I
DE DOLENDE IUWEELEH.
is NOG
-UITVERKOOP
goedkooper
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht
Brandwonden
Kloosterhalsem
Nr. 7078
EERSTE BLAD
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1932
60ste JAARGANG
De Rijzende Zon tegen het Land van het Midden:
Het Japansch-Chineesche ineident.
Meer dan zes millioen werkloozen
in Duitschland.
De mijnramp te Marchienne.
,,Ceen goud
zoo goed"
Extra bericht voor Texel!!!
FEUILLETON
URANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
11.Modeblad resp. 1 0.95, f 1.25,f1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t,m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct.
Een Reuterbericht meldt, dat Japan be
reid is een wapenstilstand te aanvaarden,
waarbij de Japanners zouden terugkesren
naar het gebied van Hongkioe, terwijl de
Chineezen zouden terugtrekken tot op
82 km van Sjapei.
Wat verschrikkelijk aardig van die Ja
panners toch! Zoo ziet u, die Japs zijn
niet zoo kwaad, alleen maar een beetje
kifterig. Intusschen, aangezien de wa
penstilstand er nog niet is, gaat de zaak
voorloopig op den ouden voet voort, dat
begrijpt ieder. En dus beginnen we maar
weer als volgt:
Dinsdagmiddag hebben de Japanners
opnieuw met geschut van verschillend ka
liber de Woosoengibrten gebombardeerd.
Aan de beschieting werd eveneens deel
genomen door Japansche bombardements
vliegtuigen. Onder dekking van artillerie
vuur werden 400 mariniers en 2000 man
aan land gezet ter bestorming van de for
ten. Het is den Chineezen evenwel gelukt
den aanval ook ditmaal af te slaan. Een
Japansoh gevechtsvliegtuig, dat op ge
ringe hoogte boven het dorp Woosoeng
vloog, kwam in aanraking met het dak
van een huis, waarna het in de rivier
stortte.
Het Chineesche kruitmagazijn, dat ach
ter een der forten is gelegen, werd door
een Japansche granaat opgeblazen.
Te Sjanghai zijn Dinsdag ongeveer 700
man Japansche infanterie aangekomen,
die onmiddellijk deelnamen aan de gevech
ten, welke tusschen het Hongkioe-district
en Sjapei plaats vonden.
Drie Chineesche bataljons hebben van
het Noordstation uit het vuur heropend
ln het Hongkioe-district. Verscheidene
granaten zijn ook in de internationale ne
derzetting terecht gekomen, waarbij in to
taal 3 personen, o. m. een Engelsche dame,
werden gewond. Een granaat is in de
Fransche concessie terecht gekomen.
Maar inmiddels zijn de centen opge
raakt, hier de yens en de sens. En dus
gaan we leenen:
Het Japansche kabinet heeft Dinsdag
besloten ter dekking van de kosten van
den veldtocht in Mantsjoerije per 1 Maart
een leening ten bedrage van 34 millioen
yen uit te geven.
Wie dus een tientje over heeft, kan het
daarin steken.
Maar we zijn er nog niet met onzen
Japanner; hier is nog een ander bericht:
De Japansche ti*oepen te Tientsin be
zetten Maandag onverwachts voor een
korte poos de Chineesche stad Tientsin.
Zij trokken zich na eenigen tijd weer terug
nadat er een overeenkomst met de Chi
neesche stedelijke autoriteiten was. ge
troffen. Omtrent den inhoud der overeen
komst is niets bekend, doch naar verluidt
hebben de Chineezen er slechts onder pro
test in toegestemd.
En nog een:
Het Japansche departement van marine
heeft den commandanten der Japansche
strijdkrachten te Sjanghai verzocht, op
vriendschappelijken voet te blijven met de
buitenlandsche garnizoenen en de grootste
omzichtigheid in acht te nemen tegenover
de Chineesche burgers en de buitenlan
ders, in 't bijzonder vrouwen en kinderen.
Dit laatste is nu weer erg aardig van
Japan!
