HELDERSËHE MAM
n
CJ
3
1
R
Vierde BSad.
EqOTHS
•T
ij
r M
KRIGÉE's GEMBERBROOD
Schoonmaak
Een Zondag op een
buitenpost van China.
VAN ZATERDAG 19 MAART 1932.
TWEEDE KAMER.
De huiszoekingen bij de Nazi's.
China en Japan.
LUCHTVAART
Postvluchten van en naar Indië.
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75<d
Laxeer-Tabletten 60ct
Hoofdpijn-Tabletten 60ct
111
MOR. SCHIOPPA.
In den toestand van den pauselijken in
ternuntius in Den Haag, mgr. Schioppa,
is wederom een lichte verbetering ingetre
den. De patiënt heeft een rustigen nacht
doorgebracht.
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer nam Donderdag met
2416 stemmen het Kortingswetje aan.
Tegen stemden de sociaal-democraten,
de vrijzinnig-democraten, de katholieke
leden Serrarens, Visser en De Bruyn en
de anti-reyolutionnair De Vlugt.
DE NOOD DER BOEREN.
Een landbouw-delegatie bij de
koningin.
De koningin heeft Donderdagmorgen in
audiëntie ontvangen de heeren Nysingh,
voorzitter van het Kon. Ned. Landbouw-
comité, Verheggen, voorz. van den-Kath.
Ned. Boeren- en Tuindersbond, en prof.
dr. Diepenhorst, voorzitter van den Christ.
Boeren- en Tuindersbond.
De heeren hebben de zorgen en moei
lijkheden van den landbouw uitvoerig uit
eengezet, de koningin verzocht in het bij
zonder haar aandacht te willen wijden
aan de veehouderij en de gemengde be
drijven en daarbij de hoop uitgesproken,
dat, kon het zijn spoedig, van regeerings-
wege maatregelen zouden worden geno
men om aan den daarin heerschenden
nood tegemoet te komen.
PROCEDURE V.A.R.A. TEGEN STAAT.
Het gerechtshof te 's-Graven-
hage oordeelt den president der
rechtbank niet bevoegd om bij
voorbaat in te grijpen.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft
heden arrest gewezen in de bekende pro
cedure tusschen de V.A.R.A. en den
Staat inzake de uitzending van het hoor
spel „Gevleugelde daden".
Zooals men weet, had de Radio-controle
commissie de uitzending van dit hoorspel
verboden, doch daarna heeft de president
van de rechtbank te 's-Gravenhage in
kort geding beslist, dat de controlecom
missie ten deze de grenzen van haar be
voegdheid had overschreden, en alsnog
de uitzending toegelaten.
In hooger beroep heeft thans het ge
rechtshof overwogen, dat naar zijn aan
vankelijk oordeel de controlecommissie de
renzen van haar bevoegdheid geenszins
eeft overschreden, doch zich heeft be
paald tot bestuursdaden, waarover de
rechter niet te oordeelen heeft. In het
onderhavige geval was geen plaats voor
een bij voorbaat ingrijpen van de rech
terlijke macht en de president had zich
daarvan moeten onthouden.
Het hof vernietigde dan ook het vonnis
kn kort geding en besliste, dat de presi
dent geen bevoegdheid heeft om van de
onderhavige vordering in kort geding
kennis te nemen.
Het salaris van den conciërge
der Heldersche Ambachtsschool.
In de vergadering van Donderdag kwam
bij de behandeling van verzoekschriften
de zaak van den conciërge der Helder
sche Ambachtschool ter sprake, welke,
zooals men weet, een te veel aan salaris
heeft ontvangen en dit moet terugbetalen.
De heer J. ter Laan (s.d.) bepleit de
kwijtschelding van een grooter bedrag
op billijkheidsgronden. De commissie
voor de verzoekschriften stelt voor over
te gaan tot de orde van den dag. Ook
drong de spr. aan op het oefenen van
meer contröle, opdat de administratie
niet weer dergelijke fouten maakt.
Het debat over dit onderwerp is hier
mede gesloten.
Voortgegaan wordt met de Indische
begrooting (Onderwijs en Eeredienst).
De heer Ketelaar <v.d.) spreekt ten
sterkste tegen, dat het met de bezuiniging
op onderwijs niet erg gesteld zou zijn.
Spr. noemt o. m. de vermindering van de
studiebeurzen voor M.U.L.0 en H.B.S.,
de vergrooting van den achterstand van
den scholenbouw, de vergrooting van het
aantal leerlingen per klasse en het voort
bestaan van het gebrek aan dessascholen.
