Xaty vtooi cHoelxjonty KONIJN's BLAASHAM Van en over de ontwapeningsconferentie. Een nieuwe lente! NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buifenlarsdsch overzicht. S. i KAINEM A Zn. DE DÖLEME JÜWEELEK. Kr. 7107. EERSTE BLAD DINSDAG 19 APRIL 1932 60ste JAARGANG Griekenland zegt den groote-mogendheden de waar heid. - Een compromis-voorstel van Stimson voor de ontwapeningsconferentie - De economische-conferen- tie van het I.V.V. - China en Japan. Wij Breien!!! en repareeren alle in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, ■SBC FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f O.iO, f 0.<(), f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jn. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 x'egels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4ct. Griekenland heeft de groote mogend heden de waarheid gezegd. Na de mis lukte Donau-eonferentie te Londen is het probleem der hulpv.erleening te Genève opnieuw aangesneden en daar zijn de be trokken mogendheden in de gelegenheid geweest zelf ook een woordje mee te spre ken en zij hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt en in het bizonder Grieken land heeft een hartig woordje gesproken. Daarover schrijft de „Nw. Rott. Crt.": Venizelos voelde nog den onstuimigen en optimistischen drang, zijn noodkreten naar buiten te laten hooren. Hij was niet bereid, genoegen te nemen met welwil- lenden raad die niet met stevige hulp ge paard ging. In ieder geval moest de wereld weten dat Genève niet die raadgevingen van zijn taak tegenover Griekenland nog niet af was. Met jeugdig vuur beijverde deze oude Griek zich nog, waar zelfs de onstuimige en soms desporate Hongaren bewaardheid en geduld hebben geleerd. Venizelos hield de heeren dan voor, dat de onvoldoende middelen die men Grie kenland ter beschikking wilde stellen, door een toegift van raad nog niet voldoende werden gemaakt. Het moratorium moest vijf maal zoo lang en de leening vijf maal zoo groot zijn, wilde Griekenland werke lijk geholpen zijn, zoo betoogde hij. Ver der deed hij de onbeschroomde mededee- ling dat, nu de Volkenbondsraad de be slissing tot Mei uitstelde, Griekenland zich reeds op 1 Mei in de noodzakelijkheid zou bevinden zijn verplichtingen tegen over het buitenland te verzaken. Het was een tragische bijzonderheid, dat het juist de Duitsche vertegenwoordi ger van den Volkenbondsraad moest zijn, die Venizelos moest wijzen op het beden kelijke van een dergelijke houding. Wij zijn overtuigd dat dr. Kempner zijn taak met de, in zijn lichtelijk satyrische positie geëischte bescheidenheid heeft vervuld. Welk een ironie ligt er in al deze din gen. De mogendheden troffen het wel heel ongelukkig maar het was vaa algemeen standpunt beschouwd juist goed dat zij nu met een „enfant terrible" als Venizelos te doen hSdden. Want met al zijn wel sprekendheid wierp deze hun het spel van wantrouwen voor de voeten. De staten van Oost-Europa dreven zij daarmede in den afgrond, zoo betoogde hij. Zij konden Oost- Europa redden, maar daarvoor moesten zy dan ook zelf tot inzicht en inkeer komen. Hoe juist, maar ook tegelijkertijd hoe wreed was dit opgemerkt! kwestie der bewapeningen ter zee en bei de tegelijkertijd, doch afzonderlijk behan deld zouden worden. Stimson is van meening, dat de kwestie van de wapening te land een aangelegen heid is, welke alleen moet worden behan deld door de Europeesche mogendheden, terwijl de zeemogendheden tot taak heb ben in de kwestie der bewapening ter