Maar nu die arme Volkenbond! Zouden
we dien maar niet naar huis sturen? Het
eerste rapport omtrent den gang van za
ken in het Verre Oosten is nu openbaar
gemaakt. En wij moeten billiik zijn tegen
over Japan, want de Chineezen zijn inder
daad van tijd tot tijd ookrare Chinee
zen. En laat ons daarom even een korte
samenvatting geven van de feiten.
De gebeurtenissen, te Sjanghai, aldus
de „N. Rott, Courant", herinneren tref
fend aan den gang van zaken in Mants
joerije.
In Juli, dus lang voor het conflict in
Mantsjoerije, was het boycot tegen de Ja
panners daar al begonnen naar aanleiding
van de bekende gebeurtenissen in Korea.
Dit boycot werd nog verscherpt na het op
treden der Japansche troepen in Mants
joerije. Tot zoover is er nog niet veel te
zeggen. De Chineezen kunnen koopen van
wien zij willen, en hun verontwaardiging,
vooral in September, was begrijpelijk.
Heel ongepast is echter de wijze waarop
de Chineezen een dergelijk boycot door
zetten. Dat is zuivere terreur. De kooplie
den weten, dat zij hun leven in de waag
schaal stellen als zij nog handel drijven in
uit Japan afkomstige artikelen. Men weet,
dat zelfs in Nederlandsch-Indië wel mis
daden zijn voorgekomen om van de Chi
neesche kooplieden een strenge handha
ving van een boycot af te dwingen.
De boycot-organisatie te Sjanghai, die
gevormd was door samenwerking van een
aantal Chineesche-organisaties, zette pos
ten uit, onteigende Japansche goederen,
legde boeten op, zette landgenooten, die
Japansche waren verkochten of zelfs maar
gebruikten, gevangen. Dergelijke onwet
tige daden waren legio en op de Chinee
sche justitie was er geen verhaal.
Dit wekte bij de Japanners, die ontzag
lijke schade leden, groote verbittering, die
nog verscherpt werd door uitlatingen van
Chineesche bladen, niet slechts over
Japan, maar zelfs over den persoon van
den Mikado.
Dan komen nog de incidenten; het mo-
lesteeren van vijf Japanners, dat een mon
nik het leven heeft gekost. Daarop een
wraaktocht van jonge Japanners, die een
fabriek in brand staken en later in een
botsing een Ghineesch agent van politie
van de internationale vestiging doodden.
Zoo hoog zijn de dingen geloopen, als de
Japanners hun ultimatum aan den burge
meester van Chineesch Sjanghai toezen
den.
Op 28 Januari is men zoo ver, dat de
Japansche consul te Sjanghai aan zijn ge
zamenlijke ambtgenooten uit andere lan
den mededeelt, dat hij een „geheel bevre
digend antwoord" gekregen heeft. Wel
zegt hij, dat men moet afwachten of de
burgemeester in staat is door te zetten
hetgeen hij heeft gelast, maar hij geeft
tegelijkertijd toe, dat zijn eischen reeds
ten uitvoer worden gelegd. Daarna zou er
voorloopig niets gebeuren.
In de buitenlandsche vestigingen echter
heerscht volgens het rapport algemeen het
geloof, dat het de Japansche marine-
autoriteiten voor Sjanghai niet zal weer
houden hun actie toch te ondernemen. Dit
gebeurt inderdaad. In het rapport blijkt
het ongelijk geheel aan de Japanners. De
eisch tot terugtrekking van Chineesche
troepen uit Tsjapei was volgens het con
sulaire rapport binnen den geëischten tijd
volmaakt onuitvoerbaar.
Wat de Chineezen verder doen noemt
het gerechtvaardigde zelfverdediging.
Door de te Genève aanwezige bestuurs
leden van de Socialistische Arbeiders-
Internationale en het Internationaal Ver
bond van Vakvereenigingen is in gemeen
schappelijke zitting besloten een protest
te publiceeren tegen de gebeurtenissen in
China.
