I DE DOLENDE IUWEELEH. is NOG -UITVERKOOP goedkooper NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht Brandwonden Kloosterhalsem Nr. 7078 EERSTE BLAD DONDERDAG 11 FEBRUARI 1932 60ste JAARGANG De Rijzende Zon tegen het Land van het Midden: Het Japansch-Chineesche ineident. Meer dan zes millioen werkloozen in Duitschland. De mijnramp te Marchienne. ,,Ceen goud zoo goed" Extra bericht voor Texel!!! FEUILLETON URANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, 11.Modeblad resp. 1 0.95, f 1.25,f1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t,m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct. Een Reuterbericht meldt, dat Japan be reid is een wapenstilstand te aanvaarden, waarbij de Japanners zouden terugkesren naar het gebied van Hongkioe, terwijl de Chineezen zouden terugtrekken tot op 82 km van Sjapei. Wat verschrikkelijk aardig van die Ja panners toch! Zoo ziet u, die Japs zijn niet zoo kwaad, alleen maar een beetje kifterig. Intusschen, aangezien de wa penstilstand er nog niet is, gaat de zaak voorloopig op den ouden voet voort, dat begrijpt ieder. En dus beginnen we maar weer als volgt: Dinsdagmiddag hebben de Japanners opnieuw met geschut van verschillend ka liber de Woosoengibrten gebombardeerd. Aan de beschieting werd eveneens deel genomen door Japansche bombardements vliegtuigen. Onder dekking van artillerie vuur werden 400 mariniers en 2000 man aan land gezet ter bestorming van de for ten. Het is den Chineezen evenwel gelukt den aanval ook ditmaal af te slaan. Een Japansoh gevechtsvliegtuig, dat op ge ringe hoogte boven het dorp Woosoeng vloog, kwam in aanraking met het dak van een huis, waarna het in de rivier stortte. Het Chineesche kruitmagazijn, dat ach ter een der forten is gelegen, werd door een Japansche granaat opgeblazen. Te Sjanghai zijn Dinsdag ongeveer 700 man Japansche infanterie aangekomen, die onmiddellijk deelnamen aan de gevech ten, welke tusschen het Hongkioe-district en Sjapei plaats vonden. Drie Chineesche bataljons hebben van het Noordstation uit het vuur heropend ln het Hongkioe-district. Verscheidene granaten zijn ook in de internationale ne derzetting terecht gekomen, waarbij in to taal 3 personen, o. m. een Engelsche dame, werden gewond. Een granaat is in de Fransche concessie terecht gekomen. Maar inmiddels zijn de centen opge raakt, hier de yens en de sens. En dus gaan we leenen: Het Japansche kabinet heeft Dinsdag besloten ter dekking van de kosten van den veldtocht in Mantsjoerije per 1 Maart een leening ten bedrage van 34 millioen yen uit te geven. Wie dus een tientje over heeft, kan het daarin steken. Maar we zijn er nog niet met onzen Japanner; hier is nog een ander bericht: De Japansche ti*oepen te Tientsin be zetten Maandag onverwachts voor een korte poos de Chineesche stad Tientsin. Zij trokken zich na eenigen tijd weer terug nadat er een overeenkomst met de Chi neesche stedelijke autoriteiten was. ge troffen. Omtrent den inhoud der overeen komst is niets bekend, doch naar verluidt hebben de Chineezen er slechts onder pro test in toegestemd. En nog een: Het Japansche departement van marine heeft den commandanten der Japansche strijdkrachten te Sjanghai verzocht, op vriendschappelijken voet te blijven met de buitenlandsche garnizoenen en de grootste omzichtigheid in acht te nemen tegenover de Chineesche burgers en de buitenlan ders, in 't bijzonder vrouwen en kinderen. Dit laatste is nu weer erg aardig van Japan! Maar nu die arme Volkenbond! Zouden we dien maar niet naar huis sturen? Het eerste rapport omtrent den gang van za ken in het Verre Oosten is nu openbaar gemaakt. En wij moeten billiik zijn tegen over Japan, want de Chineezen zijn inder daad van tijd tot tijd ookrare Chinee zen. En laat ons daarom even een korte samenvatting geven van de feiten. De