zee tot overeenstemming te komen. Aan laatstgen. onderhandelingen wenseht Amerika practisch en actief deel te nemen, terwijl het principieel niets te maken wil hebben met het Europeesche veiligheidsprobleem. De wederzijdsche I hulpverleening is een kwestie, welke den i Ver. Staten niet aangaat, en waarmede zij zich niet willen bezighouden. Amerika 1 zal derhalve niet deelnemen aan een der gelijk verdrag. Wat Engeland betreft, het neemt dezelfde houding aan. Het wil even min nieuwe verplichtingen op zich nemen. In Crisistijd is kwaliteit goedkooper Een compromisvoorstel voor de Ontwa peningsconferentie? De Amerikaan- sche staatssecretaris Stimson, die te Parijs vertoeft, heeft aan journalisten verklaard, dat hij zich voorstelt te Genève eenige maatregelen te steunen, welke naar zijn meening de werkzaamheden der ontwape ningsconferentie zouden kunnen verge makkelijken. Deze niet al te duidelijke woorden worden, volgens Vaz Dias, thans in welingelichte kringen aldus uitgelegd, dat Stimson een compromisvoorstel over weegt, dat hij reeds Vrijdagavond ter ken nis zou hebben gebracht van Tardieu. Dit compromisvoorstel bestaat hierin, dat de kwestie der wapeningen te land en de veiligheid gesoheiden wordt van de De leider ven de titans opgeheven S.A. Hitler-storm troe pen. Gewezen kapitein Röhm. soorten wollen kleeding, kousen en sokken (ook de allerfijnste). Vraagt onze eigengebreide ijzer- sterke Sportkouzen JAAP SNOR, Zuidstraat 19 (Let op den gelen winkel) P.S. Voor Texel rechtstreeks aan ons zenden. Een economische conferentie van het I. V. V. Zaterdag en Zondag werd te Genève een internationale economische conferentie gehouden, die door het I. V. V. was bijeengeroepen en waaraan behalve de vertegenwoordigers van de bij het I. V. V. aangesloten nationale vakvereenl gingen en de geestverwante gedelegeer den op de internationale arbeidseonfe- rentie, ook deelnemen vertegenwoordi gers van niet aangesloten vakvereenigin- gen uit Zuid-Amerika en het Verre Oos ten. De Amerikaansehe vereeniging was eveneens uitgenoodigd, doch deze had de uitnoodiging van de hand gewezen met een beroep op de moeilijke tijdsomstandig heden. Scheven els, de secretaris-generaal van het I.V.V., wees bij het doen van deze me- diedeeling over de Amerikaansehe weige ring er op. dat juist deze moeilijke tijds omstandigheden het l.V.V. er toe bewogen hadden de conferentie bijeen te roepen, opdiat alle vakvereenigingen een gemeen schappelijke politiek zouden bepleiten. De Engelschman Citrine, de voorzitter van het I.V.V., opende de bijeenkomst met een rede, waarin hij er op wees, dat het I.V.V. een actie voor vooral de volgende dier hervormingen wil voeren: a. het beter organiseeren van, de oeeonomische bedrij vigheid; b. het uitvoeren van gi*oote open bar© werken ter bestrijding van de 40- urige arbeidsweek onder behoud van de thans bestaande loonen. Wat dit laatste punt betreft stelde db voorzitter in het licht, dat loonsverlaging de koopkracht der bevolking zou aantasten, terwijl juist de massaproductie een massaconsumptie noodzakelijk maakt. Sebevenels bracht hierna een rapport uit over de economische crisis, waarbij hii aan het kapitalistische stelsel de ver antwoordelijkheid voor de toenemende moeilijkheden toeschreef. Intusschen er kennen zoowel Schevenels als de voorzit ter Citrine, dat het toch zeer de vraag is of een plotselinge ineenstorting van het kapitalistische stelsel wel in het belang van de arbeidersklasse zou zijn. Het I.V.V. acht het daarom