De S.A.I. en het I.V.V. kunnen niet
dulden, dat men de ontwapeningsconfe
rentie opent zonder protest tegen den
afverval van Japan op China.
Men kan zeggen, dat er geen oorlog is.
De* feiten bewijzen echter het tegendeel.
Dit wenschen de beide Internationalen te
zeggen in het gezicht der ontwapenings
conferentie. De voorschriften van de com
missie voor de verzoekschriften en de
petities, hebben het niet mogelijk gemaakt
met de noodige kracht te protesteeren
tegen de schending der verdragen door-
Japan en tegen het stilzwijgen van de
conferentie.
De jongste gebeurtenissen in verband
met den Japanschen overval hebben het
gevaar van een wereldbrand doen op
rijzen. Zoolang de Japnaners in Mand-
sjoerije optreden, hebben de groote mo
gendheden niets gedaan om haar plicht te
vervullen, hebben zij het niet aangedurfd
haar verplichtingen na te komen uit het
Volkenbondsverdrag, het Kellogg-verdrag
en het Negen-Mogendhedenverdrag. Zij
hadden Japan moeten dwingen zijn im-
perialistischen aanval op China te staken.
Beide Internationalen herinneren er de
leden van den Volkenbond aan, dat ingrij
pen van den Volkenbond mogelijk is.
Blijft dit achterwege, dan is de beschul
diging gerechtvaardigd, dat de mogend
heden in dezen tragischen toestand alleen
haar eigen belangen en alleen haar eigen
voorrechten in China verdedigen.
Niet deze belangen en voorrechten, doch
de onschendbaarheid van het geheele
Chineesche gebied en het respect voor
internationale verdragen staan op het
spel.
Of het helpen zal?
MACDONALD.
MacDonald blijft na zijn oogoperatie
goed vooruitgaan. Hij heeft reeds weer
eenige collega's ontvangen, onder wie
Baldwin en Thomas.
Thomas was juist uit Genève terugge
keerd.
Men verwacht, dat MacDonald nog een
week in de kliniek zal blijven, waar hij
geopereerd is.
Volgens een bericht van het Rijksbu
reau voor werkloosheid te Berlijn nam het
aantal werkloozen in de tweede helft van
de maand Januax-i 1932 veel langzamer toe
dan in de eerste helft der maand en in de
vorige maanden.
Echter overschreed het aantal werkloo
zen voor het eei-st de zes millioen.
Het aantal werkloozen, dat zich aange
meld heeft bij de arbeidsbeurzen bedroeg
op 31 Januari 6.041.000.
De stijging van 15 Januax-i31 Januari
bedroeg 75.000, terwijl zij in de eerste
helft van Januari 298.000 bedroeg.
Het „Handelsblad" teekent hierbij aan:
Ter vergelijking diene, dat in Nederland
met 8 millioen inwoners het aantal werk
loozen geschat wordt op meer dan 250.000.
In Engeland met 44l^ millioen inwoners
zijn bijna 2A millioen wei'kloozen.
Duitschland telt 63 millioen inwoners,
waarvan iets meer dan 30 mill. mannen.
Rouwhulde in de Belgische Kamer.
In de Belgische Kamer is Dinsdagmid
dag door den minister van arbeid en nij
verheid. Heyman, hulde gebracht aan de
slachtoffers der mijngasontploffing te
Marchiènne bij Charleroi. De minister
herinnerde aan het bezoek, Maandag, van
koning Albert en koningin Elisabeth aan
ot tragische miin en het ziekenhuis te 1
Charleroi en verzekerde, dat de noodige
maatregelen werden getroffen om de ge
zinnen der 16 mijnwerkei-s, die bij deze
ramp het leven liéten, bü te staan. Ook
aan de moedige reddei-s, die hun leven
waagden om hun ongelukkige makkers
uit de mijn te halen, bracht de minister
een dankbare hulde.
