S. A. KANNEWASSER Zn.
Gedistilleerd ook bij de maat verkrijgbaar f§§
TIELEMANS' Wijnhandel
nEderlandsche Middenstandsbank
Een avontuur in heiland
der Pharao's.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Nr. 7117. EERSTE BLAD
DONDERDAG 12 MES 1932
60ste JAARGANG
KONINGSTRAAT 7
Effecten
Coupons
De Wieringermeer.
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
Ernstige malversatie.
FEUILLETON
,U|
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.:Modeblad resp. f 0.95, f 1,25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 et. ;fr. p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 et., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
De presidentsverkiezing in Frankrijk. - Lebrun mek
groote meerderheid gekozen. - Hoe over het resultaat
der Kamerverkiezingen in Frankrijk wordt gedacht. -
Uit den Duitschen Rijksdag. - Minister Groener slaat
een poover figuur.
De presidentsverkiezing in Frankrijk
is alweer achter den rug. terwijl het lijk
van den vermoorden president nog boven
de aarde staat. Zoo wil het de grondwet
en daartegen heeft men zich niet te ver
zetten. Met groote meerderheid van stem
men is de voorzitter van den Senaat, Al-
bert Lebrun, tot president van de Fran
sche republiek gekozen. Van de 826 stem
men werden er 633 op hem uitgebracht.
Painlevé,die,, zooals men uit ons vorig
nummer week zich ter elfder ure heeft
teruggetrokken, ontving nog 12 stemmen.
Over het resultaat van de verkiezing
schrijft de Pariische'corr. van de „Nw,
Rott. Crt." m; aan Zitn blad:
Een jaar gèlèden, bijna dag voor dag,
werd Doumer tot president van de repu
bliek uitgeroepen. Het bericht, dat toen
de verkiezing meldde, begon: Het gezond
verstand-heeft gezegevierd. Vandaag heeft
het gezond verstand het opnieuw ge
wonnen. Painlevé had zich eerst door zijn
omgeving laten verleiden, zich tegenover
Lebrun candidaat te stellen. De stemmen-
cijfers bewijzen, dat zij had misgetast. Per
slot van rekening is het een nationale
betooging geworden. De omstandigheden
van het oogenblik maakten dit noodza
kelijk. Van Lebrun is een stipte naleving
van de constitutie te verwachten. Er werd
al opgemerkt, dat hij niet met Millerandi
te vergelijken is. Millerand had zijn stand
punt te ver naar rechts verschoven. Le
brun heeft zich in geen enkel geval ge
compromitteerd. Bij het groote publiek is
hij een onbekende; voor een president van
de republiek is dit een voordeel. Hij blijft
in de lijn van de traditie der Fransche de
mocratie. Lebrun is even onkreukbaar als
Doumer en van even eenvoudige afkomst.
Hü is een boerenzoon en wel uit Lotha
ringen. In zooverre behoort hü tot de ca
tegorie der staatslieden in den trant van
Poincaré en Barrès. Deze ziin wel eens de
prinsen van Lotharingen genoemd.
Lebrun is in 1871 geboren.
Tardieu heeft den nieuwen president
toegesproken en daarbij o. a. gezegd
Het treurende Frankrijk ziet u vol rouw
den eervollen en gevaarlijken post aan
vaarden, die een afschuwelijke misdaad
vacant heeft gemaakt. Frankrijk weet, dat
gü in dienst van het land dit vertrouwen
verdiend hebt. De rechtschapenheid van
uw karakter, de rechtvaardigheid van uw
oordeel, de scherpte van uw geest bestem
men u voor, scheidsrechter tussehen de
partijen en matigend element bü de inner-
liike twisten in het belang van de repu
bliek te worden.
Vervolgens wenscht de vice-president
van den Senaat, Rabier, den nieuwen pr-
sident geluk namens de Nationale Verga
dering.
In ziin antwoord verzekerde president
Lebrun hierop, dat hij de hem opgedragen
taak moedig en vastberaden zou uitvoe
ren. Hii kon daartoe geen beter voorbeeld
vinden, dan in het leven en sterven van
Paul Doumer.
