Bridge-rubriek. Voorbereidend artikel. Bridge wordt gespeeld met 52 kaar ten, net als het oude whist. De volg orde der kaarten is: aas, heer, vrouw, hoer, 10 en vervolgens afdalend tot 2. De nieuwste vorm van bridge, die thans algemeen gespeeld wordt, heet contract. Daarbij telt een slag in de klaveren of in de ruiten 20 (per trek), harten of schoppen 30 en wanneer geen van die kleuren troef is, dus een spel gespeeld wordt zonder troef, aange duid met sans atout, sans of kortheids halve S.A., 35 per trek. Onder een trek wordt verstaan wat een partij maakt boven de eerste zes trekken. De spelers zitten aan de tafel als volgt: N W O z Er wordt, wanneer de twee spellen van 52 kaarten (één rood van rug en één blauw van rug) getrokken om partners. Volgens den Briagebond spelen hoogste en laagste samen, vol gens Portland-regeling de twee laag- sten en de twee hoogsten. Wat die regels aangaat, doet men goed de offi- cieele regels van den Nederlandschen Bridgebond te volgen. Boekjes met die regels en puntentellers etc. kan men in eiken boekhandel krijgen. De laagste trekker gaat op Z zitten j en begint te geven. Daarna geeft W, N en O en vervolgens Z weer totdat de robber is afgespeeld. Voordat men geeft, wordt het spel gecoupeerd door den speler rechts van den gever, dus j als Z geeft, door O. Dat coupeeren be staat daaruit, dat O een gedeelte der kaarten saampakt en van zich aflegt, waarop Z het pakie wat onder lag, bovenop het gecoupeerde legt. Bij het coupeeren moeten meer dan drie kaarten, dus minstens vier wor den afgenomen, anders is het ongeldig en moet opnieuw gewasschen en gecou peerd word mi. Als Z met h~t roode spel geeft, moet N het blauwe was- sclien en rechts van zich neerleggen, de rug naar boven, zoodat W, als hij aan de beurt is. kan geven. Li geeit, te Degumen met Yv', ieuer teiKeüS een Kaa, i, uie naiuiirujK *,oo gog^veii worui, uat ue rug uov'v.u ngt e,i ^00 kijjgt ence speier ueruen traar- ttn. icuer speler nouut zj.pi Kaarten zoo, uat geen van cie anuere spoiers ze kan zien en rangscniitt ze vuig, Kieur op Kicur, uus ue scuoppen by ue scnop- pen, cie narten by üe narten enz. uan opent Z het bieuen en ais hij niets goeds heeit, zegt hij pas, verv'Oigens \v misschien 1 harten (D.v.) waarop zou kunnen gebeuren, dat N 1 schop pen zegt (voigorhe der waarüe is: kiaveren het laagst, vervolgens ruiten, harten, schoppen, sans). Als nu O, Z en W passen, heeft N het hoogste bod gedaan en speelt. Nu gaat O uitkomen met een van zijn kaarten en als hij is uitgekomen, wordt het spel van Z open gelegd; hij is de „blinde" en mag zich zoolang N speelt, niet met het spel be moeien; het bijgooien uit zijn openge legde hand geschiedt door N. Schop pen is nu troef en als een der spelers renonce heeft in een der gespeelde andere kleuren, mag hij die kaart troe ven door een schoppen te spelen. In elke ronde komen dus vier kaarten op tafel, en wie den slag wint (hetzij door de hoogste kaart te spelen, hetzij door aftroeven) maakt van de vier kaarten een pakje; elk pakje is een slag. NZ zijn partners, OW eveneens. Als het spel uit is en er dus dertien pakjes lig gen, telt elke partij hoeveel slagen zij heeft. Men heeft slechts zooveel „aan trek" als men slagen boven de zes heeft. Hebben dus NZ acht slagen, dan hebben zij twee aan trek. Aange zien zij slechts 1 hebben geboden, plus 1 overslag. Als O—W na afloop zeven slagen zouden hebben en N—Z slechts zes, dan hebben NZ geen enkelen trek en OW hebben 1 aan trek. NZ hadden 1 tr^k moeten hebben -en heb ben dus gefaald in hpt halen van het door hen geboden contract, z\j zijn dus 1 trek „down" en dat ko«t hen als 7.ij niet door de tegenpartij gedubbeld waren, 50 strafnunt°n. Het verloop