Wat kikker Karei en Professor Smousbaard geeft coSfege. Drie gezworen kameraden. Wie teekent er mee? RAADSELS. was het halve uur al gauw om en was de rij nieuwsgierigen angstwekkend aangegroeid. Klokslag half tien werd de deur van de loods geopend en de jongens zagen een keurig hokje met een leuning, waarlangs ze moesten passeeren om na afdrage van hun entreegeld een plaats te krijgen. De knechten van het circus, allemaal vriendjes natuurlijk, hadden roode tafelkleeden omgeslagen en met de kwieke schipperspetten, die je in de Voorstraat voor zestig cent kon koo- pen, geleken ze echt op circusmen- schen. Dat was het begin van de pret al Lange banken waren er in de schuur geplaatst, in bruikleen van het gymnastieklokaal van de school en er liepen overal zwarte pieten rond, die programma's ronddeelden, keurig ge schreven De schoensmeer was bq deze namaak-negers niet gespaard en menige moeder zal wel eens_ gezocht hebben naar haar doosje „Glim". Een andere slimmerd had gebrande kurk genomen, dat was gemakkelijker te ver- wijderen. Maar achter in de loods was een groot gordijn, dat een vierde deel J van die loods afsloot; dat waren de j kleedkamers en voor die kleedkamers had men fijn, wit zand gestrooid en met blokken hout een kring gemaakt, zoodat er een echte arena, zooals in de groote circussen, was ontstaan. Langs de muren van de zaal hingen allemaal kleurige opschriften met teekeningen, zooals „De dikste dame, die ooit ge leefd heeft, is hier te zien! Een attrac tie van circus Larieboem", of „De be roemde olifanten-karavaan van Abdoel Almed zal hier optreden! Nog nooit vertoond!" Dat de jongens zaten te popelen, dat is te begrijpen. En tot groot plezier van alle aanwezigen, was manke Gijs, de harmonica-speler van het dorp met zijn reuze-harmonica ook aanwezig en gaf zoo nu en dan een liedje. Eindelijk eindelijk naderden de wijzers van de klok de tien uur! Het circus zou beginnen!Alle gezichten drukten de hooggespannen verwach ting uit. Plotselingeen dreunende slagi! Dat was het teeken, dat men zou beginnen» Jan Molders, die de naam „Larieboem" had aangenomen, had een oude ijzeren kachelplaat aan twee touwtjes opgehangen en sloeg met de pook, die hij thuis stilletjes had mee genomen uit alle macht links en rechts op de plaat los, zoodat het galmde door de heele loods. Directeur Larieboom was gekleed in een oude rijbroek van zijn vader, een blauw sportjasje, een ouden, gedeukten hoogen hoed en een Spaansch rietje onder den arm, waar aan hij een lang touw had gebonden, zooals bij een zweep. En hij kon ook al „echt" knallen met z'n zweep ook! Zoo kwam hij van achter de gordijnen te voorschijn, maakte een diepe buiging, nam zijn hoogen hoed af, kuchte eens en begon zijn openingsrede: „Hoogge acht publiek, burgers, boeren en bui tenlui! Ik, directeur van het wereld beroemde circus Larieboem kan u de verzekering geven, dat u zich hier van morgen kostelijk zult amuseeren! Bij veel succes zullen wij nog een tweede maal met een gewijzigd programma op treden! Hier ziet u dingen, waarvan gij nooit het minste besef hebt gehad, dat zij bestonden! Een juffrouw, die 200 kilo weegt, een jongleur, die zijn weer ga niet vindt, een olifant, die de moei lijkste kunststukjes verricht, een acro baat, die 's morgens opstaat en 's avonds naar bed toe gaat met de reuzenzwaai! Dat alles is hier in het circus Larie boem te zien. En nu dames en heeren, nu ga ik de dikke dame waarschuwen, dat het publiek om haar juicht!" En Jan maakte een diepe buiging, kwakte den hoogen hoed weer op zijn krulle- bol en marcheerde met zwierigen pas door de circus naar de gordijnen. Weer dreunden er een paar geweldige sla gen tegen de ijzeren plaat en het gor dijn ging terzijde om de „dikke juf frouw" door te laten. Het publiek stikte van het lachen, want de dikke „juf frouw" was bolle Kees, die zich met hooi had volgestopt en haast net zoo dik was als hij lang was. Zijn dikke, gezonde bellefleur-tronie glunderde er boven uit en op zijn roode krullebol had hij een vlaspruikje met een vlech- tje geplaatst en een meisjeshoedje, dat allerbelachelijkst op zijn knikker wie gelde. Met deinende passen en knip- oogende tegen het publiek, dat flauw lag van het lachen, liep hij door het zand, maakte een paar danspassen, wierp een paar kushandjes en ver dween weer achter het gordijn. Eenige jongens waren van het lachen van de bank gegleden en moesten omhoog getrokken worden, zoo slap waren zij geworden van het laohen! (Slot volgt.) 