HET BINNENHOFf
OP EN OM
Een ingrijpende consessie van minister
De (>raaff? - Zijn .schema" aanvaard. -
De heer Wijnkoop weer eens in actie!
Paasch-recesje,
men en overweegt hij eveneens, naar het ge
rucht wil, den bouw van een groote Amster-
damsche fabriek. Wij begroeten een en ander
natuurlijk met vreugde en zijn dergelijke bui
tenlanders (die, naar wij hopen, nog door
meerderen zullen gevolgd worden) dankbaar
voor hun initiatief, dat weer wat meer leven
in onze arbeids-brouwerij zal brengen.
Zelf zitten we intusschen ook niet stil. Po
gingen om zelf zulk meerder leven te brengen
zijn er den laatsten tijd inderdaad velen ge
weest. Helaas waren het in de meeste gevallen
niet meer dan pogingen die, vrij spoedig en
zonder veel resultaat, aan hun einde kwamen.
Een van die pogingen echter, die van den
wethouder voor den Maatschappelijken Steun,
Douwes, bedoeld om althans iets te doen
voor onze vrijwel totaal lamgeslagen diamant
industrie, belooft nu gelukkig eenig suc
ces. Met medewerking van Rijk, Gemeente,
Werkgevers en Werknemersorganisaties werd
een werkverruimingsplan opgesteld voor het
diamant-vak, meer speciaal voor de z.g. acht
kant- en kleinbrillant-industrie. Dit plan houdt
allereerst in, dat het gemiddelde bedrag, dat
aan steun wordt verstrekt, zoowel voor crisis-
uitkeeringen als voor uitkeeringen van Maat
schappelijken Steun, aangewend zal worden als
bijslag op het te verdienen loonen van de
diamantbewerkers die door een en ander aan
werk zullen worden geholpen. De Raad moet
nu alleen nog maar beslissen (maar die kan
wel niet anders dan „voor" zijn!) en dan kan
met de uitvoering begonnen worden. Reeds is
bekend, dat de firma Asscher met een te werk
te stellen personeel van pl.m. 150 man en de
firma Granaat met een ploeg kleinslijpers aan
deze werkverruiming hun steun geven. Ook
de firma Hakker zal dat waarschijnlijk doen en
er zullen daarnaast nog wel meerderen^ ko
menIn alle geval is dit dan al „iets". Al
ziet men als leek en buitenstaander, moeilijk
in hoe de diamant-industrie. die toch in
de eerste plaats in wezen een luxe-industrie
jSj er eigenlijk ooit weer, binnen afzlen-
baren tijd, bovenop zal moeten komen. „Luxe"
toch zal, ook al komen wij uit deze ma
laise, over de geheele wereld binnen dien
afzienbaren tijd wel ver te zoeken blijven. Al
heeft men nooit kunnen begrijpen hoe de dia
mant-bewerkers zelf, die in meerderheid „goed-
rood" georganiseerd zijn, deze tegenstrijdig
heid kunnen rijmen: een, als vak-lieden hopen
op, en streven naar herstel van luxe-leven,
en een, anderzijds, als politiek georganiseerden,
bestrijden van zulk een „luxe"!
Maar dat is tenslotte wat ver gedacht en ge
philisofeerd. Laat ons voorloopig dan maar
blij zijn met dit tastbare, alhoewel niet al te
groote, diamanten Paasch-ei
F WE EK-
la
KRONIEK
.1
Voordat de beide Kamers der Staten-
Generaal op Paaschrecèj zijn gegaan de
Tweede tot 12 April en de Eerste tot 30
Maart e.k. heeft zich in het Lagerhuis de
„ontknooping" voltrokken van het conflict,
dat tusschen den minister van Koloniën, den
heer De Graaft' en de Kamer gerezen was ten
aanzien der bestuurshervorming in de buiten
gewesten van Indiê.
Gelijk men weet had Exc. De Graaff de
„portefeuille-kwestie" gesteld. Bij verwerping
van zijn schema wenschte hij het bestier over
zijn departement niet langer te voeren.
