GEMENGD NIEUWS Aanranding. De moord in den toren van de Gerardus-Majellakerk. LUCHTVAART Postvluchten van en naar Indië. BINNENLAND. melk. Zoo had zich volgens verdachte I. B. de zaak toegedragen. Het onderste uit de fleschjes wierp zij steeds weg. De verdachte E. noemt zijn medeverdachte een leugenaarster. Hierop werd de kaashandelaar E. onder handen genomen, die direct op krachtigen toon ontkende ooit het voornemen te heb ben gekoesterd, om J. B. uit den weg te ruimen. Op de vraag van den president of zijn medeverdachte dan stond te liegen, antwoordde hij resoluut: Ja, zij liegt! Hij wilde wel toegeven, dat hij, omdat de vrouw klaagde over de behandeling, die haar man haar deed ondergaan, had ver strekt een fleschje jodium, niet met de bedoeling J. B. te dooden, maar om hem suffig en kwijlig te maken. Het middel was naar de meening van H. E. min of meer onschuldig, maar het was misschien voldoende om J. B. beroerdig te maken, dan had zij, de vrouw, althans geen last meer van mishandelingen. Aangezien jodium echter niet veel uit werking had op het gestel van J. B. en de gehoopte suf- en kwijligheid uitbleef, gaf verdachte een aftreksel van Parijsch groen, waarvan verdachte beweerde de sa menstelling niet te kennen. Het was een middel om luis op gewassen te bestrijden, had de bediende van den Alkmaarschen drogist, alwaar verdachte het verderfelijk goedje had ingeslagen, hem medegedeeld. Dat hij het middel had verschaft om J. B. te dooden, dat was gelogen, eindigde H. E. zijn verklaring. „Hoort u het?" zeide de president tot I. B„ „blijft u nu toch bii uw verklaring? „Ja", antwoordde de vrouw. „Dat liegt h ik blijf er b;j". De echtgenoot nog altijd zie kenhuispatiënt. De getuige, die de meeste sensatie had kunnen verwekken, de vergiftigde echt genoot J. B„ was te ziek om persoonlijk te kunnen verschijnen. Zijn verklaring, neergelegd in producties 29 en 67 van het dossier, behoefde, daar niemand er prijs op stelde, niet te worden voorgelezen. Wat de huisarts Dr. Pameger verklaarde. Ongetwijfeld was Dr. J. H. Pameyer, de huisarts van de familie J. B., een der meest belangrijke getuigen a déchearge in dit giftproces. Dr. Pameyer. 'n reeds bejaard medicus, doof en met een zwakke stem, werd uitge- noodigd vlak voor de groene tafel plaats te nemen en was moeilijk- te volgen. Hü verklaarde uit bezwaren, ontleend aan zijn opvatting omtrent den godsdienst, ongenegen te zijn den eed af te leggen en volstond na teekening van het formulier, aiet het afleggen van de belofte. Wat hij overigens verklaarde was zeer belangrijk. J. B. een maaglijder. Zoolang getuige-deskundige in Alkmaar als medicus was gevestigd, practiseerde hij over den landbouwer J. B„ eerst te Eg- mond-Binnen, later te Bergen woonachtig. Bedoelde J. B. souffreerde aan een maag zweer en hem werd, bij ernstige aanval len, een streng dieet voorgeschreven. Dit was ook in den loon van den afgeloopen zomer het geval. Zeer vreemde verschijnselen. De werking van de maagzweer werd door de deskundige behandeling en het dieet weer tot staan gebracht, maar vreemd genoeg, bleef de verwachte verbe tering van den toestand van een patiënt beslist uit. Integendeel vertoonden zich verschillende raadselachtige verschijnse len. De patiënt begon te lijden aan ontste king van keel en mond, zoodat getuige begon te denken aan door infectie verkre gen mond- en klauwzeer. Het onderzoek van het speeksel bracht echter geen op lossing. Daarop werd ook de slokdarm aangetast. De patiënt had moeilijkheden met slikken en verklaarde zich nimmer zóó ziek te hebben gevoeld. De medicus begon toen weer aan diphteritis te den ken. Maar daarna