Een gevaar voor het kind.
Moeilijk tandjes krijgen.
De juweelen van de koningin.
Een gezellige kamer
in den kelder.
Het wasschen van
jaeger ondergoed.
Practische wenken.
Het menu van de week.
jfejevrouw
Het- is een zeer algemeene gewoonte
om kleine kinderen een broodkorst te
geven, waarop zijn kunnen knabneien.
Zoo'n broodkorst vormt echter een ern
stig gevaar voor het kind, vooral wan
neer dit nog een hulpelooze zuigeling
is. Wanneer er ook maar gedurende
een oogenblik geen toezicht op het kind
wordt gehouden, dan kan de brood
korst zich in de keel vastzetten. De ge
wone middelen (kloppen op den rug,
omhoogtrekken der armen) helpen
niet altijd, zoodat het gevaar niet denk
beeldig is, dat het kind stikt, al is het
maar een stukje van de broodkorst,
dat nog in de keel achtergebleven is.
in dat geval moet men de korst met
den vinger uit de keel verwijderen.
Soms kleeft de korst ook aan den tong
wortel vast, ook dan moet deze met den
vinger verwijderd worden.
Wanneer het tandjes krijgen met
moeilijkheden gepaard gaat, moeten
de kinderen niet te veel voedsel krij
gen. Het zuigen doet veel pijn en daar
om is het aan te bevelen, de melk met
een theelepeltje in te gieten. De stoel
gang veroorzaakt eveneens pijn door
het drukken en daarom moeten alle
stoppende voedingsmiddelen verme
den worden, terwijl daarentegen ge
raspte appels en vijgenwater een gun
stige uitwerking hebben. Is het kind
koortsig of onrustig, dan zijn koude
of koele omslagen om het lichaam
raadzaam. De keel moet echter warm
gehouden worden zijde is daarvoor
zeer geschikt, evenals droge wol.
Londen.
Koningin Mary van Engeland is een
even verwoede verzamelaarster van
juweelen als de koning van postzegels.
Zij heeft er dan ook zeer veel verstand
van en doet niets liever dan allerlei
winkels van antiquiteiten bezoeken om
zeldzame steenen en vattingen te vin
den. Zij interesseert zich ook sterk
voor de geschiedenis van de juweelen,
die zij koopt. Zoo heeft zij in den loop
der jaren de schat van Engelsche
kroon juweelen, welke reeds beroemd
was om zijn schoonheid en kostbaar
heid, uitgebreid tot een collectie, zoo
als er geen tweede bestaat.
Zij, die de Engelsche koningin in
gala-toilet mogen bewonderen, staan
er verbaasd over, dat zij altijd juwee
len draagt, die op de meest volmaakte
wijze bij haar toilet passen. Zij weten
vermoedelijk niet, dat de toiletten zijn
gekozen en ontworpen om te passen bij
de juweelen en niet omgekeerd. Boven
dien is het opvallend, dat zij nooit
tweemaal achtereen precies dezelfde
juweelen draagt; zü brengt steeds
kleine veranderingen aan of bedenkt
nieuwe combinaties. Daarbij heeft zij
b.v. de keuze uit zeven verschillende
diademen, die bewaard worden in een
brandkast, welke het uiterlijk heeft
van een Chineesch kabinet. Het liefst
draagt zij er een van diamant en tur
koois, waarbij de steenen een zeer
fraai „kantwerk" vormen; dit was haar
Bruidsgeschenk van koningin Victoria.
Koningin Mary draagt het liefst
smaragden en het is teekenend voor de
ang*n,,di^men in ^geland om-
Sf h*?!J 1 arheid van loterijen
en hazardspelen heeft, dat de eerste
juweelm^rrT EnSelsche kroon-
ju eelen werden toegevoegd door een
loterij met prijzen in natura De eroot
moeder der koningin, de hertoginTan
Oambridge, kreeg ze zoo in haar bezit-
zij gaf ze na haar dood aan de hertogin
van Teek, de moeder der koningin.
