Bridge-rubriek. m m m n wf' wf wü' In aaraiuiiJng aan hetgeen opge merkt werd aangaande Jump- en Loop bidding zullen wij eerst de nadeelen van eerstgenoemde biedmetliode be spreken. Het is natuurlijk duidelijk, dat de informatie, die de partners el kaar met deze biedinethode geven, ook aan de tegenstanders wordt meegedeeld en wanneer men goed oplet en ze maar lang genoeg ipet opjagen laat door gaan, kan het moment komen, dat men ze gruwelijk te pakken heeft en ze een down kan bezorgen, die klinkt als een klok! Hoe op zulk een biedmethode de spe lers aan een down van de tegenpartij ontkwamen, omdat deze niet goed had weten te deduceer en, wat er uit de bie dingen te loeren was, vertelt ons Man ning Foster in onderstaand voorbeeld: De verdeeling was als volgt: Sch. Ha. Ru. KI. 10 A 7 A 7 B 4 B lo 9 6 3 Sch. A,H,V,8,6,4,2 N Sch. 9,5,3 Ha. 9.5,4 W o Ha. 7,3 Ru. u Ru. B,10,6,2 KI. H,V,4 Z KI. 10,8,7,5 Sch. Ha. Ru. KI. B H A V H 8 V 6 9 2 8 5 3 NZ hadden 60 punten in de eerste manche; OW stonden schoon; Z opende met 1 harten, waarop W 3 schoppen, N 4 Ha O paste en Z 5 rui ten bood. Toen W hierop paste, meen de N dat er wel een slem in kon zitten en bood om zijn partner te toonen dat hij in klaveren geen slag miste ((dus A of renonce had bü zulke spellen gaat het in zulk een kleur hoogstens op één of twee slagen) zes klaveren, waarop na een pas van O nu Z natuur lijk klein slem ruiten bood, die door A werden gedubbeld. Z dacht nog aan herdubbelen, maar durfde dat toch niet aan, omdat hü niet zeker wist of N wel harten aas had, hoewel hü er wel op rekende. W kwam uit en omdat hü zulk een lange rits schoppen had, dacht hij, dat Z daar wel renonce in zou hebben en legde daarop de klaveren H op tafel! Dit was de redding voor NZ, want nu kon Z de fatale schoppen boer op ruimen, want 1 down zou daarvan het gevolg zijn geweest als W met schop pen aas was uitgekomen, daar Z in de ruiten altijd een slag aan C af moet staan (boer vierde). Had W meer aan dacht aan het bieden geschonken, dan had hij gemerkt dat noch N noch Z na zijn drie schoppen toch in het latere stadium nog een schoppenbod hadden gedaan om een renonce daarin aan te duiden. Dit had hem een aanwijzing moeten zijn, dat beiden minstens 1 schoppen in handen moesten hebben. Hoe door verkeerd bieden een slem wel gemaakt, maar niet geboden werd, leert onderstanad voorbeeld: N had Sch A vierde, Ha B, 10 zesde, Ruiten A V derde, en geen enkele Klaveren. Z had twee kleine Schoppenkaartjes, Ha A, H vijfde, renonce Ruiten en in Klaveren: A, B, zesde. Het bieden verliep als volgt: Z 1 Ha, W dubbel, N herdubbel, O 2 Ru, Z 3 KI, W pas, N 3 Ru, O pas, Z 5 KI, W pas, N 5 Harten, waarna rondgepast werd. Hier zat een opgelegd klein slem in, mogelijk een groot slem, maar dat ging voor hen als bonus verloren (groot slem werd per saldo gemaakt), omdat N zich door den dubbel van W