vertoonden zich blaren, uitslag aan neus en gelaat. De patiënt kreeg neusbloedingen, er trad necrose of huidversterving on. De patiënt was voort durend misselijk, nog meerdere vreemde verschijnselen deden zich voor, kortom, de geneesheer vond het een vreemde ge schiedenis. zooals hij nog nimmer had meegemaakt Bezorgd vroeg hij aan de vrouw wie het eten van den patiënt klaar maakte, waarop deze antwoordde, dat zij zulks zelf deed. Dr. Pameyer stelde daarop een zenuwonderzoek in en begon zoo lang zamerhand achter de waarheid te komen. Het leven van den patiënt in gevaar. Op 22 October zei Dr. Pameyer tot zijn patiënt: „B„ je leven staat op het spel, als je je niet onmiddellijk laat opnemen in een ziekeninrichting, ga je beslist dood." De man, die reeds in een ellendigen toe stand verkeerde en niet in staat meer was, om op te staan, gaf gehoor aan die bood schap des doods en liet zich opnemen in het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar. Het geheim der raadselachtige ziekte eindelijk na ongeveer 3 maanden opgelost! Ka de opname in het ziekenhuis van den patiënt B. ham Dr. Pameyer onmid dellijk krachtige maatregelen. Hij liet den patiënt een dosis wonderolie toedienen en met assistentie van eenige verpleegsters stelde liü een voorloopig onderzoek in. Hij constateerde, dat de uitgeworpen faeces afschuwelijk riekte en een groenachtige kleur vertoonde. Hij verzond deze ver dachte faeces in een verpakte jampot naar het laboratorium van het volksgezond- heidsbureau te Utrecht, terwijl hjj tevens de urine van den patiënt deed onderzoe en. Het resultaat van dit onderzoek bracht op evidente wijze aan het licht, dat «itn iit lee aan chronische arsenicum- ergift iging. In de urine werd aangetoond een kwantum arsenicum, li maal méér dan normaal bestaanbaar kon worden ge acht. Het is waar, dat gewoonlijk in elke urine sporen van arsenicum worden ge- Voii.en, doch deze hoeveelheid bedraagt J«u i :et veel meer dan 10.(R)0ste milligram |er liter. Het oordeel van den medicus over de echtgenoote was gunstig. Dr. Pameyer verklaarde aanvankelijk nimmer het vermoeden te hebben gekoes terd. dat de verstandhouding tusschen de echtelieden niet aangenaam was. J. B. was toen hü nog te Egmond-Binnen woonde, zwaar ziek geweest en zijn vrouw had hem toen met groote zorg en belangstelling ver pleegd. Getuige had van haar een goeden indruk gekregen en zij gedroeg zich voor beeldig. Eerst later had de vrouw hem eens medegedeeld, dat haar man haar mis handelde en een schop toegediend had. Vermoedelijk was deze oneenigheid het gevolg van de ongelukkige omstandighe den, die zich'hadden voorgedaan. De stukken van overtuiging niet met de noodige zorg be handeld. Over de correcte wijze waarop met het door Dr. Pameyer opgezonden jampotje was omgesprongen, werd juist niet onver- deeld gunstig gesproken. Men had er op 1 het laboratorium nogal nonchalant mee omgescharreld. De verdediger, Mr. Muller 1 Massis, die niet nalaat ook de kleinste mug dood te slaan, maakte daar dankbaar gebruik van. Dergelijke zendingen moeten ook niet door leeken, doch door de justitie worden verricht. Dan alléén is er een goede waarborg tegen verwisselingen. De vergiftigde in levensgevaar. Volgens verklaring van de H.H. des kundigen Hoeneveld en Pameyer had Jan Br. wel degelijk in levensgevaar ver keerd, zooals nader werd uiteengezet. De moeilijk ontwrongen ver klaring der dienstbode van de familie Br. De dienstbode, mej. Wokke, bleek op mevrouw noch op mijnheer gecharmeerd te zijn. De oorzaak van de veelvuldige ruzie in het gezin was gewoonlijk mevrouw, doch ook de heer Br. was niet vriendelijk. Zij had mevrouw