50" S. A. KANNEWASSER Zn. Df DOLENDE JUWEELEN. Heerencostuums stoomen HEERENBAAI NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. S. Krom - Alkmaar thans ff 3.90 TOBRALCO Nr. 7103. EERSTE BLAD ZATERDAG 9 APRIL 1932 60ste JAARGANG Aan den vooravond van de presidentsverkiezing in Duitschland. - De conferentie te Londen mislukt: - De onderhandelingen te Sjanghai. per Vz pond Jftss. ZO cl per ons lOd.perVzons Bij neuralgie, migraine Meeningen van anderen over actueele onderwerpen Onze moeilijkheden in het Verre Oosten. Henry L. Stimson China en Japan. Stoomerij Ververij Telef. 1523 (3 lijnen) Winkel Den Helder, Keizerstraat 31. Tel. 473 in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, Onnoodig lijden. FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen TexeJ f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.26, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jk. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsrio. 4ct. De presidentsverkiezing in Duitsch land. We staan nu aan den voor avond van de verkiezing in Duitschland, in een volgend overzicht kunnen we de resultaten vermelden van den onbloedigen veldslag. Voor Bruning en Hitier is het een zware week geweest en beiden zullen wel een zucht van verlichting slaken als de dag van Zondag achter den rug is. Op tal van plaatsen hebben zij deze week gesproken, voor duizenden geestdriftige volgelingen en dat was vermoeiend en af mattend. Rijkskanselier Brüning heeft Woens dagavond te Weimar gesproken, waar aan wij nog het volgende ontleenen. Hij zette uiteen dat de fouten, bij het sluiten van de vredesverdragen gemaakt, eerst thans hun volle uitwerking hebben gekregen. Duitschland kan van zich zelve zeggen, dat het als eerste land de oecono- mische en financieele conclusies uit dit in zicht heeft getrokken. Wanneer wij al dus Brüning gewacht hadden tot de crisis Engeland, Frankrijk, Amerika en de Donau-landen had bereikt dan zou thans geen kanselier in de herstelkwestie een „neen'' hebben kunnen uitspreken. De eerste voorwaarde voor een oplossing van het herstelvraagstuk is een veilige oeco- nomische en financieele basis in het eigen land, waarop een kanselier de gedachten- wisselingen met de geheele wereld over een definitieve oplossing van het herstel- vraagstuk kan steunen. Tegen het schrap pen der herstelbetalingen bestaat thans nog slechts één argument, n.1. dat de Duit- sche industrie bij een volledige kwijtschel ding een te geweldigen voorsprong zou krijgen op de industrieën van alle overige landen. De zin voor rechtvaardigheid groeit langzaam in de wereld, vooral uit het in zicht, dat de vredesverdragen kunnen lei den tot den oeconomische ondergang van Europa en de geheele wereld. Duitschland zal echter geen profijt kunnen trekken uit dit geheel veranderde beeld van den in ternationalen toestand, wanneer het zich *elf verslingert. De man, die Duitschland tot eenheid brengen en redden kan, is alleen Hindenburg. ftwa&éeift taêaAf ECHTE FRIESCHE Cl De conferentie te Londen is eigenlijk mislukt, het wordt natuurlijk wel niet zoo ronduit erkend, maar practisch komt het er toch op neer. Uit MacDonalds verkla ringen, Donderdag afgelegd, voor de bin nen- en buitenlandsche persvertegenwoor digers, blijkt duidelijk, dat de conferentie feitelijk al gedaan was, zonder dat men tot eenige resultaat was gekomen. De dis cussies zouden voornamelijk geloopen heb ben over het voorstel, dat bepaalde mo gendheden afzien van hun rechten volgens de meest-begunstiging. De Fransche en Engelsche voorstellen dienden als basis van discussie en bij de latere besprekingen deden de Duitsche en Italiaansche gedelegeerden nog enkele andere voorstellen. Men is van meening, dat de mogelijkheid van oplossing van