3 AMSTERDAMSCHE h BRIEVEN tingen a"Mj kleine stukjes gesneden, maar d* .ieuren blijven gescheiden, daar wij deze op een vrij groote scho tel nu in vakken afwisselend rood en wit gaan verdeelen en hierop in het midden gehalveerde eieren zetten, die wij gevuld hebben met een mengsel van boter, eierdooiers en fijngehakte ham. We koken vier eieren hard, pel len ze en snijden ze in de lengte in tweeën, waarna wij de dooiers eruit nemen, fijn maken en met 50 gram boter en 50 gram fijngehakte ham even verwarmen, daarna de halve eieren met de massa vullen en nadat we iets aan den onderkant van het ei hebben afgesneden om ze beter te laten staan, plaatsen wij deze op de vakjes aspic; we zorgen er echter voor, dat de eieren geheel en al koud zijn; het geheel wordt bestrooid met zéér fijn gehakte peterselie en gegarneerd met kleine uitjes en augurkjes, waar na wij rondom de aspic verschilende soorten worst en plakjes tomaten schikken, waardoor wij een bijzonder mooie schotel krijgen. Het beste is om bij den slager b.v. 2 ons worst assorti te vragen, waarbij U dan van de verschillende soorten eenige plakken krijgt en veel aardiger effect verkrijgt, dan wanneer er slechts enkele soorten zijn. Het lijkt misschien heel veel werk om deze schotel op te maken en toch, probeert U het eens, dan zult U zien hoe dit meevalt. MO DEPR AATJE Eenvoudige jurk voor grootere meisjes. Deze jurk van gewerkte stof, b.v vlisco, tobralco of cretonne is heel een voudig gemaakt en bestaat uit boven stuk en rokje met lange blouse-mouw. De rechte lijn van het bovenlijfje wordt gebroken, doordat deze op de heupen iets lager valt dan in het midden vóór en achter. De hals is hoog aangesloten en heeft een effen kraagje en een be leg, dat over de sluiting, die midden voor is, valt; als afwerking dienen eenige knoopen. Benoodigde stof ongeveer 23/t M. van 85 cM. breedte en 30 cM. voor kraagje en beleg. Prijs van dit patroon 0.48. Kinderjurkje. Effen flanellen kinderjurkje voor de koude voorjaarsdagen met lang blouse mouwtje. Dit jurkje heeft een ronde pas met ,<V" A 7W geplooid vóór- en achterbaantje en als afscheiding van de pas en jurk kan een smal galonnetja op de naad ge werkt worden. Aardiger is het echter om beide met een flanelsteek of a jour met elkander te verbinden. Het kraagje heeft kleine schulpen en de sluiting is midden vóór met knoopjes en lusjes. Benoodigde stof ongeveer l3/» el van 70 a 80 breedte, voor kinderen van 2 jaar. Prijs van dit patroon 0.48. Huisjapon voor gezette dames. Deze practische huisjapon van ge werkte stol, b.v. katoenen mousseline, dat zeer goed waschbaar is of van cre tonne, is heel gemakkelijk te maken. Het korte mouwtje is aangeknipt en de puntige hals heeft als garueering een effen vest, afgezet met smalle, ge kleurde biesjes. De schuine lijn van het bovendeel, die vanaf den schouder tot op de heup valt, kleedt zeer af; de de rok heeft platte plooien aan de voorbaan en is glad aan de achterzijde; een smal ceintuurtje met gesp op taille hoogte maakt het geheel af. Benoodigde stof voor een middel maat is 4 m van pl.minus 85 cm breedte j en pkminus 40 cm voor het effen vest. HOE BRENGEN WIJ DE JEUGD DOOR DEZEN TIJD HEEN? door een leeraar M.O. Wanneer wij de omstandigheden zien, waaronder thans de jeugd op groeit, dan beseffen wij eerst recht, hoe somber en verward' deze tijd is. In tegenstelling met de jeugd der vroegere generaties wordt de jeugd van onzen tijd gedrukt door zorgen, waartegenover zij des te zwakker staat, daar zij geen innerlijke zekerheid heeft, haar stuur kwijt is. De grootste zorg is, ook voor de jeugd, van financieelen aard. Leerlin gen van middelbare en lagere scholen en zelfs studenten aan de universitei ten staan voor de vraag: „Wat zal er van ons worden, als wij onze opleiding beëindigd hebben? Hoe krijgen wfi een werkkring, wat voor een werkkring zou dat zijn en welke waarborgen voor de toekomst zouden zij kunnen ge ven?" Het spook van de werkloosheid grijnst ook de schooljeugd aan en er zijn er slechts weinigen, die zonder zorgen de toekomst, ook de verdere toe komst tegemoet kunnen zien. Toen wij jong waren behoefde een dergelijke vrees ons niet te drukken. Er is nog een andere reden, waarom wij met bezorgdheid de toekomst der jeugd tegemoet zien. Na den oorlog is er een steeds in kracht toenemende be weging gaande geweest, die naar wij hopen, thans haar