wel eens hooren zeggen: was ie maar dood! De broeder van den tweeden verdachte. Een broeder van verdachte noemde verschillende goede en ook minder goede eigenschappen van zijn broeder. Hij was goedhartig en behulpzaam, maar erg ge makkelijk en teerde op vaders reputatie. Voorts een zeer gesloten karakter, dat zijn verdrietelijkheden niet tot uiting bracht. Nog meer gunstige getuigschriften. Nog verschillende getuigen, door mr. Muller Massis opgeroepen, legden ver klaringen af, die in het voordeel van verdachte E. konden worden beschouwd. Het oordeel van Dr. Krugtbosch. De bekende psychiater van het gesticht »Duin en Bosch*, had verdachte lmmetje geobserveerd en geconstateerd, dat ver dachte niet scherpzinnig was en geneigd was ontoelaatbare gedragingen niet al te j zwaar te tillen. Berouw toonde zij niet, doch zij was niet voldaan over de beroo- ving van haar vrijheid en de meening toegedaan, dat zij na haar mans dood met baar vriend E. een mooi leven had kun nen krijgen. Verschillende bezoekers op de tribune van bun stokje ge vallen. Eenige nieuwsgierigen in de z.g. En gelenbak, tot barstens toe gevuld, kregen het leelijk te kwaad in de melige atmos- pheer en moesten door de veldwachter naar buiten worden gesleept. Boontje kwam om z'n loontje! De verdachte E. gehoord en de zaal ontruimd. Na verhoor van verdachte E., die bleef "bij zijn verklaring dat het er alleen maar om te doen was geweest, Jan Br. suf en kwijnend te maken, kwamen meer intieme besprekingen aan de orde en werd de behandeling met gesloten deuren voort gezet. Tot Woensdagmorgen 10 uur was er geen kans meer voor de luistervinken*. Mr. v. d. Feen de Lille, de officier van justitie aan het woord. Een zeer belangwekkend reguisitoir. Bijna onmiddellijk na den aanvang der Woensdagmorgenzitting verkreeg de officier gelegenheid tot het nemen van zijn requisitoir tegen beide verdachten. Een requisitoir, dat uitmuntte door vorm en stijl en getuigde van een diep inzicht in deze in den grond zoo treurigen zaak. Meer dan anderhalf uur sprak de officier, doch geen oogenblik verflauwde de aandacht. Spreker ter inleiding de attentie vesti gende op de twee belangrijke strafzaken, die zoo kort na elkander aan het oordeel der Rechtbank waren onderworpen, sprak vervolgens een woord van diep medelijden met het slachtoffer dezer onmenschelyke behandeling, de man die in het zieken huis geduldig zijn ellendig en droevig lot draagt, soms kermend: was ik maar dood! andermaal weer hoop koesterend op beterschap, een beterschap, na een erbarmelijk lijden van vier maanden, die de officier hem van harte toewenschte. Vervolgens bracht de officier hulde aan Doctor Pameijer voor diens krachtig in grijpen eil tactvol optreden met volledige eerbiediging van zijn ambtsgeheim. De aard van het toegediende vergif besprekende releveerde de officier, dat het mengsel bestond uit z.g. Parijsch groen, een verbinding van koper en ar- senfgzuur, verdund niet water, waarvan de verdachte Hendr. E. aan lmmetje B., met wie hij een verhouding had, respec tievelijk 6 gereedgemaakte fleschjes had, ter hand gesteld, 4 fleschjes waren door fm. B. gebruikt, doch voorliet toedienen van de twee laatste fleschjes had zy geen gelegenheid meer, omdat inmiddels de man uit deze doodefijke omgeving naar het ziekenhuis was over gebracht. Inzake het moordplan wat verdachte B. betrof, zij had een volledig bekentenis afgelegd en erkend, dat het haar doel was, haar man, met wien ze geen prettig leven had, uit den weg te ruimen. Aanvankelijk wilde zij haar medeplichtige Hendr. E. niet verraden, maar ten slotte gaf ze dan toe, dat zij in Juli 1931 samen hadden