Het sociaal-democratische Kamerlid Fa-
lony dankte voor deze woorden, maar leg
de nadruk op zekere misstanden, die nog
steeds in de Waalsche mijnindustrie be
staan en, naar het onderzoek ongetwijfeld
zal uitwijzen, niet geheel vreemd zijn aan
de ramp, die thans zoovele arbeidersge
zinnen in een diepen rouw dompelt. Het
is noodig de veiligheid der mijnwerkers
op afdoende wijze te verzekeren en de
controle te verscherpen. Een ramp als
ceze, welke men thans te betreuren heeft,
zou niet voorgekomen zijn indien het ver
boden was te werken in mijngangen die,
als te Marchiènne het geval was, vol gas
ziin, dat ieder oogenblik kan ontploffen.
Tengevolge van het overlijden van een
der gewonden is het cijfer der dooden,
voorkomende op de tragische balans van
de nnjnramp te Marchiènne, tot 17 geste
gen. Er liggen nog altijd 3 lijken in de
mijn. In het ziekenhuis te Charleroi, waar
een 8-tal verwonden wordt verpleegd.,
hoopt men, dat allen het leven zullen be
houden. Dinsdag heeft men tijdens de car-
nevalsfeesten te Charleroi een straatcol
lecte gehouden ten bate der gezinnen van
de verongelukte mijnwerkers. Woensdag
ochtend had de plechtige uitvaart van 8
slachtoffers der ramp plaats. De Fransche
minister van openbare werken en de Ita-
liaansche regeering hebben telegrammen
van deelneming gezonden aan den Belgi
schen minister van arbeid en nijverheid.
Ook zond het verbond van Duitsche vrije
mijnwerkers een gelijksoortig telegram
aan de Belgische miinwerkersfederatie,
terwijl de Italiaansche zaakgelastigde te
Brussel, vergezeld van den Italiaanschen
consul te Charleroi, een rouwbezoek bracht
aan de directie der mijn.
TWEE NIEUWE KRUISERS
VOOR ITALIË.
Het ministerie van marine heeft aan
Ansaldo te Genua en Orlando te Livorno
elk den bouw opgedragen van een krui
ser van 5550 ton, type Attendelo. Deze
schepen krijgen de gewone bewapening
van het condottiere-type, n.1. 8 kanonnen
van 15.6 cm., 10 kanonnen van 10 cm.,
anti-luchtvaartgeschut, 6 van 4 cm. en 8
machinegeweren.
Van het condottiere-type zijn reeds vier
schepen in dienst en nog vier in aanbouw,
zoodat Italië eerlang over tien van deze
moderne lichte kruisers zal beschikken.
DE ONRUST IN BR1TSCH-INDIË.
Arrestaties te Bombay.
Te Bombay zijn Dinsdag weer acht per
sonen gearresteerd na het vinden door de
politie van een document, waaruit bleek,
dat zij de opdracht hadden aanvaard om
namens de Congrespartij de onwettige
tactiek van posten en geen belasting beta
len verder onder de bevolking te propa-
geeren.
zijn pijnlijk en duren lang omdat
de huid vernield is. Akker's Kloos
terbalsem er op verdrijft dadelijk
de pijn, doet de blaren verdwijnen
en een gave nieuwe huid groeien.
DE INDISCHE
AMBTEN AARSS AI. ARISSEN.
Niettegenstaande de financieele moei
lijkheden heeft de Indische regeering
medegedeeld, dat een verdere korting op
de salarissen der gouvernementsambtena
ren, nog niet noodig is, welke mededee-
ling bij den Volksraad een groote opluch
ting veroorzaakte.
INDISCHE DEFENSIE-A RCHIEVEN
GESTOLEN.
Het Indisch blad „De Locomotief"
schrijft:
Reeds is melding gemaakt van de even
ernstige als pijnlijke zaak, welke zich te
Weltevreden heeft voorgedaan en die tot
de arrestatie heeft geleid van een redac
teur-verslaggever van de „Java Bode", F.
M. de W. en van een archiefambtenaar
van het departement van Marine, A. F.
W. N„ die zich thans beiden in voorloo-
pige hechtenis bevinden.