het vraagstuk der Donau-landen grooter is dan voor het bijeenkomen der conferentie, hoewel er ten opzichte van de details wei nig eenstemmigheid bestond. Men zou het in den boezem van de commissie eens zijn over het beginsel, dat het Donauvraagstuk van oeconomischen aard is. De gedelegeerden waren het ook over eens, dat eventueele hulp door de Donau-landen op vruchtbare wijze ge bruikt moet worden, opdat ze hun binnen- landsche ontwikkeling zonder verdere hulp van buiten kunnen bewerken. In andere woorden hulp van buiten alleen, zou niet voldoende zijn om de gevaren te bezweren, indien de Donaulanden zich daarna niet zelf helpen en het eens worden over hun toekomst. Men acht een algemeene over eenkomst wel mogelijk, maar de bespre kingen van heden hebben er niet toe ge leid. Twee van de confereerende mogend heden zouden bereid zijn, onmiddellijk een overeenkomst te sluiten, terwijl de twee anderen, hoewel geneigd de zaken zoo snel als mogelijk voortgang te doen hebben, op bepaalde punten geen defini tief antwoord konden geven. Het zou vrij lang duren voor men nadere instructies had en daarom zal morgen een voorstel tot verdaging aan de voltallige conferentie worden voorgelegd. Daar de gedelegeerden volgende week alkaar op de ontwapeningsconferentie te Genève ontmoeten, werd deze plaats ge noemd voor de voortzetting der confe rentie. het Japansche besluit zekerheid te willen hebben tegen een hervatting van den boy- cott en tegen een hernieuwd verschijnen van Chineesche troepen, aan de grenzen van de internationale nederzetting. De Ja panners bieden thans aan, de volgende verklaring af te leggen: Zoodra de plaat selijke omstandigheden zoover zijn ver beterd, dat de Japansche onderdanen weer een gevoel van veiligheid krijgen, met be trekking tot de bescherming van hun levens en eigendommen en hunne berech ting, zullen de Japansche troepen worden teruggetrokken naar de internationale nederzetting en de wegen daarbuiten, ge lijk dit het geval was voor het incident op 28 Januari. Een toevoeging voorgesteld door Sir Miles Lampson, waarbij Japan zou waar borgen, binnen een zeker aantal maanden zijn troepen terug te trekken, is onaan vaardbaar indien geen rekening wordt ge houden met de omstandigheden, waar onder de Japansche onderdanen voortaan zullen leven. Wordt daarmee geen reke ning gehouden dan is terugtrekking van de troepen van Japan onmogelijk. Van officieele Japansche zijde wordt echter medegedeeld, dat indien de Chineezen toestemmen in een Ronde Tafel-conferen tie, die onmiddellijk bijeen zou moeten komen, de Japansche verklaring gewijzigd kan worden zoo, dat omtrent den tijd der teruktrekking van de Japansche troepen nauwkeuriger toezegging zouden kunnen worden gedaan. pig niet uit den Volkenbond zal treden. Intusschen hangt de verdere gang van zaken van de gebeurtenissen af. De nieuwe staat Mantsjoerije is een on afhankelijk lichaam. Zijn erkenning hangt af van het bewijs dezer onafhankelijkheid. Mantsjoerije heeft Japan veel bloed en in spanning gekost en ook heel wat geld. •Japan streeft er natuurlijk naar de vrucht van zooveel offers te behouden. Op dit stuk is het Japansche volk een van zin en men mag het niet voor het hoofd stooten. en allerlei soorten pijnen werken Togal- Tabletten snel en zeker. Waar andere middelen faalden en zelfs bij jarenlang lijden werden met Togal verrassende resultaten bereikt. Onschadelijk voor maag, hart en nieren. Meer dan 6.000 dokters-attesten! Neemt nog heden een proef, maar sta erop, dat U Togal krijgt! In alle apoth. en drogist, reeds vanaf 80 ets. verkrijgbaar. door de Amerikaansche Staatssecretaris. Een groote slag aan de grens! van Korea? In de nabijheid van de grens tussehen Mantsjoeri.je en Korea heeft aan den