50"
S. A. KANNEWASSER Zn.
Df DOLENDE JUWEELEN.
Heerencostuums stoomen
HEERENBAAI
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
S. Krom - Alkmaar
thans ff 3.90
TOBRALCO
Nr. 7103. EERSTE BLAD
ZATERDAG 9 APRIL 1932
60ste JAARGANG
Aan den vooravond van de presidentsverkiezing in
Duitschland. - De conferentie te Londen mislukt: -
De onderhandelingen te Sjanghai.
per
Vz pond
Jftss.
ZO cl per ons lOd.perVzons
Bij neuralgie, migraine
Meeningen van anderen over actueele onderwerpen
Onze moeilijkheden in het Verre Oosten.
Henry L. Stimson
China en Japan.
Stoomerij Ververij
Telef. 1523 (3 lijnen)
Winkel Den Helder, Keizerstraat 31. Tel. 473
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
Onnoodig lijden.
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen TexeJ f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.26, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jk.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsrio. 4ct.
De presidentsverkiezing in Duitsch
land. We staan nu aan den voor
avond van de verkiezing in Duitschland,
in een volgend overzicht kunnen we de
resultaten vermelden van den onbloedigen
veldslag. Voor Bruning en Hitier is het
een zware week geweest en beiden zullen
wel een zucht van verlichting slaken als
de dag van Zondag achter den rug is.
Op tal van plaatsen hebben zij deze week
gesproken, voor duizenden geestdriftige
volgelingen en dat was vermoeiend en af
mattend.
Rijkskanselier Brüning heeft Woens
dagavond te Weimar gesproken, waar
aan wij nog het volgende ontleenen.
Hij zette uiteen dat de fouten, bij het
sluiten van de vredesverdragen gemaakt,
eerst thans hun volle uitwerking hebben
gekregen. Duitschland kan van zich zelve
zeggen, dat het als eerste land de oecono-
mische en financieele conclusies uit dit in
zicht heeft getrokken. Wanneer wij al
dus Brüning gewacht hadden tot de
crisis Engeland, Frankrijk, Amerika en de
Donau-landen had bereikt dan zou thans
geen kanselier in de herstelkwestie een
„neen'' hebben kunnen uitspreken. De
eerste voorwaarde voor een oplossing van
het herstelvraagstuk is een veilige oeco-
nomische en financieele basis in het eigen
land, waarop een kanselier de gedachten-
wisselingen met de geheele wereld over
een definitieve oplossing van het herstel-
vraagstuk kan steunen. Tegen het schrap
pen der herstelbetalingen bestaat thans
nog slechts één argument, n.1. dat de Duit-
sche industrie bij een volledige kwijtschel
ding een te geweldigen voorsprong zou
krijgen op de industrieën van alle overige
landen.
De zin voor rechtvaardigheid groeit
langzaam in de wereld, vooral uit het in
zicht, dat de vredesverdragen kunnen lei
den tot den oeconomische ondergang van
Europa en de geheele wereld. Duitschland
zal echter geen profijt kunnen trekken uit
dit geheel veranderde beeld van den in
ternationalen toestand, wanneer het zich
*elf verslingert. De man, die Duitschland
tot eenheid brengen en redden kan, is
alleen Hindenburg.
ftwa&éeift taêaAf
ECHTE FRIESCHE
Cl
De conferentie te Londen is eigenlijk
mislukt, het wordt natuurlijk wel niet zoo
ronduit erkend, maar practisch komt het
er toch op neer. Uit MacDonalds verkla
ringen, Donderdag afgelegd, voor de bin
nen- en buitenlandsche persvertegenwoor
digers, blijkt duidelijk, dat de conferentie
feitelijk al gedaan was, zonder dat men
tot eenige resultaat was gekomen. De dis
cussies zouden voornamelijk geloopen heb
ben over het voorstel, dat bepaalde mo
gendheden afzien van hun rechten volgens
de meest-begunstiging.
De Fransche en Engelsche voorstellen
dienden als basis van discussie en bij de
latere besprekingen deden de Duitsche en
Italiaansche gedelegeerden nog enkele
andere voorstellen. Men is van meening,
dat de mogelijkheid van oplossing van het
vraagstuk der Donau-landen grooter is
dan voor het bijeenkomen der conferentie,
hoewel er ten opzichte van de details wei
nig eenstemmigheid bestond.