gebeurtenissen, te Sjanghai, aldus de „N. Rott, Courant", herinneren tref fend aan den gang van zaken in Mants joerije. In Juli, dus lang voor het conflict in Mantsjoerije, was het boycot tegen de Ja panners daar al begonnen naar aanleiding van de bekende gebeurtenissen in Korea. Dit boycot werd nog verscherpt na het op treden der Japansche troepen in Mants joerije. Tot zoover is er nog niet veel te zeggen. De Chineezen kunnen koopen van wien zij willen, en hun verontwaardiging, vooral in September, was begrijpelijk. Heel ongepast is echter de wijze waarop de Chineezen een dergelijk boycot door zetten. Dat is zuivere terreur. De kooplie den weten, dat zij hun leven in de waag schaal stellen als zij nog handel drijven in uit Japan afkomstige artikelen. Men weet, dat zelfs in Nederlandsch-Indië wel mis daden zijn voorgekomen om van de Chi neesche kooplieden een strenge handha ving van een boycot af te dwingen. De boycot-organisatie te Sjanghai, die gevormd was door samenwerking van een aantal Chineesche-organisaties, zette pos ten uit, onteigende Japansche goederen, legde boeten op, zette landgenooten, die Japansche waren verkochten of zelfs maar gebruikten, gevangen. Dergelijke onwet tige daden waren legio en op de Chinee sche justitie was er geen verhaal. Dit wekte bij de Japanners, die ontzag lijke schade leden, groote verbittering, die nog verscherpt werd door uitlatingen van Chineesche bladen, niet slechts over Japan, maar zelfs over den persoon van den Mikado. Dan komen nog de incidenten; het mo- lesteeren van vijf Japanners, dat een mon nik het leven heeft gekost. Daarop een wraaktocht van jonge Japanners, die een fabriek in brand staken en later in een botsing een Ghineesch agent van politie van de internationale vestiging doodden. Zoo hoog zijn de dingen geloopen, als de Japanners hun ultimatum aan den burge meester van Chineesch Sjanghai toezen den. Op 28 Januari is men zoo ver, dat de Japansche consul te Sjanghai aan zijn ge zamenlijke ambtgenooten uit andere lan den mededeelt, dat hij een „geheel bevre digend antwoord" gekregen heeft. Wel zegt hij, dat men moet afwachten of de burgemeester in staat is door te zetten hetgeen hij heeft gelast, maar hij geeft tegelijkertijd toe, dat zijn eischen reeds ten uitvoer worden gelegd. Daarna zou er voorloopig niets gebeuren. In de buitenlandsche vestigingen echter heerscht volgens het rapport algemeen het geloof, dat het de Japansche marine- autoriteiten voor Sjanghai niet zal weer houden hun actie toch te ondernemen. Dit gebeurt inderdaad. In het rapport blijkt het ongelijk geheel aan de Japanners. De eisch tot terugtrekking van Chineesche troepen uit Tsjapei was volgens het con sulaire rapport binnen den geëischten tijd volmaakt onuitvoerbaar. Wat de Chineezen verder doen noemt het gerechtvaardigde zelfverdediging. Door de te Genève aanwezige bestuurs leden van de Socialistische Arbeiders- Internationale en het Internationaal Ver bond van Vakvereenigingen is in gemeen schappelijke zitting besloten een protest te publiceeren tegen de gebeurtenissen in China. De S.A.I. en het I.V.V. kunnen niet dulden, dat men de ontwapeningsconfe rentie opent zonder protest tegen den afverval van Japan op China. Men kan zeggen, dat er geen oorlog is. De* feiten bewijzen echter het tegendeel. Dit wenschen de beide Internationalen te zeggen in het gezicht der ontwapenings conferentie. De voorschriften van de com missie voor de verzoekschriften en de petities, hebben het niet mogelijk gemaakt met de noodige kracht te protesteeren tegen de schending der verdragen door- Japan en tegen het stilzwijgen van de conferentie. De jongste gebeurtenissen in verband met den Japanschen overval hebben het gevaar van een wereldbrand doen op rijzen. Zoolang de Japnaners in Mand- sjoerije optreden, hebben de groote mo gendheden