KWINKSLAGEN.
Lentenacht in liet bosch.
Op verzoek.
Onlangs kwam in onze rifsriek een
artikeltje voor over het heilzame ge
bruik van seiderij in verband met rheu-
matische pijnen. Naar aanleiding hier
van kwamen er verzoeken bij ons in
om eenige „selderij"-recepten, waar
aan wil gaarne voldoen.
Eenvoudige selderijsla.
De schoongemaakte selderijknol
wordt in dunne plakken gesneden en
nietten weinig water gaar gekookt,
daarna wordt een sausje gemaakt van
één fijngemaakte aardappel, 2 eetlepels
slaolie, 1 eetlepel citroensap, zeer fijn
gehakt uitje en gehakte peterselie,
waarmede de plakken selderij ver
mengd worden.
Gebakken selderij.
De gewasschen en schoongemaakte
knollen worden aan plakken gesneden
en half gaai- gekookt, daarna wordt een
mengsel gemaakt van 50 gram meel,
twee eieren, een lepel slaolie, één eet
lepel suiker, sap van 1l citroen, snufje
zout, waardoor de schijven om en om
gehaald worden en in ruim vet gebak
ken worden. Men kan deze gebakken
selderij met vanillesaus opdienen.
Gevulde selderij.
De in zijn geheel gekookte selderij-
knol wordt met een lepeltje uitgehold
en daarna gevuld met een farce van
vleesch, 1 ei, wat paneermeel en de
fijngemaakte uitgeholde selderij, daar
na komt het dekseltje er op en worden
de knollen in een lage pan naast elkan
der geplaatst en met boter gesmoord.
Het overgebleven vocht wordt gebon
den en bij de aardappelen als saus op
gediend.
Vragen betreffende deze rubriek
worden gaarne beantwoord door de
Redactrice „Onze Keuken", Hofzicht-
laan 4, Den Haag.
Onze patronen.
Bestellingen worden het snelst uitge
voerd na overschrijving van het bij
ieder patroon vermelde bedrag op post
rekening 191919 ten name van den
„Knippatronendienst" te 's-Qravenha-
ge, onder duidelijke vermelding van
gewenscht nummer én juiste maat.
Vragen kunnen ook per postwissel of
per brief onder bijsluiting van post
zegels gericht worden aan de Mode
redactie van dit blad, Muzenstraat 5 B,
te Den Haag.
Meisjesjurk.
jakje, dat over een effen voorstuk ge
dragen wordt; het korte mouwtje is
aan het jasje geknipt.
Aan de nauw aansluitende pas is een
rokje gezet, dat vóór en achter 'een
breede stolpplooi heeft; om het middel
zit een breede geruite ceintuur, die op
zijde gestikt wordt. Het aardigste
effect geeft deze jurk als de ruit
schuin genomen wordt.
Verkrijgbaar voor den leeftijd van
13, 14, 15 en 1(5 jaar en maat 42 voor
0.48.
Modern ensemble.
Een van de meest praktische vormen
der nieuwe mode is wel het bedrukte
jasje bij de effen japon. Hierdoor kan
men eenzelfde jasje dragen bij ver
schillende. japonnen, waardoor men
meer gelijkelijk het een met het ander
afdraagt. Het volgen van deze mode
wordt dan ook minder kostbaar dan
men zou verwachten. Zooals men ziet,
kan het jasje zeer eenvoudig gemaakt J
worden, wanneer de stof door het
patroon „zichzelf garneert". De japon
van effen stof is daarentegen bewerke- I
lijker; zij vertoont de zoo moderne ge-
drapeerde halsuitsnijding, terwijl de in
gezette deelen van den rok een aparten
vorm hebben.
Patronen verkrijgbaar ad 0.58.
Mousseline de Soie voor
avondjaponnen.
Zeer vele avondjaponnen blijken ge
maakt te zijn van mousseline de soie,
wat een der grootste successen van het
seizoen belooft te worden. Zij zien er
nieuw en frisch uit, nadat wij zooveel
maanden zijn vergast op satijn en
zware crêpes. Wol zal men ook in
avondjaponnen verwerkt zien, maar
dan in een vorm, waarin men het niet
licht zou herkennen. Een heel aardige
stof, die ook overdag gedragen kan
wórden, is zeer dun en doorschijnend
met een onregelmatige oppervlakte
evenals men bijv. bij Shantungzijde
ziet.
