TEXEL. Pinksterdrukte. Eerste groote lammerenmarkt. Burgerlijke Stand van üen Helder WIERINGEN. Officieele Opening van het Tehuis voor ouden van dagen „Het Noor derlicht" te Wieringen. Uit de Land- en Tuinbouwwereld 10. Kijkjes uit mijn venster. Van de Middenstandsvereeniging is het verzoek ingekomen om gedurende de kermisdagen de wet op de winkel sluiting niet toe te passen. B. en W. stellen voor, gunstig te beschikken. Allen voor. Van den heer J. Kater is ontheffing verzocht van art. 38 der Bouw- en Wo ningverordening. Het verzoek is aan B. en W., maar de Raad heeft in deze de beslissing. P. Visser zegt, niet te hooge eischen te willen stellen aan aangebouwde ge deelten, maar het mag niet in strijd zijn met de Bouwverordening. Na eenige discussie wordt door Mevr. Boerman—Braaf voorgesteld in dit geval geen toestemming te geven, welk voor stel door den heer Visser wordt aange vuld met de toevoeging, dat het aange bouwde moet voldoen aan redelijke eischen en voorzien van een brandvrije bedekking. Mevr. BoermanBraaf neemt deze aanvulling over. Aldus wordt besloten. De Rekening van het Burg. Armbe stuur wijst aan: Ontvangsten f 9.504.30, Uitgaven f 9.846.37. Nadeelig saldo f 342.07. Ook wordt aangeboden de Rekening en het Verslag der vereeniging «Volks huisvesting1 alhier. Met algemeene stemmen wordt beslo ten de beide rekeningen te stellen in handen van een Commissie van Onder zoek. Het volgende agendapunt is: Benoeming Ambtenaar van den Burger lijken Stand. De aanbeveling luidt: 1. W. *J. Loö2. Jb. Speets. Met algemeene stemmen wordt de heer W. J. Los gekozen. De nieuwbenoemde ambtenaar dankt den Raad voor zijn verkiezing. Bij de nu volgende rondvraag wijst mevrouw Boerman-Braat op het ont breken van een wegwijzer op den vier sprong bij het huis van den heer J. Breed. Voorz. zegt toe, dat het onder de aan dacht van den A. N. W. B. zal worden gebracht. De heer Goossens vraagt naar het bord op de kluft bij het perceel van den heer Harder, aan de Nieuwesluis. Voorz. zegt dat hierin ook zal worden voorzien. Hierna volgt sluiting. Reeds Zaterdag had Tex. Eigen Stoomb. Ondern. twee booten in de vaart om al de personen, die voornemens waren de Pinksterdagen op ons eiland door te brengen en waarvan er velen per auto kwamen, naar hier te vervoeren. De hotels te Den Burg hadden druk bezoek, terwijl 't Badhotel, 't Mierennest en verschillende andere pensions reeds geheel gevuld waren; ook Bosch en Duin had reeds verscheidene gasten. Bij 't prachtige weder van Zondag hield de stroom van bezoekers aan't verkeer langs de wegen en vooral in de dorpen was zoo groot, dat op enkele drukke punten verkeersagenten optraden. Vooral De Koog trok den eersten Pinksterdag reeds honderden bezoekers, zoodat vooral op de Steenenplaats te Den Burg het optreden van de gemeente-veldwachter niet overbodig was. In Waalenburg en op de verschillende andere broedplaatsen hadden de vogels geen prettige Pinkster, reeds vroeg kwa men velen hun anders zoo welig verblijf verstoren; vooral de kemphaantjes, die anders zoo gemakkelijk zijn te fotogra feeren, waren nu zoo schuw, dat ze hun gewone kempplaatsen in den steek lieten. Op den tweeden Pinksterdag was het bezoek aan Texel nog belangrijk grooter, vooral met de boot van 9.45 arriveerden talrijke gezelschappen uit den Helder, die zich meestal direct per rijwiel naar de uitgestrekte duinbebossching ol naar De Koog begeven. In de bosschen was het heerlijk, maar op strand viel het tegen't was er nog wel warm, doch er hing zulk een dikke zeedamp, zoodatmen vanaf den duinrand de zee niet kon zien. 