SNEL-DIENST BUS
Het einde van „an American tragedy".
TOBRALCO
Een avontuur in het land
der Pharao's.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
S. I. MHi t li.
Waarom verder sukkelen
Nr. 7115.
EERSTE BLAD
ZATERDAG 7 MEI 1932
60ste JAARGANG
De discussie over de aanvalswapenen ter Qntwapenings-
conferentie. - De kwestie der duikbooten. - Duitsch
protest tegen den slependen gang van zaken.
Nieuwe noodverordeningen van Hindenburg. - Ernstig
Japansch-Amerikaansch incident te Sjanghai.
DEN HELDER-ALKMAAR.
DAGELIJKS.
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
55 per el.
De gefingeerde overval met roof
in de Bilderdijkstraat te
's-Gravenhage.
FEUILLETON
«)ri
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: H»ld»rtcb« Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.66binnen-;
land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 8.20. ZonëogrtW resp. f 0.60 f 0.70, f 0.70,
f i._. Modeblad resp. f 0.96, f 1.26, f 1.26, f 1.36. Losse nos. 4 ct.; Ir.p.p.Öct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zat erdagmiddag.
Redacteur: T- DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER J*.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIÊN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
rekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 l in. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewtjsno. 4 ct.
De discussiën over de aanvalswapenen
ter ontwapeningsconferentie leveren een
droevig beeld van den onwil om te ont
wapenen. Zooals men weet, gaat liet er
om de „aanvalswapenen" te verbieden en
worden nu breedvoerige discussiën gele
verd over de vraag wat aanvalswapenen
zijn. Volgens Engeland zijn dat niet de
slagschepen, doch de onderzeebooten.
Men begrijpe goed, Engeland wil natuur
lijk gaarne de onderzeebooten uit de be
wapening hebben, omdat die het moord
werktuig voor hun groote slagkruisers
zijn. Neen, zeggen de kleine mogendhe
den, de onderzeebooten behooren niet tot
de aanvalswapenen, doch de groote slag
schepen en de onderzeebooten zijn uit
sluitend voor defensieve doeleinden en
zoo tracht men op alle mogelijke manie
ren te behouden wat men heeft en zijn
tegenstander die wapenen te ontnemen,
die men schadelijk acht voor zichzelf, met
gevolg dat het resultaat van alle discus
siën zal zijn dat er geen resultaat bereikt
wordt. Voor de lezers die hun hoop op den
Volkenbond stellen wel een groote telur-
stelling. Laat ons tenslotte nog een en
ander meedeelen wat de corr. van de
„Nw. Rott. Crt." te Genève, over de zit
ting van Woensdagmorgen aan zijn blad
meldt:
De Engelsche gedelegeerde verklaarde
zich bereid, aan den wensch der kleinere
zeemogendheden in zooverre tegemoet te
komen, dat Engeland niet langer zal aan
dringen op een afschaffing van de onder
zeebooten van een kleineren tonneninhoud
dan 250 ton. Hierdoor is althans eenig
uitzicht op een oplossing van de duikboo-
ten-kwestie geopend, waarbij dan de
grootste zullen worden afgeschaft.
De gedelegeerde van Zweden gaf reeds
te kennen, dat Zweden weliswaar 250 ton
een te laag maximum acht, doch dat het
Engelsche voorstel toch wel een basis van
enderhandeling zal kunnen worden. Dit
Is, naar ik verneem, ook het gevoelens der
Nederlandsohe delegatie.
Brachten de besprekingen van Woens
dagochtend dus de mogelijkheid, dat tus-
schen Engeland en de kleinere zeemo
gendheden een overeenstemming zal ge
vonden worden op den grondslag van
«en afschaffing der onderzeebooten van
b.v. 800 of 400 ton en hooger, de moei
lijkheid schijnt op dit punt. weder bij
Frankrijk te liggen, welks gedelegeerde,
de oud-minister van marine Dumont bijna
poëtisch werd, toen hij het over de voor
treffelijke eigenschappen van de duik
booten als verdedigingsmiddel had en
daarbij de aantrekelijkheid van het my-
sterieuse element in het optreden van de
duikbooeen bezong. Dumont bestreed
verder de opvatting van Nederland, Zwe
den en Spanje dat de tonneninhoud van
een duikboot beslissend voor het offen
sieve karakter zou zijn. Hij verzekerde
stellig dat Frankrijk zijn groote onder
zeebooten alleen zou willen opofferen
indien andere staten gelijkwaardige offers
zouden brengen, een verklaring, begrij
pelijk is, doch die met den onwil van En
geland en Amerika om de slagschepen
J op te offeren, nog des te duidelijker de
mogelijkheden deed uitkomen, waarvoor
de vlootcommissie zich gesteld ziet.