overlegd en het moordplan hadden be raamd. De dienstbode kreeg argwaan en was bekend met het voor nemen. De dienstbode Anna W. vielhetop.de geheimzinnigheid waarmede haar me vrouw persoonlijk zorgde voor het eten, dat voor haar echtgenoot was bestemd. Jan B., de echtgenoot, die laboreerde aan een zweer aan den twaalfvingerigen darm leefde steeds op dieet en ontving dus gewoonlijk afzonderlijk voedsel. Het zoontje van het echtpaar, Pie'mocht nooit aan het eten van vader komen, of aan de glazen waaruit vader had gedronken. De overgeschoten pap werd steeds wegge gooid, ook de hond mocht er niet van eten, voorts gaf mevrouw B. meermalen aan de dienstbode te kennen, dat haar echtgenoot haar niet aangenaam was. Het huwelijksleven niet gelukkig. Inderdaad was het huwelijksleven van verdachte J. B. niet gelukkig, maar de grootste oorzaak hiervan was de tweede verdachte, die er achter zat. Dikwerf ruzie in het gezin. De echtgenoot J. Br. was dit niet on bekend gebleven en deze relatie was de oorzaak van de mishandelingen, de ruzie en scheldpartijen. De officier was de meening toegedaan, dat hier het spreek woord Twee kijven, twee schuld, van toepassing was. De zieke man geneigd tot ver giffenis. Het was den Heer Officier uit per soonlijke ervaring bekend, dat de echt genoot niet op wraak zint. Spreker had hem persoonlijk in het ziekenhuis be zocht en hem gevraagd of hij geen arg waan koesterde en hij antwoordde: Wel neen meneer, dat verwacht je toch niet van je eigen vrouw? En toen had hij zich, verstikt van aandoening, afgewend. De intentie van H. E. sterk betwijfeld. De üüicier wenscht niet aan te nemen de verklaring van H. E., dat het alleen de bedoeling was om J. Br. suf en kwijn- derig te maken. Het lag niet in zijn voornemen, den echtgenoot onschadelijk te maken door hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, maar om hem te dooden. Jodium hielp blijkbaar niet en toen zou E. wat anders geven. Dat was het beruchte Parijsch groen. De bediende van den drogist, waar E. dit goedje gekocht had, zou hebben ge zegd, dat het diende om luizen te dooden, doch de officier nam niet aan, datH. E. bedoeld praeparaat aan I. B. zou hebben verstrekt, als hij niet was overtuigd.dat zulks een meer krachtige uitwerking zou hebben. Verdachte E. zou er zijn fa milie en vrienden niet op ge- tracteerd hebben. De officier was er van overtuigd, dat H. E. dit „onschuldig" middel niet zou hebben toegediend aan zijn eigen familie of vrienden. De treurige toestand van J. Br. na de geregelde toediening van dit Parijsch groen, waarvan de vrouw voort durend een kleine dosis in de melk, de pap of de thee toediende, was toch aan den verdachte niet onbekend. Deze toe stand werd toch zonder twijfel door de verdachten besproken. Op knieën en handen naar boven gekropen. En de toestand van den echtgenoot was vooral de laatste 14 dagen, toen hij nog thuis werd „verpleegd", allerellen digst. Het was zoover met den ramp zaligen man gekomen, dat hij zich niet meer staande kon houden en op handen en knieën naar boven kroop! Nog één week en hij was dood geweest. Het was gelukkig dat Dr. Pameijer toen het oogenblik gekomen zag om tusschenbeide te komen. Indien de toe diening van het vergift nog gedurende een week was voortgezet, had het slacht offer dit met den dood moeten bekoopen. En het doel zou bereikt zijn, de dood van den echtgenoot, die den tweeden verdachte in den weg stond. Hendrik E. was jaloersch. De tweede verdachte toch wenschteB. voor zich allgen te hebben. Hij was jaloersch en daarom moest Jan Br. uit den weg geruimd worden. Geen mededader, geen uit- lokker, maar medeplichtige. Wat de