HELDERSËHE MAM n CJ 3 1 R Vierde BSad. EqOTHS •T ij r M KRIGÉE's GEMBERBROOD Schoonmaak Een Zondag op een buitenpost van China. VAN ZATERDAG 19 MAART 1932. TWEEDE KAMER. De huiszoekingen bij de Nazi's. China en Japan. LUCHTVAART Postvluchten van en naar Indië. MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75<d Laxeer-Tabletten 60ct Hoofdpijn-Tabletten 60ct 111 MOR. SCHIOPPA. In den toestand van den pauselijken in ternuntius in Den Haag, mgr. Schioppa, is wederom een lichte verbetering ingetre den. De patiënt heeft een rustigen nacht doorgebracht. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer nam Donderdag met 2416 stemmen het Kortingswetje aan. Tegen stemden de sociaal-democraten, de vrijzinnig-democraten, de katholieke leden Serrarens, Visser en De Bruyn en de anti-reyolutionnair De Vlugt. DE NOOD DER BOEREN. Een landbouw-delegatie bij de koningin. De koningin heeft Donderdagmorgen in audiëntie ontvangen de heeren Nysingh, voorzitter van het Kon. Ned. Landbouw- comité, Verheggen, voorz. van den-Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond, en prof. dr. Diepenhorst, voorzitter van den Christ. Boeren- en Tuindersbond. De heeren hebben de zorgen en moei lijkheden van den landbouw uitvoerig uit eengezet, de koningin verzocht in het bij zonder haar aandacht te willen wijden aan de veehouderij en de gemengde be drijven en daarbij de hoop uitgesproken, dat, kon het zijn spoedig, van regeerings- wege maatregelen zouden worden geno men om aan den daarin heerschenden nood tegemoet te komen. PROCEDURE V.A.R.A. TEGEN STAAT. Het gerechtshof te 's-Graven- hage oordeelt den president der rechtbank niet bevoegd om bij voorbaat in te grijpen. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft heden arrest gewezen in de bekende pro cedure tusschen de V.A.R.A. en den Staat inzake de uitzending van het hoor spel „Gevleugelde daden". Zooals men weet, had de Radio-controle commissie de uitzending van dit hoorspel verboden, doch daarna heeft de president van de rechtbank te 's-Gravenhage in kort geding beslist, dat de controlecom missie ten deze de grenzen van haar be voegdheid had overschreden, en alsnog de uitzending toegelaten. In hooger beroep heeft thans het ge rechtshof overwogen, dat naar zijn aan vankelijk oordeel de controlecommissie de renzen van haar bevoegdheid geenszins eeft overschreden, doch zich heeft be paald tot bestuursdaden, waarover de rechter niet te oordeelen heeft. In het onderhavige geval was geen plaats voor een bij voorbaat ingrijpen van de rech terlijke macht en de president had zich daarvan moeten onthouden. Het hof vernietigde dan ook het vonnis kn kort geding en besliste, dat de presi dent geen bevoegdheid heeft om van de onderhavige vordering in kort geding kennis te nemen. Het salaris van den conciërge der Heldersche Ambachtsschool. In de vergadering van Donderdag kwam bij de behandeling van verzoekschriften de zaak van den conciërge der Helder sche Ambachtschool ter sprake, welke, zooals men weet, een te veel aan salaris heeft ontvangen en dit moet terugbetalen. De heer J. ter Laan (s.d.) bepleit de kwijtschelding van een grooter bedrag op billijkheidsgronden. De commissie voor de verzoekschriften stelt voor over te gaan tot de orde van den dag. Ook drong de spr. aan op het oefenen van meer contröle, opdat de administratie niet weer dergelijke fouten maakt. Het debat over dit onderwerp is hier mede gesloten. Voortgegaan wordt met de Indische begrooting (Onderwijs en Eeredienst). De heer Ketelaar <v.d.) spreekt ten sterkste tegen, dat het met de bezuiniging op onderwijs niet erg gesteld zou zijn. Spr. noemt o. m. de vermindering van de studiebeurzen voor M.U.L.0 en H.B.S., de vergrooting van den achterstand van den scholenbouw, de vergrooting van het aantal leerlingen per klasse en