Ingaande: ZONDAG 8 MEI 1832
Vertrek-lljd van: DEN HELDER
5 MINUTEN VER VROEGD, n.l.
8.40 en 17.40 van HAVENHOOFD
Duiteehland ergert zich natuurlijk he
vig aan deze discussiën, omdat het zelf
i aan alle kanten beknot is en nu met den]
onwil van de andere mogendheden om
ook een veer te laten, terdege den draak
kan steken. De Duitsche afgevaardigde
von Rheinbaben heeft nu Woensdagmor
gen een energiek protest doen hooren
tegen den slependen gang van zaken in
de commissie en sub-commissies. Als
men in dit tempo voortging zou er nooit
eenig resultaat bereikt worden en kon
men beter naar huis gaan, zeide spreker.
Vervolgens befoogde Rheibaben met
vaak bijtende ironie dat hij na de rede,
van den Franschen spreker nu ook onder-1
richt was nopens de volkomen onschade
lijkheid van de duikbooten. Het was wel
merkwaardig dat de duikbooten, die aan
Duitschland speciaal verboden waren in
het verdrag van Versailles, wegens hun
gevaarlijkheid, nu als het meest onschul-
dige>jwapen werden voorgesteld. Eigen
lijk was alles een onschuldig wapen zoo
wel vliegtuigen met hun moederschepen,
als linieschepen en duikbooten, behalve
'misschien het eenige wapen waarvan
Duitschland één exemplaar bezit: de
kruiser.
Spr. eischte met kracht de volkomen
afschaffing van de duikboot voor welk
gebruik dan ook.
Twee nieuwe noodverordeningen zijn
Woensdag door den Duitschen rijkspre-
j sident von Hindenburg uitgevaardigd,
iéèn over militair georganiseerde politieke!
I vereenigingen en een over de ontbinding
j van de communistische organisaties van
goddeloozen.
Alle politieke bonden, die op militairen
leest geschoeid zijn of in dien geest
werkzaam zijn, worden aan de controle]
van den minister van binnenlandsche
zaken onderworpen. Deze verordening is
een aanvulling van de huidige maatrege
len ter verzekering van het staatsgezag
en is slechts uitgevaardigd om staats-
politieke redenen, ten einde den staat als
een gemeenschappelijk goed van allen,
die op den bodem van recht en wet staan,
tegen overvallen van dergelijke organi
saties te beschermen. Zij geeft de rijks-
regeering de mogelijkheid, alle in aan
merking komende organisaties overeen
komstig hun verschillende karakter te
controleeren en ze te onbinden, wanneer
zij mochten pogen het staatsgezag .3 on
dermijnen.
Met onmiddellijke inwerkingtreden zijn
de communistische organisaties van god
deloozen in het geheele rijk verboden. De
verodening is noodzakelijk omdat wegens
het provoceerend optreden van deze or
ganisaties de bepalingen van de veror
dening tegen politieke uitspattingen van
28 Maart '31 niet "meer voldoende zijn. De
ontbinding zal aan de communistische
vrijdenkerspropaganda, welke beoogt ter
voorbereiding van de bolsjewistische re
volutie, de Christelijke beschaving en
zeden te ondermijnen, den bodem ont
trekken. Deze maatregel is ook geboden
tot handhaving van de door de rijks-
grondwet gewaarborgde geloofs- en ge
wetensvrijheid.