Aan vakopleiding wordt op geen stuk
ken na gedaan wat noodig zon zyn. Te
genover het buitengewoon onderwijs blijft
men in gebreke.
Eerst wilde men 6.6 millioen op het
onderwijs bezuinigen en later kwam de
boodschap, dat daarenboven nog 5 mil
lioen gulden zou worden bezuinigd.
Hoe komt men er toe, handwerklessen
en lichamelijke opvoeding en de cursussen
in het Nederlandsch aan de Hollandsch-
Indische scholen en aan de Hollandsch-
Chineesche scholen af te schaffen Buiten
gewoon eigenaardig is de oprichting van
de z.g. wilde scholen. De scholen voor
inhecmschen en Chineezen met Neder
landsch alsvoertaal rijzen als paddestoelen
uit den grond.
Algemeene afkeuring vindt ook de
afschaffing van de voorklassen, waar de
kinderen wat wegwijs worden gemaakt.
De heer K. ter Laan (s.-d.) sluit zich
aan bij deze rede. Het onderwijs kan zich
niet geheel onttrekken aan den invloed
der tijden.
De bezuiniging echter gaat veel te ver
en wordt tot afbraak. Door de thans ge
troffen maatregelen zullen leerlingen on
geschikt worden het latere onderwijs te
volgen, wat zich op hun heele verdere
leven wreken zal.
Het voornaamste is de vraag of men
er prijs op stelt, dat in de Nederlandsch-
Indische en in de Nederlandsch-Chinee-
sche school deugdelijk Nederlandscb zal
worden onderwezen.
Mej. Westerman (lib.) erkent, dat
ook voor het onderwijs aan de bezuiniging
niet valt te ontkomen. Ook in Indië zijn
te veel scholen eri schooltjes gesticht,
wat nog niet beteekent dat er te veel
onderwijs gegeven wordt. Allebezuiniging,
die wordt aangebracht, mag geenszins
als afbraak worden bestempeld. Maar de
meeste behoefte bestaat aan volksschool-
onderwijs en ambachts-, land en tuinbouw-
onderwijs en daarom worde dit onderwijs
zooveel mogelijk ontzien.
Met het oog op den moeilijken eco-
nomischen toestand bepleit spr. geen
ongedaan maken van de drastische be
zuinigingen, waartoe de autoriteiten niet
voor hun pleizier overgaan.
De heer van Boetzelaer van Dub
beldam (c.-h.) zegt, dat de laatste 25 jaar
veel op het gebied van het onderwijs is
gedaan en dat het dan onaangenaam is
als er stilstand, ja, achteruitgang moet
komen. Van belang is het vooral het
eigenlijke volksonderwijs en spr. heeft
er vroeger vaak op aangedrongen, dat
daarvoor meer geld beschikbaar zou
worden gesteld, Hij wil niets kwaads
zeggen van de Hollandsch-Inlandsche en
van de Hollandsch-Chineesche scholen,
maar zij kosten veel geld.
De heer M o 11 e r (R.-K.) huldigt de
regeering voor haar buitengewone pres
tatie voor bet inheemsche onderwijs in
de laatste tien jaar. Maar wordt dit
onderwijs nu beperkt, dan is dat een zeer
ernstige benadeeling van de ontwikkeling
der inheemsche bevolking.
Spr. betreurt de houding van de regee
ring tegenover de bijzondere schoolbe
sturen, die contracten hebben met de
leerkrachten en die nu door de regeering
worden genoopt, menschen op wachtgeld
te stellen.
De Minister van Koloniën, de
heer de Graaff, betreurt sterk de
noodzakelijkheid van bezuiniging op het
gebied van het onderwijs en moet tot
zijn groote spijt zeggen, dat men nog
wel met nieuwe bezuinigingen zal moeten
komen.
Spr. staat geheel op het standpunt der
heeren Feber, Moller en Van Boetzelaer,
dat godsdienstzin eerste voorwaarde is
voor karaktervorming.
De Kamer keurt het hoofdstuk zonder
stemming goed, met aanteekening, dat
de heeren K. ter Laan en Ketelaar met
hun fracties en de heer Wijnkoop ge
acht willen worden tegen te stemmen.
Aan de orde is het hoofdstuk der Volks
gezondheid.
Mevrouw DeVrie s—B r u i n s (S. D.)
keurt af de bezuiniging op de volksge
zondheid.