Men zou het in den boezem van de
commissie eens zijn over het beginsel, dat
het Donauvraagstuk van oeconomischen
aard is. De gedelegeerden waren het ook
over eens, dat eventueele hulp door de
Donau-landen op vruchtbare wijze ge
bruikt moet worden, opdat ze hun binnen-
landsche ontwikkeling zonder verdere hulp
van buiten kunnen bewerken. In andere
woorden hulp van buiten alleen, zou niet
voldoende zijn om de gevaren te bezweren,
indien de Donaulanden zich daarna niet
zelf helpen en het eens worden over hun
toekomst. Men acht een algemeene over
eenkomst wel mogelijk, maar de bespre
kingen van heden hebben er niet toe ge
leid.
Twee van de confereerende mogend
heden zouden bereid zijn, onmiddellijk
een overeenkomst te sluiten, terwijl de
twee anderen, hoewel geneigd de zaken
zoo snel als mogelijk voortgang te doen
hebben, op bepaalde punten geen defini
tief antwoord konden geven. Het zou vrij
lang duren voor men nadere instructies
had en daarom zal morgen een voorstel
tot verdaging aan de voltallige conferentie
worden voorgelegd.
Daar de gedelegeerden volgende week
alkaar op de ontwapeningsconferentie te
Genève ontmoeten, werd deze plaats ge
noemd voor de voortzetting der confe
rentie.
het Japansche besluit zekerheid te willen
hebben tegen een hervatting van den boy-
cott en tegen een hernieuwd verschijnen
van Chineesche troepen, aan de grenzen
van de internationale nederzetting. De Ja
panners bieden thans aan, de volgende
verklaring af te leggen: Zoodra de plaat
selijke omstandigheden zoover zijn ver
beterd, dat de Japansche onderdanen weer
een gevoel van veiligheid krijgen, met be
trekking tot de bescherming van hun
levens en eigendommen en hunne berech
ting, zullen de Japansche troepen worden
teruggetrokken naar de internationale
nederzetting en de wegen daarbuiten, ge
lijk dit het geval was voor het incident op
28 Januari.
Een toevoeging voorgesteld door Sir
Miles Lampson, waarbij Japan zou waar
borgen, binnen een zeker aantal maanden
zijn troepen terug te trekken, is onaan
vaardbaar indien geen rekening wordt ge
houden met de omstandigheden, waar
onder de Japansche onderdanen voortaan
zullen leven. Wordt daarmee geen reke
ning gehouden dan is terugtrekking van
de troepen van Japan onmogelijk. Van
officieele Japansche zijde wordt echter
medegedeeld, dat indien de Chineezen
toestemmen in een Ronde Tafel-conferen
tie, die onmiddellijk bijeen zou moeten
komen, de Japansche verklaring gewijzigd
kan worden zoo, dat omtrent den tijd der
teruktrekking van de Japansche troepen
nauwkeuriger toezegging zouden kunnen
worden gedaan.
pig niet uit den Volkenbond zal treden.
Intusschen hangt de verdere gang van
zaken van de gebeurtenissen af.
De nieuwe staat Mantsjoerije is een on
afhankelijk lichaam. Zijn erkenning hangt
af van het bewijs dezer onafhankelijkheid.
Mantsjoerije heeft Japan veel bloed en in
spanning gekost en ook heel wat geld.
•Japan streeft er natuurlijk naar de
vrucht van zooveel offers te behouden.
Op dit stuk is het Japansche volk een van
zin en men mag het niet voor het hoofd
stooten.
en allerlei soorten pijnen werken Togal-
Tabletten snel en zeker. Waar andere
middelen faalden en zelfs bij jarenlang
lijden werden met Togal verrassende
resultaten bereikt. Onschadelijk voor
maag, hart en nieren. Meer dan 6.000
dokters-attesten! Neemt nog heden een
proef, maar sta erop, dat U Togal krijgt!
In alle apoth. en drogist, reeds vanaf
80 ets. verkrijgbaar.
door
de Amerikaansche Staatssecretaris.
Een groote slag aan de grens!
van Korea?
In de nabijheid van de grens tussehen
Mantsjoeri.je en Korea heeft aan den Chi-
neeschen Oosterspoorweg een felle slag
gewoed tussehen Japansche troepen onder
generaal Tamon en ongeregelde Chinee
sche troepen. Volgens Japansche legerbe-
richten zouden 500 Chineezen zijn gedood
j en 3000 gewond, terwijl hun eigen verlie
zen slechts negen dooden en 36 gewon
den bedragen zouden. De troepen van ge-
j neraal Tamon namen de stad Fansjang in'
en marcheerden op in de richting van
Ilan.