zijn plicht tot bestrijding van de economische crisis mee te verken, ook al zou daardoor het kapitalistische stelsel weer langer in stand blijven. De commissie van negentien uit de bui tengewone Volken bondsvergadering is Zaterdag weer bijeen geweest onder lei ding van Paul Hijmans. De besprekingen wenden gehouden buiten tegenwoordig heid van de Ohineesche en Japansche ge delegeerden met gesloten deuren, zonder echter een volstrekt geheim karakter te dragen. Wij vermelden uit deze zitting het volgende: Hijmans gaf eerst een overzicht omtrent liet beloop van de onderhandelingen te Sjanghai over het sluiten van een wapen stilstand aldaar en over de gerezen moei lijkheden, waaromtrent de delegaties van China en Japan uitvoerige rapporten had den ingezonden. De onderhandelingen schijnen ten slotte afgesprongen op het meeningsverschil tusschen China en Ja pan over het tijdstip van ontruiming. China wil een nauwkeurigen termijn van ontruiming zien vastgesteld, terwijl daar entegen Japan niet verder wild© gaan dan te beloven, dat dit binnen ten hoogste zes maanden het geval zou zijn. De commissie van negentien meende, dat het aan de gemengde commissie te Sjanghai, waarin naast Ohineezen en Ja panners ook vertegenwoordigers van de groote mogendheden zitting hebben, moet worden toevertrouwd te beoordeelen of de normale toestanden hersteld zijn, zoodat het verder verblijven van Japansche troe pen op Chineesch gebied bii Sjanghai op geenerlei wijze meer te rechtvaardigen zou zijn. De commissie van negentien heeft haar voorzitter opgedragen de Ghineesche en Japansche gedelegeerden over deze ziens wijze der'commissie in te lichten. Hijmans zal daarbij trachten China en Japan er toe te bewegen op dezen grondslag de ge schorste onderhandelingen te hervatten. IX. Een onaangename vergissing. Tardieu: „Juffrouw, ik heb u niet ge- vraagdi naai* de werkeloozenstatistiek, maar naar mijn reide over die volkswel vaart!" („Canard enehainé"). Zooals de warme schutblaadjes het leven der knoppen aan boom en struik tegen kou en wind beschermen, vrijwaart „Zij"-Crême het ontwakende leven in Uw huid tegen de nukken van den griliigen voorjaartijd. In prijzen van 2030—45 en 75 cent. Genève isMp het oogenblik drukker be volkt dan ooit tevoren. Want niet slechts is de Ontwapeningsconferentie van vacantie teruggekeerd, doch de jaarlij ksche Arbeids- eonferentie heeft een aanvang genomen. Het zal in de eerstkomende weken dei- wereld aan berichten uit Genève nietont breken en hij of zij, die er prijs op stellen om beroemde mannen aan het werk te zien, heeft slechts den blik naar Genève te richten. Dat neemt intusschen niet weg, dat, wat de Ontwapeningsconferentie aan gaat, weinig is gebleken van nuttige ont spanning, die de drie weken vacantie hebben gebracht. Aan het verlangen, dooi den President Henderson tot uitdrukking gebracht, dat de aan de Conferentie deel nemende landen in memoranda hun stand punten zouden neerleggen, is slechts zeel ten deele voldaan en dan nog voornamelijk door kleine landen, met uitzondering van Italië, dat een uitvoerig stuk heeft over gelegd, hetwelk echter weinig nieuws brengt, Niet onbeteekenend is het in het „Journal des Nations" te vernemen, dat het Secretariaat van den Volkenbond zich gedurende de vacantie reeds heeft bezig gehouden met het opstellen van de cijfers ten laste van het bijeen zijn der conferentie gedurende het eerste kwartaal van 1933, waaruit nu niet juist de verwachting spreekt van het verkrijgen van spoedige