In de zitting van Vrijdag 18 dezer zou de
zaak worden beslist. Zeer benieuwd naar de
dingen die komen zouden togen wij dien mid
dag Binnenhof-waarts.
In de vergaderzaal heerschte al dadelijk
de zenuwachtige drukte, die spanning voor
spelt.
Niet dadelijk kwam „de" kwestie op het
tapijt. Een aantal hamerstukken werden afge
roffeld. Niemand luisterde naar de stem des
voorzitters, die toonloos gonsde totdat
met sterke stemverheffing van de presidiale
tafel klonk: „Aan de orde zijn wetsontwer
pen goedkeuring van de besluiten van den
Gouverneur-Generaal
Het rumoer verstomde... Daar had-je 't!
„Het woord is aan den minister!" Minister
De Graaff stond op. Ieder voelde: Er komt
een „novum" Zijn stem nu toch wel iets
meer „kleurend" dan gewoonlijk deed Z.Exc.
de mededeeling, dat hij bij nader inzien tot
de conclusie was gekomen, dat inzake den
administratieven onderbouw der bestuurs
organisaties geen belangrijke veranderingen
behoeven te worden aangebracht, zoodat het
hoogste bestuur in de laagste ressorten in
Europeesche handen blijft gelegd.
Deze werkkring was ten volle in staat de
bezwaren van liberale zijde te ondervangen.
De heer Knottenbelt haastte zich dan ook te
komen verzekeren, door den minister geheel
voldaan te zijn.
Was Exc. De Graaff nu „gered"? Nog
niet
Een ander stormpje stak op.
De heer Joekes (V.D.) betuigde den be
windsman zijn „innige deelneming met het
gebeurde. De minister zei hi] heeft 25
jaar aan de bestuurshervorming gearbeid. En
steeds heeft hij wijziging van het bestuurs-
corps beoogt. Inkrimping daarvan was een
essentieel bestanddeel. En omdat de Vrijheids
bond dat niet wil, stelt de minister de Kamer
eensklaps voor een nieuwe situatie. Het nieuwe
standpunt van den minister is In strijd met
hetgeen de Ind. Regeering sinds jaren heeft
voorgestaan niet alleen, maar wordt aangeno
men zonder dat de Volksraad erover is ge
hoord en de Kamer gelegenheid tot beraad is
gegeven.
De heer Joekes vreesde een ernstigen in
breuk op de staatkundige verhouding tusschen
Nederland en Indië.' Hij wenschte de beraad
slagingen te schorsen, ten einde den Volks
raad te kunnen hooren. Dit begeeren be
lichaamde hij in een motie.
De beraadslagingen kregen nu een gansch
ander „aspect". Het ging nu allereerst: pro
of contra de motie. En spoedig teekenden
zich de twee kampen af: Vóór uitstel bleken
„vogels van diverse pluimage" te gevoelen,
zooals de heeren Cramer (S.D.A.P.). Van
Boetzelaer van Dubbeldam (C.H.)Wijnkoop
(Comm.) en Albarda (S.D.A.P.). Daarentegen
schaarden de afgevaardigden Feber (R.K.) en
Knottenbelt (V.B.) zich bij contra. De heer
Feber betwistte dat hier sprake was van een
principieele wijziging en de heer Knottenbelt
juichte het toe, dat de minister „tot het uiter
ste" was tegemoet gekomen aan de wenschen
der Kamer, welke woorden de heer Albarda
uit z'n tent lokten, die ontkende, dat van „ge
meen" overleg geen sprake was geweest. Juist
is te spreken van „beperkt" overleg zei hij
want het betreft de wenschen van een
groep.
Minister De Graaff betuigde op zijn beurt
j den heer Joekes leedwezen voor diens „zwak
betoog".
Z.-Exc. verklaarde, dat het voorstel opzet
telijk was ingediend om het inzicht der Ka
mer te vernemen. Ten overvloede zal de
Volksraad over definitieve voorstellen worden
gehoord. De minister ontkende dat zijn wij
zing essentialia betrof en noemde het „in
hooge mate bedenkelijk" om te beweren, dat
hij geen bevoegdheid zou bezitten den G.-G.
uit te noodigen met de inzichten der Kamer
rekening te houden.
