Laat uw kinderen rustig ontbijten. De tuin in bioei. Het versieren van cactus potjes. Het menu van de*e week. J Het eerste ontbijt is voor de klei nen, die pas naar school gaan, altijd een heel ding. Het naar school gaan is voor het kind altijd een geheel nieuwe levens- phase, die den geest en het zieleleven der kleinen, vooral in den beginne, ge heel en al in beslag neemt. Zij slapen vaak onrustig en staan daardoor moe op, waarvan het se vols is, dat zij geen trek hebben in het ontbijt, vaak wordt haastig slechts een half glas melk ge dronken, waarna zij de deur uit hol len, uit angst te laat te komen. De gevolgen van dit onvoldoende 'ontbijten blijven echter niet uit; meestal na een uur begint de leege maag zich te wreken, het kind kevoelt zich onbehaagelijk, begint te geeuwen en heeft geen aandacht bij zijn werk. Fcrrt het vrije kwartier en heeft hij een boterham meegenomen, dan wordt deze vaak haastig naar binnen geslikt, omdat hij honger heeft, hetgeen niet anders dan nfedeelig op maag en spijs verteringswerktuigen kan werken. Men moet de kinderen echter van den beginen af dat zij naar school gaan, gewennen aan rustig en vol doende ontbijten. Hoofdzaak is, dat er tijd genoeg voor genomen wordt en het kind een kwartier vroeger opstaat om meer tijd te hebben voor zijn eten. Het moet geen haasten en vliegen zijn, zoels dit jammer genoeg in zoovele gezinnen voorkomt, maar moeder moet rustig met de kinderen aanzitten, waardoor zij zich vaak kalmer gevoe len. Moeder zal er wel voor zorgen, dat zij niet te laat komen? Vooral op dit laatste moeten zij kunnen ver trouwen. Verder is afwisseling in het ontbijt noodig; houden de kinderen niet van melk, dan krijgen zij een kopje slappe thee met melk en suiker, „kinderthee", zooals zij het zelf vaak noemen met wit of bruin brood en als extratje een beschuit met boter en suiker. Het ontbijt kan afwisselend genoeg zijn, zonder luxieus te zijn; soberheid is een eerste vereischte; worst of vleesch is uitgesloten voor kinderont- bijt, maar witte, rose of chocolade hagelslag vinden zij heerlijk, appel stroop, zoete stroop, koek of een appel op het brood valt ook in den smaak; er is zooveel, dat wij dagenlang varia tie in de belegging der boterham kun nen brengen. Wat de meeste kinderen voor afwis seling heerlijk vinden is een geroos terde boterham met boter en suiker of jam. Houden de kinderen van pap, dan is een bordje pap met een boterham een voldoend ontbijt, men kleze afwis selend havermout, maïzena, griesmeel- pap, enz. De meeste kinderen verveelt zoo'n bord oao iederen morgen al heel gauw en zij zitten er dan al met lange gezichten naar te kijken, alvorens ze besluiten de inmiddels koud geworden pap op te lepelen. Voor het speelkwartier geve men de kinderen een goed ge- wasschen appel of een banaan mede, daar de boterham vaak vergeten wordt en de kinde ren gaarne fruit eten. Een gezamenlijke ontbijt tafel is dus voor de kinderen aan te raden, maar men ont- houde zich ervan, onder 't eten aan de kinderen te vragen of zij bijv. het versje, dat zij moesten leeren, nog wel kennen. Men moet over het alge meen (ook niet den grooteren) aan het ontbijt lessen overhooren, dat behoort men den avond te voren té doen. Heeft het kind goed en rustig ont beten, dan zal het leeren hem minder moeilijk vallen, doordat hij zijn ge dachten beter kan concentreeren en de resultaten zullen aanmerkelijk ver beteren. „Heeft u nooit iets van den „Barbier von Sevilla" gehoord?" („E»erybody's Weekly". Het is een prijzenswaardige eer zucht, zoo vroeg mogelijk de lente ook in den tuin intocht te doen houden. Niemand zal kunnen beweren dat hij geen plaatsje over had voor die weinig veeleischende lenteboden als anemo nen of sneeuwklokjes, crocussen of narcissen. Onze primula's zijn zoo bescheiden, dat zjj wel in eiken tuin geplant kunnen worden, zonder dat men iets bijzonders aan den grond be hoeft te doen. Men kan ze langs den rand van een perk planten of tusschen de struiken, wanneer deze niet