'fllERiK HHUT
TIKIIE tlTIHCIET
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
De strijd om de Woesoong-
forten bij Sjanghai.
VAN DINSDAG 29 MAART 1932.
f 1.60 p8r H.L., franco thuis.
Fa. H. BOOIJ ZOON
De Paaschdagen.
Gibbs zeep of pasta
voor 't gebit,
Houdt U gezond,
Uw tanden wit,
Verkeerslessen van de A.N.W.8.
KONIJN'S TSieeworstjes
IJl'TIG JARIG BESTAAN „O.K.K.". |n Crisistijd is kwatiteit goedkooper.
Weer een gezellig feest. KONIJN'S Theeworstjes
Licht op
voor alle voertuigen:
Wintertijd.
Dinsdag 2i) Mrt18.55 uur
Woensdag 30 18.57
DE INDISCHE MAIL.
De boottrein van het ni.s. „Baloeran",
dat Dinsdagochtend 7 uur te Marseille zal
aankomen, zal Woensdag 0.28 uur te Den
Haag H.S.M. arriveeren.
„KERK EN VREDE".
Op Donderdag 31 Maart a.s., des
avonds om 8 uur 15 zal in U.S.O. voor de
plaatselijke afdeeling van „Kerk en
Vrede" spreken Dr. K. J. Moudius uit
Rotterdam over het onderwerp: „Chemi
sche oorlog en militaire voorlichting".
De toegang is vrij.
We verwijzen verder naar de adver
tentie.
„GOODWILL PAY".
(Dag van goeden wil).
Door liet Goodwill Day Comité ia Ne
derland is na ontvangen adhaesiebetuigin-
gen der jongeren het volgende adres aan
de Ontwapeningsconferentie verzonden:
De jongeren in Nederland, die door het
Goodwill Day Comité op 18 Mei 1931 een
Vredesboodschap aan de ieu.qd van alle
landen der wereld uitzonden, zonden bij
deze de aandacht van uwe Conferentie wil
len vestigen op het feit, dat in vele landen
de hoop der jonge menschen is gevestigd
op de vervulling van hun aller wensch:
Ontwapening.
Ontwapening toch zal voor de jonge
generatie beteekenen: de mogelijkheid,
van nauwere internationale aaneensluiting,
welke de oplossing van sociale en econo
mische vraagstukken ten goede zal komen
en welke goede politieke internationale
verhoudingen zal mogelijk maken.
De jongeren van vele landen staan ge
reed voor dit schoone doel hun beste
krachten te geven.
De jongeren in Nederland spreken daar
om hierbij den wensch uit, dat het slagen
van uwe Conferentie de mogelijkheid voor
hun medewerking voor den opbouw der
nieuwe wereld naderbij moge brengen.
ZANGVEREEN. „MORGENROOD".
(Dir. de heer F. v. d. Mejj.)
Men schrijft ons:
Bovengenoemde zangvereeniging be
staat 12 November van dit jaar 20 jaar.
Daar 't plan bestaat dit feit eenigszins
feestelijk te herdenken, is het gewenscht,
dat er wat geld in 't laad je komt. Daarom
zal op Zaterdag 2 April a.s. een soirée
dansante gegeven worden. De verschil
lende zangnummers zullen door een
dansje worden afgewissled, terwijl dé
Vereeniging zich de medewerking van
een humorist heeft verzekerd. Door het
koor zelf zal een muzizkale humoreske
worden opgevord en zal o.a. gezongen
worden de bekende wals van Joh. Straus
„Aan de schone blauwe Donau" met
pianobegeleiding. Op ruime schaal zullen
ditmaal introducties worden uitgegeven,
die bij de leden verkrijgbaar zijn, tegen
betaling van 30 cent per persoon (belas
ting inbegrepen), en zoo noodig 's avonds
ana de zaal.
't Belooft een vroolijke avond te wor
den. De pianobegeleiding berust in han
den van mej. Corry Dol.
Gaarne verwijzen wij naar de in dit
blad voorkomende advertentie.
Tel. 235 en 479
Na de meer officieele feestelijkheden
van Zaterdag 19 Maart, gaf O.K.K. ter
gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan,
jl. Zaterdag weer een feestavond, die een
meer intiemer karakter had.