juridische constructie van het geïncrimineerde feit betrof, de officier was de meening toegedaan, dat Hendrik E. medeplichtig was aan het misdrijf: poging tot moord; zooals door den officier nader werd aangetoond. Het begin en de ontwikkeling van de verhouding. Meer uitvoerig schetste de officier de aanleiding der tusschen verdachten ont stane verhouding. De verdachte J. B. had geen voldoening meer omtrent haar echtgenoot, zij zocht troost hij verdachte, die met zijn vrouw naast de fam. B. was komen wonen. Die vrouw was ernstig ziek en vertoefd» in het ziekenhuis. Het huis was verlaten en aan J. B. had verdachte E. gevraagd, een weinig toezicht te willen houden. Deze toenade ring had een liefdesverho'uding geschapen met een man, die kon worden geken schetst als oppervlakkig en lichtzinnig'. De geestesgesteldheid van I. B. Dr. Kruytboscli uit Bakkum, die de vrouw psychiatorisch had onderzocht, had gerapporteerd, dat zij intellectueel zoo wel als moreel te kort schoot, alhoewel zij verantwoordelijk kon worden geacht voor haar daden. Zij had zich een mooi leven voorgesteld als haar man dood was. De vermoorde vader op zijn doodsbed. Op indrukwekkende wijze schilderde daarop de officier echter net vreeselyke tooneel, dat haar steeds voor oogen moest staan. Haar man op zijn doodsbed, door haar hand van het leven beroofd, wat moest zij zeggen tegen haar kind, als het vroeg naar zijn vader? (Hier werd het verdachte lmmetje B., die ingespannen had zitten luisteren naar het betoog van den officier, toch te machtig en barstte zij in een vloed van tranen uit). I. B. stond geheel onder in vloed van haar medeplichtige. De verdachte lmmetje B. was niet ge heel ongevoelig voor het luguber bedrijf dat door hen werd verricht, want meer malen vroeg ze aan Hendrik E.: kunnen wij daar nu geen kwaad mee?, doch deze oppervlakkige en lichtzinnige man ant woordde dan luchtig: o, dat merken ze toch niet! En daarmede stelde de vrouw zich tevreden. Ze stond geheel onder invloed van haar minnaar 1 Lichtpunten ten voordeele van lmmetje. De officier wees voorts op haar open hartige bekentenis en haar berouw, waar van ook haar man kennis droeg. Het is nu slechts haar wensch te leven met man en kind, nu zij aan den invloed van tweeden verdachte is onttrokken. Trou wens, ook niet altijd stond zij vijandig tegenover haar man. Indien er vrede was in het gezin, hield zij op hem te ver giftigen, doch kwam er weer ruzie, dan greep zij ter voldoening van haar wrok gevoel weer naar het Parijsch groen. De persoon van verdachte Hendrik E. Over tweeden verdachte was de officier al zeer slecht te spreken. Hij werd door de getuigen a décharge, door Mr. Muller Massis naar voren geschoven, afgeschil derd als 'n doodgoeie man, die niet ge acht wordt iemand naar het leven te staan. Hij had zelf eenmaal de uiterste pogingen aangewend, een jongen te redden, die te water was geraakt. De man met het dubbele leven. De officier beschouwde hem echter als een man met een dubbel leven, een over spelige bedrieger, wien den dood van den man welkom was, omdat hij dan zijn minnares alleen voor zich kon hebben, en alle gevoel van schuld missende. Geen spoor van wroeging of berouw. De officier had bij den verdachte E. niet het minste teek-en van wroeging of berouw aangetroffen, wel had hij ten- langeleste aan den echtgenoot in het ziekenhuis een briefje geschreven waarin echter alle spontaniteit te vergeefs ge zocht moest worden. Groot verdriet en verslagen heid bij de familie E. De officier schetste vervolgens het groote verdriet dat verdachte aan zijn met eere genoemde familie had berok kend. Zijn grijze vader had hem