niets gedaan om haar plicht te vervullen, hebben zij het niet aangedurfd haar verplichtingen na te komen uit het Volkenbondsverdrag, het Kellogg-verdrag en het Negen-Mogendhedenverdrag. Zij hadden Japan moeten dwingen zijn im- perialistischen aanval op China te staken. Beide Internationalen herinneren er de leden van den Volkenbond aan, dat ingrij pen van den Volkenbond mogelijk is. Blijft dit achterwege, dan is de beschul diging gerechtvaardigd, dat de mogend heden in dezen tragischen toestand alleen haar eigen belangen en alleen haar eigen voorrechten in China verdedigen. Niet deze belangen en voorrechten, doch de onschendbaarheid van het geheele Chineesche gebied en het respect voor internationale verdragen staan op het spel. Of het helpen zal? MACDONALD. MacDonald blijft na zijn oogoperatie goed vooruitgaan. Hij heeft reeds weer eenige collega's ontvangen, onder wie Baldwin en Thomas. Thomas was juist uit Genève terugge keerd. Men verwacht, dat MacDonald nog een week in de kliniek zal blijven, waar hij geopereerd is. Volgens een bericht van het Rijksbu reau voor werkloosheid te Berlijn nam het aantal werkloozen in de tweede helft van de maand Januax-i 1932 veel langzamer toe dan in de eerste helft der maand en in de vorige maanden. Echter overschreed het aantal werkloo zen voor het eei-st de zes millioen. Het aantal werkloozen, dat zich aange meld heeft bij de arbeidsbeurzen bedroeg op 31 Januari 6.041.000. De stijging van 15 Januax-i31 Januari bedroeg 75.000, terwijl zij in de eerste helft van Januari 298.000 bedroeg. Het „Handelsblad" teekent hierbij aan: Ter vergelijking diene, dat in Nederland met 8 millioen inwoners het aantal werk loozen geschat wordt op meer dan 250.000. In Engeland met 44l^ millioen inwoners zijn bijna 2A millioen wei'kloozen. Duitschland telt 63 millioen inwoners, waarvan iets meer dan 30 mill. mannen. Rouwhulde in de Belgische Kamer. In de Belgische Kamer is Dinsdagmid dag door den minister van arbeid en nij verheid. Heyman, hulde gebracht aan de slachtoffers der mijngasontploffing te Marchiènne bij Charleroi. De minister herinnerde aan het bezoek, Maandag, van koning Albert en koningin Elisabeth aan ot tragische miin en het ziekenhuis te 1 Charleroi en verzekerde, dat de noodige maatregelen werden getroffen om de ge zinnen der 16 mijnwerkei-s, die bij deze ramp het leven liéten, bü te staan. Ook aan de moedige reddei-s, die hun leven waagden om hun ongelukkige makkers uit de mijn te halen, bracht de minister een dankbare hulde. Het sociaal-democratische Kamerlid Fa- lony dankte voor deze woorden, maar leg de nadruk op zekere misstanden, die nog steeds in de Waalsche mijnindustrie be staan en, naar het onderzoek ongetwijfeld zal uitwijzen, niet geheel vreemd zijn aan de ramp, die thans zoovele arbeidersge zinnen in een diepen rouw dompelt. Het is noodig de veiligheid der mijnwerkers op afdoende wijze te verzekeren en de controle te verscherpen. Een ramp als ceze, welke men thans te betreuren heeft, zou niet voorgekomen zijn indien het ver boden was te werken in mijngangen die, als te Marchiènne het geval was, vol gas ziin, dat ieder oogenblik kan ontploffen. Tengevolge van het overlijden van een der gewonden is het cijfer der dooden, voorkomende op de tragische balans van de nnjnramp te Marchiènne, tot 17 geste gen. Er liggen nog altijd 3 lijken in de mijn. In het ziekenhuis te Charleroi, waar een 8-tal verwonden wordt verpleegd., hoopt men, dat allen het leven zullen be houden. Dinsdag heeft men tijdens de car- nevalsfeesten te Charleroi een straatcol lecte gehouden ten bate der gezinnen van de verongelukte mijnwerkers. Woensdag ochtend had de plechtige uitvaart van 8 slachtoffers der ramp plaats. De Fransche minister van openbare werken en de Ita- liaansche regeering hebben telegrammen van deelneming