Vorige keer waren er talrijke genoo-
digden en officieele personen, thans I
waren er alleen leden en vaders en moe
ders van fle jongens- en meisjesklassen.1
De jongens en meisjes zelf waren ook
present,
Hoewel wij, uit hoofde van ons baantje,
reeds talrijke malen in Casino zijn ge
weest, herinneren wij ons niet, daar ooit
zulk een drukte te hebben medegemaakt, i
Niet dat wij daar nog nooit zoo'n groot
aantal menschen hebben gezien, al was j
er nu ook een respectabel aantal, groot j
en klein; maar wij bedoelen hier de|
drukte door dezen teweeggebracht, welke
drukte hoofdzakelijk door de categorie
der kleinen werd veroorzaakt. Vele
kleintjes maken een groote.
Reeds bij het binnen komen was te
bemerken dat er iets bijzonders gaande
was. De groote garderobe was al uitver
kocht. Zelfs de persplaats, daar, waar
wij heilige feodale rechten op hebben,
was al bezet, zoodat wij onze have elders
onder moesten brengen.
Ook in de zaal, een drukte van je
welste. Van uit de verte hoorde men nog
de muziek van den heer Hoppenbrouwer.
Vooraan zaten de jongens en de meisjes,
ook de allerkleinsten. De jongens in
hun wit shirt met zwarte broek, de meisjes
in hun witte en rose gvmjurken.
Ook de dames en heeren van de hoo-
gere afdeelingen deden maar moeite om
ze wat in toom te houden, hoewel «zij de
drukte toch ook wel aardig vonden. De
voorzitter, de heer Zeegers, had het ver
bazend druk. Nu eens was hij hier, dan
weer daar.
De liedjes van den heer Hoppenbrouwer
worden dapper meegezongen door de
jongens en door de meisjes.
De opening.
En deze drukte moet de heer Zeegers
i zien te bedwingen, wil hij op een be-
hoorlijke wijze dezen avond kunnen
j openen. Het gaat echter vrij spoedig,
waarschijnlijk ook wel tengevolge van
het feit, dat gymnastiek discipline
kweekt. De heer Zeegers maakt het kort, j
want al te lang stil zitten: kan het jonge
volkje niet.
De verrassing die vorige keer op het
programma stond is er nu ook weer.
Weer komen Thomasvaer en Pieternel in
hun vliegmachine O. K. K. 50 aanzetten, I
j wat de jongens reusachtig vinden. Als j
j Thomasvaer en Pieternel weer willen i
j vertrekken komt de heer Zeegers hen
bedanken en overhandigt hen (in het
dagelijksch leven de heer en mevrouw
Roodenburg) als blijk van waardeering
een mooien bloemenmand.
Ook de maker van den heil wensch wordt
niet door den heer Zeegers vergeten. Het
is de heer van Loo, het raadslid, die
dezen wensch heeft vervaardigd.
De heer van Loo zegt, dat hoewel hij
zelf niet aan gymnastiek doet (hij is beter
thuis op het gebied der politieke gym
nastiek) hij met genoegen het gedicht
gemaakt heeft. Naar wij later vernamen
heeft de heer van Loo talrijke van der
gelijke stukken vervaardigd, terwijl hij
ook op tooneelgebied vroeger lauweren
heeft geoogst.
Hierna volgden verschillende oefeningen
Vrije oefeningen door de meisjesklasse
C., knots-oefeningen voor de dames en
staafoefeningen door de jongensklasse C.
Van de meisjesklasse kreeg de heer van
Loo nog een bloemenmand, die bij de
vele andere gevoegd kan worden.
Het bouwfonds.
Daarna kregen w ij een bewijs van den
goeden clubgeest welke in O. K. K.
heerscht.
Het gebouw in de Weezenstraat verkeert
in een zoodanigen toestand, dat ver
nieuwing dringend geboden is. Verleden
jaar in Maart is op initiatief van den
directeur, den heer van Loo, een bouw
fonds gesticht, om te komen tot de op
richting van een nieuw modern oefen
lokaal. Om aan de steenen hiervoor te
te komen verkocht O. K. K. ook steenen,
Dan schieten ze niet op, zou men zeggen,
doch de steenen van O. K. K. waren
bouwsteenen in den vorm van steunbonnen
die verkocht werden aan een ieder die
iets voor het mooie werk van O. K. K.
voelt. Bovendien hebben alle leden,
vaders en moeders zich bereid verklaard
wekelijks een bedrag te storten om zoo
doende het bouwfonds te doen groeien
en het ideaal wat nader tot verwezenlij
king te brengen.
Voor het bouwfonds heeft speciaal een
comité van tien dames zich verdienstelijk
gemaakt door de toegezegde gelden in
te zamelen en wat er ingezameld was
werd Zaterdagavond aan den voorzitter
afgedragen.
