SNELDIENST Ko>p'$ Mager Ontbijtspek (zonder zwoerd) IS ALTIJD VAN HET CHINEESCHE 00RL0GST00NEEL DE DOUNDf lüWEtlt». NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht Nr. 7088. EERSTE BLAD ZATERDAG 5 MAART 1932 60ste JAARGANG De vergadering" van de buitengewone Assaniblée. - Gematigde redevoeringen van den Chineeschen en Japanschen gedelegeerde. - China kan de Japansche voorwaarden voor het staken van de vijandelijkheden niet aanvaarden. - De actie der Lappo-mcnschen mis lukt. BUS ALKMAAR—DEN HELDER 8.45 en 17.45 DAGELIJ K S De achtergrond der ontwapeningsconferenti£ In Crisistijd is kwaliteit goedkooper. SPOORSTRAAT 98 TELEFOON 339. OOK VOOR DAMES Wordt het Chineesehe Leger inderdaad door Duitsche officieren aangevoerd 30-35 40 ct. Wederom rugpijn. FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fi.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20 Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 et. .p.6ct. erschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. c. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat.78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van ltm.3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres uieau vd. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. De verqaderinq der buitenqewone As- semblée van den Volkenbond is Donder dagmiddag begonnen en heeft tot op dit oogenblik, Vrijdagmiddag, nog geen schokkende gebeurtenissen opgeleverd, gelukkig. Paul Boncour heeft de bijeen komst met een weinig positieve en weinig zeggende redevoering geopend. Zijn woor den waren meer een verontschuldiging voor het langzame van de behandeling van deze aangelegenheid in den Volkenbond, dan dat zij bepaalde vooruitzichten openden. Donderdagmiddag heeft de Chineesehe vertegenwoordiger, Yen, het woord ge kregen voor zijn rede van aanklacht. Hij l>egon met eenige afzonderlijke mededee- lincen, ..'aarvan de belangrijkste wel deze was, dat de onderhandelingen over den wapenstilstand waren afgebroken en dat het vechten op verschillende plaatsen was hervat. Daarna begon Yen zijn eigenlijke rede, waarin hij de feiten nog eens groe peerde en van Chineesch standpunt toe lichtte. Yen sprak weer heel goed. Zijn rede was knap in elkaar gezet en vooral door de groepeering der feiten was zij bü uitstek geschikt om het ernstige van zijn aanklacht tegen Jauan in het licht te lst<m treden. Ofschoon hij alles wat ten gunste van Japan kon pleiten, ook wat een in zicht gaf in de grieven die Japan kon koesteren, wellicht wat al te zorgvuldig achterwege liet, maakte zijn rede toch een gunstigen indruk door gematigdheid. Hij maakte zich weinig of niet schuldig aan overdrijving; hii sprak op kalmen toon zijn uitstekend Engelsch en aan het slot trof hij zijn toehoorders door niet met een felle peroratie tegen Japan te eindigen, maar veeleer een verzoenenden toon aan te slaan. Dat verzwakte echter allerminst de kracht van zijn aanklacht. Na Yen sprak de Japanner Matsoedeira. Ook hjj begon met een mededeeling. Hii las een telegram voor, waarin gemeld weid, dat de Japansche opperbevelhebber van leger en vloot last had gegeven den strijd te staken. Dit maakte echter na de jongere berichten van Yen niet veel in druk meer. Matsoedeira, die lastig verstaanbaar En gelsch spreekt, voerde eveneens zonder heftigheid het woord. Beide sprekers openden het debat op gelukkig peil. Mat- soedaira betoogde weer, dat China geen geordende staat was. Daar Japan de Mant- sjoerijsche kwestie als onderwerp voor de Assemblee niet erkent, zeide hij daarovei niet veel. Hii hield zich in zijn rede. die veel