ibsultaten. Aan den anderen kant moet moet men zich door deze en andere be richten niet van den weg laten afleiden, omdat het zeer wel mogelijk is, dat, zelfs bij het meest resultaatvol werk der Confe rentie, in den aanvang van 1933 nog ver schillende Commissiën zullen moeten bijeen- blijven, die tot taak hebben de uitwerking vaD verscheidene onderdeelen der even tueel gesloten overeenkomst. De balans van het tot dusver verrichte werk is door meer dan een blad opgemaakt, en is men moet het erkennen schaars. De voornaamste creditpost is gelegen iu het feit, dat de Conferentie zich heeft georga niseerd en dat daarop in de plaats van de conferentie in pléno is getreden de Alge- meene Commissie. Maar de technische sub- commissiën hebben nog weinig of geen werk kunnen verrichten, gevolg grootendeels van het feit, dat de algemeene commissie haar principieel standpunt nog niet heeft vast gesteld. Gaat men de werkzaamheden dezer commissiën na, dan komt men tot de wetenschap, dat de landmachtcommissie uitsluitend is geslaagd in het vaststellen van de beteekenis van het woord reserves, dat in het eerste deel van het ontwerp der Commissie-Loudon wordt gebruikt. De zee machtcommissie heeft dit, ook aan haar oordeel onderworpen punt, nog niet tot oplossing gebracht, maar is daarentegen wel geslaagd in het vaststellen van haar standpunt ten aanzien van het lot van schepen, die gebouwd worden in een ander land dan voor welks dienst zij zijn bestemd, terwijl zij zich reeds heeft begeven in de discussiën over het vraagstuk van den tijds duur van schepen van verschillend kaliber, doch die nog niet ten einde heeft gebracht. De Luchtvaartcommissie heeft met de alge meene commissie de ballen van het prin cipieel luchtvaartprobleem aardig heen en weer geketst en het resultaat daarvan is geweest, dat een subcommissie uit haar midden is aan het werk getogen, om de documentatie te verzamelen, die op het punt zoowel van de mógelijkheid van internationalisatie der burgerlijke luchtvaart als van geheel de afschaffing der militaire luchtvaart mogelijk is. De Commissie voor de begrootingon heeft het rapport, dat na het gereedkomen van het rapport der Commissie-Loudon door de begrootingsdeskundigen is uitgebracht, reeds voor een deel onderzocht, maar is tot vast staande conclusiën daarover nog niet ge komen. En de Politieke Commissie heeft zich totdosver uitsluitend met de Poolsche voorstellen tot moreele ontwapening bezig gehouden en deze aan de zorgen eener speciale Commissie toevertrouwd. Verwonderen kan het niet, dat het onmid dellijk bij de hervatting van de werkzaam heden der Algemeene Commissie tot een vrij scherpe meeningsuiting is gekomen. Immers, Amerika en Italië staan geheel andere doeleinden voor dan met Frankrijk het geval is. De Amerikaansehe eerste vertegenwoordiger Gibson, sterk blijkbaar met den aanstaanden steun van Stimson in den rug heeft een ongetwijfeld niet onbelangrijk programma ontwikkeld. Zijn voorstel komt erop neer, dat de conferentie een eersten stap zal doen om het gevoel van onzekerheid, dat haar in hare bewe gingen belemmert, te overwinnen en over eenstemming te bereiken ofer de afschaffing van de wapenen, die specifiek aanvals wapenen der landmacht kunnen heeten. Amerika wil een eenvoudig begin maken met verbod van zwaar geschut van een kaliber van meer dan 155 mM. van tanks en van giftgassendaarna wil het de aan valswapenen op ander gebied, zooals bom bardementsvliegtuigen en de wapens der zeemacht aan de orde stellen. Amerika