KANTOOR OEN HELDER
Hü, als zoon van de Oostelijke departe
menten, wilde de eerste dienaar van den
staat ziin en hü beloofde de hem door
Doumer nagelaten traditie trouw voort
te zetten. Als getrouw zoon van de Repu
bliek zou hij boven de partijen staan,
doordat hii slechts het gemeenschappelijke
gevoel van den wedijver zou erkennen.
Hü zou ziin best doen om het werk van
de weder-oprichting en den vooruitgang
onder beveiliging van de orde en de zeker
heid van den arbeid, ter wille van den bin-
nenlandsohen, zoowel als den buitenland-
sehen vrede, tot een goed einde te bren
gen. Het ging om dien vrede, waarnaar
ieder Franschman éérlijk verlangt, omdat
hü van meening is, dezen voor goed met
het bloed van tallooze edele zonen bezegeld
te hebben.
De rede van den president werd door de
aanwezigen met stormachtigen biival be
groet.
De nieuwe Fransche president Lebrun.
De Fransche Kamerverkiezingen heb
ben vooral de aandacht van de buitenwe
reld getrokken, omdat men hoopt bij een
andere sameh&teiïing ook een andere bui-
tenlandsche politiek te zullen kriigen en
dat was wenschelijk voor wat vruchtbaar
der werk in de ontwapeningsconferentie,
waar Tardieu een sterke rem was voor
eenig praetisch resultaat. Men hoopt en
verwacht, dat Herriot heel wat toeschiete
lijker zal zijn en in dien geest laten de
meeste buitenlandsche bladen zich uit.
Wü laten hieronder eenige persstemmen
volgen.
De geheele Engelsche pers van Dins
dagochtend was eenstemmig van oor
deel, dat de ruk naar links bii de Fransche
Kamerverkiezingen nog aanmei'kelyk
krachtiger is uitgevallen dan verwacht
werd. Hoewel nog onbekend met de toe
komstige leiding der Fransche buiten
landsche politiek, verwacht men toch al
gemeen op ziin minst, dat deze bii de ko-
mende onderhandelingen verzoeningsge
zinder zal ziin, o. a. dat de Fransche regee
ring een politiek zal moeten volgen, waar
mede de socialisten accoord gaan en welke
op beslissende wyze opkomt voor ontwa
pening en volledige schrapping der her
stelbetalingen en oorlogsschulden, waar
door te verwachten valt, dat de oppositie
niet meer zoo halsstarrig zal ziin.
Naar de meening van de „Times" zal
men moeten afwachten, hoe ver een wij
ziging van Tardieu's politiek in de kwes
tie van ontwapening en herstelbetalin
gen zal gaan. In ieder geval wordt de bui
tenlandsche politiek geleid door een tege
moetkomende persoonlijkheid.
Het blad herinnert er verder aan, dat
Herriot aanwezig was op de conferentie
van Londen in 1924, waar, voor de eerste
maal sedert den oorlog, een Fransch mi
nister-president onderhandelingen voerde
met Duitsche ministers.
Dit feit kan men ais een goed voor
teeken beschouwen voor de conferentie
van Genève en Lausanne.
De „Popoio di Roma stelt er prijs op te
constateeren, dat Italië met het verkie
zingssucces van Herriot niet anders dan
tevreden kan ziin. Tardieu aan het roer
zou nieuwe wapening hebben beteekend,
negatie van eiken grondslag van billiik-
sc-herping van de crisis en de werkloos
heid, verhooging van de tolmuren, ver
heid en tenslotte oorlog en chaos. Tardieu
en zijn vrienden hebben Frankrijk op den
ongeiukkigen weg gehouden, waarop het
zich thans bevindt.