Des avonds omstreeks 10 uur is een in
val gedaan ten huize van genoemden
journalist, terwijl vlak te voren de betrok
ken archiefambtenaar van Marine was ge
arresteerd. De Justitie, handelend op aan
wijzingen van den plv. hoofdredacteur van
de „Java Bode", den heer D. F. v. W„ die
den procureur-generaal in kennis had ge
steld van het feit, dat hem belangrijke ge
heime stukken, betrekking hebbende op
's lands defensie, te koop waren aange
boden, heeft dien avond te zamen met de
politie de wacht gehouden bü het huis
van den betrokkene.
Daarbij is toen eerst N-, nadat geconsta
teerd was, dat hij de woning van De W.
was binnengegaan, gearresteerd, nadat hij
die woning weer had verlaten. Eenigen
tijd daarna heeft de Justitie een inval ge
daan in het huis van den journalist, waar
inderdaad de bewuste stukken wei-den
aangetroffen, zoomede een copie. Ook
hierop volgde arrestatie.
Zoolang het onderzoek voortduurt, zegt
het blad, bepalen wij ons tot de thans be
kende feiten.
Zoo vernamen wij dan, dat de verdachte
N. vroeger gevangenisstraf onderging
wegens den verkoop van defensiestukken
en dat hü kort na zijn ontslag uit de ge
vangenis werd geplaatst bij het departe
ment van Marine, bij het geheim archief.
Voorts dat de betrokken stukken ge
licht werden uit het geheim archief van
het departement van Marine en dat zij de
notulen bevatten van den Raad van Indië,
waar het geheele defensievraagstuk van
Indië werd besproken, zoomede de aan
staande komst van minister Deckers.
De „Ind. Crt." vestigt de aandacht op
het verschijnsel, dat een commies, een
ondergeschikt ambtenaar dus, bij het de
partement van Marine de beschikking had
over het archief, of althans over dat deel,
waarin bepaalde geheime stukken werden
bewaard, nog wel iemand met een ongun
stig verleden.
Het blad noemt dit verschijnsel recht-
af ontstellend en dringt aan op een onder
zoek betreffende de vraag, wie van de lei
dende figuren van het departement hier
zijn plicht op zoo schromelijke wijze heeft
verwaarloosd.
"De „Java Bode" merkt o.a. op:
Het bedroevende in deze historie is ge-
weest, dat het onderzoek, hetwelk volgde
op de arrestatie van den commies N„ uit
wees, dat niet N. contact had gezocht met
De W. om hem stukken aan te bieden,
maar dat omgekeerd De W. aanraking had
gezocht met N. om hem te bewegen, hem
inzage te verleenen van verschillende
stukken uit het archief, dat hij onder zijn
berusting had.
Dit contact dateerde reeds vanaf den
31sten December en bestond geheel bui
ten voorkennis en medeweten van de
hoofdredactie van de „Java-Bode", terwijl
de daarmede verband houdende betalingen
werden gedaan buiten de „Java-Bode" om
en door De W. privé.
DE REIS VAN
MINISTER DECKERS.
Men schrijft uit Singapore aan de N.
|R. Ct. d.d. 26 Januari:
Het verblijf van minister Deckers te
Singapore viel samen met een vergade
ring van den wetgevenden raad te Ma-
lakka, zoodat er geen regeeringsperso-
nen te Singapoe vertoefden.
Tengevolge van de late aankomst van
de Sibajak, moest men afzien van be
zoeken aan de Vlootbasis en het vlieg
veld van de luchtmacht en van de lunch,
waartoe de officieren van den vliegdienst
mr. Deckers en zijn gezelschap hadden
uitgenoodigd. Ook was de minister niet
in staat aanwezig te zijn bij de aankomst
van het vligtuig van den wekelijkschen
dienst tusschen Batavia en Singapore, de
honderdste aankomst sedert de lijn op 4
Maart 1930 officieel werd geopend.