korter was dan die van Yen, in hoofd zaak met de gebeurtenissen bii Sjanghai bezig. Daarvan gaf hii de Japansclie_ voor stelling. die alle schuld voor het begin der vijandelijkheden op de Chineezen schuift. Hii had daarmede geen aangename taak, omdat hij daarbij met de bekende^ rappor ten van de consuls te Sjanghai in stryu kwam, dus op een aanzienlijke mate van ongeloof stuitte. Nadat deze twee rede naars gesproken hadden, werd de verga dering gesloten. China aanvaardt de Japansche voor waarden niet tot staking van de vijande lijkheden, kan ze niet aanvaarden, zegt de vertegenwoordiger van China bij den Vol kenbond. Volgens de opvatting van China beteekenen de voorwaarden een volledige capitulatie van China voor Japan. Dat is geen aangenaam bericht, want daardoor zullen de vijandelijkheden worden voort gezet en wordt de vergadering van de As- semblée zooveel te moeilijker. Wat Japan dan van China eischte? Wij laten het hier volgen I. dat China zijn troepen tot een be paalde lijn, die door de Japansche en Chi neesehe autoriteiten vastgesteld zou moe ten worden, terugtrekt. Japan zal daar tegenover gedurende een bepaalde periode de vijandelijkheden staken. II. Gedurende den wapenstilstand zal té Sjanghai een ronde tafelconferentie tusschen China en Japan worden gehou den, waaraan vertegenwoordigers van de meest belanghebbende mogendheden deel nemen en waar men tot eenovereenkomst moet zien te komen over de wijze van terugtrekking der Chineesehe en Japan sche strijdkrachten. III. China moet met den terugtocht van zijn troepen tot aan een nauwkeurig vast te stellen liin beginnen. De Japansche troepen zullen eerst, wanneer de terug tocht der Chineesehe troepen geschied en vastgesteld is, in de richting van de zone van Sjanghai en Woosoeng terugtrekken. IV. In geval van inbreuk op deze over eenkomst door de eene partij krijgt de an dere haar politieke vrijheid van handelen terug. Vertrek HAVENHOOFD krachten te mobiliseeren, maar daarbij weinig succes hebben. Het zal nog eeni- gen tijd duren voor de toestand weder rustig is. Het zakenleven gaat weder zijn gewonen gang. De hervorming van de re geering heeft, zij het ook niet in alle krin gen, geruststellend gewerkt. De actie der Lappo-menschen mislukt? Hoewel .de toestand in Finland nog zorg kaart, schijnt de actie der Lappo-men schen toch als mislukt beschouwd te kun nen worden, dank zij het krachtige optre den der regeering. Er blijkt meer en meer dat slechts een betrekkelijk klein deel van de menschen, waarop de leiders der Lap- po-beweging meenden te kunnen rekenen, aan het bevel tot mobilisatie gehoor heb ben gegeven. En de deelneming der bur gerwachters aan den opstand moet zich beperken tot enkele kleine groepen. Dat de regeering den ernst van den toe stand niet onderschat heeft, blijkt uit de Dinsdag getroffen maatregelen. Het roem ruchte Björneborg-regiment, dat te Abo ligt, is naar Helsingfors getransporteerd. Troepen in volledife velduitrusting voor zien van ski's en witte pelsjassen, liggen rondom de hoofdstad en een batterij artil lerie is bij Tusby aan den weg naar bet Noorden in gereedheid gebracht. Te Helsingfors is de spanning schier ondragelijk. Elk oogenblik komen extra edities van de persen en het publiek koopt de eene krant na de andere. De wildste geruchten doen de ronde en niemand weet wat hii er nu van denken moet. Wolff meldde Donderdagavond uit Stock holm: De binnenlandsche politieke toe stand schijnt nu een wending ten gunste van de regeering te nemen. Sedert Woensdagavond is het aantal re volutionairen verminderd. Om complica ties te