te dicht op elkaar staan en dat moest nooit bet gevel zijn. want elke struik dient zich vrjj te kunnen ontwikkelen om haar volle schoonheid te ontplooien. Anemonen hebben een humuslaag van vergane bladeren noodig om zoo goed 'T'Ogelnk te groeien. vnJ»ar dat het beter is„ in den herfst de bladeren niet weg te harken, doch ze rustig te laten liggen. De anemonen breiden zich elk jaar verder uit en zullen een steeds -of-ere oppervlakte gaan sieren, wan neer men maar geregeld de bladeren laat liggen. De dichte schaduw van de struiken in den zomer is volstrekt niet nadeelig voor de anemonen, want deze hebben zich dan al lang in den grond teruggetrokken, in den herfst kan men zp o~k or-njwiw rlanten en wel zoo, dat de wortelstokken 5 c.M. diep in de humuslaag komen te lig gen. Reeds in de eerstvolgende lente zullen de anemonen dan bloeien. In de kleine tuinen wordt dikwijls de fout gemaakt, dat bij de indeeling alle afmetingen te klein worden ge nomen. Het gaat niet aan, de indeeling van een grooteren tuin verkleind over te nemen; er moet een nieuwe indee ling worden ontworpen. Anders zal men tot de onaangename ontdekking komen, dat de noodige werkzaamheden rn den tuin slechts met moeite verricht Kunnen werden, omdat de paden te smal, de perken te klein zijn. Boven dien wordt de algemeene indruk, dien men van den tuin krifkt, op die wijze niet bepaald verbeterd. Gewoonlijk is het kiezen van een dergelijke indeeling het gevolg van den wensch, een te groot aantal planten in den tuin onder te brengen. Het worden dan poppen- tumtjes, waarin de menschen meer dan levensgroot schijnen en de plan ten elkaar verdringen. Men bereikt net tegengestelde van wat men ge hoopt had; de tuin schijnt kleiner dan» tii,i is en men krijgt- er minder bloemen van dan mogelijk zou zijn bH een meer verstandige indeeling Wan neer de ruimte dus beperkt is, moet men weten te kiezen. Alleen dan maakt men van den tuin. wat ervan te maken is. Nóch bloeiende struiken, noch bloemperken vormen op zichzelf de schoonheid van een tuin; zij kun nen slechts schoon zijn binnen 't kader van een harmonische indeeling. waarbij zoowel met de levensbehoeften van de planten als met de bewegingsvrijheid de" menschen rekening is gehouden. Vele beginners kunnen er niet goed toe komen, na het planten van een boom den grond eromheen vast te trappen. Zij zijn bang, de wortels te beschadigen. Hun voorzichtigheid is echter overdreven; het hangt er geheel van af, op welke wijze men te werk gaat. Doch de aarde moet vast£etrapt worden, want de pas geplante struik of boom kan slechts -wortels sohieten, wanneer de aarde de wortels vast en dicht omsluit. Wanneer de wortels slechts losjes in de aarde zitten, heb ben zjj ook licht van de droogte te lijden, vooral wanneer er een priode van droog weer komt, waarop men bij het planten in het voorjaar dient te erkennen. Bij het vasttraüpen dient (ie voet echter met den punt naar den stam gekeerd te zijn, terwijl men niet maar willekeurig er op los trapt, doch den voet langzaam in den lossen grond drukt. Nu het toch zoo'n mode is geworden een heele cacteeëntuin in de kamer te gaan houden en tien of twaalf potjes met allerlei wanstaltige, stekelige ge drochten voor het raam te plaatsen om zichzelf wijs te maken, dat het „toch zoo mooi is", moeten we er maar een schepje opdoen en meehuilen met de wolven in heit bosoh. Als de cacteeën groen, dor, stekelig en wanvormig zijn, kunnen wü tenminste de potjes een beetje fleurig aanzien geven door ze te beschilderen. Onze afbeelding geeft aan, hoe men met weinig kunstmiddelen, slechts met een beetje waterverf, een paar penseelen en een dosis goede smaak zelfs het leeliikste bloempotje een aardig, modern uiterlijk kan geven, lak koopen, die men zelf met spiritus Beter dan waterverf kon men spiritus- verdunnen kan en in elke drogisterij voor weinig geld in alle kleuren te koop is Bovendien glanzen deze kiemen, als zii gedroogd zijn, sohitterendi! Zondag: Eenvoudige Hors d'oeuvre. Biefstuk, bloemkool, aardappelen. Rozenpudding. Maandag: Tomatensoep. Ragout van konijn. Aardappelpure. Kropsla. Dinsdag: Ribstuk Savoyekool, aardappelen. Maizenavla met arbrikozen. Woensdag: Vleeschkoekjes. Roode kool, aardappelen. Appelschotel. Donderdag: Saucijsjes. Knolraap, aardappelen. Rijst met bessensap. Vrijdag: Gekookte schol. Zure saus. Sla, aardappelen. Griesmeel met pruimen. Vrijdag II: Roereieren. Wortelen met erwten en Peter-eliesaus. Aardappelen. Gestoofde pruimen. Zaterdag: Gehakt. Stoofsla, aardappelen. Rijstebrij. Eenvoudige Hors d'oeuvre. 