let nog minder op de ongetwijfeld belangrijke bezuinigingen, die daardoor zullen worden verkregen, doch vooral op het gevoel van veiligheid, dat daardoor zal worden ge schapen. Dit voorstel behoefde geen al te groote verwondering te wekken, doch wel verraste de onmiddellijke steun, dien onverdeeld de eerste Engolsche gedelegeerde s Sir John Simon daaraan verleende. Dit bleek in een latere persconferentie het gevolg te zijn niet van een voorafgaande Amerikaansch- Engelsche bespreking want ook de En- gelschen hebben eerst tijdens den vooraf- gaanden lunch van de Amerikaansehe voorstellen vernomen maar van het feit, dat de Engelsche Regeering Sir John Simon in gelijke richting had geinstrueerd, zoodat deze tegenover een dergelijk voorstel direct positie kon kiezen. Steun verkreeg het Amerikaansehe voorstel ook van den Zwitser Motta en van Nadolny, welke laatste er echter, ietwat overbodig in deze omstandigheden, de aandacht op vestigde, dat het bij de aanneming der Amerikaansehe voorstellen niet mocht blijven. Het spreekt wel vanzelf, dat een ieder van oordeel is, dat deze Amerikaansehe voorstellen, in zich sluiten een kwalitatieve vermindering der bewapeningen, een vermindering dus van de soort der wapenen, slechts een begin vormen, bedoeld om verdere besluiten te vergemakkelijken. Aan den Voorzitter der Algemeene Commissie, den President der Conferentie Henderson, bleef uiteraard niets anders over dan voor te stellen het Amerikaansehe voorstel aan het Bureau der Commissie toe te zenden, hetwelk dan voorstellen zal moeten doen hoe dit voorstel verder zal worden behandeld. Toen kwam de geprik keldheid van Tardieu tot uiting. Nu moet worden erkend, dat, voordat de conferentie met vacantie ging, was besloten, dat on middellijk na de hervatting der werkzaam heden de Fransche voorstellen, die reeds per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie bijkans 7 weken geleden zjjn ingediend, in bespreking zouden worden genomen. Tardieu zag nu Amerika de gelegenheid tot zich nemen om het eerste belangrijke onderwerp op zijn naam te verkrijgen, en dit is Tardieu met het oog op de voor de deur staande verkiezingen allerminst aan genaam. Het eigenaardigs van de zaak was, dat Tardieu het deed voorkomen als willen de Amerikaansehe en Fransche voorstellen eigenlijk hetzelfde, met dit onderscheid, dat het Amerikaansehe niet zoo volledig is als het Fransche. Immers, zoo redeneerde hij, bij het Fransche voor stel mogen wel de z.g.n. aanvalswapenen worden behouden, maar alleen door die landen, die ze ter beschikking van den Volkenbond stellen om een eventueele aan valler te bestrijden; het Amerikaansehe voorstel verbiedt ze kort en goed voor alle landen, dus ook voor die, welke willen helpen den aanvaller te lijf te gaan, maar levert daartoe in de oogen van Frankrijk gevaren op, wanneer landen toch in het geheim zoodanige aanvalswapenen aan maken. Den volgenden dag Verliet Tardieu deze onhoudbare stelling. Hij verdedigde toen de Fransche voorstellen, en gebruikte daar bij de argumenten, die reeds lang bekend zijn. Onomwonden echter gaf hij toe, dat er een principieel onderscheid is tusschen de Amerikaansehe en de Fransche voor stellen. Dat hij daarbij de Fransche prefe- op geregelde tijden, en neem zoo noodig '1 avonds een Foster's Maagpil De ontlasting geschiedt dan volkomen normaal cn zonder krampen. f 0.65 per flacon. door K. R. G. BROWNE. 