culminatiepunt heeft bereikt: het uiteenrukken van het ge zin. Het is te betreuren, doch wjj kun nen het niet ontkennen, dat thans in zeer vele gevallen het gezin nog slechts een economische eenheid is, die haar opvoedende kracht en haar geestelij ken inhoud^ reeds lang verloren heeft. Zoo is de toestand. Het is duidelijk, dat hü verbeterd moet en ook kan worden. Hoe?Door te werken van binnen uit, door een veranderde gemoedsge steldheid en een vernieuwd innerlijk leven, waardoor met nieuwe kracht de zorgen kunnen worden gedragen, waai de enkeling dikwijls machteloos tegen over staat. En in de tweede plaats moe. ten allen, die daartoe in de gelegenheid zijn. doen wat zij kunnen, om onbil lijkheden en economisch schadelijke toestanden uit de maatschappij weg te nemen. Rijk en Gemeente. De loon- kortingskwestie. Ontoelaatbare aantasting van de autonomie der gemeente; juridische slimmigheden; het be wandelen van kronkelpaden; het gebruik ma ken van achterdeurtjes; geraffineerde opzet; onduldbare dictatuur ziethier enkele van de liefelijkheden, die een aantal van onze vroede vaderen de Regeering in Den Haag naar het hoofd geworpen heeft naar aanleiding van het onlangs door de Kroon genomen be sluit tot vernietiging, na aanvankelijke schorsing, van het raadsbesluit inzake het niet korten op de salarissen van ambtenaren en politie, nadat eerst die ambtenaren en die politie in het Georganiseerd Overleg zulk een korting wèl hadden ingewilligd. Het bleef ech ter. zelfs bij de meest felle opposanten, bij deze groote woorden. Ook zij waren van oor deel, dat, nu de zaak zoo is komen te staan, de gemeente wel niet anders meer doen- kan, dan de korting op de salarisen van de ambte naren en de politie toepassen en de loonen der werklieden (die, naar men weet, in het G. O. tegen elke korting gestemd hadden) wederom in het G. O. te brengen. Slechts de heer Schalker ging zoo ver, dat hij nu meteen maar eens en vooral wenschte te zien vastge steld, dat er over loonsverlaging niet verder zou gesproken worden; zijn voorstel „om geen korting toe te passen" werd met niet minder dan 32 tegen 5 stemmen verworpen en zijn raad om het gemeentepersoneel desnoods, indien de Regeering bleef doorgaan met het uitoefenen van „fascistische pressie", tot staking aan te zetten, vond ook onder die raadsleden, die het hevigst hun „verontwaar diging" gelucht hadden, niet de minste sym pathie. De Middenstanders die, gelijk bekend, bij de stemming over het „niet-korten'-voorstel in den Raad op den wip zaten en tenslotte „vóór" stemden enkel en alleen om deanti- verlagers in een moeilijk parket tegenover het Rijk te brengen, hebben inderdaad wèl hun doel bereikt Dat moeilijk parket is er! We zitten er nu, om het populair te zeggen, leelijk tusschen. Toen de Raad den vorigen keer mee ging met het voorstel van mr. Van den Bergh om de ambtenaren en de politie niet te verlagen (tegen de ten dezen in het Georganiseerd Overleg met de betrokkenen bereikte resul taten in) deed de Raad dit uit de overweging, dat hij rechtsgelijkheid wenschte in- de wedden van het gemeentepersoneel over de geheele linie. Twee categorieën verlagen en de derde categorie niet, dat gaat niet! Daar was men 't in alle geval in groote meerderheid over eens. Nu had die derde categorie (de werklieden) „neen" gezegd en daarom, om die rechts gelijkheid te handhaven, moesten de beide andere categorieën (ambtenaren en politie) nu ook maar „neen" zeggen, al hadden zij dan ook al officieel hun ja-woord gegeven, en ook maar niet verlaagd worden. De Regee ring nu, gaat, blijkens het onlangs ontvangen schrijven van den Minister-president, bij haar redeneering van precies hetzelfde standpunt uit. Ook zij wenscht, evenals de Raad, rechts gelijkheid der gemeentewedden over de geheele linie. Daar kan dus zeker niets tegen gezegd worden. Vervolgens echter, draait z ij de zaak om. Ambtenaren en politie hebben „ja" ge zegd, redeneert zij, hebben in de korting toegestemd? Goed! De werklieden daarentegen niet? Ja, dan zullen zij dat toch, om die rechtsgelijkheid tot stand te brengen, alsnog wèl moeten doen! Waarom de Raad, als hij een besluit van twee afdeelingen van het Georganiseerd Over leg ongedaan wenscht te maken, wel, en de Regeering, als zij een beslissing van een andere afdeeling wil gewijzigd zien, niet behoor lijk handelt, maar voor alles wat leelijk is moet