JAPAN EN DE VOLKENBOND.
De Japansche minister van buitenland
sche zaken heeft gisteren aan een Fransch
journalist verklaard, dat Japan voorloo-
De conferentie van Washington was in
den grond der zaak een ontwapeningscon
ferentie: zij had ten doel, de kans op
wereldvrede te vergrooten door niet al
leen een einde te maken aan den wedloop
in de bewapening ter zee, doch tevens tal
van andere kwesties op te lossen, die een
bedreiging voor den wereldvrede vorm
den, vooral in het Verre Oosten. En al
die kwesties stonden met elkaar in ver
band.
Destijds nam Amerika een leidende
positie in wat den bouw van oorlogs
schepen betreft, doch deze positie heeft
de regeering willen prijsgeven, evenals de
verdere versterking van de vlootbasis op
Guam en in de Filippijnen, omdat o.a. de
clausides van het Negen-Mogendheden-
pact tot een dergelijke zelfverloochening
noopten. Dit verdrag moest de volkeren
der wereld de verzekering geven, dat zij
niet slechts gelijke kansen kregen wat
hun handel op Oost-Azië betrof, doch
tevens dat geen andere mogendheid door
geweld van wapenen haar grondgebied
zou uitbreiden ten koste van China.
Deze bepalingen van het Negen-Mo-
gendhedenpact kunnen niet gewijzigd
worden, zonder dat tegelijkertijd de prin
cipes in aanmerking worden genomen,
waarop zij eigenlijk waren gebaseerd. De
loop der gebeurtenissen in China, te be
ginnen met de vijandelijkheden in Mands-
joerije en met name de Sjanghaische
kwestie wijzen er echter op, dat een wijzi
ging van genoemde bepalingen niet wen-
schelijk is, dat integendeel een getrouwe
naleving van de verdragen van het groot
ste belang is voor alle mogendheden, die
belangen hebben in het Verre Oosten.
De onderhandelingen te Sjanghai heb
ben nog maar steeds niet tot een bevredi
gende oplossing geleid. De Japansche mi
nister van buitenlandsche zaken heeft Don
derdag instructies gezonden -naar Sjigi-
mitsoe voor de conferentie te Sjanghai,
die gisteren zou worden gehouden, en
daaruit blijkt dat Japan geen wijziging zal
brengen in de eenmaal aangenomen hou
ding.
De clou der oneenigheid is gelegen in
Verlaagde prijzen
DE VOLKENBOND EN DE VREDE.
door
SIR JOHN SIMON,
de Engelsche staatssecretaris voor
buitenlandsche zaken.
Wij staan tegenover het betreurens
waardige feit dat, ondanks alle pogingen
om een vaste basis te vormen voor een
nieuwe wereldorde en de zekerheid, dat
geschillen tussehen de leden van den Vol
kenbond door arbitrage worden beslecht,
ondanks het feit dat het Kellogg-pact den
oorlog als politiek middel heeft afge
schaft, er toch feitelijk in China oorlog
wordt gevoerd tussehen de legermachten
van twee Volkenbondsleden, die zelfs bei
den lid zijn van den Volkenbondsraad.
Thans zou ik uiteen willen zetten, wat!
naar mijn meening de principes zijn voor j
de Engelsche politiek met betrekking tot
dezen treurigen, gevaarlijken stand vanl
zaken. De Engelsche regeering zal al haar
invloed gebruiken om het moreele gezag
van den Volkenbond te steunen en zij zal
daartoe medewerken met andere mogend
heden, onverschillig of deze leden van
den Volkenbond zijn of niet. Hoe teleur
stellend het ook is dat in deze kwestie,
welke in sommige opzichten uiterst pré
cair is, de Volkenbond het uitbreken der
gevechten niet heeft kunnen verhinderen,
toch moeten wij den Volkenbond blijven
erkennen als de organisatie, die de pu
blieke opinie der wereld vertegenwoor
digd. Ik zeg namens de regeering en
spreek daarbij tevens mijn eigen vaste
overtuiging uit dat het beste middel om
den vrede te herstelen, bestaat uit het
onbevreesd en onrecht belijden van de
principes, waarin wij gelooven.
STEUN VOOR DE WERKLOOZEN.
door
WILLIAM E. BORAH,
Lid van den Amerikaanschen
Senaat.