Eeze gaf ze weer aan haar zoon Fran-
cis en tenslotte kwamen zij in het bezit
van diens zuster, koningin Mary. Deze
heeft daarna nog tal van
smaragden gekocht en gekre
gen, zoodat zij nu de mooiste
collectie smaragden bezit, die
er bestaat. Het meest draagt
zij den schittterend bewerkten
hanger.
Na smaragden voelt ae
koningin het meeste voor
diamanten. In haar par
ticuliere collectie heeft zi1 tal van
mooie exemplaren, terwijl zich onder
de kroonjuweelen zeer beroemde
diamanten bevinden, o.a. de Kohinoor
en de Cullinan, de grootste diamant
ter wereld. Deze wordt weinig gedra
gen, doch de Kohinoor bevindt zich in
kroon van de Engelsche koningin.
Velen meen en, dat deze prachtige
steen zich juist in de kroon van den
koning bevindt, doch dat is met opzet
niet gedaan, omdat aan dit oude Indi
sche juweel de legende verbonden is,
dat de vorst, die het draagt, de heer
schappij over Indië zal verliezen. De
Engelsche koning is niet bijgeloovig,
maar zijn onderdanen in Voor-Indië
zoovel te meer en daarom zou het voor
zijn prestige niet wenschelijk zijn, den
diamant te dragen.
Toen de kroonjuweelen in haar be
zit kwamen, onderzocht koningin Mary
ze stuk voor stuk en daarbij bleek,
dat vele mooie en kostbare stukken
jaren lang niet waren gedragen. O.a.
was dat het geval mt een diamanten
diadeem, die konigin Victoria in haar
jeugd veel gedragen had; deze was
geheel gemaakt van mooie Indische
diamanten. Voor minder officieele ge-
lekenheden draagt koningin Mary ook
veel parels; haar Schotsche parelsnoe
ren zijn buitengewoon mooi. Verder
interesseert zij zich voornamelijk voor
jade en omber. Kort geleden heeft zij
nog eenige mooie bijoux gekocht, die
thans op een zwartsatijnen ondergrond
liggen in haar juweelenkast, een mooi
meubel van de Chippendale stijl, dat
in de blauwe salon van het Bucking-
ham Palace staat en door aanzienlijk?
gasten mag worden bekeken.
Een Amerikaansche
n'euwi heid.
De bouwgrond wordt steeds duurder
en het bouwen zelf ook, vandaar dat
men niet licht ertoe zal overgaan, zijn
huis te vergrooten, ook wanneer dat
om andere redenen wenschelijk zou
zijn. De vindingrijke Amerikanen, heb
ben ook hierop wat bedacht: zij maken
eenvoudig een ruime gezellige kamer
van hun kelder! Als bergplaats heb
ben zij dezen niet zoo dringend meer
noodig en wat zij nog het prettigste
vinden, zij kunnen deze heerlijke
ruime kelderkamer precies zoo inrich
ten, als zij het wenschen. Want, hoewel
in enkele gezinnen de kelder in hoofd
zaak een speelkamer voor de kinderen
is, geven de meeste menschen er toch
de voorkeur aan, hun kinderen te
laten spelen in een vrooljjker, lichtere
omgeving. Voor henzelf is de kelder
echter een vertrek, waar zij zich vrijer
en meer op hun gemak voelen drn in
de andere kamers van het huis. Mis
schien is dat ook de reden, dat men er
de meest ongewone meubileering en
stoffeering aantreft. Oude meubels, die
men reeds volkomen onbruikbaar had
gewaand, worden ontdaan van al te
overdadige krullen en door een opval
lende kleur verf of door het bekleeden
met stoffen van levendige tinten en
patronen onherkenbaar veranderd.
Zwarte lakverf en vroolijke cretonne
bewijzen goede diensten, maar ouder-
wetsche meubels van ongeverfd hout
uit den z.g. kolonialen tijd worden het
liefst onveranderd gelaten.
De geheele inrichting van het ver
trek is van dien aard, dat zij tegen een
stootje kan. De cementen vloer wordt
bedekt met afgedankte vloerkleeden
met kleine kleedjes op de kale plekken.