Toen kwam de a.r. afgevaardigde mr. Beu-
mer een inconsequentie vaststellen.
De verontwaardiging over het niet hooren
der meening van den Volksraad maakt op mij
j geen indruk zei hij, want de motie komt
van de zijde, die ook zónder motie de plan-
nen van den minister afkeurde, terwijl de
Volksraad deze met bindende meerderheid
I
I heeft aanvaard!
1 1
Die „zat".
Waarschijnlijk hierom, maar ook wel, wijl
de heer Van Boetzelaer raadde den Volks
raad niet in de motie te noemen, lichtte mr.
Joekes ten slotte enkele zinnen uit zijn motie,
zoodat hij schorsing vroeg, zonder meer.
De motie kwam in stemming. Een klein
beetje spanning was er wel, doch velen had
den al berekend: verworpen.
't Kwam uit. Met 5438 stemmen werd zij
afgewezen. Vóór stemden: S.D., V.D., Comm.,
de heer Fl. Vos en de C.H. mej. Katz en de
heeren Rutgers van Rozenburg, Snoeck Hen-
kemans, Lovink en Van Boetselaer van Dub
beldam.
De eenige fractie, die in deze verdeeldheid
toonde, was de Christ. Historische, want tegen
stemden van deze partij de heer Weithkamp,
Krijger en Slotmaker de Bruine. Het wets
ontwerp kwam er eveneens met 5438 (zelf
de stemmen verhouding), zoodat ten slotte mi
nister De Graaff triumfeerde. Enkele leden
der rechterzijde kwamen hem gelukwenschen.
Onder zeer sterk verminderde belangstelling
in Kamer en op tribunes stak de heer Wijn- 1
koop van wal, minister Beelarts van Blok
land Interpelleerend over „de houding van de
Ned. Regeering in de op 3 Maart J.I. aan
gevangen Assemblee van den Volkenbond",
over „de aan den Consul-generaal te Sjang
hai naar aanleiding daarvan gegeven op
dracht" en „over de zoogenaamde speciale be
langen, die Nederland in de vestiging van
Sjanghai zou hebben".
Terwijl de heer Wijnkoop met vuur van
overtuiging zijn twaalf lange vragen stond
toe te lichten, zat minister Beelaerts, die pas
uit het buitenland in de Residentie was terug-
keerd en wat ontstemd leek over dit opont
houd, aan de groene tafel te kijken als iemand,
die herhaaldelijk door een taal, nijdassig kef
hondje wordt aangeblaft.
Ik zal den lezer de inhoud der vragen maar
besparen. Zij vroegen o.a. erkenning van de
Regeering dat de Volkenbond een „oorlogs
hond" is, opgericht en in stand gehouden met
het doel Sovjet-Rusland te bekampen. De
laatste vraag wilde bevestiging van onze Re
geering, dat in de straten van Sjanghai lijken
liggen te ontbinden en dat daardoor haaiden
van epidemieën ontstaan
De minister zei heel laconiek, dat „de inter-
pellant minder had gesproken over de moei
lijkheden van den Volkenbond dan wel over
zijn optreden tegen Sovjet-Rusland", hetgeen
Z.Exc. zeer bevreemdde, 't Verschil van
opinie ging Z.Exc. voort tusschen den
interpellant en mij over den bond is te groot
om erover te discussieeren. De Nederl. Regee
ring durft de verantwoordelijkheid te aan
vaarden ten aanzien van hetgeen de Volken
bond heeft gedaan om het geschil in het Verre
Oosten te beslechten. De bond streeft naar een
vreedzame oplossing.
De heer Wijnkoop schetterde nog wat,
durfde de enormiteit aan om te beweren, dat
„de minister zich bewust aan de zijde van
Japan had gesteld", niet door woorden, maar
door daden!