vermijden, onthoudt de regeering zich van elke gewapende inmenging. Ook heeft zij de leiders van de opstandelingen niet laten arresteeren, die nog steeds pro- beeren alle hun ter beschikking staande IV (Slot). De Vereeni.qde Staten. De Vereenigde Staten nemen het stand punt in, dat voor hen beperking van be wapening alleen zou gelden voor de vloot; hun leger, dat niemand bedreigt, kan uit gebreid worden voorzoover de toestanden in het land zulks noodzakelijk maken. In derdaad is de sterkte van het Amerikaan- sche leger in verhouding tot de grootte van het land en de legersterkte van andere landen niet groot. De deelname van een waarnemer der Vereenigde Staten aan de ontwapeningsconferentie betreft dus hoofdzakelijk de kwestie der bewapening ter zee. Volgens beschuldigingen van Frankrijk en Japan zijn de overeenkom sten van Washington zoodanig opgesteld, dat Amerika zijn oorlogsvloot, wat betreft de kleinere eenheden, geweldig kan uit breiden zonder in conflict te komen met de bepalingen dier overeenkomsten. Voor al van Engelsch-Amerikaansche zijde is men van meening, dat de kleinere oorlogs- schepëïi meer waarde hebben dan ds groote, die tochgelijk „Scapa Flow" heeft bewezen, door eenige goedgemikte schoten tot zinken kunnen worden ge bracht. Bij weinige, groote eenheden be- teekent het verlies van één eenheid een veel gevoeliger slag voor de vloot dan dit het geval zou zijn bij een groot aantal klei nere, zeer snelle eenheden. De militair- technische overwegingen hebben dus een belangrijke rol gespeeld bü de vloot-over- eenkomsten van Washington en Londen; om die redenen zijn de grootere eenheden betrekkelijk weinig talrijk en ze worden bovendien niet sterk uitgebreid; dit is echter wel het geval bü de kleinere typen. Het Amerikaansche staande leger, een beroepsleger dienstplicht bestaat in de Vereenigde Staten niet bestond in 1931 uit 13.080 officieren en 137.957 soldaten. Daarnaast bestaat een nationale garde met 164.453 man en reserve-officieren tot een totaal van 112.757 man. De militaire lucht vloot is samengesteld uit 1800 leger- en 1000 vlootvliegtuigen. Op de vloot dienen 10.420 officieren en 109.886 minderen. Bo vendien heeft men een corps mariniers van 1248 officieren en 27.400 minderen. De vloot bestaat uit: aantal tonnage linieschepen 15 461.000 vliegtuig-moederschepen 4 91.300 kruisers m. 8 duims kanonnen 15 150.000 kruisers m. 6 duims kanonnen 10 70.500 mijnenleggers, enz. 258 273.360 onderzeebooten 90 80.680 Volgens de overeenkomst van Londen mochten de Vereenigde Staten tot 1936 nog drie kruisers van 10.000 ton en een groot aantal kleine kruisers bouwen, tot een gezamenlijke tonnage van 73.000 ton. De yereenigde Staten sluiten van alle be perking der bewapening uit de reeds in aanbouw zijnde schepen en die, waartoe reeds opdracht tot den bouw is verstrakt, hetgeen dus practisch wil zeggen: het to taal van de maximaal toegestane uitbrei ding tot 1936. De norm van de kleine ja gers bedraagt voor Amerika volgens de Londensche conferentie 150 tonvoor de onderzeeërs 52.700 ton, welke norm be- i Pikt moet worden door het langzamer hand uit dienst nemen van de verouderde schepen, zonder dat deze vervangen wor den. Sneller wil Amerika niet ontwapenen. Enqeland. De positie van Engeland staat tusschen die van Frankrijk eenerzijds en Amerika en Italië anderzijds in. Engeland wensc-ht beperking der bewapening te land en te lucht en dit is natuurlijk geen billijke eisch, omdat Engeland te dezen opzichte geen eigen aspiraties zoektintegen deel, wanneer anderen op het land en in de lucht beperken, dan loopt