Wijst o.a. op het veel verbreide voor
komen van tuberculose als volksziekte
en de behandeling van geesteszieken.
Politiedienaren te Malang moeten als be
wakers fungeeren en patiënten loopen,
opgesloten, rond in Adamscostuum.
En nu wordt nog voor bijna acht mil
lioen op de volksgezondheid bezuinigd,
terwijl men heeft verklaard, dat de toe
stand te dezer zake niet voldoet aan de
internationale normen van humaniteit.
De Minister van Koloniën, de heer De
Graaff, acht met mevrouw De Vries
Bruins besparing op de gezondheidszorg
een der bedenkelijkste besparingen. Dat
neemt niet weg, dat men de bezuiniging
zal moeten vinden in de verschillende
takken van staatszorg.
De Kamer keurt het hoofdstuk zonder
stemming goed, onder aanteekening, dat
mevrouw De VriesBruins en haar
fractie en de heer Wijnkoop geacht willen
worden tegen te stemmen.
Landbouw, Nijverheid en Handel.
De heer Cramer (s.d.) bepleit een
beschikbaarstelling van meer geld in de
toekomst voor bevordering van den in-
landschen landbouw en steun voor de
inlandsche nijverheid.
De heer Engels (r.k.) betoogt, dat
ter bevordering Aan den inlandschen
landbouw meer land moet worden be
schikbaar gesteld en bepleit steun van
de huisnijverheid.
Omtrent het hoofdstuk
Marine
valt te vermelden dat de heer van der
Houwen (s.d.) afkeurt een verbod door
den commandant der marine teSoerabaja
voor marinepersoneel, om op vergade
ringen tegen overheidsmaatregelen ie
protesteeren. Spr. protesteert tegen het
maken van onderscheid tusschen militai
ren eri personen, die in burgerdienst zijn.
Waarom mag ook een militair niet ge
tuigen van zijn onwil om een salaris
verlaging te aanvaarden
De heer Cramer (s.d.) bespreekt de
quaestie van uitstel van den bouw van
den derden kruiser. Minister Deckers
heeft in Indië besprekingen gevoerd,
naar welker resultaten spr. zeer benieuwd
is. Hij hoopt er meer van te vernemen
dan in de interviews, die de minister aan
de bladen heeft toegestaan. De bouw van
den derden kiuiser worde stilgelegd. Een
betere kostenverdeeling tusschen Neder
land en Indië komen tot stand. Voorts
moeten schepen worden opgelegd. De
„Sumatra" heeft zoovele ongelukken ge
had, dat het het beste is, dat schip op te
leggen. Op die manier kan er nog wel
bezuinigd worden.
De heer van de Bilt (r.-k.) is het
oneens met den heer Van der Houwen.
Militairen nemen een bijzondere positie
in en hun optreden maakt een zekeren
indruk op de inlandsche bevolking. Het
ambt legt den marine-schepelingen plich
ten op en de groote meerderheid van hen
toont zich daarvan bewust.
De heer W ij n k o o p (c.-p.) wijst erop,
dat de minister van Defensie in Indië
petroleumplaatsen heeft bezocht enz., en
die feiten heeft de minister van Koloniën
ons onthouden. Wat hij te dezer zake
heeft geantwoord aan de Kamer in de
stukken, is niet volgens de waarheid. De
minister van Defensie is naar Indië gegaan
mede in verband met het conflict tusschen
China en Japan. Ook daaromtrent komt
de Kamer niets te weten. Hoe staat het
met het charteren der booten van de
K. P. M., met het gereed houden van de
reserve, enz.? De minister schrijft, dat
hem niet bekend is, dat bepaalde maat
regelen genomen zijn in verband met
het conflict. Zoo ontwijkt hij een antwoord.
Uit „De Java-Bode" blijkt, dat militaire
en maritieme maatregelen het gevolg van
het conflict zijn. Zoo worden de grond
slagen gelegd, waarop Nederland en Indië
in den oorlog zullen worden betrokken.
Minister de Graaff betoogt, dat de
positie der marineschepelingen in Indië
niet toelaat, dat zij vergaderingen, tegen
de regeering gericht, bijwonen.
Het conflict tusschen China en Japan
staat niet in verband met de zaken, die
wij hier behandelen. Het doel der reis
van den minister van Defensie is in de
stukken uiteengezet en wat van die uiteen
zetting afwijkt, is onjuist.
De heer Wijnkoop (C.P.) repliceert.
Uit mededeelingen van minister Deckers
is gebleken, dat er meer aan de hand is,
dan minister De Graaff heeft verteld.