worden uitgescholden, valt moeilijk te be grijpen. Het een is evenmin het bewandelen van een kronkelpad als het ander. Tenslotte zijn het beiden, om zoo te zeggen, gelijkberechtigde pogingen om te ontkomen aan de onhanteer baarheid van den huidigen vorm van dat Ge meenschappelijk Overleg. Daar, in dien onbruikbaren vorm, zit (ik heb er toen deze kortingskwestie aan de orde kwam reeds i dadelijk op gewezen), de kneep van deze ge heele netelige historie. Het moet, wil men niet telkens weer in soortgelijke moeilijke par ketten verzeilen, in den vervolge zoo wor den, dat over algemeene zaken, die het gemeentepersoneel in zijn geheel aangaan, in dat Overleg ook gezamenlijk, en niet in drie afzonderlijke Centrale Commissieën gestemd wordt. De thans gevolgde wijze met 'die drie, waterdicht van elkaar gescheiden Centrale Commissies, daarvan hebben we nu genoeg 1 taart gegeten. Intusschen krijgen we de vol gende week dan toch het grootste brok nog voor onzen neusDe loon-kwestie der werk lieden komt dan opnieuw in het G. O. en we zullen moeten zien of er, om de woorden van wethouder Kropman te bezigen, in die vergadering „vrije mannen zijn, die zullen we ten hoe den wenk der Regeering aan Gedepu teerde Staten op te vattenDie Regeering heeft namelijk de Staten er opmerkzaam op gemaakt, dat zij, indien B. en W. „in gebreke blijven, bevoegd zijn zelf de gemeenteloonen te gaan regelen. Al speelde zich, met een en ander, de groote hoofdstedelijke gebeurtenis van den laatsten tijd dan ook zonder eenigen twijfel op het Prinsenhof af, voor het groote publiek was niet de raadzaal, maar het Stadion de plaats waar voor alles de aandacht heen getrokken werd. De 1 Mei-viering, die de Amsterdamsche Federatie der S.D.A.P. en de Bestuurdersbond er. met demonstraties van Sportbonders, A.J.C.-ers, jonge Pieter Jellen en de opvoering van een symbolisch Ontwapeningsspel orga niseerden en die een goede 34000 toeschou wers trok, ligt al weer een veertien dagen achter ons; daarna kregen we den volgenden Zondag de wedstrijd van het Ned. Elftal tegen de Iersche beroepsvoetballers, die ons een lesje kwamen geven in de wijze waarop het Bruine Monster volgens alle regelen der kunst gedres seerd kan worden en deze laatste dagen ziet men, tegen de avonduren, wederom groote troepen meisjes in uniform, zingend en vaan dels torsend naar ons geliefde Sportpark trek ken, teneinde er te repeteeren voor een massa spel, dat „De Graal", de Katholieke Jongeren organisatie, er met Pinksteren zullen opvoeren. Terwijl het tooneel op de planken in de schouwburgzaal, na de debacle van de Konin klijke Vereeniging, na het besluit tot afschaf fing van de vaste bespeling van onzen Stads schouwburg, leelijk in de put is komen te zitten en men de tanende belangstelling met allerlei kunst en vliegwerk (zooals het op richten van, elkander overigens alweer van den beginne af beconcurreerende „Tooneel- Liga's" en „Tooneel-Unie's") nog wat poogt „op te halen", wint het massa-spel, ter ge legenheid van vieringen en demonstraties en bijeenkomsten in de open lucht, als vanzelf meer en meer terrein. Veel meer dan aan knappe en vakkundige regisseurs op de plan ken, hebben we in deze tijden een dringende behoefte aan massa-regisseurs, die niet alleen dergelijke groote openlucht-spelen, maar ook optochten en massale bijeenkomsten, zoodanig zullen weten te regisseeren, dat een en ander vlot verloopt en er een geheel ontstaat dat artistieke kwaliteiten heeft en aangenaam is voor het oog tevens de gevoelens die men et wil uiten op de beste en voordeeligste wijze gedemonstreerd en geëtaleerd worden Daar ontbreekt tot nu toe nogal wat aan. Zooals dan b.v. op die 1 Mei-demonstratie gebleken is. wat door velen der betrokkenen zelf overigens ook werd toegegeven. Het wordt tijd dat we, inzake massa-regie en optocht-organisatie vande ouden gaan leeren. Toen, in oude tijden, behoorde het regisseeren van feesten en optochten veelal tot de taak van groote kunstenaars. Men be schouwde het als een kunstzinnig „vak bij uitnemendheid, dat alleen naar behooren door deskundige specialisten kon worden beoefend. Het is te hopen, dat ook wij, in deze tijden, tot een dergelijke beschouwing zullen komen. „Ja, ja, ik beu nou a' een zevende .jaars, amice!" „Allemachtig! En hoeveel komen er nou nog bij?" („Muskete").

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 14