Ernstig Japansch-Amerikaansch inci
dent te Sjanghai. Bij alle moeilijkheden
en onaangenaamheden, die Japan zich in
China op den hals heeft gehaald is nu
nog gekomen een ernstig incident met
Amerika. Vaz Dias meldt daarover uit
Sjanghai het volgende:
Dinsdagavond ontstond in den Ameri-
kaanschen verdedigingsfactor van de in
ternationale nederzetting te Sjaghai, een
ernstig incident, toen een Japansche ma
rine-patrouille onverwacht en zonder
acht te slaan op het protest der interna
tionale politie den Amerikaanschen sec
tor binnendrong om eenige 'hineeselie
burgers aan te vallen. De politie waar
schuwde de Amerikaansche militaire
autoriteiten en nietje door het heftige op
treden dei- commandeerende officieren
scheelde het weinig of er was een bot
sing ontstaan tussehen de Japansche ma
rinesoldaten en de Amerikaansche infan
teristen. Van Japansche zijde werd be
weerd, dat Chineesche burgers uit het
Amerikaansche gedeelte van de neder
zetting steenen hadden gegooid naar Ja
pansche matrozen, die in het Chineesche
gedeelte van Tsjapei hadden gepatrouil
leerd. Mede door 't afbreken der wapen
stilstandsonderhandelingen is de toe
stand zeer gespannen en de Amerikaan
sche commandant plaatste terstond een
sterke bewapening, bestaande uit solda
ten van het 31ste infanterie-regiment,
langs de grenzen van den Amerikaan-
s"hen sector. Inmiddels hadden de Ja
panners de achtervolgde Chineezen ge
arresteerd en wilden dezen bij het ver
laten van den Amerikaanschen sector
meevoeren. De politie maakte hiertegen
bezwaar, doch pas een onderhoud met
den commandant der Amerikaansche in
fanterie, major Leonard Townsend, over
tuigden den Japanschen commandant,
luitenant Katsoemo, van de noodzakelijk
heid om de gevangenen weer los te laten
en de Japansche troepen buiten den
Amerikaanschen sector terug te trekken.
Na een heftige woordenwisseling trok
ken de Japansche troepen naar Tsjapei
terug.
scherniingsmaatregelen te bespoedigen,
noch door immigratie verboden tegen te
houden. Want nadat die vrije immigratie
de Vereenigde Staten groot en machtig
heeft gemaakt, is de sinds de eeuwwisse
ling gevolgde politiek van beperking der
immigratie de oorzaak geweest, dat de
binnenlandsche markt van Amerika werd
verkleind door het kunstmatig tegengaan
der bevolkingstoename, waardoor weer
liet streven ontstond, om de onvoldoende
toename der bevolking goed te maken
door een toename van de koopkracht dier
bevolking, onverschillig langs welken
weg.
Deze feiten zijn langzamerhand de beste
leiders van Amerika ook wel duidelijk ge
worden. Het zal echter nog wel een heelen
tijd duren, voordat zii ook tot het besef
van de groote massa van het volk zün
doorgedrongen.. Deze zoekt, voor zoover
zij niet nog steeds zweert bij de oude, on
deugdelijk gebleken middelen, de verbete
ring het liefst in hulp van den staat, in
socialiseering der bedrijven. Inderdaad
zou dit misschien mogelijk zijn in een zoo
grondig geïndustrialiseerd land als de
Vereenigde Staten. Hoe paradoxaal het
ook schijnen mag: socialisatie heeft in de
Vereenigde Staten meer kans van slagen
dan in de Sovjet-Unie. Deze voert met
haar vijfjarenplan, ondanks inspanning
van alle intellect en energie, tot een hope-
loozen strijd, omdat zij de middelen waar-
i door de industrialisatie tot stand moet ko
men, voor veel geld van het buitenland
moet koopen, terwijl zij niet in staat is
f om ook maar bij benadering eenzelfde
hoeveelheid geld terug te krijgen door
den verkoop van haar producten in het
buitenland. Zij is dus gedwongen tot een
communisme op erediet, wat op den duur
even onbestaanbaar is als „prosperitv"
op crédiet.
(Door onzen correspondent).
New-York, April 1932.
Op een dag. dat er in Wallstreet niets
te doen was, vertelde een makelaar de
volgende geschiedenis aan zijn collega's.