Gp het toor.eel stonden acht van de
tien dames (twee waien door ziekte ver
hinderd) even zooveel steunpilaren van
O. K. K.
Door mej. Trees Hablous werd een ver
zegeld couvert met den aap, aan den
voorzitter overhandigd. Zij hield daarbij
een aardig pittig toespraakje, dat zij be
sloot met het uitbrengen van een driewerf
hoera op O. K. K., een hoera, dat dooi
de gelieele zaal spontaan werd overge
nomen, zoodat Casino er van galmde,
De voorzitter aanvaardde dit prachtige
blijk van clubliefde en gaf de verzekering,
dat de gelden op de beste wijze zouden
worden besteed.
De dames kregen daarop een kleine
blijk van waardeering van den voorzitter,
een blijk, dat hoe klein het ook op zich
zelf is, toch voor de dames wel iets meer
zal beteekenen dan een gewoon cadeautje.
Ieder kreeg n.1. een zakdoekje met de
initialen O.K.K. er op geborduurd en
daar omheen de jaartallen 18821932.
Wij hopen voor O.K.K. dat het ideaal
van het nieuwe gebouw spoedig verwe
zenlijkt moge worden. Wij vertrouwen
echter, dat, waar de geest onder de club
leden zoo goed is, dat gebouw binnen
afzienbaren tijd een feit zal zijn. Daar
voor is het noodig, dat een ieder naar
zijn krachten bouwsteentjes koopt, opdat
men later, als het gebouw opgetrokken
is, zal kunnen zeggen, „daar zit ook een
steen van mij bij".
Wat er verder gebeurde.
Het was goed gezien van het bestuur
0111 onder de kinderen versnaperingen
uit te deelen. Onder luid gejuich werd
de aankomst van de ladingen ranja en
gevulde koeken begroet, welke artikelen
met grooten smaak opgedronken en opge
peuzeld werden.
De verschillende oefeningen werden
door voordrachten afgewisseld welke
onder groote hilariteit werden opgevoerd.
Vooral mej. Eot en de heeren Bruin en
de Groot hadden in deze voordrachten
een flink aandeel.
Van de oefeningen noemen wij de
rhythmische oefeningen van de dames
en het reltwerk van de heeren. Dit laatste
is vooral een nummer dat inslaat omdat
er kracht en groote lenigheid wordt ge
demonstreerd. Vooral de laatste drie
heeren zijn prima turners.
Ook vermelden wij nog, dat het feest
lied, gedicht door den heer Philip B.
Polak uit volle borst werd gezongen.
Vooral het laatste gedeelte, het hoezee
voor O.K.K. was stormachtig.
Het was laat in den nacht dat het
programma was afgeloopen, waarna nog
een bal volgde.
Geurende bloempjes... een stralende
zondartelend jong vee en minnende
paartjes ja, zoo wenscht men de Paasch
dagen maar jammer genoeg, heeft
moeder Natuur haar milde gaven niet
over onze menschenkinderen uitgestort.
Hoe gaarne we het ook zouden gewild
hebben en met hoeveel verlangen we ook
naar deze dagen hebben uitgezien.
Toen de treinen en andere vervoerge-
legenheden Zaterdagavond de ooms,
tantes, neefjes en nichtjes en nog meer
dere familieaanhangsels, ovér onze stad
uitstorten, stond er een straffe N.O.wind,
die het buiten alles behalve aangenaam
maakte en dan ook de vele hoopvolle ge
dachten omtrent het weer, tot een mineur
toon deden dalen
Maar bet is toch nog wel meegevallen.
Den eersten dag hebben we geen klagen
gehad. Wel zullen eenige nurksen zoo
iets gemopperd hebben van koud, of we
krijgen regen, enz., maar daar wij, toch
ook nog wel het weinige dat we perslot
van rekening gekregen hadden wisten te
waardeeren, zijn we er dan ook in den na
middag op uitgetogen om eens in de stad en
daarbuiten te wezen.
De Buitenhaven,
was voor de familieleden van buiten, een
mooi terrein 0111 hun kennis van maritime-
en visscherijaangelegenheden te verrijken
en vele schepen, en visschers die hun!
netten aan het herstellen waren, hadden
dan ook heel wat bekijks, terwijl de
Heldenaren natuurlijk al hun kennis'
omtrent het een en ander naar voren
brachten.
Een prachtig schouwspel bood Texel.