's Middags werd het koeler, maar om te fietsen was het bij uitstek goed weer. Ook nu weder trad de gemeente-politie te Den Burg op, om het verkeer te regelen. Te De Koog werd 's middags 3 uur de gewone jaarlijksche Zendingsdag gehou den van de Ned. Herv. Gem., waarbij als sprekers optraden de heeren Ds. Plug, Mr. D. P. H. W. A. van der Helm, J. van Kempen en Ds. J. W. van Petegem. De Chr. Gem. Zangver. van den Hoorn gaf enkele zangnummers ten beste. Debelang- stellingvoordezen Zendingsdag was weder groot. Omstreeks 5 uur, tegen 't vertrekken van de laatste boot, werd 't levendig op den Schilderweg. Op de haven werd ook krachtig ingegrepen op de verkeersrege ling. Beide booten van T.E.S.O. vertrok ken afgeladen vol, uit onze haven. 's Avonds stroomden van alle zijden onzer gemeente de fietsers en motoren naar 't hoofddorp, waar 't langen tijd gezellig druk bleef. Een complimentje komt de politie in onze gemeente toedoor haar optreden is bij al de drukte langs onze smalle straten en wegen, zoo goed als geen enkel ongeval voorgekomen. Enkele voortrij dende auto-bestuurders liepen proces verbaal op. (Voorloopig bericht, half elf). De aanvoer bedroeg pl.m. 4200 stuks, zijnde 500 meer dan vorig jaar. De mid- denprijs is ongeveer f7.vorig jaar f 21.—. De handel is zeer stug. Enkele zware dieren zijn verkocht voor f8.75 en f 10.—. van 14 Mei. BEVALLEN: H. BarteldsSlagter, d. OVERLEDEN: Wed. J. de Leeuw, 78 j.; Ph. Vries'ander, 75 j. ALGEMEENE VERGADERING DER VISSCHERSVEREENIGING „D. E. T. V." Eerste Pinksterdag hield bovengenoem de vereeniging een algemeene ledenver gadering in Hotel „de Haan" te Hippo- lytushoef. Aanwezig waren 39 leden. De heer J. Tijsen, voorzitter vanD.E.T. V. opende precies om 3 uur de vergadering met het gebruikelijke welkom aan de leden, en zegt dat de seretaris verhinderd is aanwezig te zijn, zoodat het notulen lezen uitgesteld wordt tot een volgende ge legenheid. Deze vergadering is belegd aldus de heer Tijsen om eenige belangrijke punten te bespreken namelijk het schrijven van de generale commissie, betreffende het benoemen van een drietal leden voor de commissie voor waardevermindering vol gens de Zuiderzeesteunwet, en het be spreken van opnieuw pachten van de Wieringermeer. Van de visschersvereenigingte Medem- blik en Kolhorn is bericht binnengekomen dat men wederom wil pachten, hoewel de inkomsten niet bijzonder gunstig zijn geweest. Allereerst komt aan de orde het schrijven van de generale commissie inzake de: Commissie voor de waardever mindering volgens de Zuiderzee steunwet. Het desbetreffende schrijven wordt voorgelezen en hieruitblijktdat Wieringen is aangewezen als plaatselijke commissie waaronder mede Anna Paulowna behoort. Tevens blijkt uit dit schrijven dat prijs wordt gesteld op een vertegenwoordiger van den middenstand in deze commissie. De heer Tijsen zegt hieromtrent, dat ook bij de Middenstandsvereeniging een dergelijk schrijven is binnengekomen, alsmede bij de Visschersvereeniging te Van Ewijksluis. De heer C. J. Bosker, voorzitter van de Middenstandsvereeniging te Wierin gen, heeft telefonisch met m}j gespro ken, doch kon het bestuur niet tijdig bij elkaar krijgen, aldus de heer Tijsen. De heer Bosker heeft toen beloofd zelf te komen, doch hij is niet aanwezig,zoodat wij niet weten hoe de Middenstand er over denkt. Als zij echter prijs stellen op een zetel in deze commissie, dan zullen waarschijn lijk maar twee visschers zitting kunnen nemen. Hoe men er te Van Ewijksluis over denkt weten wij ook niet, doch mo gelijk wordt er daar ook nog een be noemd, zoodat wij met onze groote ver eeniging dan niet bijster sterk vertegen woordigd zijn. Spr. stelt dan ook voor om maar dr\e leden van D. G. T. V. te benoemen, wat de andere vereenigingen doen, zullen we maar afwachten. Besloten wordt om tot stemming over te gaan van 3 leden. Voorzitter hoopt dat ernstig gestemd zal worden, want het zal af en toe wel eens gaan spannen. Bij eerste vrije stemming worden ge kozen de heeren L. Wigbout met 24 