(Nadruk verboden).
1.°"^ iurk voor jonge meisjes van
m"t bolerovornüg los
„Kan jou meisje goed een geheim be
waren?"
„Nou alsjeblieft! Wij waren al drie
maanden verloofd vóór ik er iets van
hoorde!"
(„Evervbody's Weekly").
Hij: Ben je klaar, lieve?
Zij: Ja, nog heel even mijn hoed
opzetten.
Hij: O, dan kan ik me nog wel
even scheren.
Zij kennen elkaar!
„Ik heb een vrouw genomen!" zegt
Kwants
„Dat zal haar man wel niet plezierig
vinden!" antwoordt Glants!
Siegfried Arno treft den acteur B.
op een bankje in het park en vraagt:
„Mensch, wat trek jij een armzalig
gezicht! Wat is er aan de hand?"
„Ik weet niet, waar ik naar toe zal
gaan!" zegt B.
„Kom mee naar een café, dan drin
ken wij een biertje!" stelt Arno voor.
„Café's hang -»- mij de keel uit"
„Ga dan naar je huis!"
„Onmogelijkheid!"
„Wat onmogelijk? Waarom kan je
niet naar huis gaan?"
„Omdat onze nieuwe huisvriend mjj
niet bevalt!"
„Ik heb gisteren bij bankier P. een
•stilleven van u gezien!" zegt Iemand tot
den schilder A.
„Dat schilderij heeft mij vijftien jaren
arbeid gekost!" zegt A.
„Vijftien jaar?! Dat is toch wel wat
lang!"
„Tja", verklaart de schilder, „het
schilderen duurde maar twee dagen,
maar het verkoopen ervan duurde
daarentegen"
Een jonge man en een oudere dikzak
zitten in het Hofbrauhaus te München
naast elkaar. „U bent niet getrouwd?"
vraagt de dikke. „Neen", „Nu wees
blij, een vrouw is veel en veel te duur,
dat weet ik bij ondervinding!"
„Te duur? Ach, uw vrouw geeft mis
schien nogal rijkelijk geld uit?"
„Geld uitgeven, zij? Neen, van mij
krijgt zij geen cent!"
„Pardon, en zooeven zjj u, dat een
vrouw zoo duur is en nu beweert u, dat
uw vrouw geen cent van u krijgt? Hoe
kan dat nu?"
„Kijk eens, .jonge man, dat kan je
niet beöordeelen, als je zelf niet ge
trouwd bent geweest, maar een vrouw
is je reinste „perpetuum mobile". Dat
behoeven ze waarachtig niet meer uit
te vinden. Luister maar: Als je ge
trouwd bent, kun je het logische ver
band alleen maar begrijpen. Maar ik
zal het je uitleggen! Mijn huwelijk kost
me een vermogen, hoewel mijn vrouw
geen duit van me krijgt. Waarom? Dat
is doodeenvoudig! Die kletst den gan-
schen dag, die praat me nog eens mijn
graf in. 's Morgens vroeg, als ik opsta,
begint ze al en dan begin ik me te erge
ren. En als ik me erger, moet ik drin
ken. En als ik drink dan kost het
geld. En daar mijn vrouw mjj steeds
met haar gepraat ergert, moet ik
steeds drinken, en omdat ik steeds
drink, geef ik een vermogen uit. En
omdat ik voor drinken een vermogen
uitgeef, kan ik mijn vrouw geen geld
geven. En als ik haar geen geld geef,
praat ze steeds en erger ik me steeds,
en dan begint alles weer van voren af
aan!
aan!... Het is tragisch!...
De zuinige schot.
De gierigheid en zuinigheid der
Schotten is bekend en haast spreek
woordelijk geworden. Een sterk staal
tje!