Gelukkig voelde geen der overige leden der
Kamer zich gedrongen, den heer Wijnkoop de
eer aan te doen van mee te gaan praten over
zijn malligheden, zoodat het heibeltje „als 'n
nachtkaars" uitging
Als laatste punt stond op de agenda: Wets
ontwerp wettelijke voorziening in verband met
medewerking van Stad en Lande van Gooi
land bij het Gooische Natuurreservaat.
Onder groot gejoel en rumoer werd nog wat
geboomd over de zaak, maar 't was gelijk de
heer v. d. Waerden gekscherend zei: „De
Kamer kan niet veel meer verdragen." Men
wilde naar huisDe recès-stemmlng maakte
ten slotte elke discussie onmogelijk.
Stemmen! Stemmen! werd geroepen.
Het sprekersgestoelte werd belegerdmen
rukte velletje papier weg, waarvan iemand
wellicht iets had willen oplezen
Het ontwerp kwam er zonder stemming.
President Van Schaik deelde mee, dat de Ka
mer op Diensdag 12 April a.s. weer bijeen zal
werden geroepen. Hij wenschte den leden een
aangename Paasch-vacantie.
Toen was 't uit.
De Senaat is tot Donderdag 30 Maart uit
een. Voor ook hier het korte Paasch-recès in
trad, werden z. h. st. aangenomen een aantal
wetten en wetjes, waarvan ik noem de Be
grooting van Koloniën (Departement), die van
het Gemeentefonds en het Leeningsfonds. Bij
de goedkeuring van laatstgenoemd ontwerp
wilde mevr. Pothuis—Smit (S.D.A.P.) geacht
worden te hebben tegengestemd (om de nieuwe
rechten op suiker en zuidvruchten).
De overige deliberatiën zal ik maar stilzwij
gend voorbgaan. Belangrijk door nieuwe ge
zichtspunten waren zij niet.
Parlementair iër.
„Wel, Marietje, zou jij niet grauw wil
len trouwen?"
Ja wel, maar ik moet nog leeren ko
ken, naaien en wasschen, de rest ken
ik al!"
(„Schweiz. Illustrirte").
In een der voornaamste restaurants
van de stad. De eene van het fijne
matbleeke van ivoor, de ander gloeiend
rood als een rijpe tomaat.De blanke,
witte snelt op de ander toe en kust
haar ondanks alle omstanders ont-
stuimig en hoorbaar! Nu springt een
elegante, knappe jongeman met vlam
mende oogen op de witte toe en geeft
haar met een stok zoo'n brutalen stoot,
dat zij van de roode wordt weggerukt
en ver, ver weg vliegt! En noch de
blanke noch de roode nemen het hem
kwalijk biljardballen zijn daaraan
gewend.
Hoeraeindelijk is het dan toch weer
vacantie en ik heb een mooi rapport en nou
magge we ook naar Amsterdam. Ja ik zeg
we want Heintje gaat ook mee en dan kenne
we heelemaal lol hebbe. En we gaane Vrij
dag al weg dus as de mensche deze brief
leze dan zit Wimpie al in Amsterdam en
Heintje d'r bij. En het is ook lollig datte
we een heel groote neef in Amsterdam hebbe
die is d'r eene van achtien jare en die heb
nou geschreve datte die altijd met ons mee
gaat want die het ook vacantie want die is
al de zeevaartschool dat is net zoo veel
as die nieuwe matroze die ook van .alles
moete leere en die beginne het toch al goed
te leere want Donderdagmiddag liepe ze alle
maal in de stad en de muziek voorop en ze
konde al goed loope maar ik weet niet waar
om ze niet naar de mensche moge kijke want
in de Koningstraat stond een meissie voor
de ramen te kijke en daar keke de matroze
allemaal na en toen komt er zoo'n matroos
met een sabel in z'n hand en van die mooie
strepe op z'n mouw en die zei toen datte ze
hun kop recht vooruit moete houwe maar
ik heb zelf gezien dat hij ook naar dat meisie
keek want hij deed net of hij naar de matrose
