kannewasser KQHDN'S BOTERHAMWORST [Parizerj |S ALTIJD GOEDKOOPER DE DOLENDE 1UWEEIEH. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht OOK DAMES-CONFECTIE Nr. 7083. EERSTE BLAD DINSDAG 23 FEBRUARI 1932 60ste JAARGANG De Volkenbondsraad en de kwestie Memel - De Fransche kabinetscrisis opgelost. - De Japansche aanval bij Sjanghai begonnen. In Crisistijd is kwaliteit goedkooper. SPOORSTRAAT 98 TELEFOON 339. BINNENLAND. Wij Breien!!! en repareeren alle ni. Is de minister bereid maatregelen te treffen teneinde aan de Nederlandsche visscherjj een gelijke positie te verschaf- fen als Engeland aan de zijne heeft ge geven? Nederlanders naar Indië. Financieële en economische berichten. FEUILLETON heldersche cot Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. AD VERTENTIËN 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction te st) dubbele prijB. Kleine advértentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres uieau d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. De Volkenbond en de kwestie-Memel. De Noorsche gedelegeerde Kolban heelt Zaterdagmorgen voor den olkenbonds- raad het rapport over de Memel-kwestie uitgebracht. Kolban noemde de zaak zeei ingewikkeld, omdat de eene partij be weert dat Böttcher, de voorzitter van het directorium, ten onrechte afgezet is, tei- wijl de andere partij bestrijdt, dat de overeenkomst van Parijs van 18 Mei 1924 het recht uitsluit om den voorzitter in bepaalde gevallen te kunnen schorsen. Volgens de opvatting der Litausche re geering doet zich dat geval hier voor, omdat Böttcher zich bevoegdheden aan gematigd heeft die niet hem, maar de regeering te Kowna toekwamen. De Raad heeft met voldoening de ver zekering van Litauen ontvangen, dat de regeering al haar internationale verplich tingen zoo zorgvuldig mogelijk zal na komen. Litauen heeft voorts verklaard dat de gouverneur een directorium tracht te vormen in overeenstemming met de bepalingen van het Memel-Statuut. De toestand in het gebied is echter abnor maal en eischt onmiddellijk ingrijpen om erger te voorkomen. Er moet een direc torium, dat het vertrouwen van den Landdag geniet, gevormd worden. De Raaö wenscht dat dé normale werking van het Statuut in het gebied van Memel onmiddellijk hersteld worde, wat niet zal behoeven te prejudiceeren op de al of niet rechtmatigheid van Böttcher's af zetting. Eerst moet het recht van den gouverneur om het directorium naar huis te zenden vastgesteld worden, en als dit recht in beginsel aanwezig wordt ge acht, moet de Raad in elk geval onder zoeken of de omstandigheden de uit oefening van dat recht gedoogden. Om deze twee vragen op te lossen geeft de rapporteur den Raad in overweging een beslissing van het Internationale Hof in Den Haag uit te lokken. Maar als er geen overeenstemming daaromtrent te verkrij gen zou zijn, herinnert spr. dat de mo gendheden, die het Memel-Verdrag heb ben onderteekend, het recht hebben deze vraagstukken volgens artikel 17 van het Statuut onder elkaar op te lossen. De kabinetscrisis in Frankrijk is opge lost. In ons vorig nummer hebben we nog onder „Laatste Berichten" mee kun nen deelen, dat Painlevé zijn opdracht voor de vorming van een kabinet had neergelegd, omdat hij er niet in had kun nen slagen een kabinet samen te stellen. In een communiqué verklaarde hij, dat hij er bij zijn pogingen vooral naar ge streefd had, een -wijziging in de leiding der Fransche Völkenbondsdelegatie te voorkomen. Tardieu weigerde echter in de nieuwe regeering zitting te nemen, als Laval daarin niet werd opgenomen, terwijl deze slechts bereid was de porte feuille van buitenlandsche zaken op zich te nemen, welke aan Paul Boncour was aangeboden. Aan persvertegenwoordigers verklaar de Painlevé, dat hij al het mogelijke ge daan had om, overeenkomstig de opdracht van den president der republiek, een re geering op breede basis te vormen. De linksche