liet afschrik ken. Hij had instede van te herdubbe len, drie Ha moeten bieden met de bij zonder mooien (en zeer zeldzamen steun), die hij zijn partner in Ha kon verleenen. Herdubbelen heeft alleen zin als men eens extra mooie bonussen in de wacht kan slepen, maar zooals het biedverloop hier was, had het geen zin, te meer waar W slechts een infor- matiedubbel bedoelde, door zijn partner aan te duiden, dat hij in alle kleumen rets had, behalve in harten. HUMOR EN SATIRE UIT HEEL DE WERELD. Kom toch terug! De directeur van een dierentuin, die met vacantie op reis was, ontving op zekeren dag van zijn vertegenwoordi ger een briefje van den volgenden in- houd: „Alles best in orde. Alleen de jorilla schijnt naar gezelschap te ver langen. Wat zullen wij daaraan doen, zoolang u niet terug bent?" Hier d'rtn, déar d'ruit! „Steeds ben je verstrooid, als ik je wat zeg!" klaagt mevrouw Stippekool, „het gaat bij jou eenvoudig het eene oor in en het andere uit!" „Ja, lieve Eulalia", zegt meneer Stippekool, „dat is het verschil tus- schen ons beiden: bij jou gaat het je eene oor in en je mond weer uit!" WIJZE WAASHEDEN. Men wordt oud, als men de jongeren gaat benijden. Dat reizen iemand de oogen opent, merkt men het sterkst op de huwe lijksreis. Een vrouw heeft overal een oorzaak voor, al is het dan ook niet altijd de oorzaak, die zij aangeeft. Een tyran is meestal daarom tyran, omdat zijn omgeving uit slaven be staat! Moppen zijn als kinderen; die van zichzelf vindt men de beste. KOEKOEKKLOK EN KERKKLOK. Oplossing puzzle van de vorige week. De knecht had bij het verlaten van de hoeve de tijd van de oude klok nauwkeurig opgenomen. Bij de kerk gekomen, had hij daar vastgesteld hoe laat hij was aangekomen. In hetzelfde gelijkmatige tempo wandelde hij weer naar huis en zag op de klok, dat hij precies een uur en tien minuten onder weg was geweest. Daar hij voor den heenweg en den terugweg denzelfden tijd had gebruikt, had hij dus op den terugweg 35 minuten geloopen! De juiste tijd was dus 35 minuten later, dan de kerklok aangaf, toen hij nog in het dorp was. Daarop kon hij de oude klok op de hoeve zuiver stellen. (Nadruk verboden.) SCHAKEN. De oplossing van het probleem van Kaiser was: 1 Tc5. Na Ld2f volgt daa Kb6, na Ld8f kan Kb4. De oplossing van het probleem van Ellerman is 1 Dc2. Er dreigt dan Pe5f. Er zjjn aardige varianten, e4, Dc7f; Td6:f, Pe6f, peëj Td7f; Pt'5, Dc7f. Hierbij een tempodwang kwestie. O. Dehler. Deutsche Schachzeitung 1930. Zij: „U hebt een slecht karakter! Als u mijn man was, zou ik u vergift geven!" Hij: „En als u mijn vrouw was, zou ik het innemen ook!" („Rire"). Wit begint en geeft mat in drie zetten. WitKh6, Th5, Lbl. ZwartKh8, Pe3. De volgende partij werd gespeeld tusschen het eerste bord van Den Helder en dat van Anna Paulowna, in een onlangs gehouden wedstrijd. Door den speler uit »den polder* keurig gedaan. E. Koomen. Dr. P. F. Kuiper. 