100 gram garnalen, 12 ansjojvissen, 100 gram makreel, 1 kropsla, 6 hard gekookte eieren, 1 h 2 tomaten, 1 bos radijs, 12 stukjes geroosterd brood, 2 a lepels dikke mayonaise, 75 gram boter, peterselie. We nemen een presenteerblad, leg gen hierop een kanten kleedje en zet ten hierop 6 platte glazen schaaltjes, die we elk afzonderlijk afwerken. We beginnen met de sla voorzichtig te plukken, te wasschen en uit te slaan, zóó dat de blaadjes niet kneuzen en voeren er de 6 bakjes mede. Het eerste bakje vullen we met gar nalen, doen er wat mayonaise over heen en strooien er fijngehakte peter selie over. He tweede bakje vullen we met dun utgesneden. makreel, die op de sla wordt gelegd. In het derde bakje komen de gehal veerde eieren, waaromheen een rand van plakjes tomaten, die met peper en zout bestrooid zijn. Het vierde bakje wordt gevuld met roode en witte radijsjes, terwijl het laatste dienst doet voor de sneedjes toost op de eene helft en balletjes c?p de andere helft.- Rozenpudding. 5 dl melk, 1 dl rozenwater, 1 dl witte bessenwijn, 3 bladen roode gelatine, 4 bladen witte gelatine, 130 gram witte suiker, 1 pakje vanillesuiker, sap en rasp van V, citroen. De melk wordt aan de kook gebracht en de suiker en vanille erin opgelost, evenals de in koud water geweekte en uitgeknepen gelatine. Van tijd tot tijd roeren wij, om het zakken der gelatine te voorkomen en voegen, als wij zien dat de pudding drillerig wordt, de geraspte citroenschil, het sap, het rozen water en de bessenwijn er bij, waarna wij de massa in een goed omgespoel den vorm overbrengen om geheel en al op te stijven. Ragout van konijn. 1 duinkonijn, 80 gram boter, 40 gram tarwebloem, 1 ui, 1 laurierblad, 2 kruidnagelen, 1 wortel, takje selderij, stukje foelie, peper, een scheutje azijn, 5 dl water met 2 maggiblokjes. Wij snijden het schoongemaakte ko nijn in stukken, wasschen het en wrij ven het in met zout, waarna het in heete boter rondom bruin gebraden wordt. Het vleesch wordt nu even uit de pan gedaan, het fijn gesnipperde uitje erbij gevoegd en bruin gebraden, de bloem wordt er doorheen geroerd en tenslotte komt de bouillon erbij, dia wij hebben gemaakt door beide bouil lonblokjes in heet water op te lossen; wij zullen dit bij kleine scheutjes tege lijk moeten doen, om te voorkomen dat er klontjes in komen. .Bij dit sausje voegen wij de gesnipperde wortel en de verschillende kruiden en laten alles tezamen een kwartiertje op een zacht vuur trekken, waarna de saus gezeefd wordt, de azijn erbij gevoegd en de stukken konijn nog epn groot j half uur moeten nastoven. We presenteeren aardappelpuree bjj deze ragout, of droge rijst. Maizenavla me* abrikozen. 1 melk, 2 eieren, 80 gram suiker 35 gram custardpoeder, 200 gram abri kozen, 50 gram suiker, pl.minus 2 dl water. We zetten de abrikozen daags te vo ren te weeken met het water en de suiker. De melk wordt aan de kook ge. braoht en de suiker met de custard en de eierdooier goed vermengd; we voegen hier voorzichtig de warme melk bij en het stijfgeklopte eiwit, waarna we alles in de pan doen om nog even door te koken. In een glazen schotel worden de geweekte abrikozen gelegd en indien er nok weekwater is, wordt dit met een weinig maizena gebonden en over de vruchten gedaan, het geheel wordt bedekt met maizenavla. Vragen worden beantwoord door de Redractrice van „Onze Keuken", Hofziohtlaan 4, Den Haag?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 19