partijen hadden hem hun volle medewerking toegezegd, doch andere Painlevé, belast met de vorminq van een nieuw kabinet. persoonlijkheden, waarop hij meende te kunnen rekenen, hadden geweigerd hem te steunen. Hij zou derhalve slechts in staat geweest zijn een „strijd-ministerie" te vormen en dit was naar zijn meening niet in het belang van het land en in strijd met de hem verleende opdracht. Daarom heeft hij besloten deze aan pre sident Doumer terug te geven. Tardieu, die na de mislukking van Painlevé met de opdracht werd belast, was gelukkiger en is reeds geslaagd in de samenstelling van een nieuw kabinet, dat er als volgt uitziet. Tardieu, premier en buitenlandsche zaken; Reynaud, justitie en controle op het overheidsbeheer; Mahieu, binuenlandsche zaken; Flandin, financiën; Piétri, nationale verdediging; Mario Roustan, onderwijs; Chametier de Ribes, pensioenen en be vrijde gebieden; Laval, arbeid; Blaisot, openbare gezondheid; Guernier, openbare werken, verkeers middelen en scheepvaart; Chauveau, landbouw; Rollin, handel, posterijen en telegrafie; De Chappedelaine, koloniën. Heden zal in beide huizen van het par lement de regeeringsverklaring worden voQrgelezen en Woensdag is Tardieu voornemens naar Genève te vertrekken. voort, op de in September ingeslagen, waarschijnlijk van te voren nauwkeurig uitgestippelden, weg voort. De militaire plannen zijn ontworpen en voorbereid, de druk op de knop is gegeven en de oor logsmachine komt in werking, onweer staanbaar. Niets heeft mogen baten. Zaterdagmor gen is de Japansche opmarsch begonnen tegen de stellingen der Chineezen, die thans over een 100.000 man zouden be schikken in de gevechtszone. De groote strijd om Sjanghai is dus aangevangen, waarbij de internationale vestiging natuurlijk groot gevaar loopt ■tusschen de beide strijdende partijen leelijk in het gedrang te komen, daar het in de hitte van het gevecht ongetwijfeld spoedig onmogelijk zal worden te voor komen, dat het internationale gebied ge heel ontzien wordt. Hetgeen aanleiding kan worden tot nieuwe en gevaarlijke verwikkelingen in den toch reeds zoo gespannen toestand. Het verloop van den strijd, die zeer hevig is, vindt men elders in dit blad. treinen. Het sneltreinverkeer wordt door deze maatregelen niet getroffen. Deze maatregelen treden direct in werking. VOORSTEL TOT VIJFDAGEN- WERKWEEK IN AMERIKA. Als maatregel tegen werk loosheid. Bij het Amerikaansche Congres is een wetsontwerp ingediend, dat den presi dent machtigt ter bestrijding van de werkloosheid de vijfdagenwerkweek in te voeren door ook den Zaterdag tot wet- telijken rustdag te verklaren. werd me' algemeene stemmen ee^mSe tot*1 m h* Ultreilien van vergunnin- aangenomen, waarin het verhouwen werd kaarten tftf8 te?"S toelftin.gs- uitgesproken, dat de Regeering erin zal te houden vorenstaande rekening slagen de onderhandelingen over de pun-1 Tardieu, zijn antagonist. soorten wollen kleeding, kousen en sokken (ook de allerfijnste). Vraagt onze schoolkousen met dubbel gebreide knieën. JAAP SNOR, Zuidstr. 19 (Let op den gelen winkel) P.S. Voor Texel rechtstreeks aan ons zenden.de militaire partij aldaar, onverzettelijk De strijd om Sjanghai. Met waarlijk beangstigende zekerheid, schrijft het „Handelsblad", schrijdt Japan, althans De politieke dierentuin. De Volkenbond neemt in het Chineesch- Japansche conflict voorloopiq een afwach tende houding aan. („Nebelspalter"). DE VERKIEZINGEN IN JAPAN. 