De helgele zonneplekken op het strand,
afgewisseld door donkere schaduwen
gaven schitterende kleursehakeeringen,
zoodat velen even verpoosden om dit gade
te slaan. Op het
Strand
aangekomen, bleken eenige visschers aan
het haringtrekken te zijn. Een onverwacht
buitenkansje voor hen, die dit interessante
schouwspel nog niet van nabij hadden
gade geslagen. Op den dijk bleven velen
van verre de bezigheden volgen. Op een
gegeven moment stond er zelfs een heel
fille auto's met belangstelling toe te kijken
(de inzittenden dan wel te verstaan).
Nee gezwommen werd er nog niet.
Ook waren er geen pootjesbaders, be-1
houdens dan die kleine meid, die tot wan-1
hoop der ouders, maar met schoenen en
kousen en al aan door het water liep te
dribbelen. Brrrrrr.
En de grootste optimist die wij ooit
zijn tegengekomen was wel die meneer
met een miniatuur kraampje met sinaas
appelen, chocolade en nog een hoop van
die kleverige dingetjes, die heel netjes,
nog wel op zoo'n soort motordriewieler,
lagen uitgestald Aanlokkelijke tonen
van een strijkje kwamen ons uit
het Badpaviljoen
tegen en het duurde dan ook niet lang,
1 °f een schuimend glaasje Heinekens bier
stond noodigend voor ons (een verslag
gever is toch ook een mensch nietwaar)
en terwijl we aanstalten maken een proefje
te nemen, worden onze blikken getrokken
door daar iets heel ver op zee, wat bij
nadere beschouwing een grooten oceaan-
stoomer blijkt te zijn
Het is druk en gezellig in het Paviljoen
en de danslustigen scheppen er een aan-
I gename sfeer, zoodat we dan ook noode
vertrekken om eens een kijkje te gaan
nemen op
„Duinoord" en de „Donkere
Duinen".
Er blijkt een stevige tegenwind te staan,
die wel de oorzaak is van het minder
drukke bezoek. Sporadisch kwamen wij
een wandelaar in ons mooi Heldersch
Florapark tegen. Te begrijpen is het, dat
Duinoord het den eersten dag niet druk
heeft gehad, hoewel het orkest er toch
een aangename stemming bracht. Wan
neer we weer op den terugweg zijn, blijkt
Dennenhevel zijn poorten nog niet ge
opend te hebben of feitelijk toch wel. in
zooverre, dat de speeltuin nog in zijn
winterslaap lag, zoodat hier de kinder
stemmetjes nog ontbraken. Maar enfin,
ook hier zal t. z. t. wel weer de vroolyk-
heid komenDe donkere en drei
gende wolken voorspellen niet veel goeds.
Te verwonderen is het dan ook niet dat
de morgen van den
Tweeden Paaschdag.
al heel weinig belovend inzette. Een gure
Z.W. wind raasde over de stad en een
aankomende regenbui deed de kerkgan
ger-s haastig voortspoeden. Wel trachtte
een waterig zonnetje in den namiddag
nog iets goed te maken, zoodat nog
verscheidenen in de richting van Huisdui
nen gingen, maar de echte stemming wilde
toch niet meer komen.,
Rest ons nog te vermelden, het
ongeluk op het Stationsplein op den
eerslen Paaschdag, waarover elders in
dit blad nadere bijzonderheden vermeld
worden
En zoo hooren ook deze dagen weer
tot het verleden en gaan we weer met
frisschen moed de Pinksterdagen tege
moet. Laten we hopen dat we dan den
lezer een aangenamer verslag kunnen
voorzetten. Niet alleen voor de Heldenaren
en de bezoekers van buiten, müar ook
voor de hotelhouders en seizoenmensclien
die toch steeds met zooveel ernergie en
initiatief in de richting voort gaan, het
den bezoekers zoo aangenaam mogelijk
te maken
VERBOND VAN VEREENIGINGEN
VOOR VEILIG VERKEER.
Door de ontzaglijke toename van het
verkeer wordt de veiligheid voor een ge
bruiker van den openbaren weg steeds
minder. Dagelijks lezen we van verkeers
ongevallen en meestentijds door overtre
ding van de verkeersregelen. Dat hieraan
zooveel mogelijk paal en perk gesteld moet
vorden is reeds eenigen tijd geleden door
verschillende vereen igingen begrepen, die
ïecer afzonderlijk zich met het groeiende
yerkeersvraagstuk gingen bezighouden.