De minister werd om half vier aan
I boord verwelkomd door den heer Willem
Daniels, den Nederlandschen consul-
generaal, die vergezeld was van den heer
Fein, den consul, en kapitein ter zee
Broek Birkett, van de Engelsche marine.
Na een korten autotocht door de stad en
den naasten omtrek bezocht de minister
de Nederlandsche lagere school, waar de
consul-generaal het bestuur der school-
vereeniging en het onderwijzend perso
neel aan hem voorstelde. De minister be
zichtigde alle lokalen en sprak zijn be-
wondering uit over de voortreffelijke in
richting.
i Aan de uitnoodiging tot een samen
komst in de Hollandsche Club, welke
de heer Daniels aan zijn landgenooten
had gericht, hadden ongeveer honderd
Nederlanders gevolg gegeven. De mi
nister onderhield zich met allen. Na een
rondgang door de clublokalen, sprak de
heer Daniels den minister toe, dien hij
namens allen dankte voor de belangstel
ling in school en club. Hij verzekerde
hem van aller trouw aan Koningin en
Vaderland en van hun ernstig streven,
den volksaard te bewaren. Eindelijk
wenschte hü den minister een aangename
en nuttige reis in Nederlandsch-Indië.
i De minister zegde den consul-generaal
dank voor het gulle onthaal en de aan
wezige Nederlanders voor hun talrijke
opkomst en goede gevoelens. Hij sprak
de hoop uit, dat school en club zullen bij
dragen tot het behoud van de vaderland-
sche zeden, van de Nederlandsche taal,
en tot de versterking van de banden van
saamhoorigheid tusschen de talrijke
landgenooten ou dezen belangrijken post.
Wij hebben op het eiland geen depot
meer. U gelieve rechtstreeks aan ons
te zenden. JAAP SNOR.
door
K. R. G. BROWNE.
87)
Bij 't zien van den zakdoek in de han
den des heeren Turtle gingen de wenk
brauwen van Fanshawe-Smith een halven
centimeter de hoogte in. Hü had niet ge
dacht dat z'n omvangrijke „kostbaas"
zulke modieuse neigingen had. Veldwach
ter Turtle zag z'n blik en maakte, werk
tuigelijk, een beweging of hij den zak
doek wilde wegstoppen. Maar daar hü in
den grond van zijn hart een gul, mede
deelzaam iemand was, werd de verleiding
om dien stadsmeneer eens te laten zien,
dat zij in Quantock Royal evengoed hun
misdaden hadden als de lui in Londen,
hem te sterk.
Dus blies hij z'n snor in den gebruike-
lyken kwart-cirkel en liet hij den zak
doek wapperen in den wind.
,,'n Mooi dinsigheidje, vin-u niet, me
neer?" merkte hü zoo terloops op.
„Buitengewoon," stemde Fanshawe-
Smith toe. „Wat is het.... een sprei?"
„Nee.een zakdoek...En wat meer
is," bij die woorden kreeg z'n stem een
bijna plechtigen klank, ,,'t is een spoor. ."J
j^Een wat?"
„Een spoor.... Een duilik spoor...."
.,0, ja, ja,.Zoo? Werkelijk? Is de
dominee aangerand of iets dergelyks?"
Veldwachter Turtle staarde hem aan,
dan drong het langzaam tot hem door,
dat de opmerking schertsend bedoeld was
en dus glimlachte hü toegeeflijk.
„Nee, meneerBenne an 't stroopen
'eweest."
„Ai.... dat-s leeüjker," zei Fanshawe-
Smith. „Wat ze met konijnen doen, wat?
En wie is de schuldige?"
„Tja!" zei veldwachter Turtle. „Dat
motte we justement- te wete zien te kom-
meDat mot i k te wete zien te kome.'
„Ik wist niet," zei Fanshawe-Smith lich
telijk verwonderd, „dat de heeren stroo-
pers hun neuzen zóó verwenden. Maar
't zal een toer worden om den misdadiger
op te sporen met dat alleen als aanwü-
zing. Ik bedoel, er zijn honderden van die
dingen in gebruik. Ik heb er bijvoorbeeld
onlangs ergens waar weet ik niet meer
nog een gezien."