Minister deGraaff verklaartnog.dat
hij op dit oogenblik geen mededeelingen
kan doen inzake den derden kruiser, daar
hij nog geen gelegenheid heeft gehad,
overleg te plegen met zijn ambtgenoot.
De Indische begrooting is hiermede
afgehandeld.
Vrijdagmiddag worden een aantal kleine
wetsontwerpen afgedaan, waarna wordt
voortgezet het debat over de bestuurs-
hervorming in Ned. Indië. De Kamer
keurde het wetsontwerp goed met 54
tegen 38 stemmen. In den administratieven
onderbouw van het Europeesche bestuur
komt geen verandering; de residenties
en assistent-residenties blijven haar naam
behouden. Naar aanleiding hiervan diende
de v.d. heer Joekes een motie in waarin
de minister wordt uitgenoodigd omtrent
zijn nieuwe zienswijze, die indruischt
tegen de Indische regeering, eerst overleg
te plegen met die regeering en in dat
overleg ook den Volksraad te betrekken.
Deze motie, eenigszins gewijzigd, wordt
evenwel verworpen. Onder hoongelach
van sociaal- en vrijzinnigdemocraten wordt
de Minister gelukgewenscht.
Daarna kwam aan de orde de interpel
latie-Wijnkoop over:
de houding van Nederland ten aanzien
van den toestand in Sjanghai
de houding van de Nederlandsche re
geering in de op 3 Maart j.1. aangevan
gen assemblée van den Volkenbond
den aan den consul-generaal te Sjanghai
naar aanleiding daarvan gegeven op
dracht
de zgn. „speciale belangen" die Ne
derland in de vestiging van Sjanghai
zou hebben.
Hij stelt aan de regeering een twaalf
tal vragen, waaronder deze of de regee
ring de resultaten wil mededeelen van
de inspectiereis van minister Deckers,
of er inderdaad uit Borneo belangrijke
hoeveelheden petroleum zijn geleverd
aan Japan, welke de speciale belangen
zijn van Nederland in de vestiging van
Sjanghai e. a.
De Minister antwoordt, dat de reis van
minister Deckers niets met het conflict
China—Japan heeft te maken.
Tenslotte diende de interpellant twee
moties in, die evenwel niet worden on
dersteund.
Aangenomen wordt voorts een wets
ontwerp ten aanzien van het Gooische
natuurreservaat.
De Kamer is tot 12 April uiteen.
EEN ZWEEDSCHE KRUISER.
De „Fylgia" ln Rotterdam aan
gekomen.
Donderdagmorgen is de Zweedsche
kuriser „Fylgia" aan de Parkkade te Rot
terdam aangekomen. Het schip, dat den
vorigen herfst Zweden heeft verlaten en
o.m. Bombay, Calcutta, Karatsji, Co
lombo en Port-Said heeft bezocht op een
oefenreis, welke ieder jaar wordt ge
maakt, brengt op de terugreis naar het
vaderland een niet-officieel bezoek aan
Rotterdam.
Aan boord van de „Fylgia" bevinden
zich 19 officieren-, 25 adelborsten, 40
onderofficieren en 295 manschappen. On
der de adelborsten is de 20-jarige prins
Bertil, een kleinzoon van den Zweedschen
koning.
De kruiser blijft tot 22 dezer in ons
land.
Een oproep van Hitier.
Adolf Hitier publiceert in den Völ-
kischen Beobachter een oproep, waarin
hij, onder verwijzing naar de huiszoe
kingen in Pruisen, aanspoort zich door
niets tot onwettige daden te laten ver
leiden, doch met het uiterste fanatisme
in den geest van de te geven richtsnoeren
te werken. In een instructie van de lei
ding der partij worden alle betrokken
instanties van de N. S. D. A. P. aange
maand onmiddellijk rapport uit te brengen
over het optreden van de Pruisische
politie en de hierbij ondervonden on
wettigheden, aan den leider van de juri
dische afdeeling van de N. S D. A. P.
dr. Frank II te Munchen.
Prijs f 0.25.
geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol
In de nat. soc. Korrespondenz schrijft
deze een lang artikel over de N.S.D.A.P.,
waarin hij, namens de leiding van de
partij, verklaart, dat de nieüwe poging
om een verbod, of een organische ver
nieling van de N.S.D.A.P. te bereiken
door de bewering, dat de N.S.D.A.P. met
middelen van geweld zich van de poli
tieke macht in den staat wil meester
maken, evenzeer zal mislukken als alle
tot nu toe ondernomen pogingen tegen
de legaliteit van het optreden der leiding
van de partij. Op instructie van dit hoofd
bestuur van de partij zullen tegen eiken
maatregel als huiszoeking, verboden,ont
binding enz., de nbodige juridische stap
pen worden gedaan.