Lr werd evenwel ingezien, dat, wil men
een uiteindelijke oplossing van het ver
keersprobleem, verband moet komen tus
schen de verschillende zelfstandige ver
een igingen, die ieder afzonderlijk een be
paald onderdeel van het omvangrijke ver
keersprobleem behandelden. En eindelijk
is deze eenheid bereikt en is opgericht
het „Verbond van vereen igingen voor
veilig verkeer". De vereenigingen bestaan
uit personen, die de veiligheid van het ver
keer in den meest algenieenen zin wen-
schen te bevorderen, o.a. door het gratis
verspreiden van verkeerscouranten en
het oprichten van verkeersborden langs
de wegen, terwijl particulieren, vrij
willig hun auto ter beschikking stel
len, om des avonds of ook overdag
met een rijksveldwachter er op uit
trekken, om toe te zien, dat geen ver
keersovertredingen plaats hebben. Dat er
tal van malen gezondigd wordt tegen de
regels van het verkeer, blijkt iedere maand
bü de zitting van het Kantongerecht en
ook onderstaand stukje, waarin wij een
tochtje met de verkeersinspectie beschrij
ven, laat zien, dat het verkeersvraagstuk
nog lang niet opgelost is.
Sensationeele tocht.
't Was een prachtige avond, helder
scheen het maantje en opgewekt begaven
we ons naar den heer Boon, die ons uitge-
noodigd had om eens een avondje met de
I verkeersinspectie mee te gaan. De heer
Boon wachtte ons reeds met z'n wagen op
1 en vlug begaven we ons naar de nieuwe
brug bij Onrust, waar we zouden wachten
j op den heer Bakkenes, die zich met z'n
auto en twee rijksveldwachters bij ons zou
voegen. Niet lang behoefden we te wach
ten of we zagen den wagen reeds aanko-
men. Het plan was, dat de heer Bakkenes
voorop zou rijden en wij een 100 a 150 111
er achter, en wanneer dan eventueel een
i verkeersovertreder werd opgemerkt, door
een lichtsignaal ons hierop attent zou
worden gemaakt.
Onze tocht begon. Vol spanning letten
we steeds op het roode achterlicht van de
voorste auto,)en zoodra we een karretje ons
van uit de verte tegemoet zagen komen,
spanden we onze oogen tot het uiterste in
om toch vooral het lichtsignaal, wanneer
dit mocht gegeven worden, op te vangen.
We zaten in spanning.
Juist toen we even stilstonden om met
elkaar de route, die we zouden nemen te
bespreken, kwam ons met harde vaart een
auto voorbij, met zoowaar geen achter
licht. In een minimum van tijd zaten we
op onze plaats en voort ging het, den
overtreder achterna. De voorste wagen met
een 100 km gangetje, wij iets kalmer er
achter. Nauwlettend, voorovergebogen, een
en al spanning, tuurden we, wat er voor
ons zich afspeelde. Zou ie 'm inhalen? En
ja, vlak bij 't Zand zagen we de auto's
stoppen en toen wij aan kwamen stond de
vervolgde op de bon. Onze eerste buit was
binnen. Na deze volgden nog 2 fietsrijders,
die geen reflector hadden, en een auto,
waarvan de bestuurder geen rijbewijs had.
Dan volgde er iets wat ons aan 't hart ging
en waaruit we ook het bewijs kregen, dat
een rijksveldwachter iemand moet zijn
met, wat tenminste overtreding betreft,
niet al te veel medelijden, 't Was tusschen
Scbagen en Winkel. We reden op een
landweggetje, liever gezep-d landelijk weg
getje, voor ons 2agen we plotseling een
3-tal fietsrijders opdoemen en nota bene
twee liefst zonder reflector. Toen we dich
terbij kwamen, konden we ook de personen
onderscheiden en zagen we tot onzen niet
geringen schrik, dat het dames waren,
vrouwelijke overtreedsters dus.
We stopten. Op bevel van den veldwach
ter stapten ook de dames af. Jonge, jonge,
zulke knappe dametjes, zouden die nu ook
nog een bekeuring krijgen, vroegen we
ons af. Maar ja, zoo is de wet, stoïcynsch
kalm schreven ze de namen van de be
deesde kinderen op. Droom er maar niet
van, dames, konden we niet nalaten te
zeggen.
„Een prettige avond, die treurig ein
digt", hoorden we er een zeggen.
Voort reden we weer, steeds verder van
Den Helder af. Precies op 't middernach-
A N WB TOE Rl STEN BOND VOOR NEDERLAND
10e Les.
Verkeer van rechts g«at voor!
I11 de achtste les hebben we al geleerd,
dat het verkeer van rechts den voorrang
heeft.
Die regel is gemaakt omdat op een
kruispunt voertuigen of fietsen, die van
verschillende kanten komen, niet, tegelijk
kunnen passeeren.