De regeering behoort het volk te be
schermen. Ik ben ervan overtuigd dat er
zeer veel en door zeer velen geleden
wordt. In duizenden, in millioenen gezin
nen is men geen dag vrij van zorgen ge
weest in de laatste anderhalf of twee jaar,
terwijl meermalen werkelijk gebrek werd
geleden. Ik ben niet van zins om mijn
plicht te verzaken uit een bijgeloovige
vrees Voor een antecedent. De ellende is
niet plaatselijk en naar mijn overtuiging
heeft zij reeds tal van Amerikaansche bur
gers zoover gebracht, dat zij noch licha-
55 per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
melijk, noch geestelijk meer normaal zijn.
Ik beschouw het als een valsche aantij
ging jegens onze landgenooten, wanneer
er gezegd wordt, dat steun van regeerings-
wege het zou demoraliseeren. Men wordt
niet gedemoraliseerd door te eten te krij
gen, wel door honger te lijden. Als wij een
antecedent noodig hebben, zullen wij er
een maken.
WAT GENEVE DE WERELD ZAL
GEVEN.
door
Dr. EDUARD BENES,
Minister van buitenlandsche zaken
in Tsjecho-Slowakije.
Na gedurende veertien dagen alge
meene besprekingen te hebben bijgewoond
in plenaire zittingen van de ontwapenings
conferentie, kunnen wrij ons een denkbeeld
vormen omtrent de vermoedelijke resul-
Als iedere beweging u pijn doet, als pijn in
de lendenen, urinestoornissen, hoofdpijn, dui
zeligheid en rheumatische pijnen uw leven tot
een last maken en gij uw werk moet laten lig
gen, wordt gij gewaarschuwd, dat de organen
van uw rug niet behoorlijk werken.
Waarom wilt gij noodeloos lijden aan rheu-
matiek, spit, waterzucht of blaaszwakte?
Gebruik Fostcr's Rugpijn Pillen bij het
eerste waarschuwende teeken der organen,
welke de urine afscheiden en zoodoende de
onzuiverheden uit het bloed filtreeren. Fos-
ter's Pillen heelen en versterken deze ver
zwakte organen, zoodat de onzuiverheden,
welke zich anders ophoopen en afzetten en
zoodoende eindelooze pijn en ongemak ver
oorzaken, afgevoerd worden.
In alle deelen van Holland hebben dankbare
personen hun levenslust herwonnen, dank zij
Foster's Pillen.
Bij alle drogisten enz. a 1.75 per flacon.
door
K. R. G. BROWNE.
62)
„Wel, wel!" zei een bekende stem op
eens. „Wordt hier iemand gearresteerd?"
Als één man keerde de troep van vier
zich om en keek. De spreekster was Miss
Pringle, die met Carmencita Milligan
door de ov.erboogde deur naar buiten was
gekomen.
„Ah, Helen!" zei Sir John opgelucht,
„dat is een quaestie, waarbij we jouw
scherpzinnigheid noodig hebben. Naar
wat ik ervan begrepen heb maar waar
schijnlijk heb ik alles absoluut verkeerd
begrepen beschuldigt vriend Turtle
hier jouw neef en Mr. Todd van fazanten
m ij n fazanten stroopen. Ik vind
het natuurlijk zéér onwaarschijnlijk,
maar hij houdt zóó positief vol...."
Helen Pringle keek veldwachter Turtle
aan en veldwachter Turtle werd lichtelijk
bleek- om zijn neus. Als volbloed Quan-
tock-Royalist had hij een buitengewonen
eerbied voor het intellect èn de tong van
Miss Pringle, en dus had hij er wat voor
over gehad, als ze bij deze unieke gelegen
heid door afwezigheid geschitterd had.
„Wees niet zoo dwaas, Turtle!" zei
tante Helen.
De vertegenwoordiger der Wet slikte
een paar maal, trok zijn boord met zijn
wijsvinger wat wijder en vermande zich.
.„Neem me niet verkwalijk. miss, maar
't i s zoo. 't Is een feit. Deze twee snui
ters hier benne vannacht in South Wood
gezien en.
„Dat's toch wel wat kras, Turtle," zei
Miss Pringle. „Zoo nu en dan vraag ik me
wel eens af, hoe ze erbij zijn gekomen om
jou veldwachter te maken. Deze heer is
Mr. Todd, een invloedrijke Amerikaan,
die hier op bezoek is, en dit is mijn neef,
Mr. Carr. En nu wil jij vertellen, dat zij
vannacht aan het stelen van fasanten ge
weest zijn?"