„Er waren eens twee landloopers, die over
de landwegen van de „Middle West" rond
trokken. Zij bezaten niets dan een vat
whisky, dat zij op een handkar voortduw
den. Verder bezat- één der landloói-
één cent. Zii zouden gezamenlijk dé
whisky verkoopen uitsluitend tegen
contante betaling en de opbrengst dee-
len. Nadat zii den eersten dag eenige mij
len voortgetrokken waren, zei de man, die
nog één-cent had, dat hij dorstig was en
voor één cent whisky van de „firma" wou
kooper. In den loop van den dag w erd het
veranderde van eigenaar en een beetje
whisky verdween in de maag van den
kooper. In d enloop van den dag werd het
bedrijf op dezelfde wijze voortgezet; de
compagnons namen om de beurt een
beetje whisky en betaalden altijd contant.
De cent was voortdurend „in omloop".
Na twee dagen wras de voorraad whisky
„uitverkocht" en elke koop was met con
tant geld betaald. Doch het kapitaal dei-
firma bedroeg nog steeds één cent."
Die vergelijking is wel eendgszins van
toepassing op Amerika. Een vergelijking
gaat altijd mank, zij het ook slechts
zooals de Ieren zeggen aan één been,
doch in hoofdzaak is het wel juist, dat
Amerika zich evenals die beide landloo
pers een kunstmatige koopkracht heeft
verschaft. Het geld is alleen maar heen
en weer geschoven; iedereen kocht en
verkocht, het zakenleven bloeide en men
genoot een „properity", waarvan men
dacht, dat zii nooit een einde zou nemen.
Men had het geheim ontdekt van een
„voortilurenden eoonomischen vooruit
gang". Hebt behoeften en bevredigt ze!
Hebt ge geen geld, dan behoeft de trans
actie daarom nog niet uitgesteld te wor
den. Geld is er altijd wel te krijgen. Wilt
ge een auto koopen? Een piano? Een
naaimachine? Een huis? Ge behoeft daar
voor slechts zeer kleine afbetalingen te
voldoen en er zijn zelfs banken, die u den
eersten termijn nog voorschieten, wan
neer ge bewijzen, kunt, dat gü kans hebt
om met het te koopen voorwerp iets te
verdienen, door taxirijden met de cp afbe-
Uling gekochte piano.
Óp dit schuim van kunstmatig aange
wakkerde behoeften, kunstmatig ge
kweekte werkgelegenheid en kunstmatig
te voorschijn getooverde koopkracht was
de Amerikaansche „prosperit.y" opge
bouwd. Zij was door en door kunstmatig,
niet gebaseerd op werkelijke levensbe
hoeften en daarom slechts een schijnbare
welstand. Het land werd door al die met
veel drukte afgesloten transacties niet rij
ker. Verlangens, waaraan, men eerst be
hoort te voldoen, wanneer door kapitaal
vorming de daartoe vereisChte middelen
zijn verkregen, werden bevredigd, voordat
het geld er was.
In den tijd der gewaande „prosperity"
teerde Amerika zijn toekomstige welvaart,
op voor den tijd. Daarom helpt ook de
kunstmatige credietverruiming niet, want
de gaten moeten eerst gestopt worden,
„voordat men weer een weg verkrijgt,
waarop het economisch leven verder kan
gaan. De reusachtige sommen, welke de
regeering met gevaar voor haar eigen
erediet waar gheid ter beschikkng .Stelt
om verbetering aan te brengen, wbrdën
opgebruikt om in moeilijkheden geraakte
banken en industrieën te saneeren.
Ook door de geniaalste c'redietoombi-
naties kan men niet aan de natuurlijke
economische wetten ontkomen. In
een samenleving als de Amerikaan
sche, waarin men de economische in
vloeden altijd vrij spel heeft gegeven, is
het trouwens nog maar het beste, alles zijn
loop te laten hebben en de natuurlijke
ontwikkeling der dingen noch door be-
I)E GROEI VAN HET FASCISME
IN ITALIË.
Op den len Mei waren er in totaal
1.212.566 leden bij de partij ingeschreven,
wat 286.702 meer was dan verleden jaar
1 Mei.
NA DE RIJKSPRESIDENTS
VERKIEZING.
Hindenburg'® verkiezing gel
dig verklaard.
De commissie uit den Rijksdag tot
vaststelling van de geldigheid der presi
dentsverkiezing. is na een bewogen be
raadslaging van twee uren tot de slotsom
gekomen, dat de verkiezingen van Hin
denburg op 10 April officieel geldig is.