De wielrijder op het linker plaatje doet
het dus goed; hij laat de groentekar, die
van rechts komt, passeeren en hij is daar
voor van zijn fiets gestapt. Dat kan nie
mand anders zijn dan slimme Jantje en
het meisje, dat op het trottoir staat te
wachten tot ze veilig kan oversteken, is
natuurlijk weer zijn verstandige zusje
Eulalia.
Op het rechter plaatje doet Piet op zijn
fiets het verkeerd en hij komt leelijk in
gevaar. Zijn voorwiel heeft al een trap
van het paard beet en het is zijn eigen
schuld als hij een ongeluk krijgt, want
hij had den ander moeten laten voorgaan,
j Soms zijn de straten of wegen bij een
kruispunt of hoek zoo smal, dat het moei
lijk is bijtijds te zien, of er van den an
deren kant ook iets aan komt. Daarom
zal een voorzichtige en verstandige fiet
ser, chauffeur of voerman in zoo'n ge-
val zijn vaart minderen en het kruispunt
langzaam naderen, zoodat hij dadelijk
stoppen kan als dat noodig is.
Sommige menschen laten het verkeer
van rechts wel voorgaan, maar blijven op
hun fiets zitten, hoewel ze bijna stil staan.
Dat kan ge-vaar opleveren, want met het
voorwiel moeten ze allerlei bewegingen
maken om het evenwicht te bewaren en
daardoor worden dan weer anderen ge
hinderd. Acrobatiek op de fiets is altijd
i gevaarlijk. Menschen met lange beenen
kunnen wel met één voet op den grond
stil staan en toch op het zadel blijven
zitten en kunnen dan dadelijk weer door-
rijden als de verkeersagent het teeken
geeft, maar wie niet zulke lange beenen
heeft, doet beter af te stappen. Je zit er
gauw genoeg weer op!
tel lik uur reden we Alkmaar binnen, met
het doel hier een kop koffie te gebruiken.
Het vooruitzicht op deze heerlijke verras
sing vervloog echter als rook in den wind,
daar alles reeds gesloten was.
Op den terugweg pakten we nog een
paar veiligheid in ge-vaar brengers op.
Toen we eindelijk bü Julianadorp uit el
kaar gingen, konden we niet anders dan
met een dankbaren blik op dezen in alle
opzichten zoo uitstekend geslaagden avond
terugzien.
Hoe nuttig het werk van de verkeers
inspectie is, is ons duidelijk gebleken, daar
minstens 50 van de automobilisten,
motor- en fietsrijders zich aan het in ge
vaar brengen van de algemeene veiligheid
schuldig maakt.
VERTREK DR. SCHÜRMANN.
Naar aanleiding van het vertrek uit
onze gemeente van dr. Schürmann
wegens ziekte, had zich een commissie ge
vormd uit patiënten en oud-patiënten, 0111
hem als bewijs van dankbaarheid voor de
hulp en goede zorgen aan zijn patiënten
betoond, een blijvende herinnering aan te
bieden. Vrijdagavond j.1. had de over
dracht hiervan plaats. Het huldeblijk be
stond uit een mahoniehouten doos, waar
in een fraai lederen album met handtee-
keningen van de gevers en geefsters, ter
wijl liet bijbehoorende bedrag in couvert
door dr. Schürmann onder hartelüke
dankzegging aan allen, die hieraan heb
ben bijgedragen, zal worden besteed voor
een tuinameublement en een schilderij
naar eigen keuze.
In Crisistijd is kwaliteit goedkooper.
DIERLIJKE GEVECHTSWIJZEN
DER CHINEEZEN.
DOOR
INGENIEUR H. GOUDRIAAXS
TE SHANGHAI.
Het volgende artikel, dat ons
thans eerst heeft bereikt, is
geschreven in den tijd, toen de
strijd om de Woosoengforten
en de puinhoopen van Tsjapei
nog in alle heftigheid woedde.
Men treft er talrijke tot nog toe
volkomen onbekende en be
langwekkende bijzonderheden
in aan, die hiermede voor de
eerste maal gepubliceerd wor
den
In de Fransche nederzetting trappelen
gelijkmatig de voeten van een bataillon
soldaten over het asfalt. Het kwam op
den kruiser „Waldeck-Rousseau" van
Haiphong. De vrede wii men door veel
krijgsvertoon trachten te bereiken! Daar
buiten, aan de oevers van de Jangtse lig
gen de slagschepen der blanken. De ver
schillende concessies, die wel een leger
kamp lijken, ondergaan veranderingen,
beginnen langzamerhand veel op vestin
gen te gelijken. De tijdelijke loopgraven
der eerste gevechtsdagen zijn verdwenen.