geschre ven, aandoenlijk, zonder wrok, maar met diepe droefheid. Verdachte, die een smet heeft geworpen op den eervollen naam en de zaak van de familie, is echter on gevoelig gebleven. Hij noemde zich zeiven stom en onvoorzichtig, maar hij blijft zonder berouw en van den boetvaardigen zondaar is niets te bespeuren. De officier kan dan ook in zijn zaak geen lichtpun ten vinden. Verdachte heeft een leelijke rol gespeeld, zeide de officier ten slotte. En beide verdachten wat de strafbaarheid betrof, ied^r over een kam scherende, requireer- de h'j voor elk ('er v a h nn Een gevangenisstraf voor den tijd van 6 jaar. Hierop volgden de uitvoerige pleidooien, die tot laat in den middag voortduurden. Uitspraak werd bepaald op Dinsdag 1 Maart a.s. Binnenland. Dinsdagavond om elf uur hebben twee personen een aanslag gepleegd op den heer J. van Tarel, die van een vergade ring te Coevorden kwam en zich naar de boerderij van zijn moeder, gelegen aan den Esschenburgerdijk, wilde begeven. De aanranders sloegen hem meteen hamer op het hoofd en hebben getracht hem met een touw te wurgen. De aangevallene is er in geslaagd te ont vluchten en is naar de op ongeveer 6(10 meter afstand staande marechaussee kazerne te Coevorden geloopen. De mare chaussees hebben direct een onderzoek ingesteld en op aanwijzing van den aan gevallene gearresteerd een zekeren G. te Coevorden. Gezocht wordt nog een 22- jarige V., vroeger te Coevorden, thans te Nieuw-Amsterdam. Deze laatste was Dinsdagnacht twee uur in zijni woning niet te vinden; men veronderstelt, dat ny de wijk naar Duitschland heeft genomen. Verondersteld wordt, dat de aanrandeis bij de weduwe van Tarel, de moeder van den aangevallene.hebben willen mm eken. Deze familie staat als goed gesitueerd bekend en woont op een afgelegen plek ten Oosten van den weg van 'oevorden naar Duitschland. De verwonding van deu heer van Tarel is niet levensgevaarlijk. Dinsdag heeft voor het gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep de zaak gediend tegen den aannemer J. G. M., door de rechtbank te Amsterdam ver oordeeld tot levenslange gevangenisstraf terzake moord op den leidekker L. Arken bout. Volgens de beschuldiging heeft verdachte dezen leidekker, op wien hij een zgn. compagnonsverzekering tot een be drag van f 50.000 had gesloten, op 29 Maart 1929 boven in den koepel der toen pas voltooide r.-k. kerk aan het Ambon- plein (St. Gerardus-Majella) bij het luik, dat toegang geeft tot den omloop aan den buitenkant, met een zwaar en hard voorwerp op het hoofd geslagen en hem aldus zoodanig letsel toegebracht, dat hij kort na zijn overbrenging naar het O.L.V.- gasthuis tengevolge daarvan is overleden, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen. Anderhalf jaar heeft men gedacht, dat er niets dan een noodlottig ongeluk in het spel was; M. had dan ook reeds lang het bedrag van de verzekering geïncas seerd, toen later, nadat hij gepoogd had opnieuw een- compagnonsverzekering op een zijner werklieden te sluiten en wel tot een nog veel hooger bedrag, vermoe dens tegen hem zijn gaan rijzen, die tot een gerechtelijk onderzoek en tot zijn veroordeéling hebben geleid. Van het vonnis, waarbij de rechtbank te Amsterdam hem, nadat de zaak voor het instellen van een onderzoek naar zijn geestvermogens geschorst was geweest, tot levenslang veroordeeld had, is M. in hooger beroep gekomen. Bij de behandeling van zijn zaak voor het Hof was er groote belangstelling. De publieke tribune was geheel bezet en ook de gereserveerde plaatsen in de zaal waren bijna alle ingenomen. De verd. werd binnengeleid tusschen twee rijksveldwachters. Zeer zenuwachtig en