat ernstige rampen, als bij den toestand van den beteugelingsdam in de Middelgron- den bü zware winterstormen mogelijk werden geacht, niet meer te vreezen zijn, al blyft voorloopig bij storm nog kans op het ontstaan van beschadiging van het ge maakte werk aanwezig. De beide dit jaar ondervonden tegenslagen door den sterk verminderden weerstand van den beteuge lingsdam in de Middelgronden, waarmede gepaard ging het risico van zeer kost bare herstellingswerken, na beschadiging en door de vertraging bü de uitvoering van het dijksvak in de Blinde Geul, zijn door de snelle dichting van de Middel- gronden weder veronziidigd. Deze voorspoedige dichting is bevor derd door het gunstige weer in October en het uitblijven van zware stormen in en alle spijsvertering..- stoornissen verdwijnen onmiddellijk bi) het ge bruik van Poster's Maag- pillen, het aangenaamste en zekerste laxeermiddel. Alom verkrijgbaar A f 0.65 per flacon. gelegenheid voor om zich te onderschei den, mits de zaak goed aangepakt werd! Sir John Croyde ging zich al maanden lang te buiten aan minder vleiende quali- ficaties aan het adres van den man, die in Quantock Royal de Wet vertegenwoor digde, alleen, omdat het den man in quaestie tot dusver niet gelukt was om de hand te leggen op de personen, die voor de telkens terugkeerende raids op de Croyde-terreinen verantwoordelijk waren. Maar hoe kon de Wet dat. als genoemde booswichten hardnekkig vermeden om behoorlijke bewijzen achter te laten! Maar nu was het anders geworden. Voor het eerst was veldwachter Turtle in het be zit van een positief, een onmiskenbaar be wijs. Een bewijs, dat den man, die volgens de publieke opinie de schuldige was, weliswaar vrijsprak, maar dat ondanks dat een bewijs was en bleef. En daar veld wachter Turtle's geloof in zijn eigen capa citeiten slechts geëvenaard werd door Sir John's ongeloof te dien opzichte, leek het hem nu nog slechts een quaestie van enkele uren en het stroopers-probleem was opgelost, de schuldigen zaten achter slot en grendel, het dorp zou hem bevlag gen en bewimpelen en Sir John zou hem nederig z'n excuses komen aanbieden. Uit dezen rooskleurigen droom werd hij gewekt door voetstappen achter hem op het pad. Hij keerde zich om en zag de slanke, keurig gekleede figuur van z'n „commensaal". „Mörge. meneer." gaf veldwachter Turtle ten antwoord. „Ja. 't is fijn weertje .zomersch en toch niet te warm." (Wordl vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1