Chi- neeschen Oosterspoorweg een felle slag gewoed tussehen Japansche troepen onder generaal Tamon en ongeregelde Chinee sche troepen. Volgens Japansche legerbe- richten zouden 500 Chineezen zijn gedood j en 3000 gewond, terwijl hun eigen verlie zen slechts negen dooden en 36 gewon den bedragen zouden. De troepen van ge- j neraal Tamon namen de stad Fansjang in' en marcheerden op in de richting van Ilan. JAPAN EN DE VOLKENBOND. De Japansche minister van buitenland sche zaken heeft gisteren aan een Fransch journalist verklaard, dat Japan voorloo- De conferentie van Washington was in den grond der zaak een ontwapeningscon ferentie: zij had ten doel, de kans op wereldvrede te vergrooten door niet al leen een einde te maken aan den wedloop in de bewapening ter zee, doch tevens tal van andere kwesties op te lossen, die een bedreiging voor den wereldvrede vorm den, vooral in het Verre Oosten. En al die kwesties stonden met elkaar in ver band. Destijds nam Amerika een leidende positie in wat den bouw van oorlogs schepen betreft, doch deze positie heeft de regeering willen prijsgeven, evenals de verdere versterking van de vlootbasis op Guam en in de Filippijnen, omdat o.a. de clausides van het Negen-Mogendheden- pact tot een dergelijke zelfverloochening noopten. Dit verdrag moest de volkeren der wereld de verzekering geven, dat zij niet slechts gelijke kansen kregen wat hun handel op Oost-Azië betrof, doch tevens dat geen andere mogendheid door geweld van wapenen haar grondgebied zou uitbreiden ten koste van China. Deze bepalingen van het Negen-Mo- gendhedenpact kunnen niet gewijzigd worden, zonder dat tegelijkertijd de prin cipes in aanmerking worden genomen, waarop zij eigenlijk waren gebaseerd. De loop der gebeurtenissen in China, te be ginnen met de vijandelijkheden in Mands- joerije en met name de Sjanghaische kwestie wijzen er echter op, dat een wijzi ging van genoemde bepalingen niet wen- schelijk is, dat integendeel een getrouwe naleving van de verdragen van het groot ste belang is voor alle mogendheden, die belangen hebben in het Verre Oosten. De onderhandelingen te Sjanghai heb ben nog maar steeds niet tot een bevredi gende oplossing geleid. De Japansche mi nister van buitenlandsche zaken heeft Don derdag instructies gezonden -naar Sjigi- mitsoe voor de conferentie te Sjanghai, die gisteren zou worden gehouden, en daaruit blijkt dat Japan geen wijziging zal brengen in de eenmaal aangenomen hou ding. De clou der oneenigheid is gelegen in Verlaagde prijzen DE VOLKENBOND EN DE VREDE. door SIR JOHN SIMON, de Engelsche staatssecretaris voor buitenlandsche zaken. Wij staan tegenover het betreurens waardige feit dat, ondanks alle pogingen om een vaste basis te vormen voor een nieuwe wereldorde en de zekerheid, dat geschillen tussehen de leden van den Vol kenbond door arbitrage worden beslecht, ondanks het feit dat het Kellogg-pact den oorlog als politiek middel heeft afge schaft, er toch feitelijk in China oorlog wordt gevoerd tussehen de legermachten van twee Volkenbondsleden, die zelfs bei den lid zijn van den Volkenbondsraad. Thans zou ik uiteen willen zetten, wat! naar mijn meening de principes zijn voor j de Engelsche politiek met betrekking tot dezen treurigen, gevaarlijken stand vanl zaken. De Engelsche regeering zal al haar invloed gebruiken om het moreele gezag van den Volkenbond te steunen en zij zal daartoe medewerken met andere mogend heden, onverschillig of deze leden van den Volkenbond zijn of niet. Hoe teleur stellend het ook is dat in deze kwestie, welke in sommige opzichten uiterst pré cair is, de Volkenbond het uitbreken der gevechten niet heeft kunnen verhinderen, toch moeten wij den Volkenbond blijven erkennen als de organisatie, die de pu blieke opinie