gezonden aan den Belgi schen minister van arbeid en nijverheid. Ook zond het verbond van Duitsche vrije mijnwerkers een gelijksoortig telegram aan de Belgische miinwerkersfederatie, terwijl de Italiaansche zaakgelastigde te Brussel, vergezeld van den Italiaanschen consul te Charleroi, een rouwbezoek bracht aan de directie der mijn. TWEE NIEUWE KRUISERS VOOR ITALIË. Het ministerie van marine heeft aan Ansaldo te Genua en Orlando te Livorno elk den bouw opgedragen van een krui ser van 5550 ton, type Attendelo. Deze schepen krijgen de gewone bewapening van het condottiere-type, n.1. 8 kanonnen van 15.6 cm., 10 kanonnen van 10 cm., anti-luchtvaartgeschut, 6 van 4 cm. en 8 machinegeweren. Van het condottiere-type zijn reeds vier schepen in dienst en nog vier in aanbouw, zoodat Italië eerlang over tien van deze moderne lichte kruisers zal beschikken. DE ONRUST IN BR1TSCH-INDIË. Arrestaties te Bombay. Te Bombay zijn Dinsdag weer acht per sonen gearresteerd na het vinden door de politie van een document, waaruit bleek, dat zij de opdracht hadden aanvaard om namens de Congrespartij de onwettige tactiek van posten en geen belasting beta len verder onder de bevolking te propa- geeren. zijn pijnlijk en duren lang omdat de huid vernield is. Akker's Kloos terbalsem er op verdrijft dadelijk de pijn, doet de blaren verdwijnen en een gave nieuwe huid groeien. DE INDISCHE AMBTEN AARSS AI. ARISSEN. Niettegenstaande de financieele moei lijkheden heeft de Indische regeering medegedeeld, dat een verdere korting op de salarissen der gouvernementsambtena ren, nog niet noodig is, welke mededee- ling bij den Volksraad een groote opluch ting veroorzaakte. INDISCHE DEFENSIE-A RCHIEVEN GESTOLEN. Het Indisch blad „De Locomotief" schrijft: Reeds is melding gemaakt van de even ernstige als pijnlijke zaak, welke zich te Weltevreden heeft voorgedaan en die tot de arrestatie heeft geleid van een redac teur-verslaggever van de „Java Bode", F. M. de W. en van een archiefambtenaar van het departement van Marine, A. F. W. N„ die zich thans beiden in voorloo- pige hechtenis bevinden. Des avonds omstreeks 10 uur is een in val gedaan ten huize van genoemden journalist, terwijl vlak te voren de betrok ken archiefambtenaar van Marine was ge arresteerd. De Justitie, handelend op aan wijzingen van den plv. hoofdredacteur van de „Java Bode", den heer D. F. v. W„ die den procureur-generaal in kennis had ge steld van het feit, dat hem belangrijke ge heime stukken, betrekking hebbende op 's lands defensie, te koop waren aange boden, heeft dien avond te zamen met de politie de wacht gehouden bü het huis van den betrokkene. Daarbij is toen eerst N-, nadat geconsta teerd was, dat hij de woning van De W. was binnengegaan, gearresteerd, nadat hij die woning weer had verlaten. Eenigen tijd daarna heeft de Justitie een inval ge daan in het huis van den journalist, waar inderdaad de bewuste stukken wei-den aangetroffen, zoomede een copie. Ook hierop volgde arrestatie. Zoolang het onderzoek voortduurt, zegt het blad, bepalen wij ons tot de thans be kende feiten. Zoo vernamen wij dan, dat de verdachte N. vroeger gevangenisstraf onderging wegens den verkoop van defensiestukken en dat hü kort na zijn ontslag uit de ge vangenis werd geplaatst bij het departe ment van Marine, bij het geheim archief. Voorts dat de betrokken stukken ge licht werden uit het geheim archief van het departement van Marine en dat zij de notulen bevatten van den Raad van Indië, waar het geheele defensievraagstuk van Indië werd besproken, zoomede de aan staande komst van minister Deckers. De „Ind. Crt." vestigt de aandacht op het verschijnsel, dat een commies, een ondergeschikt ambtenaar dus, bij het de partement van Marine de beschikking had over het archief, of althans over dat deel, waarin bepaalde geheime stukken werden