van het bieden had ook kunnen ziin: Z pas. W: 1 harten. N: 1 schoppen, O: nas. Z: pas. W: dubbel. Tn dat geval bliht die dubbel gehandhaafd als de andera drie passen en N moet dus het gedubbelde spal van 1 schoppen spalen. Als nu NZ twee aan trek maken tacht slagen in totaal dus) krijgen zij: beneden de streep van hnt score- blok- 2 maal 30. of ze«tig. tfiOt. voorts omdat zij aan het contract hebben vol- 'aan 50 punten en bovendien nog 100 -oor een oversla» boven de streep. raHden OW één aan trek gehad. De bioscoop-portier gaat naar bed. („Passing Show"). dus 7 slagen 11a afloop, dan waren NZ: 1 trek „down" en verbeuren dus aan OW thans 100 punten, die dezen boven de streep opschrijven. Het spel bestaat uit een robber, on derverdeeld in twee manches. Voor het maken van manches of robber telt al leen wat beneden de streep is opge schreven. Men heeft een manche als men 100 punten beneden de streep heeft gehaald (als men erover komt natuurlijk ook). Als men twee manches van 100 heeft gehaald, krijgt men een robber en boekt daarvoor 500 punten. Voor het maken van een manche krijgt men niets. Als NZ de eerste manche hebben gehaald en in de twee de b.v. 60 hadden, en OW maken nu ook een manche, dan moeten NZ on der die 60 in de tweede manche een streep zetten en weer opnieuw begin nen aan de telling voor hun tweede manche. Met die 60 rukken zij in; die tellen later wel by de eindafrekening, maar niet meer mee voor het halen van de robber. Als de robber uit is, telt ieder partij zijn punten bij elkaar en wie het hoogste aantal heeft, wint. Boven de streep worden ook eventu- cele honneurs geboekt; als een der spelers b.v. vier honneurs in hand hand, krijgt hij daarvoor 100 punten boven de streep, bij vijf honneurs in één hand 150 en voor vier azen in de hand (als S.A., wordt gespeeld) even eens 150. Die vier of vijf honneurs kan men slechts opschrijven als die kleur ook werkelijk troef was gedurende het betrekkelijke spel. Als dus vier harten worden gespeeld en er is een speler die vier honneurs in de hand heeft in schoppen, krijgt hij er niets voor. On der honneurs verstaat men de vijf hoogste kaarten: aas, heer, vrouw, boer en tien. Als de robber uit is, wordt opnieuw om partners getrokken; men begint weer als hierboven aangegeven; de laagste geeft het eerst. Men speelt dus telkens met een part ner en wat opgeschreven wordt, telt voor beide spelers samen. Dus als aan het eind van het spel de eene partij 450 punten meer heeft dan de andere, is b.v. N aan W 450 punten schuldig en Z aan O. Als men om 1/10 cent per punt speelt, moet dus N aan W 45 cent betalen en Z aan O eveneens 45 cent. Men doet gosd, ieder voor zich op te schrijven en bij elk spel na afloop, dat opschrijven te collationneeren, opdat men later bij de afrekening geen on genoegen krijgt, als het niet klopt. Ge durende het bieden raadplege men steeds den stand van het spel. Als b.v. NZ in een manche al 70 hebben, is het dwaasheid om hooger te gaan bie den dan 30 punten, dus b.v. 1 harten of 1 schoppen of 1 sans, als men niet door het bieden van de tegenpartij daartoe gedwongen wordt,. Hoe hoo ger men biedt, dus als men b.v. vier trekken in de harten biedt, dus 10 sla gen in totaal moet maken, is de kans grooter dat men het contract niet haalt en „down" gaat, dan wanneer men slechts 1 of 2 aan trek had geboden. Bieden en spelen zullen wij nu ach tereenvolgens gaan behandelen in deze rubriek. Dit is slechts bedoeld als een korte inleiding. M. W. ETTY—LEAL. Ik zal jou eens een paar dagen het bock „Goede Manieren" te leen geven, jou onbeschoft individu, aldus de woedende patroon tegen zijn bedien de, waarop deze gevat antwoordde: Ja. als 11 het een paar dagen kunt