gejaagd begon hij, gelijk hij steeds gedaan heeft, zijn onschuld vol te houden. Verschillende partijen werden daarna gehoord. Waarna de zitting werd geschorst tot hedenmorgen 10 uur. GRIEP. Te Venlo is gisteren het St. Thomascol lege (Handelsschool) gesloten, wegens het heerschen van de griep onder de leeraren en de leerlingen. KOLENDAMPVERGIFTIGING. Gisterenmorgen is in de kweekerij van den heer G. Boer te Achterdiep, ge meente Sappemeer, de 27-jarige nacht stoker J. Spakman, uit Slochteren, dood in een stookhut gevonden. Dr. Beukema stelde kolendampvergiftiging vast. Spak man had tot taak, de stookhutjes in de kweekerij na te kijken, en is waarschijn lijk wegens den regen in een hokje blij ven zitten. Hij was gehuwd en vader van één kind. DOOR EEN VRACHTAUTO OVERREDEN. Op de Willem de Zwijgerlaan in Den Haag, hoek van Boetzelaerlaan, is giste renochtend omstreeks kwart vóór vijf de 20-jarige C. G., hulpbesteller der poste rijen, uit de Markenschestraat, door een vrachtauto aangereden. De jongeman bleek een schedelbreuk en zware inwen dige kneuzingen te hebben gekregen. De geneeskundige dienst vervoerde hem naar het „Roode Kruis"-ziekenhuis; bij aankomst aldaar was hij reeds aan de verwondingen overleden. Volgens odggetuigen had G., die per fiets was, den van rechtskomenden vracht auto, bestuurd door S., uit Rotterdam, geen voorrang verleend. VAN EEN SPOORTREIN GEVALLEN. Gisterennacht werd op het rangeerter rein te Susteren de arbeider-remmer Schoeren uit Venlo, die als achterste rem mer dienst had, vermist.'Aan het perso neel van een goederentrein, die uit Suste ren naar Roermond vertrok, werd opdracht gegeven tijdens den rit naar S. uit te zien en den trein langzaam te laten rijden. Aan den overweg op de lijn Roermond Dallieim, werd S. niet een afgereden been op de spoorlijn gevonden. Waarschijnlijk was hü van den wagon gevallen. Hü werd naar het St. Laurentiusziekenhais overge bracht. Spoedig daarna is hij overleden. Hü laat een weduwe met vijf kinderen achter. BIJ RANGEERINGSWERK- ZAAMHEDEN GEDOOD. Gisterenochtend omstreeks negen uur is de stationsambtenaar F. de Boer te Leeu warden, die de leiding had van rangeer werkzaamheden op het emplacement a.- daar. voor een in beweging zijnd treingc- deelte gevallen. Het hoofd werd hem ver brijzeld. De overledene was 39 jaar oud en gehuwd. SMOKKELAAR DOODGESCHOTEN. Te Posterholt passeerde gisteravond de heer S., uit die gemeente, die 5 pond meel bü zich had, met zijn verloofde de grens. Hy werd aangehouden door een Duitsche douane-beambte. Toen de man, tegen het bevel van den beambte, door liep, richtte de laatste zijn geweer op hem en trof den man doodelyk. Het meisje bleef ongqdeerd. Buitenland. EEN GEVAL VAN AMOK TE MANILLA. Tien personen gedood. Een enkel man met een geweer gewa pend heeft te Manilla amok gemaakt. Hij doodde tien personen cn kwetste er tien, voor hij zelf door soldaten werd neer- "elcd. Het geval 1 crt ge!' 'd tot ern stige opstootjes i Moro-bevolking ian Manilla. ERNSTIG ONC LUK BIJ EEN AARDVERSCHUIVING. Vijf arbeiders gedood. Bij het verbeteren van een weg in de natnjheid van Nice, vond gisteren een ern stig ongeluk plaats, waarby vijf arbeiders werden gedood en een zwaar gewond. Nadat de arbeiders een gedeelte van een rots, die langs den te verbeteren weg liep, hadden laten springen, kwam de grond plotseling in beweging en werden zes ar beiders door een aardverschuiving bedol ven. Drie hunner werden dood onder de aardmassa vandaan gehaald. Van de drie anderen, die zwaar gewond naar een zie kenhuis werden vervoerd, zyn twee korten tyd later overleden. Heen. De „Uil" is 24 Februari, om 4.42 