In den Duitschen Rijksdag is het weer
eens gezellig toegegaan bii de behandeling
van de, begrooting. De ernst van den toe
stand schijnt voor verschillende afgevaar
digden geen belemmering te zijn zich als
kwajongens te gedragen en vooral de
communisten maken het bar door hun ge
schreeuw en gefluit en hinderlijke inter
rupties, waardoor zii b.v. Dinsdag den
minister van de Ryksweerbaarheid, gene
raal Groener, zoo in de war hebben ge
bracht, dat hij op zijn minst genoemd een
dwaas figuur heeft geslagen. De recht
vaardigheid gebiedt voorop te stellen
zegt de Berliinsche corr. van de „Nw.
Rott, Crt." dat strekking en gedach-
tengang van zijn redevoering uitnemend,
waren. De wy'ze waarop hii een en ander
te berde bracht was echter zeer onge
lukkig. De minister, blijkbaar gewend
aan het verkeer met beschaafde mensohen
en niet met schreeuwers, kon niet uit zijn
woorden komen en verhaspelde ziin eigen
zinnen. Door tallooze interrupties en het
woest geschreeuw van de rechterzijde ge
raakte hü telkens van ziin propos. Hii
verklaarde wel, dat het hem volkomen
koud liet, wie er tegen hem schreeuwde,
maar ook door deze verklaring bleek hij
den draad van ziin betoog te ziin kwijtge
raakt. Soms bleef lui minutenlang zwy-
gen en dan zocht hü vergeefs naar woor
den, die hii verving door onbepaald aan
kondigend gedruisch.
Is het niet bedroevend, dat dergeliike
dingen gebeuren in een tiid die zoo diep
ernstig is. De minister verdedigde het
verbod van de verschillende op miiitairis-
tisohen geest geschoeide vereenigingen,
o. a. van de S. A. mannen.
DE OOSTENRIJKSCHE KABINETS
CRISIS.
Dollfuss kabinetsformateur.
De huidige Oostenrijksche minister
van landbouw, dr. Dollfuss, is met de ka
binetsvorming belast, nadat dr. Buresh
daarvoor bedankt had.
Dollfus, de vroegere secretaris van den
kamer van landbouw van Beneden-Oos
tenrijk, bekleedde voor het eerst in het
den 4 December .1930 gevormde kabinet-
Ender de functie van minister van land
bouw en maakte later deel uit van de ka
binetten van Buresch.
EEN NIEUWE ITALIAANSCHE
DUIKBOOT.
Van de marinewerf te Taranto is Maan
dag de duikboot „Salpa" te water gelaten,
een van de zeven booten van het program
ma van 1929, die een waterverplaatsing
hebben van 626780 ton bij een snelheid
van 14I8V2 mijl en gewapend zijn met
zes torpedokanonnen, een kanon van 10,2
cm en twee machinegeweren.
EEN VERIJDELDE AANSLAG OP
PRESIDENT ZAMORA.
Volgens een bericht uit Madrid aan
het »Journaal« heeft de Madrileensche
politie een plan ontdekt van een aanslag
op president Zamora, minister-president
Azana en den minister van arbeid. Een
majoor is gearresteerd.
Uit het onderzoek van de politie is
met alle zekerheid gebleken, dat de
samenzweerders van plan zijn geweest
president Zamora op diens laatste reis
naar Valencia te vermoorden.
DE BELGISCHE ZEEYISSCHERIJ.
Contingenteering van den in
voer van vfsch in Belfgië te wach
ten?
De correspondent van de „Nw. Rott.
Crt," te Brussel meldt:
Oud-minister Baels, voorzitter van den
hoogen raad voor de zeevisscherij, heeft
Dinsdag een onderhoud gehad met mi
nister-president Renkin en den minister
van transportmiddelen over den zorgwek-
kenden toestand van de Belgische zee
visscherij sedert verscheidene maanden.
In den loop van dit onderhoud blijkt de
mogelijkheid van contigenteering van in
voer van vreemde visch, die voornamelijk
de Nederlandsche en Duitsche exporteurs
zou treffen, te zijn overwogen.
LIDMAATSCHAP TWEEDE KAMER.
De heer B. G. Peereboom, te 's Graven-
hage (Herv. Geref. Staatspartij), benoemd
mt lid van de Tweede Kamer in de vaca
ture ds. C. A. Lingbeek, heeft deze be
noeming aangenomen.