Voornamelijk van nationaal-socialis-
tische zijde kwam verzet tegen de geldig
heid van de verkiezingen op formeele
>.T 10* i
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op don zelfkant
Vraagt onze Stalon-colloctio
gronden, o. a. dat aan andere partijen niet
voldoende vrijheid was verleend bij liet
gebruik maken van den radio-omroep, dat
invloed was geoefend op ambtenaren, dat
er omkooperij en bedreigingen en beletten
van propaganda voor andere candidaten
waren voorgekomen enz.
Op 6 Mei begint de nieuwe zevenjarige
anibtsduur van dien herkozen rijkspre
sident.
Binnenland.
Voelt gij u terneergeslagen, vermoeid en
afgemat hebt gij last van pijn in de lende
nen, ledematen of spieren? Lijdt gij aan urine-
stoornissen, aanvallen van duizeligheid, hoofd
pijn of rheumatische pijnen? Zoo ja, hebt" gij
er dan over nagedacht wat de oorzaak van
uw noodeloos lijden is?
Als uw bloed niet op de juiste wijze gefil
treerd wordt, doordat uw organen verzwakt
zijn, blijven urinezuur en andere schadelijke
onzuiverheden in het gestel achter. Zij zetten
zich af en veroorzaken verschijnselen als de
bovenstaande. Iedere dag uitstel maakt de
zaak erger en dient gij onmiddellijk aan te
vangen met het gebruik van Foster's Rugpijn
Pillen. Reeds jaren bleek de afdoende werking
van dit speciale middel tegen spit, rugpijn,
ischias, rheumatische pijnen, waterzucht,
urinekwalen en blaaszwakte.
Foster's Pillen werken niet op de ingewan
den en passen mannen en vrouwen van eiken
leeftijd, 1.75 per flacon bij alle drogisten enz.
Voor het Hof te 's-Gravenhage i<
Woensdag in hooger beroep behandeld
de strafzaak tegen den gewezen directeur
van de Vereenigde Bakkerijen, die dooi
de Haagsche rechtbank is veroordeeld tot
een jaar gevangenisstraf, wegens verduis
tering van een bedrag van 9000 ten
nadeele van voormelde vennootschap,
waarbij hij het had doen voorkomen, dat
hij in zijn kantoor zou zijn overvallen en
beroofd. Het O.M. dat eveneens hooger
beroep aanteekende, had in eerste instan
tie 2V3 jaar gevangenisstraf geëischt.
Drie" getuigen had men ;n deze zaak
gedagvaard, n.l. den vroegeren commis
saris van de n.v. J. H. Roeters van Len-
nep, den accountant J. Auwerda en den
inspecteur van politie J. J. Aniiabel.
Verdachte, desgevraagd, zeide in boo-
Oorspronkelijk verhaal.
door
KEES MIDDELBERG.
(Auteursrecht voorbehouden).
Toen de beide ruiters de oase hadden
bereikt, hielden zjj een oogenblik stil om
te beraadslagen. Aan den ingang dei-
oase lag een vervallen tempeltje huif ver
borgen onder de palmboonten. Daar
splitsten de beide vervolgers hun route.
De een reed rechts en de ander links.
Doch zij hadden nog niet ver gereden, ol
zij zagen tot "hun verrassing den man,
dien zij zochten, in de grootste kalmte des
gemoeds aan de waterbron, bezig zijn ka
meel had blijkbaar een paar uur lang
voor zijn nachtrust te ontrollen. Het was
zonder eenigen twijfel de man, dien zij
achterop waren gereden, want zijn ka
niep] hal blijkbaar een paar uur lang
geloopen. Trouwens de man speelde
slechts de rol van verbaasde. Hij keek
verrast op, toen hij de twee ruiters hoor
de naderen deed, alsof hij niet al veel
eerder de achtervolging had opgemerkt.
Het was een Egyptenaar, te oordeelen
naar zijn gelaat en huidskleur. Kolonel
Saunderson verloor niet veel tijd met
praatjes. Hij trok zijn revolver en som
meerde hem, de juweelen terug te geven,
die hij een paar uur geleden had gesto
len. De man vroeg, wat de kolonel be
doelde! Kortom, hij speelde den onschul
dige. Hij wist niets van juweelen. Hij was
op weg naar Lybië en wilde in deze oase
overnachten. Als men hem niet geloofde,
kon men zijn weinige bezittingen onder
zoeken. De kolonel hield den man in
toom, tot de vijf andere achtervolgers op
hun kameelen waren aangekomen. Toen
nam hij den verdachte in hun tegenwoor
digheid scherp in verhoor, het was al
dadelijk een tegenvaller, dat Dr. Dillon
niet in staat was hem te herkennen. Hij
durfde geen stellige verklaring daarom
trent te doen; hij had den verdachten
kameelruiter trouwens slechts van ach
teren gezien, en op een afstand.