„Nja!" zei veldwachter Turtle triom
fantelijk, maar dit's niet alles, bij lange
na niet. Dit spoor heb letters drop.
kijk zeivers maar G. M. A. C."
De uitwerking van die aankondiging
liet niets te wenschen. Zijn „commensaal"
uitte een kreet van verbazing, deed een
stap naar hem toe, trok hem den zakdoek
uit de handen en bekeek gretig de letters.
„G. M. A. C.! Wel verduiveld!" zei
Fanshawe-Smith, „G. M. A. C.!" Nu wist
hij, waar hü „onlangs, ergens" dien zak
doek gezien had.
„Zoo is 't, meheer. G. M. A. C„ dat ben
ne-ze. En da's de man.
„Vertel eens,"viel Fanshawe-Smith hem
in de rede, „waar is dit ding gevonden?"
Bereidwillig begon de Arm der Wet te
vertellen. Hij gaf een zeer gedetailleerd
verslag van de gebeurtenissen, waarnaar
zijn gehoor, eerst met de grootste ver
bazing, doch naarmate het onsamenhan-
I pende verhaal vorderde in dagend begrij-
pen bleef staan luisteren.
Er was geen twijfel mogelijk, of die
wapperende vaan was de zakdoek van
vriend Carr, dien Alfred na den strijd
geconfiskeerd had. En daaruit volgde, dat
'de twee korte dikke kereltjes, die Mr.
Hopjoy ten val gebracht hadden, de ge
broeders Byng geweest waren en de
domeinen van Sir John Croyde het doel
van hun „wandelingetje." Toen hij tot die
conclusie kwam, werd Fanshawe-Smith in
ernst boos. Het stelen van de Guayacua-
dor-juweelen, die al twee maal gestolen
waren en noch aan den een, noch aan den
ander hoorden, was sport, maar stroo
pen met voorbedachten rade was diefstal.
Ofschoon hierbij weer vermeld dient te
worden, dat zijn ergernis minder het ge
brek aan principes bü zijn satellieten be
trof hieromtrent had hü zich nooit
veel illusies gemaakt dan de onverant
woordelijkheid om op zulk een kritisch
oogenblik zoo veel op het spel te zetten.
Ten koste van alles moest die dikbuikige
politie-agent van de wijs gebracht wor
den; als hü bijvoorbeeld iemand kon vin
den,' die als stroo-pop. Een schok en
een zacht tusschen zijn tanden door fttl-
ten bewees, dat hü op een idee gekomen
was. Hü grinnikte verheugd en keerde
zich andermaal tot veldwachter Turtle.
„Gisteravond," zei hü, „waren er in het
„Wapen van Croyde" een paar loge s...
„Ja, da hebbe ze me verteld, meneer...,
verdorie, dat hebbik vergete u te zegge...
gisteravond is der een u komme opzoeke,
zoowat tegen de avedboterham of eigelijk
wat derna. Een jonge snuiter..., kort en
breed..., met rood haar..."
„Hè?" zei Fanshawe-Smith opeens, een
en al verbazing, „kwam die mij opzoeken,
's avonds?"
„Ja. Ik zat net op me gemak in de voor
kamer, mè me krant d'ouwe vrouw was
uit, mot u wete... toen-ie binne kwam
sluipen... zoo maar... zonder neem me niet
kwalijk iets te zeggen.... Sluipe ge
woonweg..., hij was al bij de trap toe'k em
zag en zei: wat mot u hier? Hij zei dattie
kwam om u en toe zei ik, dat u niet thuis
was en t-oe gong-ie der -as de wind ram
door... Dat benne nou stads-menieren.
eindigde veldwachter Turtle glimlachend.