het voort bestaan van het gebrek aan dessascholen. Aan vakopleiding wordt op geen stuk ken na gedaan wat noodig zon zyn. Te genover het buitengewoon onderwijs blijft men in gebreke. Eerst wilde men 6.6 millioen op het onderwijs bezuinigen en later kwam de boodschap, dat daarenboven nog 5 mil lioen gulden zou worden bezuinigd. Hoe komt men er toe, handwerklessen en lichamelijke opvoeding en de cursussen in het Nederlandsch aan de Hollandsch- Indische scholen en aan de Hollandsch- Chineesche scholen af te schaffen Buiten gewoon eigenaardig is de oprichting van de z.g. wilde scholen. De scholen voor inhecmschen en Chineezen met Neder landsch alsvoertaal rijzen als paddestoelen uit den grond. Algemeene afkeuring vindt ook de afschaffing van de voorklassen, waar de kinderen wat wegwijs worden gemaakt. De heer K. ter Laan (s.-d.) sluit zich aan bij deze rede. Het onderwijs kan zich niet geheel onttrekken aan den invloed der tijden. De bezuiniging echter gaat veel te ver en wordt tot afbraak. Door de thans ge troffen maatregelen zullen leerlingen on geschikt worden het latere onderwijs te volgen, wat zich op hun heele verdere leven wreken zal. Het voornaamste is de vraag of men er prijs op stelt, dat in de Nederlandsch- Indische en in de Nederlandsch-Chinee- sche school deugdelijk Nederlandscb zal worden onderwezen. Mej. Westerman (lib.) erkent, dat ook voor het onderwijs aan de bezuiniging niet valt te ontkomen. Ook in Indië zijn te veel scholen eri schooltjes gesticht, wat nog niet beteekent dat er te veel onderwijs gegeven wordt. Allebezuiniging, die wordt aangebracht, mag geenszins als afbraak worden bestempeld. Maar de meeste behoefte bestaat aan volksschool- onderwijs en ambachts-, land en tuinbouw- onderwijs en daarom worde dit onderwijs zooveel mogelijk ontzien. Met het oog op den moeilijken eco- nomischen toestand bepleit spr. geen ongedaan maken van de drastische be zuinigingen, waartoe de autoriteiten niet voor hun pleizier overgaan. De heer van Boetzelaer van Dub beldam (c.-h.) zegt, dat de laatste 25 jaar veel op het gebied van het onderwijs is gedaan en dat het dan onaangenaam is als er stilstand, ja, achteruitgang moet komen. Van belang is het vooral het eigenlijke volksonderwijs en spr. heeft er vroeger vaak op aangedrongen, dat daarvoor meer geld beschikbaar zou worden gesteld, Hij wil niets kwaads zeggen van de Hollandsch-Inlandsche en van de Hollandsch-Chineesche scholen, maar zij kosten veel geld. De heer M o 11 e r (R.-K.) huldigt de regeering voor haar buitengewone pres tatie voor bet inheemsche onderwijs in de laatste tien jaar. Maar wordt dit onderwijs nu beperkt, dan is dat een zeer ernstige benadeeling van de ontwikkeling der inheemsche bevolking. Spr. betreurt de houding van de regee ring tegenover de bijzondere schoolbe sturen, die contracten hebben met de leerkrachten en die nu door de regeering worden genoopt, menschen op wachtgeld te stellen. De Minister van Koloniën, de heer de Graaff, betreurt sterk de noodzakelijkheid van bezuiniging op het gebied van het onderwijs en moet tot zijn groote spijt zeggen, dat men nog wel met nieuwe bezuinigingen zal moeten komen. Spr. staat geheel op het standpunt der heeren Feber, Moller en Van Boetzelaer, dat godsdienstzin eerste voorwaarde is voor karaktervorming. De Kamer keurt het hoofdstuk zonder stemming goed, met aanteekening, dat de heeren K. ter Laan en Ketelaar met hun fracties en de heer Wijnkoop ge acht willen worden tegen te stemmen. Aan de orde is het hoofdstuk der Volks gezondheid. Mevrouw DeVrie s—B r u i n s (S. D.) keurt af de bezuiniging op de volksge zondheid. Wijst o.a. op het veel verbreide voor komen van tuberculose als volksziekte en de behandeling van geesteszieken. Politiedienaren te Malang moeten als be wakers fungeeren en patiënten