J. R. SNOECK HENKEMANS.
Huldiging op zijn 70sten ver
jaardag op 21 dezer.
I11 verband met het feit, dat de heer
J. R. Snoeck Henkemans op 21 dezer 70
jaar wordt, heeft zich een oommissie ge
vormd om hem te huldigen voor het vele,
dat hy op verschillend gebied heeft ge
daan. Dt zal geschieden op een op 21
dezer van half vier tot half vijf uur in
het hotel de Twee Steden in Den Haag te
houden receptie. Als spreker zal hierbij
mr. J. Schokking optreden.
DE AFVLOEHNG VAN OVER
COMPLETE AMBTENAREN.
Mevrouw BakkerNort, lid van de
Tweede Kamer, heeft den minister van
binnenlandsche zaken, voorzitter van den
raad van ministers, gevraagd:
Bestaan er voro alle dienstvakken al-
gemeene regelen voor de afvloeiing van
overcomplete ambtenaren?
Zoo ja, is de regeering dan bereid deze
mee te deelen?
Zoo neen, is er dan geen aanleiding om
een algemeene regeling vast te stellen en
bekend te maken?
Vragen van het Kamerlid Braat
beantwoord.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Braat
Is het juist dat de directie van den
Wieringermeerpolder, wegens „te weinig
regenval" de gronden in dien polder niet
durft te bezaaien, en daardoor de aan
genomen bedrijfsleiders niet in functie
gebracht worden
Is de minister niet van meening, dat
het voor die gronden beter is, al bren
gen zij misschien een halven oogst voort,
een goede bewerking te ondergaan, dan
braak te blijven liggen en te vervullen,
en dat het ook op zich zelf gewenscht is,
de aangenomen bedryfsleiders in functie
te brengen
Is het naar 's ministers oordeel niet
ook om financieele redenen, te weten ter
voorkoming van renteloosheid der gron
den en van gebrek aan inkomen voor de
betrokken bedrijfsleiders gewenscht, dat
deze gronden zoo spoedig mogelijk in
cultuur worden gebracht?
Heeft de minister van waterstaat ge
antwoord:
De directie van den Wieringermeer
polder heeft wegens onvoldoende ont-
zelting dit voorjaar veel minder inge
zaaid dan aanvankelijk was voorgenomen.
Niettemin kunnen de bedrijfsleidersin
functie treden, al zullen zij zich aanvan
kelijk met eenvoudiger werk moeten te
vreden stellen dan anders het geval zou
zijn geweest.
Daar reeds in normale tijden in den
landbouw de regel geldt, dat „halve ge
wassen den boei' bederven", kan het be
zaaien van onvoldoend ontzilte gronden
bij de tegenwoordige conjunctuur zeker
niet worden aanbevolen. Dat hierin overi
gens ook een van de minst doeltreffende
methoden moet worden gezien om on
kruid te bestrijden, mag als bekend wor
den ondersteld. Het niet bezaaien behoeft
evenwel geen vervuiling van de gronden
met zich te brengen, aangezien hieraan
door braakbewerking, mocht deze ge
wenscht worden geoordeeld, paal en perk
kan worden gesteld.
Overigens toont de geschiedenis van
vroeger ingedijkte polders overtuigd de
noodlottige gevolgen aan van de in de
vragen aanbevolen methode, zoodat geen
neiging bestaat deze te volgen. Uit het
feit, dat in den loop van dit jaar de ge
heele oppervlakte van de in 1930 droog
gevallen gronden reeds van een goede
ontwatering zal zijn voorzien, moge blij
ken, dat hij het in cultuur brengen van
de Wieringermeer de noodige voortva
rendheid wordt betracht. Verder zullen
in het bijzonder de kleigronden echter
eenigen tijd aan de werking der natuur
moeten worden blootgesteld, vóórdat met
succes tot bezaaiing kan worden over
gegaan.
SS por el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
Binnenland.