missen, heel graag. Wijze woorden. Een vriendelijke groet niet te beant woorden is een teeken van een slechte gewoonte en gebrekkige vorming des gemoeds. Wanneer een man zegt dat zijn woord even goed is als ziin handteeke- ning. zorg dan dat ge zijn. handteeke- tiing krijgt! Het dieet. Carelsen, een verstokt vrijgezel, moet dieet houden. Hij mag geen vleesch maar alleen visch eten. Hij haat visch en in het restaurant vraagt hij: Is er walvisch? Neen, meneer! Haaien misschien? Ook niet. Zwaardvisch, goudvisch, vliegende visch, paradysvisch? Wat allemaal niet? Breng me dan maar gauw een stevigen biefstuk. Pijnlijke situaties. Wie is dat vreeselijk leelijke mensch, daar naast de deur? Dat is mijn vrouw! Neenik bedoel die jr.-~°re daarnaast! Dat is mijn dochter!! "Mropeesche humor. jonge architect liet zijn futu ristisch gebouwd huis door zijn vriend Tristan Bernard bewonderen. En denk je eens in, van onderen tot boven van vuurvast materiaal ge bouwd Jammer! zei Bernard. UITSLAG WEDSTRIJD HELDERSCHE DAMCLUB. Groep 1. gesp. gew. rem. 13 11 2 J. Stoll J. Dijkers 16 9 J. C. Kossen 35 6 D. Dissel 9 4 S. Slort 12 2 J. Th. De Nies 10 2 D. C. W. Rab 10 2 Joh. Bremer 11 3 A. A. Bremer 9 2 Groep II. 14 7 verl. pnt. 0 24 L. Simonse O. Ottervanger 16 A. Bosman 17 P. H. C. Groene- meyer 14 P. J. Arends 15 C Goedegebuur15 A. J. Bezemer 17 W. Wieren 11 H. G. Fonteyn 16 P. Slort 17 J. Jagel 10 8 6 6 6 5 3 3 3 1 3 3 4 3 3 1 2 6 4 2 5 4 3 3 6 6 6 7 5 6 2 6 5 5 7 5 1 4 8 3 5 6 9 2 n l 8 2 20 15 11 8 7 7 7 6 20 20 16 17 16 15 13 12 12 12 9 Groep III. Jn. Bremer 14 11 2 1 '24 P. J.Smolenaars 14 10 4 0 24 W. v. Brederode 14 8 2 4 18 W. Slort 14 5 3 6 13 G. v. Roekei 13 4 2 7 10 W. Volkers 14 5 0 9 10 W. üroof 13 3 1 9 7 II. Thijssen 14 0 4 10 4 De wedstrijd wordt gehouden iederen Donderdagavond van half 8 tot 11 uur, in de bovenzaal van het Evangelisatie gebouw, Palmstraat. De wedstrijden zijn ook toegankelijk voor niet-leden. De man kwam thuis: Ik heb een betrekking gekregen! Vrouw: Fijn zeg! Als wat? Als nachtwaker! Hè wat jammer! Ik heb juist drie nachthemden voor je gemaakt! De oplossing van het probleem van Bayersdorfer is 1 Kf6 Ér kan gebeuren: c3 Pc3:f of Kd4:, Pe6:f of ed5;, Pc6. De oplossing van het probleem van Howard is 1 Df4. Er dreigt dan Dd2+; om de dame te pennen kunnen nu verschillende zetten met den toren op e5 gedaan worden: Te4:, Lf6 of Te7 e5f. Ook Pd5, Pb5f is een aardige variant. H. en E. Bettmann. Baltimore News 1883. Bogoljubow. 1. d4 2. c4 3. Pf3 4. Pc3 Wit begint en geeft mat in drie zetten. Wit: Kd6, Dfl, Ld7 en I16, pi a4 en c2. Zwart: Ka3, Pb2, pi a5 en a2. De laatste partij uit de match Spielmann—Bogoljubow, die onlangs werd gespeeld, verliep als volgt: Spielmann. Dit blijkt fout te zijn. Na Pe5de5:, dö Dcö: volgt Pd5 en de dame staat c6 in. Wel kon Tad8, f4, g6. Pi'6 13. ed4Tad8 e6 14. f4 g6 15. Lbl Tfe8 16. Td3 Pf8 17. Tg3 a6 Als zwart niet geslagen had, had dit niet gekund. 18. Ii4 P6d7 Wit valt krachtig aan! 19. h5 Lf6 20. cd5cdö 21. hg6fg6: 22. Pdl Dg7 Wit haalt kalm het paard te hulp. 23. Pe3 Pf6 24. f5 Ph5 25. Th3 Te5 Vergeefsche poging! 26. 27. De z.g.n. Tsechische verdediging. Het beste is wel 2 dc4en dan b5. Dit is echter riskant. Door e6 krijgt zwart een gedrukt spel. 5. e3 Pbd7 Wit speelde beter Lg5. 6. Ld3 Le7 Nu moest zwart zeker dc4spelen. 7. 0-0 0-0 8. De2 b6 Nog steeds is dc4: en b5 beter voor zwart. 9. b3 Lb7 Bogoljubow geeft in zijn boek: 1 d4, nu e4 aanb3 geeft echter meer kracht aan den aanval. 10. Lb2 cö 11. Tadl Dc7 Wit wil den koningsvleugel aanvallen. 12. Peö cd4 de5: Le5: fg6hg6: 28. Lg6: Pg6: 29. Dh5: opgegeven. Dr. P. FEENSTRA KUIPER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 34