der wereld vertegenwoor digd. Ik zeg namens de regeering en spreek daarbij tevens mijn eigen vaste overtuiging uit dat het beste middel om den vrede te herstelen, bestaat uit het onbevreesd en onrecht belijden van de principes, waarin wij gelooven. STEUN VOOR DE WERKLOOZEN. door WILLIAM E. BORAH, Lid van den Amerikaanschen Senaat. De regeering behoort het volk te be schermen. Ik ben ervan overtuigd dat er zeer veel en door zeer velen geleden wordt. In duizenden, in millioenen gezin nen is men geen dag vrij van zorgen ge weest in de laatste anderhalf of twee jaar, terwijl meermalen werkelijk gebrek werd geleden. Ik ben niet van zins om mijn plicht te verzaken uit een bijgeloovige vrees Voor een antecedent. De ellende is niet plaatselijk en naar mijn overtuiging heeft zij reeds tal van Amerikaansche bur gers zoover gebracht, dat zij noch licha- 55 per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie melijk, noch geestelijk meer normaal zijn. Ik beschouw het als een valsche aantij ging jegens onze landgenooten, wanneer er gezegd wordt, dat steun van regeerings- wege het zou demoraliseeren. Men wordt niet gedemoraliseerd door te eten te krij gen, wel door honger te lijden. Als wij een antecedent noodig hebben, zullen wij er een maken. WAT GENEVE DE WERELD ZAL GEVEN. door Dr. EDUARD BENES, Minister van buitenlandsche zaken in Tsjecho-Slowakije. Na gedurende veertien dagen alge meene besprekingen te hebben bijgewoond in plenaire zittingen van de ontwapenings conferentie, kunnen wrij ons een denkbeeld vormen omtrent de vermoedelijke resul- Als iedere beweging u pijn doet, als pijn in de lendenen, urinestoornissen, hoofdpijn, dui zeligheid en rheumatische pijnen uw leven tot een last maken en gij uw werk moet laten lig gen, wordt gij gewaarschuwd, dat de organen van uw rug niet behoorlijk werken. Waarom wilt gij noodeloos lijden aan rheu- matiek, spit, waterzucht of blaaszwakte? Gebruik Fostcr's Rugpijn Pillen bij het eerste waarschuwende teeken der organen, welke de urine afscheiden en zoodoende de onzuiverheden uit het bloed filtreeren. Fos- ter's Pillen heelen en versterken deze ver zwakte organen, zoodat de onzuiverheden, welke zich anders ophoopen en afzetten en zoodoende eindelooze pijn en ongemak ver oorzaken, afgevoerd worden. In alle deelen van Holland hebben dankbare personen hun levenslust herwonnen, dank zij Foster's Pillen. Bij alle drogisten enz. a 1.75 per flacon. door K. R. G. BROWNE. 62) „Wel, wel!" zei een bekende stem op eens. „Wordt hier iemand gearresteerd?" Als één man keerde de troep van vier zich om en keek. De spreekster was Miss Pringle, die met Carmencita Milligan door de ov.erboogde deur naar buiten was gekomen. „Ah, Helen!" zei Sir John opgelucht, „dat is een quaestie, waarbij we jouw scherpzinnigheid noodig hebben. Naar wat ik ervan begrepen heb maar waar schijnlijk heb ik alles absoluut verkeerd begrepen beschuldigt vriend Turtle hier jouw neef en Mr. Todd van fazanten m ij n fazanten stroopen. Ik vind het natuurlijk zéér onwaarschijnlijk, maar hij houdt zóó positief vol...." Helen Pringle keek veldwachter Turtle aan en veldwachter Turtle werd lichtelijk bleek- om zijn neus. Als volbloed Quan- tock-Royalist had hij een buitengewonen eerbied voor het intellect èn de tong van Miss Pringle, en dus had hij er wat voor over gehad, als ze bij deze unieke gelegen heid door afwezigheid geschitterd had. „Wees niet zoo dwaas, Turtle!" zei tante Helen. De vertegenwoordiger der Wet slikte een paar maal, trok zijn boord met zijn wijsvinger wat wijder en vermande zich. .„Neem me niet verkwalijk. miss, maar 't i s zoo. 