De wanden worden soms bedekt met
planken, waarop zich nog de schors
bevindt en de gordijnen zijn van een
voudige landhuisstof of geruit katoen
Van het gemak, dat het elctrisch licht
biedt, doet men natuurlijk geen af
stand, doch ouderwetsche smeedijzereii
antarens verbergen dikwijls de gloei
lamp. De wandversiering bestaat soms
uit jachttrofeeën, vischtuig of voor
werpen, die op de zeevaart betrekking
hebben, maar velen brengen hier ook
onder, wat zij voor de andere kamers
van het huis niet mooi genoeg of te
ouderwetsch vinden en toch niet willen
wegdoen.
Voor het wasschen van jaeger onder
goed gebruike men een goede zeep-
soort en voege bij het sop desverkie-
zend ammoniak, b.v. op een emmer 2
eetlepels. Door de ammoniak worden
de vetdeelen verwijderd, zonder dat
men het goed behoeft te wasschen.
Wollen goed mag men nooit tus-
schen de handen wrijven of op een
waschbord behandelen, daardoor wordt
het hard en viltachtig.
Nadat het jaeger losjes tuschen de
handen is uitgedrukt, wordt het een
paar maal in lauw water nagespoeld,
totdat alle zeep eruit is en daarna
meer uitgeknepen dan wel gewrongen;
het goed dadelijk oprekken en in de
buitenlucht laten drogen.
Reinigen van borduurwerk.
Gekleurd borduurwerk doet men het
eerst in water met een flinke scheut
azijn en wasche het daarna in een zeer
lauw sopje van vlokkenzeep, flink na
spoelen in koud water, daarna uitknij
pen en op een schoonen doek op het
vloerkleed leggen en opspannen, zóó
dat de verkeerde kant boven ligt en
vóór het geheel droog is met een niet
te heet ijzer droog strijken. Het werk
zal er dan als nieuw uitzien.
Wanneer men een spijker of een
schroef moet aanbrengen in zeer hard
hout, kan men dit het beste van tevo
ren flink met zeep of olie inwrijven.
Daardoor kan men niet alleen gemak
kelijker den spijker inslaan of de
schroef indraaien, doch er bestaat
tevens minder kans, dat het hout gaat
splinteren.
Zondag:
Pouletsoep.
Gevulde kalfsborst, schorseneeren,
aardappelen.
Moccapudding met caramelsaus.
Maandag:
Vleesschelp.
Brusselsch lof met harde eieren
en gesm. boter.
Aardappelpuree.
Dinsdag:
Koude kalfsborst.
Spruitjes, aardappelen.
Fijne griesmeelpudding.
Woensdag:
Varkenskarbonade.
Knolraap, gestoofde aardappelen.
Warm beschuitschoteltje.
Donderdag:
Klapstuk
Hutspot.
Rijst met abrikozen.
Vrijdag:
Gekookte tong.
Worteltjes, aardappelen.
Peterseliesaus.
Beschuit met bessensap.
Vrijdag II:
Russische eieren.
Bruine boonen, aardappelen.
Gebruinde boter.
Veldsla.
Zaterdag:
Varkenslapjes.
Gestoofde bieten, aardappelen.
Gort met rozijnen.
EENIGE VASTEN MENU'S.
Zoutevisch.
Gesnipperde peen, aardappelen.
Griesmeelpuudding met vruchtensaus.
Gebakken bokking.
Bietensla, gebakken aardappelen.
Watergruwel.
cstoofde mosselen met witte wijnsaus.
Sla, gekookte aardappelen.
Compóte van verschillende
gedroogde vruchten.
Moccapudding met caramelsaus.
2 dl melk, 1 dl zeer sterke koffie-
extract, 2 eieren, 125 gram suiker, 80
gram maizena, l pakje vanillesuiker.