Persstemmen.
De meeste Berlijnsche bladen bevatten
gisteren ochtend beschouwingen over de
maatregelen der Pruisische regeering
tegen de organisaties der nationaal-so-
cialisten.
De Germania doet dit onder het op
schrift: „Een staat in den staat en acht
het in beslag genomen materiaal volko
men autenthiek.
De Vossische Zeitung schrijft, dat een
verontrustende waarheid aan den dag ge
komen is, n.l. dat de voorbereidselen
voor den burgeroorlog op papier ten min
ste reeds volledig waren uitgewerkt.
De Vorwarts zegt, dat het bezwarend
materiaal, door den Pruisischen minister
gepubliceerd, de legaliteits-verzekeringen
van de nationaal-socialisten geheel te niet
doet.
Het Berliner Tageblatt vraagt spottend
of Hilter machinegeweren, karabijnen,
boksijzers en dergelijke wapens legale
middelen vindt om den verkiezingsstrijd
te voeren.
Nieuwe Japansche oorlogslecning.
De Japansche regeering heeft bij het
Parlement machtiging gevraagd voor een
nieuwe leening ten bedrage van 53 mil
lioen jen tot dekking van de militaire uit
gaven in China en in Mantsjoerije.
Veertien communisten te Kan
ton terechtgesteld.
Donderdag zijn te Kanton veertien Chi-
neesche communisten, die beschuldigd
waren van het deelnemen aan aanslagen
op rege eri ngso-ebou wen en kruitmagazij
nen, ter dood gebracht.
De anti-Japansche beweging in
Mantsjoerije.
Moekden wordt door troepen, die zich
verzetten tegen de nieuwe, van Japan af
hankelijke republikeinsche regeering,
maar die in de Japansche berichten als
„bandietenbende" worden aangeduid, be
dreigd. Reeds hebben zy een groot aantal
plaatsen in de nabijheid van Moekden be
zet, waar zy de vlag van de Mantsjoerij-
sche republiek hebben neergehaald en de
ambtenaren hebben afgezet of gevangen
genomen. Generaal Hsjai Ting-kai, die
tot nog toe belast was met het opperbevel
over de Chineesche troepen te Sjanghai,
zou in Mantsjoerije zijn aangekomen om te
trachten de ongeregelde Chineesche troe
pen te organiseeren.
In verscheiden plaatsen in Mantsjoerije
zyn Chineesche rechters en andere amb
tenaren afgetreden met de motiveering,
dat zij niet onder de nieuwe Mantsjoerij-
sche regeering wenschen te werken.
De toestand aan de Oostelijke
grenzen van Rusland.
Volgens mededeelingen uit gezag
hebbende Russische bron zijn de berich
ten betreffende conflicten aan de Siberische
grenzen tusschen Sowjet-Russische grens
posten en Japansche troependetachemen
ten onjuist. Ook het bericht, volgens
hetwelk een Japansch vliegtuig boven
Russisch grondgebied tot dalen zou zijn
gedwongen, is niet in overeenstemming
met de waarheid.
Tusschen Russische grenswachten en
Japansche troepen heeft geen enkel
incident plaats gehad, terwijl nergens
kon worden geconstateerd, dat Japansche
troepen de Russische grenzen genaderd
zijn. Evenmin hebben Japansche vlieg
tuigen boven Russich grondgebied ge
vlogen.
De weg naar definitieve oplos
sing van het conflict.
In het Engelsche Lagerhuis onder
vraagd over den toestand te Sjanghai,
zeide John Simon, de minister van bui-
tenlandsche zaken, dat hij bericht had
gekregen, dat onderhandelingen tusschen
de Chineezen en Japanners gaande zijn
en dat hy hoopte, dat deze onderhande
lingen met behulp van de vertegenwoor
digers der vier groote mogendheden
definitieve resultaten zouden opleveren.
Simon zeide, dat een verklaring thans
betreffende de twistpunten de kansen op
definitieve overeenstem mins zouden scha
den.
De onderhandelingen te Sjanghai
en de geruchten over een militai
ren staatsgrep in Japan.