bewaard, nog wel iemand met een ongun stig verleden. Het blad noemt dit verschijnsel recht- af ontstellend en dringt aan op een onder zoek betreffende de vraag, wie van de lei dende figuren van het departement hier zijn plicht op zoo schromelijke wijze heeft verwaarloosd. "De „Java Bode" merkt o.a. op: Het bedroevende in deze historie is ge- weest, dat het onderzoek, hetwelk volgde op de arrestatie van den commies N„ uit wees, dat niet N. contact had gezocht met De W. om hem stukken aan te bieden, maar dat omgekeerd De W. aanraking had gezocht met N. om hem te bewegen, hem inzage te verleenen van verschillende stukken uit het archief, dat hij onder zijn berusting had. Dit contact dateerde reeds vanaf den 31sten December en bestond geheel bui ten voorkennis en medeweten van de hoofdredactie van de „Java-Bode", terwijl de daarmede verband houdende betalingen werden gedaan buiten de „Java-Bode" om en door De W. privé. DE REIS VAN MINISTER DECKERS. Men schrijft uit Singapore aan de N. |R. Ct. d.d. 26 Januari: Het verblijf van minister Deckers te Singapore viel samen met een vergade ring van den wetgevenden raad te Ma- lakka, zoodat er geen regeeringsperso- nen te Singapoe vertoefden. Tengevolge van de late aankomst van de Sibajak, moest men afzien van be zoeken aan de Vlootbasis en het vlieg veld van de luchtmacht en van de lunch, waartoe de officieren van den vliegdienst mr. Deckers en zijn gezelschap hadden uitgenoodigd. Ook was de minister niet in staat aanwezig te zijn bij de aankomst van het vligtuig van den wekelijkschen dienst tusschen Batavia en Singapore, de honderdste aankomst sedert de lijn op 4 Maart 1930 officieel werd geopend. De minister werd om half vier aan I boord verwelkomd door den heer Willem Daniels, den Nederlandschen consul- generaal, die vergezeld was van den heer Fein, den consul, en kapitein ter zee Broek Birkett, van de Engelsche marine. Na een korten autotocht door de stad en den naasten omtrek bezocht de minister de Nederlandsche lagere school, waar de consul-generaal het bestuur der school- vereeniging en het onderwijzend perso neel aan hem voorstelde. De minister be zichtigde alle lokalen en sprak zijn be- wondering uit over de voortreffelijke in richting. i Aan de uitnoodiging tot een samen komst in de Hollandsche Club, welke de heer Daniels aan zijn landgenooten had gericht, hadden ongeveer honderd Nederlanders gevolg gegeven. De mi nister onderhield zich met allen. Na een rondgang door de clublokalen, sprak de heer Daniels den minister toe, dien hij namens allen dankte voor de belangstel ling in school en club. Hij verzekerde hem van aller trouw aan Koningin en Vaderland en van hun ernstig streven, den volksaard te bewaren. Eindelijk wenschte hü den minister een aangename en nuttige reis in Nederlandsch-Indië. i De minister zegde den consul-generaal dank voor het gulle onthaal en de aan wezige Nederlanders voor hun talrijke opkomst en goede gevoelens. Hij sprak de hoop uit, dat school en club zullen bij dragen tot het behoud van de vaderland- sche zeden, van de Nederlandsche taal, en tot de versterking van de banden van saamhoorigheid tusschen de talrijke landgenooten ou dezen belangrijken post. Wij hebben op het eiland geen depot meer. U gelieve rechtstreeks aan ons te zenden. JAAP SNOR. door K. R. G. BROWNE. 