loopen, opgesloten, rond in Adamscostuum. En nu wordt nog voor bijna acht mil lioen op de volksgezondheid bezuinigd, terwijl men heeft verklaard, dat de toe stand te dezer zake niet voldoet aan de internationale normen van humaniteit. De Minister van Koloniën, de heer De Graaff, acht met mevrouw De Vries Bruins besparing op de gezondheidszorg een der bedenkelijkste besparingen. Dat neemt niet weg, dat men de bezuiniging zal moeten vinden in de verschillende takken van staatszorg. De Kamer keurt het hoofdstuk zonder stemming goed, onder aanteekening, dat mevrouw De VriesBruins en haar fractie en de heer Wijnkoop geacht willen worden tegen te stemmen. Landbouw, Nijverheid en Handel. De heer Cramer (s.d.) bepleit een beschikbaarstelling van meer geld in de toekomst voor bevordering van den in- landschen landbouw en steun voor de inlandsche nijverheid. De heer Engels (r.k.) betoogt, dat ter bevordering Aan den inlandschen landbouw meer land moet worden be schikbaar gesteld en bepleit steun van de huisnijverheid. Omtrent het hoofdstuk Marine valt te vermelden dat de heer van der Houwen (s.d.) afkeurt een verbod door den commandant der marine teSoerabaja voor marinepersoneel, om op vergade ringen tegen overheidsmaatregelen ie protesteeren. Spr. protesteert tegen het maken van onderscheid tusschen militai ren eri personen, die in burgerdienst zijn. Waarom mag ook een militair niet ge tuigen van zijn onwil om een salaris verlaging te aanvaarden De heer Cramer (s.d.) bespreekt de quaestie van uitstel van den bouw van den derden kruiser. Minister Deckers heeft in Indië besprekingen gevoerd, naar welker resultaten spr. zeer benieuwd is. Hij hoopt er meer van te vernemen dan in de interviews, die de minister aan de bladen heeft toegestaan. De bouw van den derden kiuiser worde stilgelegd. Een betere kostenverdeeling tusschen Neder land en Indië komen tot stand. Voorts moeten schepen worden opgelegd. De „Sumatra" heeft zoovele ongelukken ge had, dat het het beste is, dat schip op te leggen. Op die manier kan er nog wel bezuinigd worden. De heer van de Bilt (r.-k.) is het oneens met den heer Van der Houwen. Militairen nemen een bijzondere positie in en hun optreden maakt een zekeren indruk op de inlandsche bevolking. Het ambt legt den marine-schepelingen plich ten op en de groote meerderheid van hen toont zich daarvan bewust. De heer W ij n k o o p (c.-p.) wijst erop, dat de minister van Defensie in Indië petroleumplaatsen heeft bezocht enz., en die feiten heeft de minister van Koloniën ons onthouden. Wat hij te dezer zake heeft geantwoord aan de Kamer in de stukken, is niet volgens de waarheid. De minister van Defensie is naar Indië gegaan mede in verband met het conflict tusschen China en Japan. Ook daaromtrent komt de Kamer niets te weten. Hoe staat het met het charteren der booten van de K. P. M., met het gereed houden van de reserve, enz.? De minister schrijft, dat hem niet bekend is, dat bepaalde maat regelen genomen zijn in verband met het conflict. Zoo ontwijkt hij een antwoord. Uit „De Java-Bode" blijkt, dat militaire en maritieme maatregelen het gevolg van het conflict zijn. Zoo worden de grond slagen gelegd, waarop Nederland en Indië in den oorlog zullen worden betrokken. Minister de Graaff betoogt, dat de positie der marineschepelingen in Indië niet toelaat, dat zij vergaderingen, tegen de regeering gericht, bijwonen. Het conflict tusschen China en Japan staat niet in verband met de zaken, die wij hier behandelen. Het doel der reis van den minister van Defensie is in de stukken uiteengezet en wat van die uiteen zetting afwijkt, is onjuist. De heer Wijnkoop (C.P.) repliceert. Uit mededeelingen van minister Deckers is gebleken, dat er meer aan de hand is, dan minister De Graaff heeft verteld. Minister deGraaff verklaartnog.dat hij op