't Is een feit. Deze twee snui ters hier benne vannacht in South Wood gezien en. „Dat's toch wel wat kras, Turtle," zei Miss Pringle. „Zoo nu en dan vraag ik me wel eens af, hoe ze erbij zijn gekomen om jou veldwachter te maken. Deze heer is Mr. Todd, een invloedrijke Amerikaan, die hier op bezoek is, en dit is mijn neef, Mr. Carr. En nu wil jij vertellen, dat zij vannacht aan het stelen van fasanten ge weest zijn?" Veldwachter Turtle keek verbouwe reerd. De hypnotische blauwe oogen on der den zonnehoed werkten meer uit dan ;en maand argumenteeren zou gedaan hebben en daarbij was de ontdekking, dat die „eene" werkelijk de neef van Miss Pringle was, een slag! Het geslacht der Turtles liet zich echter niet zóó gemakke lijk van de wjjs brengen. Geschokt, maai daarom nog niet overwonnen, trok hij voor de tweede maal ten aanval. „Maar ze benne gezien, miss, ten minste Hopjoy heb er twee gezien die op die daar leke! Twee kleine, dikke kerel tjes, miss. En dan me bewijs.... ik heb een bewijs ook nog...." „Een bewijs?" vroeg Sir John ge ïnteresseerd. „Dat is tenminste iets. Wat voor een bewijs?" „Een zakdoek, sir!" vertelde veldwach ter Turtle, terwijl hij met zijn rechter hand in den merkwaardig ongemakke- lijken zak, die politie-agenten achter in hun jas, hebben, rondzocht. „Een groote zijen zaddoek, waar ze de poote van de fasante mee vast hadden gebonden. Deze m.deze meneer hier, heb toegegeven, dattie van hem is en ik. en ik.Hij stotterde een paar maal en zweeg; voor het eerst kwam er iets onzekers in zijn houding, in zijn geheele manier van doen. Het exploreeren van zijn „achter"-zak kreeg iets gejaagds; hij wrong zich in de zonderlingste bochten om elk hoekje te bereiken. „Begrijp ik niks van.... tien tellen gelejen ha'k 'em nog! Zeker late valle toen ik die andere achterna zat zoo'n grooie zijen zaddoek. „Neem me niet kwalijk," zei Miss Pringle met een hautain air, „maar dat is toch wel wat al te bar! Je komt hier en beschuldigd mijn neef van fazanten stelen op grond van een bewijs, dat je niet hebt! Heb jij weieens fazanten gestolen, George?" „Nooit, tante!" gaf haar neef met iets zalvends in zijn stem ten antwoord. „Ik ben en blijf altijd netjes. „En ik ook nooit," stemde Mr. Todd in. „Met mijn postuur zou 't ook moeilijk gaan, zeg ik maar." Miss Pringle këek den zich nog steeds in allerlei bochten wringenden dienaar van den Heiligen Hermandad streng ver wijtend aan. „Asjeblieft. Dringt het nu tot je door, hoe b e s p 011 e 1 ij k je je met zoo'n be schuldiging maakt!" „Ja, 't is het toppunt," viel Sir John haar bij. „Als dit je hoogste prestatie in zake het smokkel-probleem is, kan ik je niet ermee gelukwenschen. Verduiveld, morgen beschuldig je mij!" Turtle, het ongelukkige mikpunt van deze vriendelijkheden ging ijverig met zoeken voort, maar zonder resultaat. „Tien telle geleje ha 'k 'em nog," mom pelde hij. „En as ze niks gedaan hadde, waarvoor moste ze dan wegloope? En wat. had die zaddoek dan om de poote van die fazante noodig. „Volgens mij," viel Sir John hem in de rede, „lijd je aan lichte verstandsverbijs tering, vriend. Zonnesteek of zoo! Ik ge loof niet, dat die bewuste zakdoek be staan heeft en evenmin geloof ik iets van dat inbraakverhaal van je. Als het zoo was, dan zou jij hier niet je tijd staan te verknoeien met zeuren over zakdoe ken. Weet je wat i k geloof, Turtle," ging de Heer van Croyde opeens streng voort, „dat jij probeert voor een beter veldwach ter door te gaan dan je in werkelijkheid bent." De in het nauw gedreven speurhond gebaarde heftig met zijn knakworstarmen en kuchte een half dozijn keeren be nauwd en bracht er een paar woorden nik „Maar ik heb ze zeivers gezien. Sir John.ik heb gezien dat ze uit et raam klomme. „Wie? Mr. Carr en Mr. Todd?" „Nee, de andere twee.Die twee, dit weggeloope benne." „Ik geloof," zei Sir John, wiens belang stelling in deze