600 arrestaties in To-kio. I11 verband met de voorbereidingen voor de verkiezingen heeft de Japansche politie talrijke arrestaties verricht in de arbeiders-buitenwijken der stad. O.a. werd de vakvereenigingsleider Iosida ge arresteerd, die er van wordt beschul digd communistische propaganda te heb ben gemaakt. In totaal zijn door de poli tie 600 personen gearresteerd. BEPERKING VAN HET TREINVERKEER IN ZUID-SLAVIË. Het verkeer op de Zuid-Slavische staats spoorwegen is in de laatste maanden zoo sterk verminderd, dat de directie der spoorwegen ingrijpende maatregelen heeft moeten nemen. Alleen al in het district Belgrado zijn 44 personentreinen ge schrapt. Er komen slechts zeven nieuwe treinen in de plaats van de 44 vervallen DE MOEILIJKHEDEN VOOR DE ZEEVISSCHERIJ. Het Tweede Kamerlid Kortenhorst heeft den minister van binnenlandsche zaken en landbouw de volgende vragen gesteld: I. Is het den minister bekend, dat En geland een invoerrecht van 10 pet. der- waarde op zeevisch, aangevoerd door niet-Engelsche schepen van andere na tionaliteiten meer dan voorheen de Ne- derlandsche havens, in het bijzonder IJmuiden, aandoen? n. Is de minister niet van oordeel, dat de toch reeds zorgwekkende toestand van verschillende takken der zeevisschei'ij hierdoor belangrijk wordt verscherpt? DE BERLIN-RAMP HERDACHT. Plechtigheid te 's-Gravenzande. In tegenwoordigheid van Z.K.H. Prins Hendrik en vele autoriteiten, heeft Za terdagmiddag rond het z.g.n. Duitsche graf op de algemeene begraafplaats de herdenking plaats gehad de ramp van het s.s. „Berlin", dat in den vroegen ochtend van den 21en Februari 1907 tijdens een vliegenden storm op den Noorderpier te Hoek van Holland is geslagen en ver gaan en waarbij 126 menschen zijn om gekomen. Deze herdenking viel samen met den jaarlijkschen treurdag welke Zon dag in Duitschland is gehouden ter her denking van de, in den wereldoorlog ge sneuvelden. Er was van Duitsche zijde enorme belangstelling. HET VERDRAG NEDERLAND—BELGIË. Zaterdag is door de Ned. Maatsch. voor Nijverheid en Handel te Den Haag een buitengewone algemeene vergadering ge houden naar aanleiding van wat den laat- sten tijd omtrent den stand der onderhan delingen over een NederlandschBel gisch verdrag is beweerd. De Voorzitter der Maatschappij, mr. C. H. Guépin, her innerde in zijn openingswoord aan een vroeger hierover gehouden vergadering en behandelde de verschillende punten in het ontwerptractaat van 1925, die aanlei ding waren tot verwerping door de Eer ste Kamer. Prof. Colenbrander gaf daar na een staatkundig overzicht van de kwestie en ir. A. A. Mussert, hoofdinge nieur van den Prov. Watei'staat in Utrecht- sprak vervolgens over de Ned.Belgi sche onderhandelingen en aanzien van de tusschenwateren en de Linmburgsche kanalen. Alle redevoeringen waren tegen prijsgeven van het standpunt der Ned. ten in geschil met België, voorkomende in het destijds door de Eerste Kamer ver worpen tractaa tot een bevredigend einde te brengen in den zin als door den mi nister van Buitenlandsche Zaken in het Memorandum van 7 Mei 1929 in het Wit boek werd neergelegd, waar gelezen wordt: dat het oestaan aan België van dit kanaal voorzien in het verworpen ver drag van 1925 of van ieder kanaal, dat dezelfde kenmerken zou vertóonen, aan politieke onmogelijkheid is. Strengere toelatingsbepalingen voor hen, die geen middelen van bestaan hebben. Met ingang van 1 Maart a.s. Aneta-Holland meldt: De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat de voorloopige toelating van personen daar te lande met ingang van 1 Maart 1932 een strengere gedragslijn zal wor den aangenomen dan tot dusverre werd gevolgd. Tot dusverre werd aan onder het Toe- latingsbesluit (Indisch Staatsblad 1916 No. 47, zooals dat sedert is gewijzigd en aangevuld) vallende personen bepaalde lijk aan Nederlanders die zonder behoor lijk middel van bestaan in Ned.