66) „Nee. Kijk om zoo te handelen zou hij half-onnoozel geweest hebben moeten zijn en dat is hij niet bepaald. En jullie zoudt nog erger dan half onnoozel' ge weest zijn, als jullie hadden toegestemd. Dus daarom kon ik het gewoonweg niet gelooven. Maar ik begreep niet, wat jullie voor beweegredenen kon hebben en dat bracht me uit mijn humeur. Als jullie niet.... Carr en' Todd geweest waart, zou ik gedacht hebben, dat jullie den buit in je zak had gestopt en er nu stilletjes vandoor wilden gaan. Maar dat kon 't niet zijn, dus wist ik niet wat ik er van moest gelooven. O.ging ze opeens op geheel anderen toon voort, „daar heb ik nog niet aan gedacht. Wat moet vader nu beginnen?" „Dat heb ik me ook al afgevraagd," zei George. ,,'n Geluk is, dat F.-S. nu even min iets kan beginnen. Alle kans, dat hij op het oogenblik door Londen racet en geldschieters en bank van leening wakker belt om tienduizend pond voor zijn veertig pond aan glas te krijgen. Jullie zit in één boot, dat is tenminste een troost." Op dat oogenblik keerde Mr. Todd, die onbeweeglijk als een Boedha-beeld had zitten mediteeren, weer tot het leven terug. „Hoor eens hier, Millie heeft jouw pa niet tin-mijnen of iets dergelijks te koop?" Carmencita staarde hem verbaasd aan. „Mijn vader?.... Ja, hij heelt er wel, drie geloof ik, maar. „Ik heb plan 0111 wat nieuws te be ginnen," kondigde Mr. Todd ernstig aan. „Ik ben nog veel te jong 0111 de rest van me leven stil te gaan zitten en pasjanties met mezelf te gaan spelen en d'rom ga i ik een nieuwe liefhebberij ankweeken.j v an jongen af heb ik het een fijn idee gevonden om een mijn te ltebhe en nou I heb ik dus de kans om d'r een te krijge. Als'je pa wat voor een handeltje zou v oelen, zouën we de zaak» best per tele- gram kenne regelen contante betaling natuurlik. Ik w-eet niet, hoe de tin-mijnen oogenblikkelijk staan, maar as één der niet genog is, neem ik der twee. Maar. eindigde hij in alle kalmte, „ik mot waar voor me geld hebbe. Als ik naderhand □erachter zou komme, dattie me genome had, dan was-ie ze leve niet zeker. Zeg 'em dat ook uit mjjn naam, Millie." Carmencita bleef hem met groote oogen aanstaren. 1 „Daarbij zou 'k 't ook een fijn idee vin den," ging Mr. Todd door, „0111 een van j me landgenooten een dienst te bewijzen. Ik heb meer geld als ik noodig heb, en ik heb 't altijd lam gevonden om 't maar te J laten liggen, terwijl een ander 't as be- J drijl'skapitaal zou kenne gebruike,." Hij I zweeg en staarde, opeens verdiept in her inneringen, naar het plafond. „Ze motte niet denke, dat ze mij ongestraft tegen me maag kennen trappen", voegde hij er, na een pauze van een halve minuut, lang zaam aan toe. Op deze merkwaardige woorden volgde een diepe stilte. Carmencita ging voort met Mr. Todd aan te staren en George staarde, onder het denken van socialisti sche gedachten over de ongelijke verdee ling van 's werelds rijkdom, Carmencita aan. Plotseling werd de stilte verstoord door een welbekende stem, de stem van iemand, die ze door hun concentratie op eigen gedachten plus het mollige tapijt, niet naderbij hadden hooren komen. „Wel, wel," zei de stem beminnelijk, „wat een ellende met bierazijn! Er is toch niemand dood hoop ik?" Het trio schrok op en keerde zich, als één man, om. Achter hen stond de ma gere, elegante figuur van Fanshawe- Smith; hij leunde met zijn handen op zijn wandelstok en keek hen met een ondoor grondelijke uitdrukking in zijn oogen aan. „Hhallo, F.