Albion minder gevaar als eilandenrijk. Ter zee daarentegen wil Londen niets van beper king weten, tenminste jiiet in zooverre, dat de Engelsche vloot minder sterk zou worden dan die van twee willekeurige Europeesche mogendheden tezamen. Wel wil bet afschaffing van de duikbooten, vooral nu deze in de laatste jaren tech nisch zooveel verbeterd zijn, terwijl het bovendien de afmetingen der groote sche pen en der kanonnen beperkt wenscht te zien, teneinde zijn superioriteit der eigen vloot ook in de toekomst te verzekeren. Frankrijk en zijn satellieten benevens Japan zullen zich ten sterkste tegen de beperking der bewapening te land en in de lucht verzetten, terwijl de Vereenigde Staten zeer waarschijnlijk niet zullen medegaan met voorstellen, die de afmetin gen van schepen en wapenen betreffen. De sterkte van het Engelsche leger be draagt: 144.522 man, waaronder 9.393 offi cieren. Bovendien in Britsch-Indië een leger van 4.198 Britsche en 3.336 Indische officieren met 56.194 Britsche en 162.751 inlandsohe minderen. De luchtvloot be staat uit 32.320 man, Britsch-Indië inbe grepen, terwijl het aantal militaire vlieg tuigen 1.578 stuks groot is. De dominions hebben bovendien eigen legers, die niet in de bovenvermelde sterkte zijn opge nomen. doch die relatief echter klein zijn. Het personeel van de Britsche vloot be staat dus uit 96.042 man, waarvan 8.390 officieren. De vloot zelf bestaat uit: aantal 15 6 tonnage 474.850 115.350 linieschepen vliegtuig-moederschepen kruiser met kanonnen boven 6 duim 19 195.930 kruisers met kanonnen bene den 6 duim 40 torpedobooten 160 onderzeebooten 62 186.100 204.660 67.050 Totaal 1.243.940 De Engelsche vloot is de sterkste ter wereld. Volgens het programma zouden er dit jaar 3 kruisers op stapel worden gezet, 2 namelijk van 7.000 ton en 1 van 5.000 tonverder 8 torpedobooten en 3 onderzeeërs. Tot den afloop van de be- wapenings-vacant.ie ter zee in het jaar 1936 zou Engeland ieder jaar een gelijk aantal nieuwe schepen bouwen. Wegens den finantieelen toestand heeft Londen dit programma echter niet uitgevoerd. De tonnage van de Engelsche vloot is bij de Londensche overeenkomst vastgesteld op cezeltcie grootte als die der Amerikaan sche vloot, dus de huidige sterkte van de kleinere schepen en van de duikbooten is iets te groot, terwijl het aantal groote kruisers in 1936 niet meer dan 15 mag be dragen, met een tonnage van 146.800 ton. Het zijn al deze feiten, afspraken en regelingen, die achter de ontwapenings conferentie te Genève staan. De regre- rings-leiders moeten trachten uit dezen chaos een uitweg te vindenhet zijn tegenstrijdige belangen, die met elkander botsen en men zal bovendien hebben te strijden tegen de krachtige en invloedrijke groepen, die bij deze reusachtige militaire organisatie betrokken zijn, zoowel direct als indirect ten opzichte van de levering van goederen, schepen, machines en wapentuig! door onzen oorlogscorrespondent te Shanghai. Door de Groote Pers circuleert het bericht, dat een „groot aan tal Duitsche officieren een werk zaam aandeel bezit bij de leiding de Chineesehe actie bij Sjanghai". Zooals onderstaand artikel van onzen correspondent duidelijk weergeeft, zijn deze berichten geweldig overdreven I)e eeuwige landsknechten. B61: perV2 pond Steeds, wanneer er ergens ter wereld gewapende opstanden, revolutie's of ge schillen plaats vinden, verzamelen zich als gieren bü het aas een aantal van de zoogenaamde „eeuwige landsknechten" beroepsvechtersbazen, avonturiers en enthousiasten bij de staven der beide partü'en. Uit alle landen komen zij, hebben niets anders