1. e4 c5 2. Lc4 Pc6 Volgens Bilguer wordt deze zet door Cosio in 1766 vermeld. Ook Philidor speelde hem wel eens. 3. a3 Pf6 De aangehaalde partij vervolgt met De2. Dit is echter beter. d6 4. 5. 6. 7. 8. 9. d3 h3 Le3 Pc3 Dd2 Pf3 g6 Lg7 0-0 a6 Te8 Deze zet is zwak. Beter is direct e6. Dit moet toch weldra gebeuren. 10. 0-0 Ld7 11. Tabl Dc8 Dreigt offer op h3, maar wit is niet bang. 12. Pg5 Pe5 Deze zet is geheel verkeerd. Het paard wordt door f4 verdreven. Beter e6. UITSLAG WEDSTRIJD HELDERSCHE DAMCLUB. Groep 1. gesp. gew. rem. verl. pnt. J. Stoll 12 10 2 0 22 J. Dijkers 14 7 2 5 16 D. Dissel 12 5 4 3 14 J. C. Kossen 14 5 2 7 12 S. Slort 12 3 4 5 10 A. A. Bremer 10 2 3 5 7 Joh. Bremer 11 3 1 7 7 D. C. W. Rab 9 2 2 5 6 Groep II. L. Simonse 19 8 8 3 24 O. Ottervanger 17 8 4 5 20 P. J. Arends 19 7 6 6 20 W. Wieren 16 6 7 3 19 P. H. C. Groene- meijer 16 6 6 4 18 H. G. Fonteijn 20 5 8 7 18 J. Jagel 17 4 9 4 17 C. Goedegebuur 18 6 5 7 17 A. Bosman 20 7 3 10 17 A. J. Bezemer 20 6 4 10 16 P. Slort 20 4 8 8 16 Groep III, Jn. Bremer 14 11 2 1 24 P. J.Smolenaars 14 10 4 0 24 W. v. Brederode 14 8 2 4 18 W. Slort 14 5 3 6 13 G. v. Roekel 14 4 3 7 ll W. Volkers 14 5 0 9 10 W. Groof 14 3 2 9 8 H. Thijssen 14 0 4 10 4 De wedstrijd wordt gehouden iederen 1 Donderdagavond van half 8 tot 11 uur, j in de bovenzaal van het Evangelisatie gebouw, Palmstraat. De wedstrijden zijn ook toegankelijk voor met-leden. 13. La2 e6 Eindelijk 14. f4 Pc6 15. Tf2 h6 16. Pf3 Kh7 Anders volgt fö. 17. Pa4 Dc7 18. Ph4 bö 19. Pc3 Pd4 Iets beter was wel b4. 20. Pe2 Pe2 Ook Pd4 was dus verloren moeite. 21. Te2: Tf8 22. Tfl Pg8 23. c3 Tad8 Zwart probeert het zwakke centrum te steunen. 24. fö g5 Slaan op f5 is nog slechter. 25. fe6f e6 26. Pf3 Tf6 Er dreigt Tef2 en Pg5:. 27. d4 e5 28. de5de5 29. Ld5 Pe7 30. Tef2 Pd 5 31. ed5Tdf8 32. Dc2+ Lf5 Wit merkt niets van het dreigend ge vaar. 33. Pg5hg5 34. Tg5Kh8 35. Lg5T6f7 Nu is hpt uit: 36. Ld8Dd7 37. Th 5+ LI16 38. Th6 :f Kg8 39. Dg6f Tg7 40. Tg8:f opgegeven. Dr. P. FEENSTRA KUIPEU. 1 DAMMEN. 1 I Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan: G. L. GORTMANS Roerstraat 10111 Amsterdam (Z.) Probleem van C. Dijker te Texel. m Bovenstaande stand kwam voor in het kampioenschap van Den Helder, tusschen de heeren J. Stoll met wit en D. Dissel met zwart. Zwart speelde 2126. Hierop wit gedwongen 4742, 26X37, 42X31, thans heeft zwart den slagzet afgedwongen: 18--22, 27X29; 1923, slaat naar verkiezing; 13X42! 1 14~19> 2&X1211—17,12X21 ïox 4y 1 y" 1 Si p nP m n 11 ÜS r^iiH Wit speelt en wint. Zw. 11 sch.: 6/9,11,14,16,18,20,24,29. Wit 11 sch.: 16, 25, 27, 31, 33, 35, 38, 40, 41, 42, 44. Ter oplossing aanbevolen Oplossing probleem van C. Dijker: 40-34,29X4030-24,16X2750X44. 40X49; 47—41, 36X47 26—21,47X2° 21X23, 49X19; 15X2!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 18