dit oogenblik geen mededeelingen kan doen inzake den derden kruiser, daar hij nog geen gelegenheid heeft gehad, overleg te plegen met zijn ambtgenoot. De Indische begrooting is hiermede afgehandeld. Vrijdagmiddag worden een aantal kleine wetsontwerpen afgedaan, waarna wordt voortgezet het debat over de bestuurs- hervorming in Ned. Indië. De Kamer keurde het wetsontwerp goed met 54 tegen 38 stemmen. In den administratieven onderbouw van het Europeesche bestuur komt geen verandering; de residenties en assistent-residenties blijven haar naam behouden. Naar aanleiding hiervan diende de v.d. heer Joekes een motie in waarin de minister wordt uitgenoodigd omtrent zijn nieuwe zienswijze, die indruischt tegen de Indische regeering, eerst overleg te plegen met die regeering en in dat overleg ook den Volksraad te betrekken. Deze motie, eenigszins gewijzigd, wordt evenwel verworpen. Onder hoongelach van sociaal- en vrijzinnigdemocraten wordt de Minister gelukgewenscht. Daarna kwam aan de orde de interpel latie-Wijnkoop over: de houding van Nederland ten aanzien van den toestand in Sjanghai de houding van de Nederlandsche re geering in de op 3 Maart j.1. aangevan gen assemblée van den Volkenbond den aan den consul-generaal te Sjanghai naar aanleiding daarvan gegeven op dracht de zgn. „speciale belangen" die Ne derland in de vestiging van Sjanghai zou hebben. Hij stelt aan de regeering een twaalf tal vragen, waaronder deze of de regee ring de resultaten wil mededeelen van de inspectiereis van minister Deckers, of er inderdaad uit Borneo belangrijke hoeveelheden petroleum zijn geleverd aan Japan, welke de speciale belangen zijn van Nederland in de vestiging van Sjanghai e. a. De Minister antwoordt, dat de reis van minister Deckers niets met het conflict China—Japan heeft te maken. Tenslotte diende de interpellant twee moties in, die evenwel niet worden on dersteund. Aangenomen wordt voorts een wets ontwerp ten aanzien van het Gooische natuurreservaat. De Kamer is tot 12 April uiteen. EEN ZWEEDSCHE KRUISER. De „Fylgia" ln Rotterdam aan gekomen. Donderdagmorgen is de Zweedsche kuriser „Fylgia" aan de Parkkade te Rot terdam aangekomen. Het schip, dat den vorigen herfst Zweden heeft verlaten en o.m. Bombay, Calcutta, Karatsji, Co lombo en Port-Said heeft bezocht op een oefenreis, welke ieder jaar wordt ge maakt, brengt op de terugreis naar het vaderland een niet-officieel bezoek aan Rotterdam. Aan boord van de „Fylgia" bevinden zich 19 officieren-, 25 adelborsten, 40 onderofficieren en 295 manschappen. On der de adelborsten is de 20-jarige prins Bertil, een kleinzoon van den Zweedschen koning. De kruiser blijft tot 22 dezer in ons land. Een oproep van Hitier. Adolf Hitier publiceert in den Völ- kischen Beobachter een oproep, waarin hij, onder verwijzing naar de huiszoe kingen in Pruisen, aanspoort zich door niets tot onwettige daden te laten ver leiden, doch met het uiterste fanatisme in den geest van de te geven richtsnoeren te werken. In een instructie van de lei ding der partij worden alle betrokken instanties van de N. S. D. A. P. aange maand onmiddellijk rapport uit te brengen over het optreden van de Pruisische politie en de hierbij ondervonden on wettigheden, aan den leider van de juri dische afdeeling van de N. S D. A. P. dr. Frank II te Munchen. Prijs f 0.25. geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe en roode werkhanden. Deze worden weder om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol In de nat. soc. Korrespondenz schrijft deze een lang artikel over de N.S.D.A.P., waarin hij, namens de leiding van de partij, verklaart, dat de nieüwe poging om een verbod, of een organische ver nieling van de N.S.D.A.P. te bereiken door de bewering, dat de N.S.D.A.P. met middelen van geweld zich van de poli tieke macht in den