-Indië aan kwamen en aan wie de toelating niet om een der andere in art, 4 van dat besluit vermelde redenen aanstonds moest wor den geweigerd, onder uitreiking van een voorloopig toelatingsbewijs wel gelegen heid gegeven om naar een betrekking uit te zien. Dit geschiedde bepaaldelijk, wan neer de betrokkenen konden aantoonen, dat zij tijdelijk zouden kunnen worden onderhouden door familileden of vrien den, dan wel in het bezit waren van een som gelds die hen in staat stelde om eenige maanden daar te lande te leven. Met ingang van 1 Maart a.s. zal aan stonds tot weigering der toelatingskaart moeten worden overgegaan ten aanzien van die werkzoekende immigranten, die niet in het bezit zijn van een schriftelijke verklaring, hetzij van een bona fiden werkgever, dat de betrokkene in een vol doende gesalarieerde betrekking is of zal worden aangesteld, hetzij van een familie lid of andere relatie, dat door den steller der verklaring ten volle in het onderhoud van den immigrant zal worden voorzien. Voorloopige toelatingsbewijzen zullen dan alleen mogen worden afgegeven: a. indien de werkzoekende immigrant als boven omschreven, doch geen voldoen de zekerheid bestaat ten aanzien van de gegoedheid hetzij van den werkgever, hetzij van het familielid of de relatie, dan wel van deugdelijkheid der verklaring; b. indien de werkzoekende immigrant wel in het bezit is van een document als bovenomschreven, terwijl ook geen twij fel bestaat omtrent de gegoedheid van den werkgever of de deugdelijkheid der verklaring, doch belanghebbende slechts voor korten tijd (niet langer dan zes maanden) de in die verklaring bedoelde behoorlijk gesalarieerde werkzaamheden zal verrichten. Aan de ontschepingsambtenaren is op- DE NIEUWE 5 PCT. STAATSLEENING VAN F 186.000.000. Blijkens een advertentie in dit blad stelt de Regeering op 2 Maart a.s. van 9 uur 's morgens tot 4 uur 's middags de inschrijving open op de 5 pCt. vrijwil lige geldleening van den Staat der Ne derlanden tot een bedrag van 186.000.000, waarvan geplaatst: 34.570.100, terwijl de deelneming is verzekerd tot een bedrag van 35.000.000. De inschrijving staat open ten kan tore van de in de advertentie vermelde Bankinstellingen en den Agent van het Ministerie van Financiën te Amsterdam. De schuldbewijzen aan toonder zijn groot 100, 500 en 1000 en worden uitgegeven tegen den koers van 100 pCt. Op de 6 pCt. obligatiën van de leening 1922 A wordt eeri. voorkeursrecht ver leend. De aflossing van de nieuwe leening begint op 1 April 1933 tot ten minste 0.83 ten honderd van de geheele schuld, vermeerderd met het bedrag der door die verplichte aflossingen vrijgevallen rente. De aflossing geschiedt a pari. De schuld bewijzen worden bij loting in de maand December ter aflossing aangewezen. De leening zal in uiterlijk 40 jaren zijn afgelost. De aflosbaargestelde obligatiën ver jaren 30 jaren na den eersten dag waar op zij aflosbaar zijn. De formulieren voor de inschrijving zijn verkrijgbaar vanaf 23 Februari aan de kantoren van inschrijving. De inschrijvingen moeten beloopen dragen van 100 of veelvouden daarvan. De inschrijvingen waarvoor de 6 pCt. obligatiën van 1922 A worden gebezigd, zullen ten volle worden toegewezen. Bij de tot storting aangeboden obliga tiën moeten gevoegd worden de bijbehoo- rende, nog niet vervallen coupons van September 1932 en volgende, waarvan da rente over de maand Maart nog wordt verrekend. De storting moet geschieden op Vrijdag 1 April 1932 ten kantore waar de in schrijving is geschied. Bij elke storting worden voorloopig recepissen aan toonder uitgereikt, welke zoo spoedig mogelijk kosteloos zullen worden ingewisseld. Een beslagen tong Is een vrij zeker bewijs van slechte spijsvertering en verstopping. Ook voor kinderen zijn Poster's Maagpillen, het bekende laxeermiddel, uitstekend. f 0.65 fier flacnn. door K. R. G. BROWNE. 