geleerd dan oorlog, taktiek, stra tegie zoeken het gevecht, het avon tuur het is hun gewoonweg een be roep geworden! En dikwijls zijn dat zeer sympathieke lieden. Zij willen niet rijker er bij worden, zooals de menschen op den achtergrond, die wapens, munitie, levensmiddelen en berichten leveren! Zij willen slechts.het avontuur! Zelfs al zou hun huid er de sporen eeuwig van moeten dragen.... Van zelfsprekend is het, dat er onder dezo lieden ook Duitschers zijn. Bij Abd al Krim bevond zich Klems, de chef der Generale Staf der Rifkabylen; in den Boliviaanschen „oorlog" vochten verschei dene Duitschers mee. En daarom is het zoo goed als zeker, dat er in de Japan sche en Chineesehe loopgraven bij Sjanghai wel een paar Duitschers zullen zitten. De meesten van hen zijn immers als halve kinderen in de loopgraven van Cambrai of in het bloedbad van Verdun geweest. Daarna hebben zij in de vry- willigerscorpsen meegevochten in boven- Silezië, in de Baltische gebieden. En toen.was het te laat om een burger lijk beroep op te vatten! i trekken deze overgebleven strijders uit den i wereldoorlog vruchteloos rond, zoeken oorlog, opwinding, avontuur, ebegeven zich van het eene slagveld naar het andere. Doch behalve deze groep is er nog een tweede groep van menschen, welke is samengesteld uit vroegere beroepsoffi cieren, die in Duitschland geen plaats meer kunnen vinden. Door Klems opge roepen hebben zij destijds de benden van Abd el Krim gemoderniseerd en gedrild; onder generaal Kundt hebben zij het Bo- liviaansche leger gereorganiseerd en op gebouwd; met Overste Bauer zün zij in 1928 naar China, naar Tsjiang Kai Sjek getrokken. Het zijn menschen, die hun plichten als instructeurs buitengewoon ernstig opvatten, menschen, wier trouw en eerlijkheid dikwijls spreekwoordelijk is geworden in het land. waarin zij zich gevestigd hebben. De huitenlandsche diplomatie en de „landsknechten". Met enthousiasme hebben de Duitsche autoriteiten (dus in de eerste plaats het Voortdurend pijn in de lendenen, of scherpe steken als gij u bukt of opricht, wijzen op ver zwakking der organen in den rug. Des te meer als gij tevens blazen onder de oogen, duizeligheid, hoofdpijn of urinestoornissen kunt opmerken. Verwaarloozing dezer verschijnselen kan aanleiding geven tot ernstige kwalen. Er be staat gevaar voor maandenlange pijn of wer keloosheid door rheumatiek, ischias, spit, blaaszwakte. waterzucht enz. Laat Foster's Rugpijn Pillen de organen weder tot gezonde werking brengen, zoodat het urinezuur en de andere schadelijke stoffen weder uit het bloed gefiltreerd worden. Reeds jaren verwierf dit speciale middel naam door tallooze mannen en vrouwen van eiken leeftijd hun gezondheid en kracht te hergeven. Bij alle drogisten enz. a 1.75 per flacon. door K. R. G. BROWNE. 47) „Da's waar. Maar as we net zoo blijve boffe als we sinds gisteravond geboft hebben, is 't adres ergens in Edinburgh of zoo." Een paar iüinuten bleef het stil. Dan kuchte George, bü wijze van inleiding, een paar maal verlegen en begon zijn ziel te antdoen van datgene, wat er als een zware last op gelegen had. „Wat ik zeggen wou, Mr. Todd, ik vind het reuzen-lam, dat ik u hierin gehaald heb. U bent hier gekomen voor uw vacan- tie, om te genieten en uit te rusten en niet om in een inferieur type dievenwagen rondgesleept te worden, of om stompen in uw maag te krijgen, of alles en iedereen Je moeten staan. Ik bedoel, als ejn voor beeld van onze hooggeroemde Engelsche ga,Vvrijheid is het. Mr. I odd zette met een br aden grijns 8011 punt achter de verontschuldiging „Wel, jong, maak je niet