cQnversatie-zonder-kop- of-staart uitgeput begon te raken, „dat jij ook maar moest wegloopen, Turtle. Ga naar huis en neem eens een tijdje rust misschien dat je er dan achter komt wie van de twee moet je hebben, een in breker of een strooper. Maar als je het nog eens waagt om hier te komen en der gelijke belachelijke beschuldigingen tegen mijn gasten uit te brengen, raak ik uit mijn humeur. Adieu hoor, wel thuis." „Maar, sir. „Wel thuis, Turtle!" „Maar sir. „Wel thuis, Turtle, zeg ik." „Klok!" zei veldwachter Turtle uit pure machteloosheid. Hij besefte vaag, dat het een quaestie van verkeerd begrijpen in het quadraat was, maar hü wist! dat de fout niet meer verholpen kon worden. Sir John was iemand die niet gauw con clusies trok, maar als hij het deed, was geen mensch bij machte om hem tot an dere gedachten te brengen en nu had hij blijkbaar de conclusie getrokken, dat de dorps-speurhond aan hallucinaties leed. Zijn cynisme en Miss Pringle's veront waardiging hadden Turtle's geloof in de rechtvaardigheid van zijn zaak trouwens ook geschokt, zoodat hij zich onder de bedrijven door stond af te vragen, of Hopjoy zich misschien vergist kon heb ben. En wat de geschiedenis met de haag en de vrachtauto aanging.als 't hem gelukken zou Sir John ervan te overtui gen, dat het w e r k e 1 ij k gebeurd was, liep hij de kans, dat deze het aan zijn jeugdigen overmoed zou toeschrijven en hem den raad zou geven, om gevoel voor humor aan te kweeken. Alles was na tuurlijk geweldig onbillijk, maar Sir John was in Quantock Royal zoo iets als kantonrechter en als veldwachter deed je wijs, 0111 geen beschuldigingen tegen vrienden van dergelijke grootwaardig- heidsbekleeders te maken. Dus vloekte veldwachter Turtle in stilte en schikte zich in het onvermijdelijke. Bij wijze van genoegdoening, nu hem niet op de ge wone wijze recht zou geworden, keek hij George eerst een halve minuut aan, of hij hem wou bijten, keerde zich daarna om en stapte als de verpersoonlijkte be- leedigde „majesteit" weg. Onder aan de terrastrap greep hij zijn fiets, steeg op de'gebruikelijke manier op en trapte op eens, in een razend tempo, de oprijlaan af, waarschijnlijk in de ijdele hoop, 0111 op die wijze de groene auto nog in te halen en zijn teleurstelling ten deele op de inzittenden te wreken. „Arme Turtle," zei tante Helen mede lijdend. „Hij begint een beetje aftandsch te worden." „De vent is niet goed wijs," bromde Sir John. „Heb ik trouwens altijd al ge zegd. Vandaag of morgen arresteert hij onzen dominee nog voor zakkenrollen of iets dergelijks. En, Mies Milligan, is het u gelukt mijn vrouw gerust te stel len?" Carmencita had als zwijgende getuige bij het onderhoud gefungeerd. Bij de vraag van Sir Jóhn glimlachte ze be scheiden. „Ik gelooof van wel, Sir John. Ik heb haar verteld. „Binnen de vijf minuten had ze Mary zoo ver, dat die uit haar hand at," viel Miss Pringle haar in de rede. „Als je haar hoort praten is San Alario een soort van kruising tuschen het Paradijs en de Cöte d'Azur.'t. Scheelde een haartje of ze had ook mij overgehaald 0111 te em'i- greeren." „Doe 't niet, Helen," ried Sir John haar. „Alle kans dat de inboorlingen daar zich niet zoo zouden laten disciplineeren als onze goede dorpelingen hier.... Zullen we naar binnen gaan?" Terwijl ze het bovenste terras dwars overstaken, bleef Carmencita staan en wenkte George bij haar te komen. „Zeg, "fluisterde ze, „wat was dat van zooeven die praat over fazanten en stroopen?" „Zal ik je naderhand wel vertellen," grinnikte George. ,,'t Verhaal is te lang..., nu geen tijd voor." „Maar Heilige Mozes", viel Carrnen- cHa, bij het zien van den ledigen dekstoel, zichzelf opeens in de rede „Waar is Smith?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1