Veldwachter Turtle keek verbouwe
reerd. De hypnotische blauwe oogen on
der den zonnehoed werkten meer uit dan
;en maand argumenteeren zou gedaan
hebben en daarbij was de ontdekking, dat
die „eene" werkelijk de neef van Miss
Pringle was, een slag! Het geslacht der
Turtles liet zich echter niet zóó gemakke
lijk van de wjjs brengen. Geschokt, maai
daarom nog niet overwonnen, trok hij
voor de tweede maal ten aanval.
„Maar ze benne gezien, miss, ten
minste Hopjoy heb er twee gezien die op
die daar leke! Twee kleine, dikke kerel
tjes, miss. En dan me bewijs.... ik heb
een bewijs ook nog...."
„Een bewijs?" vroeg Sir John ge
ïnteresseerd. „Dat is tenminste iets. Wat
voor een bewijs?"
„Een zakdoek, sir!" vertelde veldwach
ter Turtle, terwijl hij met zijn rechter
hand in den merkwaardig ongemakke-
lijken zak, die politie-agenten achter in
hun jas, hebben, rondzocht. „Een groote
zijen zaddoek, waar ze de poote van de
fasante mee vast hadden gebonden. Deze
m.deze meneer hier, heb toegegeven,
dattie van hem is en ik. en ik.Hij
stotterde een paar maal en zweeg; voor
het eerst kwam er iets onzekers in zijn
houding, in zijn geheele manier van doen.
Het exploreeren van zijn „achter"-zak
kreeg iets gejaagds; hij wrong zich in de
zonderlingste bochten om elk hoekje te
bereiken. „Begrijp ik niks van.... tien
tellen gelejen ha'k 'em nog! Zeker late
valle toen ik die andere achterna zat
zoo'n grooie zijen zaddoek.
„Neem me niet kwalijk," zei Miss
Pringle met een hautain air, „maar dat is
toch wel wat al te bar! Je komt hier en
beschuldigd mijn neef van fazanten stelen
op grond van een bewijs, dat je niet hebt!
Heb jij weieens fazanten gestolen,
George?"
„Nooit, tante!" gaf haar neef met iets
zalvends in zijn stem ten antwoord. „Ik
ben en blijf altijd netjes.
„En ik ook nooit," stemde Mr. Todd in.
„Met mijn postuur zou 't ook moeilijk
gaan, zeg ik maar."
Miss Pringle këek den zich nog steeds
in allerlei bochten wringenden dienaar
van den Heiligen Hermandad streng ver
wijtend aan.
„Asjeblieft. Dringt het nu tot je door,
hoe b e s p 011 e 1 ij k je je met zoo'n be
schuldiging maakt!"
„Ja, 't is het toppunt," viel Sir John
haar bij. „Als dit je hoogste prestatie in
zake het smokkel-probleem is, kan ik je
niet ermee gelukwenschen. Verduiveld,
morgen beschuldig je mij!"
Turtle, het ongelukkige mikpunt van
deze vriendelijkheden ging ijverig met
zoeken voort, maar zonder resultaat.
„Tien telle geleje ha 'k 'em nog," mom
pelde hij. „En as ze niks gedaan hadde,
waarvoor moste ze dan wegloope? En wat.
had die zaddoek dan om de poote van die
fazante noodig.
„Volgens mij," viel Sir John hem in de
rede, „lijd je aan lichte verstandsverbijs
tering, vriend. Zonnesteek of zoo! Ik ge
loof niet, dat die bewuste zakdoek be
staan heeft en evenmin geloof ik iets
van dat inbraakverhaal van je. Als het
zoo was, dan zou jij hier niet je tijd staan
te verknoeien met zeuren over zakdoe
ken. Weet je wat i k geloof, Turtle," ging
de Heer van Croyde opeens streng voort,
„dat jij probeert voor een beter veldwach
ter door te gaan dan je in werkelijkheid
bent."
De in het nauw gedreven speurhond
gebaarde heftig met zijn knakworstarmen
en kuchte een half dozijn keeren be
nauwd en bracht er een paar woorden nik
„Maar ik heb ze zeivers gezien. Sir
John.ik heb gezien dat ze uit et raam
klomme.
„Wie? Mr. Carr en Mr. Todd?"
„Nee, de andere twee.Die twee, dit
weggeloope benne."