42) Dit lesje werd echter niet gelezen, doordat hij in den tuin van zijn „kost huis" op zijn hospita stiet. De militante veldwachtersvrouw stond van af het mid den van het pad met haar handen in haar zij, het bed slakropjes te bekijken. Bij het hooren van voetstappen keerde ze zich om en keek hem aan met een blik, die een Viking den schrik in het hart zou hebben doen slaan. „Kaik is naor me slaaikroppe!" zei ze verbitterd. „Kaik toch is an!" Fanshawe-Smith keek naar de slakrop jes. „Ze zien er wat verlept uit, wat?" zei hij beleefd. „Wat is het geweest... een kud de schapen?" Onder zijn nonchalant spreken door, lette hij scherp op zijn ama zone-hospita, want al was hem de conditie van de „slaai" eerst ontgaan, nu hij het slagveld zag, begreep hij onmiddellijk hoe ze in zoo'n deplorabelen toestand kwa men. Maar haar gezicht stelde hem vol komen gerust, „Ik weit neit, maor 'k zal der wel achter konune en as ik derachter ben. za'k ze wat «ars leeren. Ik docht eerst, da de hond van Tom Rumbelow 't 'edaen had, maor dat ken een hond alleenig niet doean. En ik, die zoo fors op me slaai was en kaik nou eris neit genog om een kip mee tevreje te stelle en dat noa al 't wark, dat ik eraon daen heb en terwail me beene zoa zeer doean, dattik der omtrent neit op staen kan, laot doar „Zouden het geen slakken geweest kun nen zijn?" opperde Fanshawe-Smith met een deelnemend gezicht. „Ik meen on langs ergens gelezen te hebben, dat slak ken in de lente wel-is van de kook gaan en dan de gekste dingen doen. Mis schien „Slakke! As dat slakke daen hebbe, dan benne 't slakke met broeke an 'eweest. 't Zou main niks verwondere", ging Mrs. Turtle gewichtig voort, „as die stroopers der meer van wiste „S t r 0 0 p e r s?" „Joa, die stroopers, waor Turtle ach- teran zit, hun van Joe Balitho, die blai mag zain, assie zijn duite kraigt, want ik zeg maor, dat alles geen goud is datter blinkt. Hai had zoo'n gruwelike hoast, da'k neit goead begriepe heb, watter was, moar ze schaine v'nnacht achter Sir John ze fasante 'ezete te hebben. Neit dat ik dervan opkaik na de menier, waor ze hier op te keer 'etrokke hebbe, gister, toe ze 0111 me woaterkruuk kwoame „Wat! Zijn ze hier om uw..." „Joa me warmwaoterkruuk. Et wasse der drie, een dikke ouwe, een klaine jonge en een vrouwmensch en ze hielde maor an da'k ze me waoterkruuk most geve of em verkoope, wa'k neit doean wou om rede de juffrouw 'em main in aige per soon. mit der aigeste hangde egewe heb. Ze wiste neit, wat ze doean moste, toe ik zai nee, en nee en nee en as je 't main vraogt hewe ze me slaoi zoo toe'etaokeld om main te treiteren. As je 't main vraogt binne ze 'ier gisteraovod neit om 'n goeie rede 'ekomme, warmwaoterkruuk of geen warmwaoterkruukAs je main vraogt" „Maar u wilt me toch niet vertellen viel Fanshawe-Smith haar in opperste verbazing in de rede, „dat die drie, die bij Bolitho logeeren, gisteravond hier zijn ge weest en geprobeerd hebben u uw warm waterkruik afhandig te maken?" „Krek, zoo is 't net! Maor ik hew 't neit 'edaen om rede da'k je bed dermee most warme en om rede de juffrouw 'em uit der aigeste hangde „Maar waarvoor moesten ze dat ding hebben?" „Jao..., dat wouen ze main neit zegge, te minste neit rechtuutEn nou gao'k er van deur, meneer, wan'k moet de jóf- frouw der veurkaomer schoonmaoke on- dertusse dat ze weg is As-u temet nog wat hewe mot Haar „kommesaal" stond te kijken, of hij in trance geraakt was. Maar bij haar laatste vraag kwam hij met een schok tot de werkelijkheid terug. „Wat? O, nee, dank u welIk heb niets meer noodig". Mrs. Turtle lachte hem beangstigend- vriendelijk toe, keerde zich zwaarwichtig een halven slag om en stevende het pad af. Fanshawe-Smith bleef haar nakijken tot ze uit het gezicht verdwenen was. Dan keerde hij zich 0111 en ging, diep in ge dachten, het huisje binnen. Tijdens zijn wandeling door de minia tuurgang en het beklauteren van de steile trap bleef hij bezig met deze merkwaar dige ontdekking. Als hij de menschelijke grammofoon, die Mrs. Turtle heette, goed begrepen had, waren Carmeneita en haar handlangers gisteren bij genoemde Mrs. Turtle gekomen om een warmwaterkruik te leenen of te koopen, dit laatste zoo noo dig, voor een heelen zak vol zilverlingen. Dus Carmeneita of Mr. Todd of vriend Carr had een w:armwaterkruik noodig. Maar waarom waren ze, teneinde dien wensch te bevredigen, naar Mrs. Turtle