In een trein zat een Schotsch echt
paar, man en vrouw. Het was een boe-
meltrein en op ieder station stapte de
man uit, rende als een pjjl uit den boog
het perron op, kwam enkele minuten
later hjjgend, bezweet, buiten adem,
terug enzoovoorts. Op ieder station
herhaalde zich dit schouwspel. Een van
de medereizigers, die nogal nieuws
gierig was aangelegd, kon zich tenslot
te niet meer inhouden en vroeg, toen
de Schot weer het perron opgevlogen
was, aan zjjn echtgenoote: „Mevrouw,
wat doet uw man toch steeds op ieder
perron, dat hij zoo bezweet en hijgend
weer terugkomt, juist voordat de trein
vertrekt?"
„Tja, ziet u", zegt zjjn ega. „We zijn
naar den dokter in de stad geweest en
die heeft gezegd, dat mjjn man een
hartkwaal heeft en dat hij ieder oogen-
blik kan doodbl jjven en nu neemt
hij steeds een spoorkaartje van de eene
halte naar de andere!" Tableau!
De dichteres mevrouw Zwaaropde-
hand zit in de tram
Naast haar zit een vrouw, waartv*ede
't Is avond; eenzaam komt de klare
nacht
zijn adem wesen op de loovcr-bladen;
zie, alles bloeit opeens van nieuwe pracht
en hangt van nieuwe weelde vol-geladen
Nu daalt ccn vreemde, wond're toover-
macht
van stil geluk op al die effen paden,
en ieder gonzend dennenboschje tracht
het zoet geheim der stilte te verraden
Van ver, heel ver tint het manelicht,
stil-vredig, door die breedgebouwde
boomen;
hoe liefelijk lacht haar wazig aangezicht,
in tcedcrc, neergedaalde liefde-stroomen!
En, in die hooge lucht het oog gericht,
sta ik in ademloos gepeins te droomen...
T. J. DEKKER.
zjj een gesprek begint. „Ach!'' zegt de
dichteres, „nu is het winter. Hoe ver
schrikkelijk guur is toch deze ti.jd!
Geen bloempje, dat meer bloeit, geen
roosje dat meer geurt, geen straaltje
zon om ons hart te verwarmenLk
zou steeds willen weenen, als het win
ter is. En dan stijgt een brandend ver
langen in mjjn ziel omhoog, een ver
langen naar warmte, koesterende
warmte, naar zon en vreugde, naar den
zomer! Gaat het u ook niet zoo?"
Maar de vrouw, die met open mond
had geluisterd, schudde het hoofd en
antwoordde: „Nei hoor! M'n men is om-
mers kolenhandelaar!"
„Meneer Leeman, uw vrouw bevalt
mjj heelemaal niet!" zei de dokter met
een zorgelijk gezicht, nadat hij de
patiëntje grondig onderzocht had.
„Mjj ook al lang niet!" zegt Leeman,
„maar wat wilt u... het is een goede
huisvrouw, ze verzorgt de kinderen en
het huishouden opperbesten daar
om wil ik maar niet klagen!"
Jiddisch.
„Heeft t'ohen nog al moeite gedaan
om je die goederen te verkoopen?"
„En of! Moos heeft z'n armen bjjna
afgepraat!"
Waarom verkoopen zjj toch hun
huis?
Och, ze hebben er niets aan. Over
dag werken ze. 's avonds zjjn ze in ce
bioscoop en des nachts dansen ze.
Hij: Ik heb al menig traantje hel
pen drogen, lieve.
Zij: Wat ben je toch een schat,
Jimmy.
Hij: - Ja, ik handel voornamelijk in
zakdoeken.
De oorzaak.
„Hoe staat het met den patiënt, zus
ter?"
„Hjj fantaseert, dokter!"
„Fantaseeren? Is het erg?"
„Jawel, dokter, toen u gisteren weg
ging, zei lrij: Is die idioot verdwenen?
En dat was zjjn laatste verstandige
woord"'
Een goed
leeftijd.
gebit op hoogen
Frank Milton, uit Metuchen (N. J.)
is 81 jaar oud en heeft nog een vol
komen gaaf gebit! Een werkelijke zeld
zaamheid.
„Kijk toch eens, Adolf, hoe de golven
elkaar steeds opnieuw weer kussen!"
„Onzin! Dat is telkens een ander!^
(„Nebelspalter")-
i