De man verzocht zelf, (lat men zijn
kiperen en zijn kameel zou onderzoeken.
Dit geschiedde onder leiding van den ko-i
lonel inderdaad zeer grondig. Men onder
zocht hem aan den lijve; men onderzocht
het tuig van zyn kameel en het dikke,
haar van dit dier. Men sneed zakken en
dekens open, maar zonder eenig spoorj
van juweelen te vinden. Toen wachtte
men den dag af, 0111 vervolgens de omge
ving van de bron af te zoeken. Ook dit
bleef zonder resultaat. Noch 111 het zand,
noch onder de palmen vond men een aati-
ijzing, dat daar iets verborgen was. Ook
de ruïne van het oude tempeltje aan den
ingang der oase werd afgezocht Doclil
alles bleef zonder succes. En men kwam
tot de conclusie, dat of wel de man,
inderdaad niets met den diefstal te maken
had gehad, of dat hij de juweelen tijdens
het laatste deel der achtervolging moest
hebben weggeworpen. De houding van
den man zelf gaf evenmin eenige aanwij
zing. Hij was kalm en beheerscht, maai
verklaarde, dat hij vergoeding moest
eischen voor de bij het onderzoek vei
nielde voorwerpen, en dat hij, indien men
hem die niet uit eigen beweging gaf, de
cavalcade zou volgen en zijn beklag zou
indienen bij het dorpshoofd, onder wiens
ressort de blanken zich zouden bevinden.
Deze bedreiging was wel in staat, den
kolonel en de anderen van hun stuk te
brengen. Na onderling beraad besloot
men, nadat men in het ochtenlicht de
oase had afgezocht, naar het woonschip
terug te keeren en den vreemdeling te
dwingen met hem mee te gaan. Men zou
dan tevens op den terugweg uitzien naar
eventueel weggeworpen voorwerpen. Al
dus geschiedde en de vreemde kameel-
ruiter reed in hun midden mee. Op de
dahabiyah aangekomen, werd aan den
hertog rapport uitgebracht over den
vruchteloozen tocht. De hertog raadpleeg
de het inlandsch dorpshoofd over de hou
ding, tegenover den man aan te nemen.
Niemand kon uitmaken, of dit dezelfde
man was, dien Dr. Dillon onder verdachte
omstandigheden had zien wegrijden. Het
kon evengoed een geheel onschuldige
vreemdeling zijn; dat de man op een ge
geven oogenblik de snelheid van zijn rit
had verhoogd, kon ook wegens het late
uur zijn geweest. Voorts was geen enkel
spoor van (1e vermiste juweelen op hem
gevonden en had het zoeken in de oase
evenmin iets opgeleverd. Op alle vragen,
die men hem stelde, had hij een aanneme
lijk antwoord. Onder al deze omstandig
heden helde men allengs tot de meening
over, dat men zich had vergist en dat deze
man met de heele zaak niets te maken
had. Het was uit strikt wettelijk stand
punt beschouwd, reeds een bedenkelijk
waagstuk geweest, een vreemdeling in
een oase aan te houden en hem te onder
zoeken, sommige van zijn reisartikelen te
vernielen en hem ten slotte met geweld
mee te nemen.
Het eind van de zaak was, dat men hem
tot den namiddag vasthield en toen de
vrijheid hergaf. Echter niet, dan nadat
hij vergoeding der hem berokkende scha
de had geëischt, waaraan de hertog met
ruime hand voldeed.
Het geheele geval illustreert nog eens,
wat wij al dikwijls hebben betoogd: dat
op een zoo bezochten stroom als den Nijl
een behoorlijke rivierpolitie dient te zijn.