Daarvoor in de plaats zijn er solide, kleine
fortjes verrezen, fortjes, met zandzakken,
met staalplaten, met prikkeldraad, met
wachtposten en met loopgraven en verbin
dingsgangen. Om binnen de concessie te
komen, moet men een heele „dorpsstraat"
door loopen, bestaande uit gangen tus
schen de zandzakken, die meer dan mans
hoog opgestapeld liggen.
Luchtgevecht boven de stad.
Midden in een driemillioenenstad kan
men dienst doen als oorlogscorrespondent!
Het kost slechts eenige overwinning om
de straat op te gaan, daar men op de open
straat groot gevaar loopt door granaat
scherven, enz. getroffen te worden. Als
men zich daar dus te onveilig gevoelt, is
het soms ook voldoende thuis te blijven en
uit een raam te gluren of door het dak
venster te kjjken. Zoo kon men op deze
wijze op 5 Februari j.1. een luchtgevecht
van dichtbij bewonderen (of verafschu
wen!). Vanaf hun moederschepen waren
acht Japansche vliegtuigen opgestegen,
om Tsjapei met bommen te werpen. Uit
het Westen kwamen twee Chineesche
vliegtuigen, die op verkenning uit waren.
Ongeveer bij Tsoekwan ontmoetten zij el
kaar. Ongedeerd door de schoten uit de
afweerbatteryen, die niet steeds durfden
te schieten, uit angst hun collega's te
raken, cirkelden zij om elkaar heen. De
zwaardere Japansche machines waren
door hun bommenlast minder snel in hun
bewegingen. Als haviken schoten de beide
Chineesche toestellen op hun grootere
tegenstanders neer en duidelijk kon men
tot in de stad het knetteren van de machi
negeweren hooren. Beide tegenstanders
naderden de stad. Een der Chineezen
scheen licht getroffen te zijn. Het toestel
maakte rechtsomkeert en vloog een eind
Westwaarts, toen drie Japanners hem
volgden, steeg de piloot met zyn toestel
bijna loodrecht omhoog, maakte een loo
ping en kwam achter hen weer uit. Weer
werd het schieten in de lucht heviger
Plotseling steeg uit een der Japansche
vliegtuigen een hooge vuurzuil op. Het
toestel draaide geheel op de linkerzüde
en stortte ruggelings en brandend omlaag.
De kogels van het Chineesche toestel
hadden waarschijnlijk een der bommen
getroffen. Het heelé gevecht had nauwe
lijks tien minuten geduurd.
Bommen
werk!
inplaats van vuur-
Het Chineesche nieuwjaar brak aan.
Ditmaal werd de 6e Februari zonder het
gebruikelijke vuurwerk gevierd. Het
stadsbestuur had dit verboden; het was
daarenboven volkomen overbodig. Im
mers er was vuurwerk genoeg in
Shanghai! Aan de grens van de concessie
gloeide het vuur van Tsjapei, 's nachts
sisten de raketten des doods door de lucht
en de nachtelijke hemel werd door het
vuur der explodeerende mijnen ver
scheurd. Lichtkogels straalden overal
en niemand voelde er behoefte aan zijn
vrienden en verwanten „veel geluk" voor
het nieuwe jaar te gaan wenschen.
De straten vertoonden slechts dan men
schen, als het gekraak van het geschut
eenigszins bedaard was. Dan rende men
naar buiten, 0111 levensmiddelen te halen,
om de gewonden op te nemen en in het
hospitaal onder te brengen, of om in de
eigen woning te komen, als men voordien
door het schieten in de eerste de beste
woning bescherming had gezocht.
De nacht wordt als de dag. Men zit aan
het venster en staart in den rooden gloed.
Daar mijn vensters op het Noorden zijn,
heb ik haast onafgebroken het oog op den
str;jd bü Woosoeng. Van Hwangpoo be
gint een kruiser Tsjapei te bombardeeren.
De ruiten trillen. Huilend snerpt een gra
naat over de concessie! Trommelvuur
volgt en in Tsjapei, op nog geen 1000 m
afstand van mijn huis, worden de straten
verscheurd en stijgen hooge vuurzuilen
op, veroorzaakt door brandbommen en ex
plosies. De Public-Garden is gevuld met
vluchtelingen, die in de concessie be
scherming hebben gezocht. En de nacht
is koud
De universiteit bij het fort.
Woosoeng is een klein dorp aan den
mond van den Hwangpoo in den Jangtse.