Een Reuterbericht uit Sjanghai meldde
gister:
Er is een periode van stilstand geko
men in de vredesonderhandelingen en de
groote aandacht is thans gevestigd op
den loop der gebeurtenissen in Japan.
De geruchten, dat in Japan een mili
taire staatsgreeo aanstaande is, houden
hardnekkig aan. Welingelichte lieden,
die daarbij de Chineesche zaak gunstig
gezind zijn, beklagen zich er over, dat er
weinig hoop op het sluiten van een vrede
is, daar men in Tokio de voorwaarden zal
verwerpen, welke de onderhandelaars te
Sjanghai hebben gepoogd aan te nemen.
De verscheping van oorlogstuig naar
China duurt intusschen voort.
Heen.
De „Raaf" vertrok 18 Maart om 5.31 u.
van Calcutta en is om 17.15 u. te Bangkok
aangekomen.
De „Valk" vertrok 18 Maart 7.25 u. van
Marseille en kwam om 11.55 te Rome aan.
Terug.
De „Specht" vertrok 18 Maart om 6.50
u. van Batavia en arriveerde om 15.43 te
Medan.
De „Uil" vertrok 18 Maart om 5.52 u.
van Caïro en landde 13.10 u. te Athene.
VLIEGTUIG VERONGELUKT.
Twee dooden.
Bij Witterig in Sussex is Donderdag
een militair vliegtuig neergestort. Er zijn
twee dooden.
GEEN VALSCHERMSPRONGEN MEER
In een bericht aan luchtvarenden wordt
meegedeeld, dat valschermsprongen, be
doeld als vertooning of onderdeel van
een vertooning voor publiek, met het oog
op de veiligheid niet meer worden toe
gelaten.
VLIEGONGELUKKEN IN FRANKRIJK
Met doodelijk gevolg.
Aan de kust van de Middellandsche Zee
is Woensdag een marine-vliegtuig, dat
een proefvlucht ondernam, in zee gestort,
waarbij de piloot verdronk.
Ongeveer op dezelfde plek is een groot
watervliegtuig, met vijf man bezet, om
laag gestort. Hierbij kwam de piloot om
het leven, terwijl de vier andere inzitten
den ernstig gewond werden.
In de nabijheid van Blois is Woensdag
een militair vliegtuig van ongeveer 30
meter hoogte neergestort en in brand ge
vlogen. De bestuurder verbrandde, ter
wijl de waarnemer met ernstige brand
wonden naar een ziekenhuis is overge
bracht.
VLIEGONGELUK.
Woensdagmiddag is er te Rijsel een
vliegtuig, waarin twee jongelui zaten,
op het dak van een koffiehuis neergestort.
Het vliegtuig vloog in brand en ook het
huis begon te branden. De twee jonge
mannen in het vliegtuig zijn verbrand.
Bij Apoth. en Drogisten
door
JAMES LEYNSE.
Wij ontvingen van den zendeling James
Leynse, hier bij velen bekend door een
lezing, die hy eenige jaren geleden in het
Evangelisatiegebouw Palmstraat hield, den
volgenden interessanten brief over zijn
arbeid in China:
Het is de laatste week van de Bittere
Maan van het Chineesehe jaar en ik ben
in het binnenland 35 mijlen van Peking in
het stadje onpretentieus genaami. Ma Feng
(het Huis van het paard).
Mijn aankomst op Zaterdagmiddag is
een van de gebeurtenissen van den dag.
De gedachten van de vele omstanders
worden door myn komst op de moderne
Westersche tijden bepaald, maar ik moet
onwillekeurig aan de middeleeuwen den
ken.
Ik voel me vreemd in een groot open
binnenhof omgeven door een hoogen stee
nen muur. Vriendelijke kerkleden wijzen
my „myn kamer' aan, een verlaten half
ineengevallen schoollokaal aan de eene
zii'le van het binnenhof.
De muren zijn van gedroogde klei opge
trokken, maar het dak is van pannen ge
maakt. Voor ramen zijn er een hoeveel
heid gebroken ryst-papieren vensters en
voor de deur een dik gewatteerd kleed van
blauw katoen. Er is een papieren zolde
ring, maar een groot gedeelte er van
hangt mistroostig naar beneden. De vloer
is volgens gewoonte van gedroogde klei
en bedekt onder een laag stof.
Het geheel ziet er armoedig en vervallen
uit, maar er is vreemd genoeg aan den
wand een Westersche kaart in de Duitsche
taal. Het is de eenige decoratie, die* er is,
en ik begrijp niet waar de menschen die
kaart vandaan gehaald hebben. Als ik al
do bekende plaatsen zie gevoel ik mij
reeds wat thuis.