KONINGSTRAAT 85
TELEFOON 492
NAAR GOEDKOOPE SIGAREN?
Evenals de alom bekende 3 ets. Philosoof
sigaartjes, brengen wy nu een 5 ets. sigaar
in den handel welke werkelijk éénig lekker
is, en gedekt is met lichtvale Sumatra tabak
Wij raden U werkelijk aan, hier eens een
proef mee te willen nemen.
Bij alle sigarenwinkeliers hier ter plaatse
verkrijgbaar.
Voor Engros H. W. J. VAN HEUVEL,
(adv.) Oostslootstraat 9799.
Gemeente-ontvanger ontslagen.
Uit Dinxperlo wordt aan „Vooruit" ge-*
meld:
In verband met het kastekort, dat eeni
ge weken geleden bij den gemeente-ont
vanger van Dinxperlo, den heer H. A. B.,
ontdekt werd, is Maandagavond een ge
heime zitting van den gemeenteraad ge
houden.
In deze vergadering hebben B. en W.
medegedeeld, dat het tekort in de kas der
gemeente 18,460 bedroeg; verder was
gebleken, dat de „Boerenleenbank", waar
van de gemeenteontvanger directeur was,
een tekort had van ongeveer 50.000. De
frauduleuze handelingen zijn over een
tijdvak van vijf jaar gepleegd. Reeds twee
jaar geleden waren financieele moeilijk
heden van den ontvanger aan het licht
gekomen, toen hij een leening van 3000
niet kon terugbetalen.
Eenige vooraanstaande personen te
Dinxperlo waren hiervan op de hoogte
gebracht, doch B. en W. hebben nimmer
een diepgaand onderzoek ingesteld. Vijl
jaar lang hebben B. en W. de boeken
van den ontvanger gecontroleerd en goed
gekeurd. Nu had de ontvanger zich echter
zoo ingewerkt, dat de tekorten niet meer
geheim te houden waren. Op het laatste
oogenblik schijnt hij nog geprobeerd te
hebben het geld van het electrisch bedriji
te gebruiken voor de betaling van een be
drag aan rente. Toen dit mislukte, heeft
hij den burgemeester met de tekorten in
kennis gesteld. De burgemeester, de heer
Oorspronkelijk verhaal.
door
KEES MIDDELBERG.
(Auteursrecht voorbehouden).
„Wat zocht hy in het ruim?"
„Dingen van waarde natuurlijk. Wü
varen den Nyl af en zjjn dus op weg naar
huis. Daarom heeft hy misschien de kof-
JL\S w'"en nazien jn de veronderstelling,
uat wy al hadden ingepakt."
ns,Üdie. v®rondersteiling lang niet
1., er ''k vin<Ien. Een dief zoekt naar
sieraden -Rvi01i-0geS' rin&en en dergelijke
s eraden. En die vindt hy niet in het
jui'ten T'3'1 6en W00nsc'1'P' maar in de ka-
John wist daar geen antwoord op te
geven.
"Ik geef toe," zei hy na een poosje,
"dat liet ongewoon is. Maar het staat vast,
dat de man in het ruim is geweest, want
het luik was open en Abbas heeft hem
gezien. Hij moet ontsnapt zij, terwijl Ab-
has niet zyn dolle geschreeuw ons ging
roepen. Het was nóg pas vaag licht. De
man is overboord gesprongen en was op
zeven of acht meter afstand op den oever
al niet meer zichtbaar."
„Hoe komt het dan, dat er aan de kof
fers en de kisten in het ruim niets meer
te zien is? Geen enkele koffer is gefor
ceerd; niets is open geweest."