z„o dik om niks. Ik heb me in me lieele leven niet zo-, bést geamuseerd. Elke minuut wor ik, 0111 zoo te zeggen, een jaar jonger en een pond lichter. Ik hè-je toch gezegd, dat 't me te doen was om afleiding. Nou, nou hè-k m'n zin. As dit geen afleiding is! Waratje, jong, ik zou niets weten dattik liever deé. Je zal mijn niet hoore jere- mieere, dat je die dag op me hoed getrapt heb. Maar nou over iets anders," ging de corpulente Amerikaan voort, terwijl hij zijn voorhoofd afbette en niet één vinger zün boord wüder trok. ,,'t Wordt hier wat je noemt balsamiekies. Die rammelkast 'hier is niet op passagiers-vervoer bere kend." ,Ik heb het in een Turksch bad wel-is ko'èler gehad," zei George opgewekt, aan gestoken door het onverwoestbare hume-ur van zijn metgezel, „maar ik zou niet weten, watHallo!!" De auto had voor de tweede maal, schokkend en kreunend en steunend, halt gemaakt, Dezen keer stopte de motoi eveneens - iets, dat hii waarschynlflk een half dozijn keeren uit eigen beweging deed de chauffeur daalde zoowel hoor baar als voelbaar van zijn verheven zit plaats af. „Waar zouën we nou zün," amechtigde Mr. Todd. „Dat mag de hemel weten! In Aberga- venny of Ipswich, als 't goed gaat. Maar laten we het nog eens met vereende krachten probeeren, zeg! Ze moeten ons nu hooren." Maar juist toen ze hun longen extra vulden om dit voornemen ten uitvoer te brengen, hoorden z ij iets, waardoor ze elkaar niet hun monden open bleven staan aankijken. Hun chauffeur stond blijkbaar te eonverseeren met een ander en de stem van dien ander was dank zij het feit, dat bü twee maal zoo luid was als ge woonlijk niet alleen duidelijk hoorbaar, maar hun allebei bekend. „Wat, benne ze nog niet klaar!" zei de stem boos. „Hoe lang denk je, da'k van plan ben d'erop te wachten? Da's nou al een maand, da'k die stoelen gekregen zou h«>bbe om op te zitte. Hii's een gemc^rto bedrieger, werachtig as 't niet waar is, en dat mag je'em uit mijn naam zeggen, Bill. „Verroest!" zei George paf. „Dat is Mr. Bolitho!" „Zoo waar as 'k hier zit." stemde Mr. Todd, eveneens paf, bij. „Mr. Bolitho en niemand anders. Maar hoe verklaar je dat? Zijn we dan weer in onze bemindb woonplaats terug?" ,,'t Schünt van wel. Waarschijnlijk voltes gereden. Wat 'n bof, zeg! Vooruit, schreeuwen, tot ze ons er uit laten." Hij deed zijn mond al open en hief zijn hand al or> om het schot t? gaan bebame- ren, toen hij iets hoorde, dat hem in een zoutpilaar veranderde. Het duet buiten was in een terzet veranderd c'onr een aristocratische en hun overbekende man nenstem. „Neem me niet kwalijk, dat ik u in de rede val, Mr. Bolitho. Maar weet u ook, wanneer er van Yeobury een trein naar Londen vertrekt. „Ai!!" zei George. „F.-S.! F.-S. in eigen persoon." Hjj wenkte zijn medepassagier om vooral stil te zijn, hoog zich voorover, legde zijn oor tegen de reet tusschen de achterdeuren en luisterde met steeds grooter wordende verbazing naar bet gesprek, dat reeds elders geboekstaafd is: Het verzoek van F.S. aan Ouwe Bill om mee te rijden gaf hem bijna den knock out, maar hy herstelde zich vlug, nog bijtijds om Mr. Bolitho's vriendelijke afscheidswoorden aan het adres van men schen, die zich zakenmenschen noemen, te hooren. Daarna, toen de auto zich met een schok in beweging zette, zeeg hij op de rol karpetten achter hem neer en staarde Mr. Todd aan, zóó overbluft door deze nieuwe verwikkeling, dat hii zijn eenigen vurigen wensch, om uit hun cel op wieltjes verlost te worden, voor het oogenblik totaal vergeten was. „Ik he-'t niet heelemaal gehoord, jong! Was 't Smith, die daar stond te