staat wil meester maken, evenzeer zal mislukken als alle tot nu toe ondernomen pogingen tegen de legaliteit van het optreden der leiding van de partij. Op instructie van dit hoofd bestuur van de partij zullen tegen eiken maatregel als huiszoeking, verboden,ont binding enz., de nbodige juridische stap pen worden gedaan. Persstemmen. De meeste Berlijnsche bladen bevatten gisteren ochtend beschouwingen over de maatregelen der Pruisische regeering tegen de organisaties der nationaal-so- cialisten. De Germania doet dit onder het op schrift: „Een staat in den staat en acht het in beslag genomen materiaal volko men autenthiek. De Vossische Zeitung schrijft, dat een verontrustende waarheid aan den dag ge komen is, n.l. dat de voorbereidselen voor den burgeroorlog op papier ten min ste reeds volledig waren uitgewerkt. De Vorwarts zegt, dat het bezwarend materiaal, door den Pruisischen minister gepubliceerd, de legaliteits-verzekeringen van de nationaal-socialisten geheel te niet doet. Het Berliner Tageblatt vraagt spottend of Hilter machinegeweren, karabijnen, boksijzers en dergelijke wapens legale middelen vindt om den verkiezingsstrijd te voeren. Nieuwe Japansche oorlogslecning. De Japansche regeering heeft bij het Parlement machtiging gevraagd voor een nieuwe leening ten bedrage van 53 mil lioen jen tot dekking van de militaire uit gaven in China en in Mantsjoerije. Veertien communisten te Kan ton terechtgesteld. Donderdag zijn te Kanton veertien Chi- neesche communisten, die beschuldigd waren van het deelnemen aan aanslagen op rege eri ngso-ebou wen en kruitmagazij nen, ter dood gebracht. De anti-Japansche beweging in Mantsjoerije. Moekden wordt door troepen, die zich verzetten tegen de nieuwe, van Japan af hankelijke republikeinsche regeering, maar die in de Japansche berichten als „bandietenbende" worden aangeduid, be dreigd. Reeds hebben zy een groot aantal plaatsen in de nabijheid van Moekden be zet, waar zy de vlag van de Mantsjoerij- sche republiek hebben neergehaald en de ambtenaren hebben afgezet of gevangen genomen. Generaal Hsjai Ting-kai, die tot nog toe belast was met het opperbevel over de Chineesche troepen te Sjanghai, zou in Mantsjoerije zijn aangekomen om te trachten de ongeregelde Chineesche troe pen te organiseeren. In verscheiden plaatsen in Mantsjoerije zyn Chineesche rechters en andere amb tenaren afgetreden met de motiveering, dat zij niet onder de nieuwe Mantsjoerij- sche regeering wenschen te werken. De toestand aan de Oostelijke grenzen van Rusland. Volgens mededeelingen uit gezag hebbende Russische bron zijn de berich ten betreffende conflicten aan de Siberische grenzen tusschen Sowjet-Russische grens posten en Japansche troependetachemen ten onjuist. Ook het bericht, volgens hetwelk een Japansch vliegtuig boven Russisch grondgebied tot dalen zou zijn gedwongen, is niet in overeenstemming met de waarheid. Tusschen Russische grenswachten en Japansche troepen heeft geen enkel incident plaats gehad, terwijl nergens kon worden geconstateerd, dat Japansche troepen de Russische grenzen genaderd zijn. Evenmin hebben Japansche vlieg tuigen boven Russich grondgebied ge vlogen. De weg naar definitieve oplos sing van het conflict. In het Engelsche Lagerhuis onder vraagd over den toestand te Sjanghai, zeide John Simon, de minister van bui- tenlandsche zaken, dat hij bericht had gekregen, dat onderhandelingen tusschen de Chineezen en Japanners gaande zijn en dat hy hoopte, dat deze onderhande lingen met behulp van de vertegenwoor digers der vier groote mogendheden definitieve resultaten zouden opleveren. Simon zeide, dat een verklaring thans betreffende de twistpunten de kansen op definitieve overeenstem mins zouden scha den. De onderhandelingen te Sjanghai en de geruchten over een militai ren staatsgrep in Japan. Een