49. Nog nooit was in het kikkerland iets dergelijks gebeurd. Iedereen wist, dat Tuimeltje de schuld ervan was. Met gebogen hoofd liep hij in de stoet mee. En toen bij bij den koning kwam, was deze allesbehalve te spreken over het gedrag van den kabouter. Tuimeltje, zei de Koning, voor straf moet je een dag in bet sehandblok staan. 50. Zoo werd Tuimeltje op de binnenplaats van het kasteel gezet, met zijn hoofd tusschen twee planken. Hij kon zich niet bewegen en zijn beentjes deden pijn van het staan. De eenigste die hem kwam bezoeken was kikker Karei, en iedereen die Tuimeltje kwam plagen, werd door Karei weggejaagd. op de beide bovenste teekeningen door een stip is aangeduid. Dan ga je dat cirkeltje als op de afbeelding aanvul len. Professor Smousbaard is de wereld beroemde wiskundige! Hij geeft van daag college en is juist bezig, zooals jullie op het plaatje kunt zien, George Hanekam uit te leggen, hoe je door een horizontale en een verticale lijn op het bord te trekken, het bord in vier recht hoeken verdeelt, die alle vier evenveel kruisjes bevatten. Het is een moeilijk vraagstuk en Hanekam weet er haast geen raad mee. Wie helpt hem uit de verlegenheid? ui De storm had verschillende bladeren van de boomen gerukt en zeven 'kwa men er bij elkaar te liggen. De namen van de bladeren staan er onder, maar de letters zijn ook al door den storm een beetje door elkaar ge raakt. Zien jullie kans de namen te ontcijferen? Hier zien we hoe gemakkelijk het eigenlijk is aardige dingen te teeke nen. In de eerste plaats een scheepje en ten tweede een poes. Voor de poes moet je eerst met een passer een cir keltje trekken, waarvan het middelpunt Hoe heet jij? Jansen, meneer! Is er niet kortg eleden een Jan sen verdronken? Ja, maar dat ben ik toch heuselijk niet, meneer! Knecht: Professor, daar is een heer met een baard voor U! Professor: Zeg hem, dat hij morgen terug komt en die baard meebrengt! De goede dame kocht een levenden karper om te koken. Teneinde het dier pijnloos en vlug te dooden, wilde zij het verdrinken en. wierp de karper in het water! En als U het niet gelooft, kan ik er niets aan doen. Al lang hadden Freddie en Wim er op gevlast eindelijk eens een eigen boot te hebben en dan in een sloot ach ter hun huis te kunnen varen. Nu werd er naast hun huis een nieuw houten huis gebouwd en natuurlijk waren de twee vrienden, altijd trouw door Flip, hun hond, vergezeld, druk wezen helpen. Als belooning mochten de jongens stukken pla^k. die- ner- Oplossingen der vorige raadsels. IJselmcnd© spinazie eenzaam langer meter oven nok de II HRC zes b e I a d a een are Helder gens meer voor gebruikt konden wor den, meenemen. Dadelijk was hun plan gemaakt. Lang geleden had Freddie eens van een zeepkistje en oude wie len van een poppenwagen een soort van rijtuig gemaakt, deze werd nu als vrachtauto ingericht en al spoedig had Fred een heele lading planken naar huis gebracht, terwijl Flip ook mee sjouwde. Fred glunderde van plezier, want nu zouden dan toch eindelijk de plannen van Wim en hem kunnen wor den verwezenlijkt. Toen Wim den sta pel hout zag, maakte h;j een lucht sprong van vreugde en het duurde niet heel erg lang meer of hun boot was gereed. (Wordt vervolgd). I Ik ben een groot gebouw, dat met 10 letters geschreven wordt. 1, 2 en 3 is de naam van een dier. Een 6, 7, 2,8,1 is een fabelachtig dier. 1, 0, 8,1 wordt soms gebruikt om een brief te sluiten. Een 4, 2, 9, 7, 6 dient om een vertrek te verwarmen. De 10, 5, 1 stroomt door ons land. (Ingez. door C. T.) II Welk spreekwoord staat hier? ia o e1 rn (Ingez. door Den M. S.) Goede oplossingen ontvangen van: H. A., M. B., G. en J. B., A. M. en A. B„ I. B„ B. B., A. v. d. B., C. C., G. D„ J. D., C. D., G. F., G. G., C. v. d. H., N. v. d. H., P. H., A. H., A. J., A. en J. K., J. en K. K. (Texel), R. K., J. v. d. K., N. K., T. K., C. L., A. v. L., H. v. L., M. M, F. M., J. O. J. en M. O., J. en A. R. (Texel), J. R. C. v. S., A. v. S„ N. S„ T. S., J. S„ C. S. (Texel), T. S., N. S. (Texel), D. T., M. T., M. en A. T„ S. T„ J. V., H. V., J. W., A. W„ T. W., Z. W. Nieuwe raadsels.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 21