87) Bij 't zien van den zakdoek in de han den des heeren Turtle gingen de wenk brauwen van Fanshawe-Smith een halven centimeter de hoogte in. Hü had niet ge dacht dat z'n omvangrijke „kostbaas" zulke modieuse neigingen had. Veldwach ter Turtle zag z'n blik en maakte, werk tuigelijk, een beweging of hij den zak doek wilde wegstoppen. Maar daar hü in den grond van zijn hart een gul, mede deelzaam iemand was, werd de verleiding om dien stadsmeneer eens te laten zien, dat zij in Quantock Royal evengoed hun misdaden hadden als de lui in Londen, hem te sterk. Dus blies hij z'n snor in den gebruike- lyken kwart-cirkel en liet hij den zak doek wapperen in den wind. ,,'n Mooi dinsigheidje, vin-u niet, me neer?" merkte hü zoo terloops op. „Buitengewoon," stemde Fanshawe- Smith toe. „Wat is het.... een sprei?" „Nee.een zakdoek...En wat meer is," bij die woorden kreeg z'n stem een bijna plechtigen klank, ,,'t is een spoor. ."J j^Een wat?" „Een spoor.... Een duilik spoor...." .,0, ja, ja,.Zoo? Werkelijk? Is de dominee aangerand of iets dergelyks?" Veldwachter Turtle staarde hem aan, dan drong het langzaam tot hem door, dat de opmerking schertsend bedoeld was en dus glimlachte hü toegeeflijk. „Nee, meneerBenne an 't stroopen 'eweest." „Ai.... dat-s leeüjker," zei Fanshawe- Smith. „Wat ze met konijnen doen, wat? En wie is de schuldige?" „Tja!" zei veldwachter Turtle. „Dat motte we justement- te wete zien te kom- meDat mot i k te wete zien te kome.' „Ik wist niet," zei Fanshawe-Smith lich telijk verwonderd, „dat de heeren stroo- pers hun neuzen zóó verwenden. Maar 't zal een toer worden om den misdadiger op te sporen met dat alleen als aanwü- zing. Ik bedoel, er zijn honderden van die dingen in gebruik. Ik heb er bijvoorbeeld onlangs ergens waar weet ik niet meer nog een gezien." „Nja!" zei veldwachter Turtle triom fantelijk, maar dit's niet alles, bij lange na niet. Dit spoor heb letters drop. kijk zeivers maar G. M. A. C." De uitwerking van die aankondiging liet niets te wenschen. Zijn „commensaal" uitte een kreet van verbazing, deed een stap naar hem toe, trok hem den zakdoek uit de handen en bekeek gretig de letters. „G. M. A. C.! Wel verduiveld!" zei Fanshawe-Smith, „G. M. A. C.!" Nu wist hij, waar hü „onlangs, ergens" dien zak doek gezien had. „Zoo is 't, meheer. G. M. A. C„ dat ben ne-ze. En da's de man. „Vertel eens,"viel Fanshawe-Smith hem in de rede, „waar is dit ding gevonden?" Bereidwillig begon de Arm der Wet te vertellen. Hij gaf een zeer gedetailleerd verslag van de gebeurtenissen, waarnaar zijn gehoor, eerst met de grootste ver bazing, doch naarmate het onsamenhan- I pende verhaal vorderde in dagend begrij- pen bleef staan luisteren. Er was geen twijfel mogelijk, of die wapperende vaan was de zakdoek van vriend Carr, dien Alfred na den strijd geconfiskeerd had. En daaruit volgde, dat 'de twee korte dikke kereltjes, die Mr. Hopjoy ten val gebracht hadden, de ge broeders Byng geweest waren en de domeinen van Sir John Croyde het doel van hun „wandelingetje." Toen hij tot die conclusie kwam, werd Fanshawe-Smith in ernst boos. Het stelen van de Guayacua- dor-juweelen, die al twee maal gestolen waren en noch aan den een, noch aan den ander hoorden, was sport, maar stroo pen met voorbedachten rade was diefstal. Ofschoon hierbij weer vermeld dient te worden, dat zijn ergernis minder het ge brek aan principes bü zijn satellieten be trof hieromtrent had hü zich nooit veel illusies gemaakt dan de onverant woordelijkheid om op zulk een kritisch oogenblik zoo veel op het spel te zetten. Ten koste van alles moest die dikbuikige politie-agent van de wijs gebracht wor den; als hü bijvoorbeeld iemand kon vin den,' die als stroo-pop. Een schok en een zacht tusschen zijn tanden door fttl- ten bewees, dat hü op een idee gekomen was. Hü grinnikte verheugd en keerde zich andermaal tot veldwachter Turtle. „Gisteravond," zei hü, „waren er in het „Wapen van Croyde" een paar loge s... „Ja, da hebbe ze me verteld, meneer..., verdorie, dat hebbik vergete u te zegge... gisteravond is der een u komme opzoeke, zoowat tegen de avedboterham of eigelijk wat derna. Een jonge snuiter..., kort en breed..., met rood haar..." „Hè?" zei Fanshawe-Smith opeens, een en al verbazing, „kwam die mij opzoeken, 's avonds?" „Ja. Ik zat net op me gemak in de voor kamer, mè