„Daarover heb ik ook nagedacht. Ik
kan het gemakkelijk verklaren. De man
was namelijk pas in het ruim, toen Ab
bas hem zag. Het lijk van Ahmed was
nog heel warm, toen wij het naar bene
den droegen. Hy was dus pas dood. Daar
uit blijkt echter ook, dat Ahmed niet
goed de wacht heeft gehouden. Hij heeft
zeer zeker zitten slapen. Immers, om twee
uur in den nacht zou hij Abbas rocpeu,
om hem te vervangen. Maar het was veel
later, toen Abbas uit zich zelf wakker
werd. Dat is slechts te verklaren uit het
feit, dat Ahmed in slaap is gevallen E11
dat heeft hem zijn leven gekost! Hy zou
anders 0111 dien tyd reeds lang in zijn kooi j
hebben gelegen." 1
„Het moet wel zoo zijn, anders is de
zaak niet te verklaren. Overigens maak
ik je er attent op, dat we weer geen j
enkele materieele aanwijzing hebben, dat
er een dief in het spel is geweest."
„Och," zei John kwaad en haalde min- j
achtend de schouders op. „Jy met je ba-
kerpraatjes! Geen enkele materieele aan-
wyzing? De plekken aan den hals van
Ahmed? De gestalte in het ruim.
„Een zwarte schim, zei Abbas!"
„Onzin! I11 het vage, nevelige licht;
heeft iedere gestalte iets schimachtigs. Zeg
me dan toch eens, wat je zélf denkt?!"
De bankier aarzelde.
„Ik denk, dat het machtig toevallig is,
dat we zulke rare dingen beleven, sinds
jy die mummie hebt meegebracht. Den „Wat ben jé van plan te doen?"
eersten nacht vinden we je zélf bewuste-1 Het was merkwaardig, dat de bankier,
loos liggen voor de mummiekist en als je die in zyn eigen land en in zyn eigen
weer tot je zelf komt, ben je je geheugen atmosfeer vol energie en activiteit \ias,
I kwijt en kun je ons niet het minste ver-; hier in Egypte en in deze omstandighe-
tellen, van wat er met je gebeurd is. Een den de leiding geheel aan zijn zwager
paar nachten later wordt een man op overliet.
onze dahabiyah geheimzinnig vermoord „Wij zullen bij het eerste dorp ginds
Jen een ander ziet nog juist een zwarte stilhouden en ik zal het dorpshoofd of de
schim.... op de mummiekist. Er wordt politie, als die er is, van de zaan op de
niets vermist; er is niets geforceerd. j hoogte stellen. Het lijk van Ahmed zul-
Zelfs niet in het ruim, waar de „dief, !en we wel moeten meenemen toe de eer-
zooals je zegt, toch geweest is. Ik vind ste stad, waar een bureau is der woon-
het allemaal heel erg zonderling. Heb je schcpenmaatschappij. We zullen de wel-
ooit van zoo'11 serie diefstallen op den nige gegevens mededeelen, die we zelf
Nyl gehoord?! Maandagavond op de hebben en dan hoop ik, dat men ons niet
dahabiyah van de hertogin van Park- zal ophouden voor een nader onderzoek."
minster; Dinsdagavond in je hotelkamer „Ben je bang, dat men je naar den in-
te Luxor; Vrijdagavond op onze dahabiyah houd van de kist zal vragen?"
waarbij nog iemand vermoord wordt ook: „Neen. Gelukkig weet niemand van het
En dat alles zoo vlak bij elkaar!" j personeel, wat er inzit. Als zij het wisten,
Dr. Oxenham was kennelijk geprikkeld, zou ik het tegenover de politie niet ge-
Docli hij wilde geen onaangenaamheden 1 heim kunnen houden. Maar nu is er geen
met zijn zwager hebben. Hjj hield zich dus gevaar."
,n bedwang. i „Hm!" bromde de bankier. En in zijn
„Volgens jou heeft de mummie het dus hart dacht hy: „Ik wilde, dat er wél ge-
gedaan?!" vaar daarvoor was! We zouden op die
„Ik weet het niet," antwoordde de ban- manier van de kist met haar luguberen
kier. „Ik weet waarachtig niet'meer, wat inhoud afkomen."
ik gelooven moet. Ik verlies in dit land j Eenigen tyd later zagen de heer Rus-
met al zijn geheimzinnige dingen mijn sell en zijn zwager in de verte een troepje
geestelijk evenwicht. Ik wou, dat je die ruiters naderen. Zij reden langs den Nyl
mummie maar rustig had laten liggen, en John gevoelde bij hun nadering bij
waar ze lag. En ik zal blij zijn, als we ituïtie, dat de dahabiyah het doel was,
goed en wel aan boord van de mailboot waarnaar zij zochten. Inderdaad bleek dit
zyn." spoedig uit de houding van het groepje.