-S.!" zei George. „Ook hallo!" zei Fanshawe-Smith be leefd. Hij trok zijn broek zorgvuldig aan de vouw wat op, liet zich in een stoel neer vallen en haalde zijn cigarettenkoker te voorschijn. „Ik was bang, dat, Jullie al naar bed zoudt zijn, maar ik dacht: de mogelijkheid bestaat, dusHeb je er iets op tegen, dat ik rook, Carmencita?" Meteen streek hij, waarschijnlijk met' het idee; wie zwijgt stemt toe, een lucifer aan. „Jullie moet weten, dat ik eigenlijk hier gekomen ben om je een dienst te bewij zen", begon hij genoeglijk. „Ik heb na melijk juist en tamelijk onvruchtbaar on derhoud met een vriend van 111e gehad ten minste, hij was een vriend van me, tot ik hem een half uur geleden uit. zijn bed schelde om naar wat hij noemde, een paar shilling rommel te kijken." „Niet een paar shilling", verbeterde George hem, „minstens veertig pond." I Fanshawe-Smith trok zijn wenkbrauwen op. „O, wist je 't? Dat dacht ik al...Mis-1 schien wil je in dat geval een weinig uit leg geven. Ik moet morgen namelijk de! noodige kalmeerende formules voor de gebroeders Byng klaar hebben." Carmencita nam het telegram van het tafeltje voor haar en stak het hem toe. Hij j bestudeerde het door zijn monocle en glimlachte apprecieerend. „Bravo. Sabrero. Ik heb altijd gezegd, dat de oude heer niet noodzakelijkerwijs een volslagen idioot behoefde te zijn, om dat hij hoofdzakelijk van knoflook leefde en sigaren met een bandje rookte. Wel, wel!" Hij wierp Miss Milligan een mede lijdenden blik toe. „Dat zal een slag voor je geweest zijn, Carmencita!" „Nee, Smith," gaf Carmencita kalm ten antwoord. „Sir John Croyde is een ex pert in dat soort dingen en die had Mr. Carr en Mr. Todd al verteld, dat die ju- weelen imitaties waren." Een paar oogenblikken keek Fanshawe- Smith overbluft, maar dan daagde er een begrijpen in zijn''oogen en floot hij zacht tusschen zijn tanden. „O, zit de vork zóó in den steel! Nu be grijp ik ook.vriend Carr, ik neem alles terug, wat ik van je gedacht heb. Je bent gelukkig niet zoo'n uil, als ik geloofde. „Dank je wel," zei George niet bepaald vriendelijk. „Niet te danken," gaf Fanshawe-Smith beminnelijk ten antwoord, daarna keerde bij zich weer tot, Carmencita. „Wel, en wat gaan we nu beginnen, ge achte tegenstandster? We zijn nu zoo ongeveer op ons punt van starten aange komen. Feitelijk. Hij werd in de rede gevallen door Mr. Todd. „Draag je wel eens een tinnen vest, Smith?" „Pardon!" zei Fanshave-Smith lichtelijk verwonderd. „O, of ik wel eens een tinnen vest draag! Nee, nooit. Zoo slecht voor de coupe van je jas, beweert men. Maar lk begrijp niet. „Ik laat er eentje maken, zie je. Als een soort van voox-zorg tegen trappen in mijn maagstreek." Fanshawe-Smith hief afwerend zijn handen op. „Kom, laten we geen oude koeien uit de sloot halen! lk dacht ook eigenlijk, dat dat alles vergeven en vergeten was, Mr. Todd. Een verkeerde afstand-beoordee ling van Alfred. Wilt u, dat hij schrifte lijk excuses nlaakt?" „Nee, ik ken 't wel zonder dat stellen. Maar ik voel nou eenmaal veel voor een tinnen vest en om dat te krijgen ga ik een tin-mijn koopen. Zoo een van vijftig duizend dollars, begrijp-je?" Fanshawe-Smith kneep zijn oogen half dicht; een poos lang bleef hij, onbeweeg lijk als een steenen beeld, zitten. Dan knikte hij langzaam. „Zool! Is dat de eerlijke,onopgesmukte waarheid, Carmencita?" Miss Milligan aarzelde, keek Mr. Todd aan, maakte een beweging, of ze iets wil de zeggen, keek George aan, veranderde van gedachten, dacht een paar oogenblik ken na, keek haar concurrent aan en zei: „Ja, Smith." (Wordt vervolgd"1.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1