Reuterbericht uit Sjanghai meldde gister: Er is een periode van stilstand geko men in de vredesonderhandelingen en de groote aandacht is thans gevestigd op den loop der gebeurtenissen in Japan. De geruchten, dat in Japan een mili taire staatsgreeo aanstaande is, houden hardnekkig aan. Welingelichte lieden, die daarbij de Chineesche zaak gunstig gezind zijn, beklagen zich er over, dat er weinig hoop op het sluiten van een vrede is, daar men in Tokio de voorwaarden zal verwerpen, welke de onderhandelaars te Sjanghai hebben gepoogd aan te nemen. De verscheping van oorlogstuig naar China duurt intusschen voort. Heen. De „Raaf" vertrok 18 Maart om 5.31 u. van Calcutta en is om 17.15 u. te Bangkok aangekomen. De „Valk" vertrok 18 Maart 7.25 u. van Marseille en kwam om 11.55 te Rome aan. Terug. De „Specht" vertrok 18 Maart om 6.50 u. van Batavia en arriveerde om 15.43 te Medan. De „Uil" vertrok 18 Maart om 5.52 u. van Caïro en landde 13.10 u. te Athene. VLIEGTUIG VERONGELUKT. Twee dooden. Bij Witterig in Sussex is Donderdag een militair vliegtuig neergestort. Er zijn twee dooden. GEEN VALSCHERMSPRONGEN MEER In een bericht aan luchtvarenden wordt meegedeeld, dat valschermsprongen, be doeld als vertooning of onderdeel van een vertooning voor publiek, met het oog op de veiligheid niet meer worden toe gelaten. VLIEGONGELUKKEN IN FRANKRIJK Met doodelijk gevolg. Aan de kust van de Middellandsche Zee is Woensdag een marine-vliegtuig, dat een proefvlucht ondernam, in zee gestort, waarbij de piloot verdronk. Ongeveer op dezelfde plek is een groot watervliegtuig, met vijf man bezet, om laag gestort. Hierbij kwam de piloot om het leven, terwijl de vier andere inzitten den ernstig gewond werden. In de nabijheid van Blois is Woensdag een militair vliegtuig van ongeveer 30 meter hoogte neergestort en in brand ge vlogen. De bestuurder verbrandde, ter wijl de waarnemer met ernstige brand wonden naar een ziekenhuis is overge bracht. VLIEGONGELUK. Woensdagmiddag is er te Rijsel een vliegtuig, waarin twee jongelui zaten, op het dak van een koffiehuis neergestort. Het vliegtuig vloog in brand en ook het huis begon te branden. De twee jonge mannen in het vliegtuig zijn verbrand. Bij Apoth. en Drogisten door JAMES LEYNSE. Wij ontvingen van den zendeling James Leynse, hier bij velen bekend door een lezing, die hy eenige jaren geleden in het Evangelisatiegebouw Palmstraat hield, den volgenden interessanten brief over zijn arbeid in China: Het is de laatste week van de Bittere Maan van het Chineesehe jaar en ik ben in het binnenland 35 mijlen van Peking in het stadje onpretentieus genaami. Ma Feng (het Huis van het paard). Mijn aankomst op Zaterdagmiddag is een van de gebeurtenissen van den dag. De gedachten van de vele omstanders worden door myn komst op de moderne Westersche tijden bepaald, maar ik moet onwillekeurig aan de middeleeuwen den ken. Ik voel me vreemd in een groot open binnenhof omgeven door een hoogen stee nen muur. Vriendelijke kerkleden wijzen my „myn kamer' aan, een verlaten half ineengevallen schoollokaal aan de eene zii'le van het binnenhof. De muren zijn van gedroogde klei opge trokken, maar het dak is van pannen ge maakt. Voor ramen zijn er een hoeveel heid gebroken ryst-papieren vensters en voor de deur een dik gewatteerd kleed van blauw katoen. Er is een papieren zolde ring, maar een groot gedeelte er van hangt mistroostig naar beneden. De vloer is volgens gewoonte van gedroogde klei en bedekt onder een laag stof. Het geheel ziet er armoedig en vervallen uit, maar er is vreemd genoeg aan den wand een Westersche kaart in de Duitsche taal. Het is de eenige decoratie, die* er is, en ik begrijp niet waar de menschen die kaart vandaan gehaald hebben. Als ik al do bekende plaatsen zie gevoel ik mij reeds wat thuis. Tegenover mijn „kamer" wonen in een paar kleine kamertjes zeventien vrouwen en meisjes, bijeengekomen om voor twee maanden lang den bijbel te bestudeeren en cursussen te volgen in het oprichten en in stand houden van kerken, en huise lijke bijeenkomsten. De kamertjes zijn zorgvuldig afgeschei den van mijn gedeelte van het binnenhof en de oude poortman en zyn gezin, die in een hoekkamer wonen, zorgen er boven dien voor, dat myn verblijf in overeen stemming is met de strikte gewoonten van het land. Alle gebouwen zijn van één ver dieping en opvallend eenvoudig en zeer stoffig, ofschoon schoon in het oog van het publiek. Te midden van een belangstellende me nigte pak ik een en ander uit. Men is ten zeerste geïnteresseerd in al wat ik doe. Allerlei opmerkingen worden ten beste gegeven, schijnbaar zonder dat men zich incenkt dat ik alles versta. Het publiek is vriendelijk en uiterst beleefd, maar ik merk duidelijk, dat men voor Westersche gebruiken al heel weinig waardeering heeft. Even moeilijk als het voor sommige JMironeanen is om het leven der Ghinee- zen te apprecieeren, even onmogelijk is net voor vele Chineezen om Europeanen en hun levenswijze te waardeeren. •t a VjUdt my vreemd en onceremonieel, maar dat ik in een bont geveerde Chinee sche jas ben met dito schoenen en muts, inplaats van in onpractische Westersche kleeren, maakt mij in veler oogen nog voor verbetering vatbaar. Een oude man met zijn handen tegen de koude in zijn mouwen gestoken vraagt mij waarom ik nu toch weer een kampbed met slaapzak heb medegebracht. Hy invi teert my om met zijn gezin op zijn steenen familie-bed te slapen, dat 's nachts flink verwarmd wordt. Met een diepe buiging bedank ik voor de eer. Steenen bedden in het binnenland ziin vaak dicht bevolkt met „kleine bezoekers" en het is my onmoge lijk te apen in een met papier dicht ge plakte kamer met een geheel gezin dicht naast elkaar op een verwarmd steenen bed, zonder dat eenige frissohe lucht 1 nen kan komen. Ik prefereer het vervallen schoollokaal met den mooien Oosterschen sterrennacht schijnend door de gebroken papieren ruiten. De poortman veegt met een grooten bezem myn kamer wat aan en als de groote stofwolken zich weer neergezet hebben, deponeert mijn „boy" myn bagage en keukengerei op den grond neer, daar er slechts één kleine tafel en twee bankjes zonder leuning aanwezig zyn. Kort na aankomst ga ik naar de „Zaal van Blijde Tijding", liet kerklokaai, waar een bijeen komst reeds is begonnen, geleid door eenige leden der kerk. De kerk kan het salaris van een Chineeschen predikant nog niet bijeenbrengen en is daarom op de vrijwillige hulp van de ouderlingen aangewezen. De zaal is geheel gevuld met een aan dachtig luisterende menigte. Er zijn slechts weinig vrouwen, daar die 's avonds niet buitenshuis komen. Daar zijn zaken- menschen en winkeliers, kenbaar aan hun bontmutsen en warm gewatteerde of met bont gevoerde lange mantels. Overheids- bekleeders deftig in glanzende zijde, een inspecteur van politie met een paar politie agenten in gewatteerde uniform, een paar soldaten met hun geweren recht voor zich uitstaand en vele landbouwers in dik ge watteerde korte jasjes en dito lange broeken. De enkele vrouwen, die er zijn, zitten vooraan op een paar zijbanken. Ti'en jaar geleden zouden zy verscholen achter een blauw katoenen gordijn gezeten hebben, maar thans zijn zij openlijk aan het oog van het publiek tentoongesteld. Zii zitten heel kalm en waardig met haar klein ge bonden voetjes dicht bij elkaar en kijken strak voor zich uit, oogenschijnlijk zonder eenig bliik van belangstelling te toonen. Zy zijn wat zii schijnen: de stille kracht achter den troon van het Chineesche fa milieleven. Een kracht, door de mannen zelden onenliik erkend, maar waarme e wel degelijk gerekend wordt. De meeste vrouwen zien in vergeliik