Tegenover mijn „kamer" wonen in een
paar kleine kamertjes zeventien vrouwen
en meisjes, bijeengekomen om voor twee
maanden lang den bijbel te bestudeeren
en cursussen te volgen in het oprichten
en in stand houden van kerken, en huise
lijke bijeenkomsten.
De kamertjes zijn zorgvuldig afgeschei
den van mijn gedeelte van het binnenhof
en de oude poortman en zyn gezin, die in
een hoekkamer wonen, zorgen er boven
dien voor, dat myn verblijf in overeen
stemming is met de strikte gewoonten van
het land. Alle gebouwen zijn van één ver
dieping en opvallend eenvoudig en zeer
stoffig, ofschoon schoon in het oog van
het publiek.
Te midden van een belangstellende me
nigte pak ik een en ander uit. Men is ten
zeerste geïnteresseerd in al wat ik doe.
Allerlei opmerkingen worden ten beste
gegeven, schijnbaar zonder dat men zich
incenkt dat ik alles versta. Het publiek is
vriendelijk en uiterst beleefd, maar ik
merk duidelijk, dat men voor Westersche
gebruiken al heel weinig waardeering
heeft. Even moeilijk als het voor sommige
JMironeanen is om het leven der Ghinee-
zen te apprecieeren, even onmogelijk is
net voor vele Chineezen om Europeanen
en hun levenswijze te waardeeren.
•t a VjUdt my vreemd en onceremonieel,
maar dat ik in een bont geveerde Chinee
sche jas ben met dito schoenen en muts,
inplaats van in onpractische Westersche
kleeren, maakt mij in veler oogen nog voor
verbetering vatbaar.
Een oude man met zijn handen tegen
de koude in zijn mouwen gestoken vraagt
mij waarom ik nu toch weer een kampbed
met slaapzak heb medegebracht. Hy invi
teert my om met zijn gezin op zijn steenen
familie-bed te slapen, dat 's nachts flink
verwarmd wordt. Met een diepe buiging
bedank ik voor de eer. Steenen bedden in
het binnenland ziin vaak dicht bevolkt met
„kleine bezoekers" en het is my onmoge
lijk te apen in een met papier dicht ge
plakte kamer met een geheel gezin dicht
naast elkaar op een verwarmd steenen
bed, zonder dat eenige frissohe lucht 1
nen kan komen. Ik prefereer het vervallen
schoollokaal met den mooien Oosterschen
sterrennacht schijnend door de gebroken
papieren ruiten.
De poortman veegt met een grooten
bezem myn kamer wat aan en als de
groote stofwolken zich weer neergezet
hebben, deponeert mijn „boy" myn bagage
en keukengerei op den grond neer, daar
er slechts één kleine tafel en twee bankjes
zonder leuning aanwezig zyn. Kort na
aankomst ga ik naar de „Zaal van Blijde
Tijding", liet kerklokaai, waar een bijeen
komst reeds is begonnen, geleid door
eenige leden der kerk. De kerk kan het
salaris van een Chineeschen predikant
nog niet bijeenbrengen en is daarom op
de vrijwillige hulp van de ouderlingen
aangewezen.
De zaal is geheel gevuld met een aan
dachtig luisterende menigte. Er zijn
slechts weinig vrouwen, daar die 's avonds
niet buitenshuis komen. Daar zijn zaken-
menschen en winkeliers, kenbaar aan hun
bontmutsen en warm gewatteerde of met
bont gevoerde lange mantels. Overheids-
bekleeders deftig in glanzende zijde, een
inspecteur van politie met een paar politie
agenten in gewatteerde uniform, een paar
soldaten met hun geweren recht voor zich
uitstaand en vele landbouwers in dik ge
watteerde korte jasjes en dito lange
broeken.
De enkele vrouwen, die er zijn, zitten
vooraan op een paar zijbanken. Ti'en jaar
geleden zouden zy verscholen achter een
blauw katoenen gordijn gezeten hebben,
maar thans zijn zij openlijk aan het oog
van het publiek tentoongesteld. Zii zitten
heel kalm en waardig met haar klein ge
bonden voetjes dicht bij elkaar en kijken
strak voor zich uit, oogenschijnlijk zonder
eenig bliik van belangstelling te toonen.