Met den trein kan men het via Kiangwan
of per auto via den weg langs de rivier
bereiken. De gewichtigste punten van dit
dorp zijn de universiteit (Medical Col
lege) en het fort, dat uit twee aparte wer
ken bestaat. Hoewel de afstand van
Shanghai slechts 10 mijl ,11 km) bedraagt,
wist men op 7 Februari nog niets omtrent
bet lot der bezetting en dat van de pro
fessoren der universiteit. Deze hadden
zich bij de eerste schoten, welke Woosoeng
troffen, op uitnoodiging der Chineesche
officieren, achter de stevige betomvallen
van het fort begeven. Doch niet allen kon
den vluchten. Dr. Othmer, de directeur,
kon geen afscheid nemen van de waarde
volle boeken, die menige levensarbeid
van een geleerde bevatten en waarvan
talryke niet te vervangen waren. Hy en
twaalf van zyn collega's moesten dagen
lang de vreeselijkste beschieting verdra
gen, die men zich slechts kan indenken,
weggedoken in eenige zelf-gegraven on
derkomens. Eindelijk konden zij in ver
binding komen met de bezetting van het
station, die er tenslotte in slaagde de pro
fessoren en hun familie in de vesting te
brengen. Op 10 Februari werd tenslotte
een korte wapenstilstand benut om de fa
milieleden der professoren en de meest
waardevolle dingen per Roode Kruls-auto
naar Shanghai te vervoeren. De mannen
zelf moesten den weg te voet afleggen,
daar er op de wagens geen plaats meer
voor hen was. De gebouwen staan nog,
grootendeels echter verwoest en het labo
ratorium is geheel in elkaar geschoten.
Vele waardevolle boeken en andere din
gen zijn onder het puin begraven. De
vluchtelingen waren nog juist getuige
van een afschrikwekkend oorlogstooneel-
tje, dat zich onderweg naar Shanghai
voor hun oogen afspeelde. Een Japansche
vliegenier werd door een Chineeschen
piloot omlaaggeschoten. De waarnemer
sprong uit het nog even zwevende toestel
met zün parachute naar omlaag. Door den
schok bij liet neerkomen, brak hjj een
been. De toesnellende Chineezen drongen
op den waarnemer in, die hen zijn wapens
wilde uitleveren. In de meening, dat hjj
wilde schieten, sprongen zy op hem toe
en sloegen hem met een geweer den
schedel in
De vlag op de puinhoopen!
Opmerkelijk is het, dat de commandant
der Chineesche lychttroepen een Ameri
kaan is, die. zich in China heeft laten
naturaliseeren en den naam Tsjang-wei-
tsjang heeft aangenomen, 0111 hier te kun
nen medestrijden. Hy bracht het korps in
den tegenwoordigen toestand en is een
gevierde figuur onder de Chineezen.
Ondanks de pogingen der vredesconfe
rentie wordt het oorlogsbeeld met den
dag positiever en vreeselyker. De om
geving van het Woosoengfort is een
woestenij geworden. Het plaatsje Woo
soeng is totaal van den bodem wegge
vaagd, in den grond geschoten. Alleen de
puinhoopen van het fort steken als een
platte heuvel eenigszins boven het an
dere uit. Maar nog steeds waait de ster-
renvlag van China op de verpulverde wal
len. Tallooze malen werd de stok reeds
vervangen door een nieuwen, daar de vo
rige door granaten werd weggeslagen. En
deze vlag was het eenige, wat Woosoeng
met de stad verbond. Zoodra de vlag om
geschoten was, hoorde men overal fluis
teren: „Nu is het fort voorgoed geval
len". En dan volgde er meestal een aan
val op een der in de haven liggende oor
logsbodems.
Op 7 Februari om 3 uur des namiddags
landde een Japansche divisie op de kust
bij Woosoeng. Door slecht weer en rook
gordijnen begunstigd, konden de Japan
ners ongestoord hun mannen op pantser
wagens laden, hetgeen alles vanuit de
stad duidelijk te zien was, en naar de
frontlijn vervoeren. Maar ook de Chinee
zen hadden voor versterking gezorgd. Een
pantsertrein, die men met een goeden
veldkijker tot Kingwan kon volgen, had
de belegerden nieuwe munitie vex-schaft.
Het laatste gedeelte moest door de Chi
neezen te voet worden afgelegd, met de
kisten op den rug. De laatsten lieten de
brug over de „Woosung C-reek" achter
zich springen, waardoor de Japanners,
tenminste de pantserauto's der Japanners,
een directen aanval niet konden onder
nemen. Zoo mislukte de aanval.
(Slot volgt).