u. van Bosjir vertrokken en om 18.00 u. te Ka- ratsji aangekomen. Terug. De „Leeuwerik" is 24 Februari om 5.45 u. van Djask vertrokken en om 15.55 u. te Bagdad aangekomen. DL GRAF ZEPPELIN WEER NAAR Z -AMERIKA. Het luchtschip Graf Zeppelin zal 10 Maart van Friedrichshafen naar Pernam- buco vertrekken. VLIEGONGELUK. Twee dooden. Bü Avallon is Zondag een particulier vliegtuig verongelukt. De beide men- schen in het vliegtuig zün omgekomen. PRESTATIES VAN ONZE VLIEGERS OP DE ROUTE NEDERLAND—INDIË. Reuter heeft onlangs gemeld, dat een der groote Handley-Page-vliegtuigen van den Britsch-Indischen postvluchtdienst een nieuw Engelsch record heeft geves tigd door den afstand BoesjirKaratsji in één dag af te leggen. Naar aanleiding van dit bericht vestigt het Bat. Nieuwsblad er de aandacht op, dat de Nederlandsche mailvliegers Ka ratsji—Boesjir al verscheidene malen in één dag hebben gevlogen, maar nooit de moeite hebben genomen, in de wereld pers hun records te proclameeren, zoodat eerst thans onwillekeurig op hun prestatie het juiste licht valt. Intusschen heeft de Leeuwerik in de eerste week van Februari een record gevestigd, dat nog heel wat anders inhoudt, nl.: in één dag van Mersamathrouh naar Jask. Boesjir Karatsji is 1590 km, dus een 200 km meer dan Medan Batavia. De afstand Mersa mathrouhJask is ongeveer 2900 km, of by'na tweemaal zooveel als die, waarmede thans een nieuw Engelsch record is ge vestigd. Een der lezers van de Nw. Rott. Crt. ontving dezer dagen per vliegpost een brief uit Indië en eenige dagen later ook een brief per vliegpost uit Zuid-Afrika. De brief uit Indië was op de plaats van verzending afgestempeld op 5 Fe bruari en hier ontvangen op 15Februari: reisduur 10 dagen. De brief uit Zuid-Afrika was te Kaap stad afgestempeld op 27 Januari en hier ontvangen op 17 Februari: reisduur 21 dagen. Ier de heetgebakerde KERK EN VREDE. Een protest aan de Japansche regeering. Door het Hoofdbestuur van Kerk en Vrede is een protest gericht aan de re geering van Japan en aan den Gevol machtigden Minister van Buitengewoon Gezant te 's-Gravenhage, inzake het Ja- pansch-Chineesche conflict. Het adres luidt als volgt: „Ondergeteekenden, leden van het Hoofdbestuur der Christen-antimilitai- ristische Vereen iging „Kerk en Vrede", tellende 8900 leden, waaronder 355 voor gangei's van verschillende Christelijke kerken, met verontrusting kennis genomen hebbende van Uwe militaire maatrege len tegen de bevolking van China, waar bij tallooze menschenlevens op jammer- lyke wijze zijn vernietigd en eigendom men verwoest, wenden zich met protest tot Uwe Re geering en wijzen Haar op Haar plicht zich van gewelddaden te onthouden, waar immers 'voor iedere regeering, aangeslo ten bij den Volkenbond de weg open staat tot arbitrage en rechtspraak. Zü meenen Uwe Regeering te moeten waarschuwen uit naam van Godsdienst, Menschelijkheid en Recht niet op dezen heilloozen en onmenschelijken weg voort te gaan, daar op deze wijze de Japansche Regeering en het Japansche volk, bij de huidige ontwikkeling der internationale publieke opinie gevaar loopen zich bui ten de geestelijke gemeenschap der na tiën te plaatsen. Zü doen een dringend beroep op het Japansche Volk niet langer te dulden, dat hun medemensehen in China op zulk een gruwelijke wijze worden behandeld als bij oorlogsbedrijf het geval is. Zü besluiten dezen brief ter openbare kennis te brengen van alle buitenland- sche Legaties gevestigd in Nederland, bij het Secretariaat van den Volkenbond en de pers." (w.g.) C. J. Heer'ng, voorzitter. J. B. Th. Hugenholtz, algem. secicUrris.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 11