praten?" „Ja, Reginald Featherstone Fanshawe- Smith in eigen persoon. En hii wou we ten. wanneer er een trein naar Londen vertrok." „Zoo, wou ie dat! E11 nou rijdt-ie met ons mee, zonder dat hij weet, dat wij meerijden." „Zoo is 't. Ik zou er een pond nee, verdorie vijf pond voor over hebben 0111 te weten, waarom.... waarom hii mee rijdt, bedoel ik." Mr. Todd was zeer tot zyn spijt niet in de gelegenheid van dit vriendelijke aan- bod'te profiteeren en dus bleef ons twee tal een poos lang zwijgend voor zich uit zitten kijken, met hun gedachten by ver schillende mogelijkheden en transpiree- rend dat het een lust was. want de tem peratuur in de auto begon langzamerhand op die van een bakkersoven te gelijken. Van het „voorbalkon" bereikte hen geen enkel geluid, hetgeen zijn oorzaak vond in het feit, dat Fanshawe-Smith, na eenige heldhaftige pogingen om de con versatie aan den gang te houden, tegen den motor en het zintuigelijk gebrek van Ouwe Bill in, het met een paar gefor ceerde stembanden had moeten afleggen. „Er is wat gebeurd, terwijl wij weg waren," zei George opeens, „dat is zoo klaar als een klontje." Mr. Todd knikte, als bewys van appre ciatie voor deze logische redeneering. „TjaMaar wat?" Dat was een vraag, die George niet in staat was te beantwoorden. En dus stelde hy zich tevreden met een opsomming van de punten van het probleem, in de volgorde, waarin zy bij hem opkwamen. „Waarom heeft F.-S. nu opeens zoo'n haast om naar Londen terug te gaan! Waar zyn die twee onmogelijke helpers van hem? Wat is er met Carmencita ge beurd? Hoe komt het...." „Ik krijg zoo den indruk," zei Mr. Todd nadenkend, „datHii zweeg veelbe- teekenend. George knikte. „Jadat denk ik ook. Maar als 't zoo is, waarom gaat hy er dan niet in zijn auto vandoor? Wat is de reden van dit gaan per trein?" „Misschien dattie genoeg van die handvatooren heb en zoo perbeert van ze af te konnne.Dat zou 't kenne zijn, hè?" George schudde spytig, maar zeer ge decideerd het hoofd. „Nee, zoo is F.-S. niet. En tenslotte is (lat ook niet het belangrijkste punt. Wat is er met Carmencita. gebeurd, dat wil ik weten...Wat is er met Carmen cita gebeurd. Mr. Todd bekeek het verontruste en verhitte gezicht van zyn metgezel en maakte kalmeerende geluiden. „Maak je daar niet ongerust over, jong. Millie is der een, die voor zich zelf kan zorgen. Alle kans, dat onze vriend de steenen gevonden heb, voor dat Millie van der wandeling terug was. En dat h ij nou met den trein gaat en die twee tamme boeven van 'em een valscli spoor met de auto laat make Weer werd het stil. George zat onbe weeglijk voor zich uit te kijken, alsof hij die theorie op vele manieren toetste. Maar opeens sprong hy overeind, botste met zyn hoofd tegen den bovenkant van de bord op en plantte zich, zoo goed en zoo kwaad als het ging, voor Mr. Todd. „Dat kan natuurlijk de oplossing zijn, maar overigens doet 't me nietHoor eens, Mr. Todd, ik ga de zaak op stelten zetten. Als ik niet drommels gauw uit die vermaledyde auto kom, stik ik of ga ik van de kook. E11 F.-S. heeft behoor lijke ooren, dus die hoort ons als we leven maken. E11 dan nog dit. Als we eenmaal in Yeobury zijn, kunnen we niets be ginnen of we krijgen de inwoners in bloc 0111 ons heen en dat moet niet. En daarbij loopen we de kans, dat F.-S. 'em smeert, voordat wy eruit gelaten wor den. Maar hier, in de vrije natuur, moet 't raar loopen als we hem niet aan kunnen. I11 de eerste plaats zal hij me ver tellen wat er gebeurd is.... desnoods bewerk ik hem met een van de roeden hier,." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1