getrokken, terwijl Mr. Bolitho hen natuur lijk ook aan een dergelijk artikel had kun nen helpen? Nu herinnerde hij zich ook dat hij den vorigen avond, bij het naar bed gaan, een warmwaterkruik aan zijn voeteneinde ontdekt had en dat hij het ding er één, twee, drie uitgewipt had, aangezien zijn circulatie nog niets te wen- schen lietMaar wat voor aantrekkings kracht kon dat onnutte meubel voor het vijandelijke driemanschap hebben? De heele geschiedenis leek verduiveld veel op een flauwe, zoutelooze grap. Terwijl hij zoo zijn hersenen pijnigde om het verband tusschen Miss Milligan, warmwaterkruiken en den presidentszetel van Guayacuador te vinden, had hij de deur van zijn slaapkamer bereikt. Hij stiet haar open en ging naar binnen. Het eer ste wat hij zag was de bewuste warmwater kruik aan een voeteind-knop van zijn bed, want door haar onrust, „omdat ze uit schoonmaken most", plus haar veront waardiging over haar „slaaikroppe" had Mrs. Turtle haar huisvrouwelijke plich ten veronachtzaamd. Fanshawe-Smith deed de deur achter zich dicht, kwam een paar passen de kamer in en bekeek de waterkruik naden kend. Was dat de sleutel tot het raadsel? En zoo ja, hoe moest hij dan gebruikt wor den, om een goede oplossing te krijgen? Hij lichtte den gummi-zak van den knop en bekeek dien aan alle kanten, ondanks zijn nieuwsgierigheid, nonchalant, want de bewuste kruik was een doodgewoon exemplaar van haar soort. Maar terwijl hjj haar om en om draaide, een attentie, waarvoor de gummi-zak zich gevoelig toonde door kelig te gorgelen, kreeg hij opeens een schok van verbazing: zijn be tastende vingers hadden kleine harde voorwerpjes gevoeld, voorwerpjes, die aanvoelden als kiezelsteentjes of „Alle goden!" zei Fanshawe-Smith. Hij draaide zich om, sprong op zijn wasch- tafel toe, schroefde den stop haastig los en hield de kruik omgekeerd boven de kom. Het water gudste er uit en ging, eerst decrescendo klokkend en daarna tevreden nadruppelend, in de kom over. Hij schudde de kruik aanmoedigend en deze toonde haar dankbaarheid door een kleine diamant te laten vallen. Met een kreet van triomf knipte hij zijn zakmes open en slachtte de kruik door haar van onder tot boven door te snijden. Het vol gend oogenblik lag de gummizak afge dankt op den grond en stond hij met on- geloovige oogen te kijken naar een hoopje smaragden en brillanten in de holte van zijn hand, die daar lagen te schitteren, alsof ze hem over zijn pienterheid een complimentje maken wilden. „Alle goden!" zei Fanshawe-Smith. Op dat psychologische moment werd de deur opengegooid en kwam Miss Carmen eita Milligan de kamer binnenwandelen. HOOFDSTUK XV. Een „mixed single". \V anneer de noodzaak tot snel en gecon centreerd denken zich voordoet, is het menschdom, naar zijn reactie in drie groe pen te verdeelen. De eene volgt het voor beeld van een bekend staatsman en sluit zich op in een kamer die lucht-dicht, ge- luids-dicht en vrienden-dicht is. Nummer twee gaat, wat de keuze van denk-retraite betreft, van het idee uit, dat je het beste op plaatsen, waar het een daverend kabaal is, zooals bijvoorbeeld in een „ondergrond- sche" of een ketelfabriek, kunt denken. En de derde groep is de meening toege daan en handelt dienovereenkomstig, dat niets het denkvermogen zóó prikkelt als lichaamsbeweging. Miss Carmeneita Milligan behoorde tot de laatste categorie. Volgens haar, kon je het beste denken, als je je hoed opzette, je mantel aantrok en ergens, buiten, flink den pas erin zette. En toen ze, geen tien minuten vóór de lange arm der Wet haar beide helpers inrekende, deze theorie in praetijk bracht, liep en dacht ze zoo hard, dat de anderhalve rustiekeling, die zich op haar weg bevond, bij haar nadering eerbiedig uitweek, niet minder geïmpo neerd door haar vaart dan door de zeer vastberaden uitdrukking van haar ge zicht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1