8 dl melk wordt aan de kook ge
bracht, waarna wij de suiker en va
nillesuiker bij voegen; de maizena
vermengen wij met de eierendooiers
en de melk en voegen deze al roerende
bij de heete melk, waarna wij de pud
ding onder voortdurend roeren, goed
den bodem rakende, om aanzetten te
voorkomen, nog eenige minuten latep
doorkokent de eierdooiers worden fïie;
een tikje zout stijf geklopt en het
extract er doorheen geroerd met de
puddingmassa vermengd, die in een
goed omgespoelden vorm gedaan
wordt, om koud te worden.
Caramelsaus.
1/2 1 melk, 2 eierdooiers, 200 gram
suiker, 10 gram maizena.
Wy brengen de melk aan de kook
en roeren de eierdooiers met de mai
zena, die voorzichtig bij de kokende
melk gevoegd worden; beter nog is,
om bij de maizena en eieren lepel
voor lepel wat warme melk toe
voegen. Is de helft der melk erbij, dan
kan het eiermengsel met de melk bij
de overige nog in de pan zijnde melk
gevoegd worden.
De suiker wordt in een ijzeren pan
netje gedaan en lichtbruin gebrand,
waarna voorzichtig de saus bijgegoten
wordt met kleine scheutjes tegelijk en
onder voortdurend roeren, waarna
alles nog even moet doorkoken, totdat
de saus gebonden is.
Vleeschschelpen
Het vleesch, waar wij de soep voor
Zondag van hebben getrokken, gebrui
ken wij voor de vleeschschelpen. Wij
hebben noodig:
300 gram vleesch, 3 dl melk of half
melk half jus of water, waarin 2 maggj-
blokjes zijn opgelost, 30 gram bloem,
40 gram boter, peper, zout en noot
muskaat, 1 uitje, 1 theelepel kerry en
peterselie.
Het vleesch malen wij of hakken het
in zeer kleine stukjes; boter wordt ge
smolten en het zeer fijn gehakt©
uitje wordt erin kaar gefruit, daarna
komt de bloem erbij, de kerry, peper
zout en noot en daarna de vloeistof,
waarna de saus een minuut of vijf
moet doorkoken, daarna wordt het
vleesch en de peterselie erdoor ge
roerd.
De schelpen worden met boter inge
smeerd en met paneermeel bestooid,
het vleesch in de verschillende schelpen
verdeeld, goed met paneermeel bedekt
en met kleine klontjes boter, waarna de
schelpen in den oven geplaatst worden
om bruin te bakken.
Aangezien de schelpen zeer heet
zijn, wanneer ze opgediend worden, is
het heel handig, wanneer men kleine
klemmetjes aan de schelpen beves
tigt. waaraan men ze kan vasthouden.
Deze zijn in winkels voor huishoude
lijke artikelen te verkrijgen.
Mosselen.
De mosselen worden schoon ge
schraapt en goed gewasschen, daarna
opgezet in een ijzeren pan met den
deksel er op, terwijl ze van tijd tot
tijd omgeschud worden; wanneer alle
mosselen geopend zijn, wordt de pan
van het vuur genomen, waarna men
er b.v. een salaatje van kan maken,
door de mosselen uit de schelpen te
nemen en ze aan te maken met olie en
azijn, een zéér fijn gehakt uitje en ge
hakte peterselie.
Gestoofde mosselen.
Deze worden behandeld als boven,
doch opgezet met witte wijn, op 1 1
mosselen een dl. Zijn alle mosselen
geopend, dan worden ze uit de schalen
gehaald en het kooknat gezeefd, waar
na het sausje gemaakf wordt met boter,
bloem en een gehakt uitje, dat eerst
met de boter gaar gefruit is. Bloem
erbij gevoegd en bij scheutjes tegelijk
de mosselbouillon en wijn, dan komen
de mosselen erbij. Vóór het opdienen
worden in een schaal 2 eierdooiers met
peper en sap van V, citroen geklopt
en hierbij komt in den beginne lepels-
gewijze de saus, terwijl daarna ook de
mosselen erbij gedaan worden:
Vragen worden gaarne beantwoord
door:
De Redactrice „Onze Keuken",
Muzenstraat 5 B, Den Haag.