me krant d'ouwe vrouw was uit, mot u wete... toen-ie binne kwam sluipen... zoo maar... zonder neem me niet kwalijk iets te zeggen.... Sluipe ge woonweg..., hij was al bij de trap toe'k em zag en zei: wat mot u hier? Hij zei dattie kwam om u en toe zei ik, dat u niet thuis was en t-oe gong-ie der -as de wind ram door... Dat benne nou stads-menieren. eindigde veldwachter Turtle glimlachend. Fanshawe-Smith gaf geen antwoord. De kennisgeving van veldwachter Turtle had hem hoogelijk verbaasd en hem tot na denken gestemd. Maar hoe meer hu - dacht, hoe minder hü van de heele ge schiedenis begreep. Waarom was vriend Carr hem op een uur, waarop hu geen vriend Carr wist m het „Wap.n van Croyde" was, bü de Turtle s tomen zoekenWaarom vriend Carr m het holst van den nacht zün raam binnengeklau- terd -m hem een lampetkan met walLr over zijn hoofd leeg te gieten? Als hu Je eenige paar mogelijkheden (a) dat vriend Carr een bom in zijn bed had willen leg gen en (b, hem in zün slaap had willen verdrinken als te fantastisch uitschakel de, begrep hü er heelemaaal niets meer van. Hü was nu meer dan twaalf uur in Quantock Royal en nog was hij er niet achter, wat ze er kwamen uitvoeren, iets, dat hem buitengewoon irriteerde. En de idiote manier van doen van zijn gewezen schoolkameraad irriteerde hem nog méér. Dus moest den gewezen schoolkameraad geleerd worden, dat het niet aanging om na middernacht iemands slaapkamer bin nen klauteren om dien iemand water over zijn hoofd te gooien, zelfs al konden ze voor zichzelf een dusdanige handelwijze motiveeren. Na deze redeneering voelde hü zich ge rechtigd om zijn ingeving ten uitvoer te brengen. „Dat is een merkwaardige samenloop van omstandigheden," zei hü daarom. „Die zakdoek is van hem!" De onderkaak van veldwachter Turtle zakte langzaam uit. „He! Maar...." „Dat zün de voorletters van zün naam er is gewoonweg geen vergissing mo gelijk. Daarmee wil ik natuurlük niet zeg gen," ging Fanshawe-Smith schertsend voort, „dat liij een strooper is. 't Komt niet in mijn hoofd op! Als hij vannacht in Croyde Park geweest is.za! hü er ge wandeld hebben of bloemen geplukt of zoo iets dergelijks... Maar hü zal het in elk geval prettig vinden om zijn zakdoek terug te krügen en wie weet kan hü u ver tellen, hoe hij im die pooten van die fazanten gekomen is..." De snor van veldwachter Turtle wuif de verbaasd van links naar rechts en vice versa. „Maarre..., hü is een vriend van uwe..." „Een doodgewone kennis, meer niet. Wat ik vragen wou. is er wel eens in Croyde Park ingebroken?" Veldwachter Turtle keek hem verbou wereerd aan en krabde zich slapjes ach ter de ooren. „Niet dattik weet, meneer, maare uwe wil toch niet zegge. „Ik wil niets zeggen, alleen dit, als je den eigenaar van dezen zakdoek wilt spreken, kun je hem in de uitspanning vinden. Hü heet Carr, Succes, Sherlock met het embonpoint!" Hjj glimlachte den verbaasden dienaar der wet bemoedigend toe en wandelde gracielijk weg. Maar even voorbij di eerste bocht in den weg bleef hü staan, keek om zich heen en schoof vlug achtei een boom, van uit welke schuilplaats hij zfjn kostbaas kon observeeren en kon zien, welke loop de zaak verder nam. H(j behoefde niet lang te wachten. Nog een halve minuut lang ging veldwachter Turtle voort met ziclv,aehter de ooren te krabben en den bewusten zakdoek te be staren. Dan kwam er opeens beweging in hem. Hü keerde zich om. sjokte het huisje binnen, bleef een minuut of vijf onzichtbaar en verscheen dan weer in groot tenue. Het volgende oogenblik zag Fanshawe-Smith de omvangrüke donker blauwe figuur in een sukkeldrafje den weg naar het „Wapen van Croyde' afloo- pen. Hü glimlachte tevreden, kwam uit zün schuilplaats te voorschün en wan delde op zün gemak denzelfden kant op. (Wordt fervnb

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1