„Nu, dien wensch zul je spoedig ver- Zij hielden hun paarden in, toen de
vuld zien. Ik hoop, dat de ongelukkige dahabiyah genaderd was en de aanvoer-
zaak met Ahmed ons geen oponthoud zal der strekte de hand uit en gaf een teeken,
veroorzaken
1 dat het schip den oever zou nadei'en.
Het waren vier leden der bereden mili
taire politie, inladers, onder commando
'van een Engelsoh officier. Hij salueerde
hoffelijk, toen de boot zich langs den
oever bevond.
„Is dit de dahabiyah van den heer
George Russell uit New-York?" vroeg de
officier, nog te paard zittend.
De bankier boog.
„Mijn naam is Russell," zei hij
„En is u Dr. Oxenham?" vroeg de offi
cier verder.
„Inderdaad."
„Very well. U staat mij toe, dat ik even
aan boord kom. ik heb iets met u te be
spreken."
Hij sprong van zijn paard en stond
eeven later op het dek van het schip.
„Het spijt mij, dat ik u moet ophouden
in uw reis, maar ik heb order gekregen,
u op te wachten. Ik wist, dat in den loop
van vandaag hier zoudt passeeren. U
moet al vroeg vertrokken zjjn."
„Vroeger, dan wij gisteravond van
plan waren, Maar er is een bijzondere
reden voor en wij waren onzerzijds al van
plan, bij het eerstvolgende dorp aan te
leggen en het dorpshoofd of de politie
eenige ernstige mededeelingen te doen."
„Ah!" zeide officier. „Is u wellicht in
staat, nadere bijzonderheden te geven in
zake het incident op uw kamer te Luxor?
Ik hoorde, dat uw geheugen gedeeltelijk
is verstoord."
John schudde ontkennend het hoofd.
„Neen, daarover weet ik niets meer
dan ik in Luxor heb verklaard. Maar er
heeft zich hedennacht of liever heden
ochtend vroeg een ernstiger feit op ons
schip voorgedaan. De hofmeester is door
een onbekende vermoord."
De officier keek verrast en ontsteld.
„Vermoord, zegt u? Dat is een ernstig
feit. Een Egyptenaar, vermoed ik?"
„Ja, Ahmed heette hij; den volledigen
naam weet ik niet. Wij hebben, zooals u
begrijpt, de dahabiyah met volledig per
soneel te Luxor gehuurd."
„Juist. Wilt u zoo goed zijn, mij eens
precies de bijzonderheden mede te
deelen?"
„Gaat u mee naar beneden, Sir," ver-
zocht John. „Wij kunnen daar onge
stoord praten."
Hy ging den jongen officier voor naar
de groote kajuit, waar zy mevrouw Rus-
I sell troffen. Zij zag bleek; de sombere
moordzaak en de raadselachtige omstan-
j diglieden hadden diepen indruk op haar
gemaakt. De officier begroette haar met
een beleefde buiging.
Toen zij allen hadden plaats genomen,
bracht John den officier op de hoogte
van de zaak. Hy luisterde met professio-
neele belangstelling, vroeg eenige malen
naar een paar kleinigheden en noteerde
een en ander.
„Hebt u nog gezocht huiten de daha-
biyah?" vroeg hij toen.
„Neen, zooals ik u al gezegd heb, was
het ochtendlicht nog heel vaag en een
nevel lag over land en rivier. Men kon
1 geen tien meter ver zien. Onder die om-
j standigheden was het nutteloos, te gaan
I zoeken naar den moordenaar en mis
schien ook niet ongevaarlijk."
„Kan hy zich aan boord hebben schuil
gehouden?"
1 (Wordt vervolgd).