keek toen hij zich omdraaide en toen zag ik
dat meissie hem goeiendag zegge maar dat
zal wel magge want m'n vader zeg dat al die
nieuwe matroze nog kleine kinderen zijn
omdatte ze ook vroeg naar bed moete en
asse ze 's avonds in de bioskoop zitte dan
komt er om half tien een plaatje op het doek
datte het kinderbedtijd is en dan moeten d«
matroze hard naar de klzerne loope en dat
zal wel waar zijn want Heintje z'n vader
heb 't zelf gezeg. Enne ze zijn ook aan het
duike in de have en nou zegge die mensche
die in het water moete datte ze wel 28 meter
diep in het water gaan. As datte nou maar
waar is. En d'r gaan al een heele hoop men-
schen met de trein mee die gaane allemaal
weg met de Pasche. En ik weet nog niet wan
neer ik terug kom. We hebbe vacantie tot
vijf april en nou weet ik nog niet of ik wel
al die tijd in Amsterdam mag blijve en asse
we d'r blijve dan zal ik toch wel schrijve en
dan doen ik dat uit Amsterdam en dat zal
wel een heele hoop zijn want' dat is Daar
heel wat meer dan hier hè. Ik ben d'r wel
nog nooit gewees maar Heintje z'n vader zeg
datte d'r een heele hoop ape en beere en nog
een heele hoop andere dingen zijn. Nou we
zalle eens kijke. Dus dat kan nog wel lollig
worde en d'r is ook weer boomplantdag ge-
wees.
Maar nou heb ik geen twee stukke sjocola
gehad want die meneer heb geloof ik ook
die brief van me geleze en nou paste ie wel
op datie nog eens twee stukke moes geve.
Ik ben zoo blij datte ik weg ga, datte ik
wel een heel hoop d'rover wil schrijve, maar
nu ik dat allemaal wil doen weet ikke het
niet meer en nou zeg m'n zuster dat zoo'n
aap zich veels te zenuuwagtig maak omdatte
ie weg gaat maar laat zij nou eerst een naar
d'r eigen kijke want toen Jaap een paar weke
geleden een paar dage weg moes toen heit ze
ligge te huile en nou zeg Heintje weer datte
ze dat allemaal doen. Die meissies dan. Maar
waarom je nou om zoo'n raare vent as Jaap,
moet gaan huile dat weet ik ook niet want
ik vind 'm nog maar altijd niet aardig en
d'r heb in de Koningstraat een heele groote
bom bij de bioskoop gehange dat was voor
een film zei Heintje en ik heb gevraag of ik
d'r ook naar toe mog maar ik mog niet want
m'n vader zeg datte die ape niks in de bios
koop te make hebbe. En d'r is ook weer
raadsvergadering gewees en daar hebbe ze
heele rare dinge gedaan. Want ze hebbe zoo
maar een paar dage geleden een miellieoen
gepof zeg me vader en nou datte ze 'm hebbe,
hebbe ze 'm ineenen niet meer noodig en
wete ze niet watte ze d'r mee moeten doen
en nou wille ze het ergens anders naar toe
brenge ik geloof naar andere plaatse en dat
vind ik gek en Heintje z'n vader ook want
die zeg datte ze nou mooi weer gaan spele
met andere z'n senten. Maar daar heb ik nog
niet veel verstand van en dat zal die meneer
in amsterdam wel leere want daar is een
heele groote meneer die ook van alles in de
krant schrijf en die heb gezeg omdatte ie
m'n neef kent, ikke eens mag bij hem kome
dan zal hij me van alles leere voor de krant
dus ik zal wel een heele hoop te schrijve heb
ben de volgende week. Dus zulle we nou maar
ophoude want ik heb zoo'n gek gevoel in
m'n buikkie as ik aan Amsterdam denk en
wat dat is dat weet ik niet. Nou ik wcnsch
dan alle mensche een prettige Pasche en datte
ze veel plezier moge hebben het zal wel r- nl
weer weze want dat is het nou ook. Nou i
prettige vacantie hè. Daaaaaaag.