met de mannen er zindelijk uit. maar in het koude winter weer doet men in het binnenland van Noord-China al heel weinig aan wasschen. Sommige vrouwen dragen een hoeveel heid van kleine haarversierselen en spel den kunstig gemaakt van vogelveertjes, maar anderen hebben het haar gebobt. De rijstpapieren vensters verhinderen al.e ventilatie en de dik gewatteerde blauw katoenen deur, die met_ iedere binnenko mende met een slag dichtvalt, ^houdt de buitenlucht tegen. De lucht is dik en zwaar, de menschen merken het niet eens er luisteren met spannende aandacht. Welk een goede gelegenheid om het zaad des geloofs in deze akkers te strooien. De menschen van het platteland van China, die twee derde van de 40 millioen popu latie uitmaken, zijn geheel open voor een nieuw leven en bereid het in allerlei vorm te accepteeren. Op alle dorpen, zelfs ver in het binnenland, ontmoet ik Russische propaganda en strijdt de Zending met Rusland om de menschen te winnen. Ook hier, zooals overal in Noord-China, in dezen tijd van verandering en nieuw gedachtenleven, is een levende_ interesse in een boodschap van regeneratie en her leving. Er is een aangrijpende belangstel ling, ofschoon de omgeving zonder eenige attractie of inspiratie is. De zaal lijkt wel een schuur en dan nog wel één waar een Hollandsche boer verlegen over zou zijn. De dicht opeen geschoven banken zijn uiterst smal en zonder leuning. De olie lampen onvoldoende en armoedig. De stee nen vloer koud en de wanden kaal. Er is geen muziek, want er is geen orgel en daar wordt haast niet gezongen, want de menschen kunnen niet samen zingen. Toch blijft' men uren lang stil luisteren en gaat men slechts noode heen. Zondagmorgen. Lang voor dat het tijd om op te staan is heb ik reeds bezoekers, die zeer ge ïnteresseerd ziin om mij te zien wasschen, scheren en aankleeden in de koude van „mijn kamer". Alles wat ik doe vinut men belangrijk en met onbeweeglijke oogen word ik voortdurend aangestaard. Ik heb een gevoel of velen me angstig vinden en bang voor mij ziin. Als ik mij soms vlug omdraai stuift vaak de een of ander verschrikt opzii. Nooit zal ik het wagen om in het binnenland een onbekende cicht te naderen of aan te raken. Ofschoon erg o?nieuwd in alles wat ik doe is men bang voor de een of andere verborgen kracht in mij, die zii niet kennen. Dit is een van de moeilijkheden van het leven in het binnenland. Daarbij ben ik vaak zelden een minuut allëen en het is een onbe schrijfelijk eenzaam gevoel om dagen lang overal door een massa zwarte onbeweeg lijke oogen aangestaard te worden. Om tien uur zyn er reeds verscheidene kerkleden aanwezig, die hier en daar bij elkaar zitten. Iets over elven begint dé kerkdienst. Daar zijn slechts weinige klok ken en horloges in het "binnenland en bij eenkomsten beginnen ais de meesten aan wezig zyn en men by algemeene instem ming vindt dat het zoowat tijd is. En zij gingen allen op om inschre ven te worden. Op dezen Zondag zyn alle leden dei- kerk gevraagd om ter kerk te komen om zich opnieuw in te laten schrijven als een bewy's van instemming met het zelfstandig worden van de kerk. Daarom zit een ouderling in de kamer naast, de poort om de namen te registree- ren. Van heinde en ver komen de men schen opdagen. De omgeving doet denken aan de tijden toen Jezus opging naar d-'n tempel. De groote stadspoort naast ue kerk staat half open. De stadsmuur is eeuwenoud en half ineengevallen. De straat is ongeplaveid en met ciep stof be dekt en de éénverdiepinghuizen van steen en gedroogde klei hebben al het primitieve van vervlogen tijden. Ramen of étalages hebben de winkels niet en straatverlich ting is nog onbekend. Eenige kerkleden in lange gewatteerde jassen leiden lang zaam en waardig hun kleine ezeltjes, waar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 19