Fanshawe-Smith gaf geen antwoord. De
kennisgeving van veldwachter Turtle had
hem hoogelijk verbaasd en hem tot na
denken gestemd. Maar hoe meer hu -
dacht, hoe minder hü van de heele ge
schiedenis begreep. Waarom was vriend
Carr hem op een uur, waarop hu
geen vriend Carr wist m het „Wap.n
van Croyde" was, bü de Turtle s tomen
zoekenWaarom vriend Carr m het holst
van den nacht zün raam binnengeklau-
terd -m hem een lampetkan met walLr
over zijn hoofd leeg te gieten? Als hu Je
eenige paar mogelijkheden (a) dat vriend
Carr een bom in zijn bed had willen leg
gen en (b, hem in zün slaap had willen
verdrinken als te fantastisch uitschakel
de, begrep hü er heelemaaal niets meer
van. Hü was nu meer dan twaalf uur in
Quantock Royal en nog was hij er niet
achter, wat ze er kwamen uitvoeren, iets,
dat hem buitengewoon irriteerde. En de
idiote manier van doen van zijn gewezen
schoolkameraad irriteerde hem nog méér.
Dus moest den gewezen schoolkameraad
geleerd worden, dat het niet aanging om
na middernacht iemands slaapkamer bin
nen klauteren om dien iemand water over
zijn hoofd te gooien, zelfs al konden ze
voor zichzelf een dusdanige handelwijze
motiveeren.
Na deze redeneering voelde hü zich ge
rechtigd om zijn ingeving ten uitvoer te
brengen.
„Dat is een merkwaardige samenloop
van omstandigheden," zei hü daarom.
„Die zakdoek is van hem!"
De onderkaak van veldwachter Turtle
zakte langzaam uit.
„He! Maar...."
„Dat zün de voorletters van zün naam
er is gewoonweg geen vergissing mo
gelijk. Daarmee wil ik natuurlük niet zeg
gen," ging Fanshawe-Smith schertsend
voort, „dat liij een strooper is. 't Komt
niet in mijn hoofd op! Als hij vannacht
in Croyde Park geweest is.za! hü er ge
wandeld hebben of bloemen geplukt of
zoo iets dergelijks... Maar hü zal het in
elk geval prettig vinden om zijn zakdoek
terug te krügen en wie weet kan hü u ver
tellen, hoe hij im die pooten van die
fazanten gekomen is..."
De snor van veldwachter Turtle wuif
de verbaasd van links naar rechts en vice
versa.
„Maarre..., hü is een vriend van uwe..."
„Een doodgewone kennis, meer niet.
Wat ik vragen wou. is er wel eens in
Croyde Park ingebroken?"
Veldwachter Turtle keek hem verbou
wereerd aan en krabde zich slapjes ach
ter de ooren.
„Niet dattik weet, meneer, maare
uwe wil toch niet zegge.
„Ik wil niets zeggen, alleen dit, als je
den eigenaar van dezen zakdoek wilt
spreken, kun je hem in de uitspanning
vinden. Hü heet Carr, Succes, Sherlock
met het embonpoint!"
Hjj glimlachte den verbaasden dienaar
der wet bemoedigend toe en wandelde
gracielijk weg. Maar even voorbij di
eerste bocht in den weg bleef hü staan,
keek om zich heen en schoof vlug achtei
een boom, van uit welke schuilplaats hij
zfjn kostbaas kon observeeren en kon
zien, welke loop de zaak verder nam.
H(j behoefde niet lang te wachten. Nog
een halve minuut lang ging veldwachter
Turtle voort met ziclv,aehter de ooren te
krabben en den bewusten zakdoek te be
staren. Dan kwam er opeens beweging
in hem. Hü keerde zich om. sjokte het
huisje binnen, bleef een minuut of vijf
onzichtbaar en verscheen dan weer in
groot tenue. Het volgende oogenblik zag
Fanshawe-Smith de omvangrüke donker
blauwe figuur in een sukkeldrafje den
weg naar het „Wapen van Croyde' afloo-
pen. Hü glimlachte tevreden, kwam uit
zün schuilplaats te voorschün en wan
delde op zün gemak denzelfden kant op.
(Wordt fervnb