„Ik geloof," zei Sir John, wiens belang
stelling in deze cQnversatie-zonder-kop-
of-staart uitgeput begon te raken, „dat
jij ook maar moest wegloopen, Turtle. Ga
naar huis en neem eens een tijdje rust
misschien dat je er dan achter komt
wie van de twee moet je hebben, een in
breker of een strooper. Maar als je het
nog eens waagt om hier te komen en der
gelijke belachelijke beschuldigingen
tegen mijn gasten uit te brengen, raak ik
uit mijn humeur. Adieu hoor, wel thuis."
„Maar, sir.
„Wel thuis, Turtle!"
„Maar sir.
„Wel thuis, Turtle, zeg ik."
„Klok!" zei veldwachter Turtle uit pure
machteloosheid. Hij besefte vaag, dat het
een quaestie van verkeerd begrijpen in
het quadraat was, maar hü wist! dat de
fout niet meer verholpen kon worden. Sir
John was iemand die niet gauw con
clusies trok, maar als hij het deed, was
geen mensch bij machte om hem tot an
dere gedachten te brengen en nu had hij
blijkbaar de conclusie getrokken, dat de
dorps-speurhond aan hallucinaties leed.
Zijn cynisme en Miss Pringle's veront
waardiging hadden Turtle's geloof in de
rechtvaardigheid van zijn zaak trouwens
ook geschokt, zoodat hij zich onder de
bedrijven door stond af te vragen, of
Hopjoy zich misschien vergist kon heb
ben. En wat de geschiedenis met de haag
en de vrachtauto aanging.als 't hem
gelukken zou Sir John ervan te overtui
gen, dat het w e r k e 1 ij k gebeurd was,
liep hij de kans, dat deze het aan zijn
jeugdigen overmoed zou toeschrijven en
hem den raad zou geven, om gevoel voor
humor aan te kweeken. Alles was na
tuurlijk geweldig onbillijk, maar Sir
John was in Quantock Royal zoo iets als
kantonrechter en als veldwachter deed je
wijs, 0111 geen beschuldigingen tegen
vrienden van dergelijke grootwaardig-
heidsbekleeders te maken. Dus vloekte
veldwachter Turtle in stilte en schikte
zich in het onvermijdelijke. Bij wijze van
genoegdoening, nu hem niet op de ge
wone wijze recht zou geworden, keek hij
George eerst een halve minuut aan, of
hij hem wou bijten, keerde zich daarna
om en stapte als de verpersoonlijkte be-
leedigde „majesteit" weg. Onder aan de
terrastrap greep hij zijn fiets, steeg op
de'gebruikelijke manier op en trapte op
eens, in een razend tempo, de oprijlaan
af, waarschijnlijk in de ijdele hoop, 0111
op die wijze de groene auto nog in te
halen en zijn teleurstelling ten deele op
de inzittenden te wreken.
„Arme Turtle," zei tante Helen mede
lijdend. „Hij begint een beetje aftandsch
te worden."
„De vent is niet goed wijs," bromde
Sir John. „Heb ik trouwens altijd al ge
zegd. Vandaag of morgen arresteert hij
onzen dominee nog voor zakkenrollen of
iets dergelijks. En, Mies Milligan, is
het u gelukt mijn vrouw gerust te stel
len?"
Carmencita had als zwijgende getuige
bij het onderhoud gefungeerd. Bij de
vraag van Sir Jóhn glimlachte ze be
scheiden.
„Ik gelooof van wel, Sir John. Ik heb
haar verteld.
„Binnen de vijf minuten had ze Mary
zoo ver, dat die uit haar hand at," viel
Miss Pringle haar in de rede. „Als je
haar hoort praten is San Alario een soort
van kruising tuschen het Paradijs en de
Cöte d'Azur.'t. Scheelde een haartje
of ze had ook mij overgehaald 0111 te em'i-
greeren."
„Doe 't niet, Helen," ried Sir John haar.
„Alle kans dat de inboorlingen daar zich
niet zoo zouden laten disciplineeren als
onze goede dorpelingen hier.... Zullen
we naar binnen gaan?"
Terwijl ze het bovenste terras dwars
overstaken, bleef Carmencita staan en
wenkte George bij haar te komen.
„Zeg, "fluisterde ze, „wat was dat van
zooeven die praat over fazanten en
stroopen?"
„Zal ik je naderhand wel vertellen,"
grinnikte George. ,,'t Verhaal is te lang...,
nu geen tijd voor."
„Maar Heilige Mozes", viel Carrnen-
cHa, bij het zien van den ledigen dekstoel,
zichzelf opeens in de rede „Waar is
Smith?"
(Wordt vervolgd).