Zy zijn wat zii schijnen: de stille kracht
achter den troon van het Chineesche fa
milieleven. Een kracht, door de mannen
zelden onenliik erkend, maar waarme e
wel degelijk gerekend wordt. De meeste
vrouwen zien in vergeliik met de mannen
er zindelijk uit. maar in het koude winter
weer doet men in het binnenland van
Noord-China al heel weinig aan wasschen.
Sommige vrouwen dragen een hoeveel
heid van kleine haarversierselen en spel
den kunstig gemaakt van vogelveertjes,
maar anderen hebben het haar gebobt. De
rijstpapieren vensters verhinderen al.e
ventilatie en de dik gewatteerde blauw
katoenen deur, die met_ iedere binnenko
mende met een slag dichtvalt, ^houdt de
buitenlucht tegen. De lucht is dik en
zwaar, de menschen merken het niet eens
er luisteren met spannende aandacht.
Welk een goede gelegenheid om het zaad
des geloofs in deze akkers te strooien. De
menschen van het platteland van China,
die twee derde van de 40 millioen popu
latie uitmaken, zijn geheel open voor een
nieuw leven en bereid het in allerlei vorm
te accepteeren. Op alle dorpen, zelfs ver
in het binnenland, ontmoet ik Russische
propaganda en strijdt de Zending met
Rusland om de menschen te winnen.
Ook hier, zooals overal in Noord-China,
in dezen tijd van verandering en nieuw
gedachtenleven, is een levende_ interesse
in een boodschap van regeneratie en her
leving. Er is een aangrijpende belangstel
ling, ofschoon de omgeving zonder eenige
attractie of inspiratie is. De zaal lijkt wel
een schuur en dan nog wel één waar een
Hollandsche boer verlegen over zou zijn.
De dicht opeen geschoven banken zijn
uiterst smal en zonder leuning. De olie
lampen onvoldoende en armoedig. De stee
nen vloer koud en de wanden kaal. Er is
geen muziek, want er is geen orgel en
daar wordt haast niet gezongen, want de
menschen kunnen niet samen zingen.
Toch blijft' men uren lang stil luisteren
en gaat men slechts noode heen.
Zondagmorgen.
Lang voor dat het tijd om op te staan
is heb ik reeds bezoekers, die zeer ge
ïnteresseerd ziin om mij te zien wasschen,
scheren en aankleeden in de koude van
„mijn kamer". Alles wat ik doe vinut men
belangrijk en met onbeweeglijke oogen
word ik voortdurend aangestaard. Ik heb
een gevoel of velen me angstig vinden
en bang voor mij ziin. Als ik mij soms
vlug omdraai stuift vaak de een of ander
verschrikt opzii. Nooit zal ik het wagen
om in het binnenland een onbekende cicht
te naderen of aan te raken. Ofschoon erg
o?nieuwd in alles wat ik doe is men bang
voor de een of andere verborgen kracht
in mij, die zii niet kennen. Dit is een van
de moeilijkheden van het leven in het
binnenland. Daarbij ben ik vaak zelden
een minuut allëen en het is een onbe
schrijfelijk eenzaam gevoel om dagen lang
overal door een massa zwarte onbeweeg
lijke oogen aangestaard te worden.
Om tien uur zyn er reeds verscheidene
kerkleden aanwezig, die hier en daar bij
elkaar zitten. Iets over elven begint dé
kerkdienst. Daar zijn slechts weinige klok
ken en horloges in het "binnenland en bij
eenkomsten beginnen ais de meesten aan
wezig zyn en men by algemeene instem
ming vindt dat het zoowat tijd is.
En zij gingen allen op om inschre
ven te worden.
Op dezen Zondag zyn alle leden dei-
kerk gevraagd om ter kerk te komen om
zich opnieuw in te laten schrijven als een
bewy's van instemming met het zelfstandig
worden van de kerk.
Daarom zit een ouderling in de kamer
naast, de poort om de namen te registree-
ren. Van heinde en ver komen de men
schen opdagen. De omgeving doet denken
aan de tijden toen Jezus opging naar d-'n
tempel. De groote stadspoort naast ue
kerk staat half open. De stadsmuur is
eeuwenoud en half ineengevallen. De
straat is ongeplaveid en met ciep stof be
dekt en de éénverdiepinghuizen van steen
en gedroogde klei hebben al het primitieve
van vervlogen tijden. Ramen of étalages
hebben de winkels niet en straatverlich
ting is nog onbekend. Eenige kerkleden
in lange gewatteerde jassen leiden lang
zaam en waardig hun kleine ezeltjes, waar-