De dahabiyah van den hertog van Park-
minster lag een eind stroomopwaarts
hoven Luxor en was daardoor feitelijk
overgeleverd aan het hoofd van een onbe
langrijk inlandersdorp. In zoo'11 geval
diende men te weten, waar Engelsche
rivierpolitie gestat ionneerd is of patrouil
leert, teneinde haar tusschenkomst in te
ï-Ovpen. Edoch, wij zullen nog wel eens
meer daarom moeten vragen.
I)e diefstal is intusschen nog niet op
gehelderd. Het is zeer te hopen, dat men j
den dief en de gestolen juweelen nog zal
ontdekken. Het vreemdelingenverkeer in
Egypte heeft er groot belang bij, dat
zulke dingen niet voorkomen en dat, in'
geval ze al eens gebeuren, de daders spoe-
dig worden gevat en de gestolen goede-
ren worden teruggevonden. Vooral in een
geval zooals dit, waar het om een waarde
van bij de zes duizend pond sterling
gaat."
Dr. Oxenham spoelde zijn keel na dit
lange verhaal.
„Je ziet wel, George," zei hij toen tot
zijn zwager, „dat er in Egypte méér wordt
ingebroken en gestolen. Ik vermoed, dat
je nu niet meer zoo ongeloovig zult staan
tegenover de onderstelling, dat ik een
dief in mijn kamer heb gehad en met hem
aan 't worstelen ben gegaan?"
De bankier haalde de schouders op.
„Het is mogelijk," antwoordde hij,
„hoewel wij nooit de volledige waarheid
zullen vernemen, voordat je je geheugen
terugkrijgt. Maar als men hier zelfs op
woonschepen steelt, dan mogen wij wel
wat voorzichtiger worden 's nachts."
„Ik heb op een paar ringen, armbanden
en broches 11a, al mijn juweelen veilig in
een safe te New York, George," zei me
vrouw Russell glimlachend.
„En dat is ook heel gelukkig! Ver
beeld je, daar voor duizenden ponden
aan juweelen mee te nemen, als je een
reis langs den Nijl maakt met een woon
schip! Daar moet je 1111 weer een Engel
sche hertogin voor zijn. Die menschen
moeten alles in statie doen, zelfs het mid
dagmaal op een dahabiyah in Egypte. Ze
heeft, goed beschouwd, haar verdiende
loon."
„Je bent weer aan het doorslaan,
George! Maar je opmerking over onze
veiligheid gedurende den nacht vind ik
heel verstandig. We hebben geld hij ons!
E11 in alle geval ben ik heelemaal niet
gesteld op een herhaling van een avon
tuur, zooals John in Luxor beleefde. Ik
zou dus graag zien, dat er gedurende den
nacht iemand van het personeel opbleef."
„Juist," beaamde de bankier. „Ze moe
ten elkander aflossen. De nacht duurt in
dit jaargetijde niet zoo erg lang. Als ze
dus elkander aflossen, is twee man ge
noeg. Bij daglicht is er geen gevaar meer
j te duchten. Ik zal de zaak dadelijk in
orde maken."
Met Amerikaansche voortvarendheid
sprong hij op, ging naar buiten en klapte
in de handen. Even later kwam Ahmed,
de Egyptische hofmeester, binnen. Hij
boog en wachtte beleefd zijn orders af.
„Ahmed," zei de heer Russell, „het is
niet veilig tegenwoordig op den Nijl.
Dezer dagen is een groote diefstal op
een dahabiyah gepleegd, niet ver hier
vandaan en zooiets kan ons ook gebeu
ren. Daarom wensch ik, dat er iederen
nacht iemand opblijft en waakt. Van den
tijd af, waarop wij ter ruste gaan tot het
daglicht aanbreekt moet er dus gewaakt
worden. Laat dus van dezen nacht af
twee mannen 0111 beurten waken, ieder de
helft van den nacht. Als de ochtend komt,
valt er niets meer te vreezen. Begre
pen?"
De hofmeester boog.
„Het zal geschieden, Sir," antwodrdde
hij. „En de eerste wacht hedennacht z&] ik
zelf op mij nemen."
„Goed. Maar druk den tweeden man
op het hart, dat hij niet in slaap valt. Ik
zal 11 voor de slapelooze uren schadeloos
stellen, maar natuurlijk niet, als ge toch
in slaap valt."
(Wordt vervolgd).