stemmen en G. Dirks eveneens met 24 stemmen. Terwijl de heer M. Kooij 16 stemmen bekwam, de overige waren over meerdere verdeeld. In de tweede vrije stemming verkrijgt de heer M. Kooij 22 stemmen, zoodat ook deze is gekozen. Allen nemen hun benoeming aan. Opnieuw pachter Wieringermeer. In October of November van dit jaar loopt die pacht af, aldus de voorzitter. We zullen dus een besluit moeten nemen over het al of niet opnieuw pachten. Hoe hoog deze pacht moet zijn kan nu nog niet besproken worden, aangezien dit de besprekingen, die hierover ge voerd moeten worden, te veel zou binden. Ik zou gaarne echter vernemen of de vergadering voor een herpachting is. Met algemeene stemmen wordt beslo ten opnieuw te pachten. De haven aan den Noordkant. Naar aanleiding van de vergadering met den heer Gelder, zegt de voorzitter, hebben wij dit punt op de agenda ge bracht, en in een verzoek opgesteld aan den minister van waterstaat om te willen bevorderen, dat er een haven komt aan den noordkant van Wieringen. Ik zou echter gaarne willen, dat de leden zich hierover eerst eens uitspreken alvorens het wordt voorgelezen. Men moet echter zoowel voor als achter uit willen zien. Willen jelui daar een haven aanleggen met het argument we kunnen haar mettertijd wel eens noodig hebben of is men van gedachte, dat als daar een haven is, men zijn brood weer kan ver dienen. Wij zijn nu reeds twaalf jaar bezig om een behoorlijke steun te krijgen voor hen die schade hebben bij de droogleg ging, ik ben bang dat als wij om een haven verzoeken dat hier niets meer van komt. Ik kan dit dan ook niet op mijn verant woording nemen. De heer P. Kooij zegt hat het een goed ding zal zijn als daar een haven komt, dit zal dan eens de haven kunnen worden voor de visschers, en niet voor die stink- motoren die alles vergeven. De heer L. de Jong zegt, dat nu niet gezegd kan worden of men zijn brood kan verdienen over twee jaar. De heer L. Wigbout is een sterk voor stander van een haven aan de noordkust en toond omstandig de noodzakelijkheid hiervan aan. Het voor en tegen wordt nog eenigen tijd onderling besproken waarna voor lezing volgt van het te zenden naschrift aan de Min. van Waterstaat, waarin onder meer op het feit wordt gewezen dat eenige visschers daar zeer veel profijt van zullen hebben en zoodoende in staat zijn om hun bedrijf weer wat op te werken. Besloten wordt het kamerschrift aan den minister op te zenden. Rondvraag. De heer P. Kooij dankt het bestuur voor het mooie verzoekschrift. De Voorzitter antwoord hierop dat de heer Kooij dit beter doet als de vorige maal in de vergadering met de heer Gelder, toen deugde het bestuur niet, en hadden zij die een baantje hadden bij Zuiderzeewerken geen lust meer om voor de visschers te werken. De heer Kooij, ik heb toch geen anderen genoemd. De Voorzifter, neen, maar er waren toch die zich dit aantrokken. De heer W. Takes zou gaarne invoer rechten willen heffen voor alle Deensche visch. Zal over gesproken worden in het bestuur of een dergelijk verzoek gericht moet worden aan de regeering. De heer J. Rotgans wenschte een trap bij de dijk op, bij het Huisje. Zal met Techn. Amb. Schut worden bespreken. De heer J. Rotgans wenscht de aal wat grooter, als eerdaags de afsluitdijk gereed is. Zal nog worden afgewacht. De heer Jb. Bakker wenscht gaarne de schutsluizen open van 4—10 uur. Zal worden onderzocht. Tenslotte wordt nog besproken het request over het zetten van kleine bot, waarvan men vermoed dat dit Helder- sche visschen zijn die dit geschreven hebben. Hierna sluiting. Een beiangrijke dag voor Wie ringen. Tweede Pinksterdag is het tehuis voor ouden van dagen officieel in gebruik genomen. In het amicale conversatiezaaltje van het gebouw werd door de samenwerkende diaconieën van de Ned. Herv. Gemeenten, Hippolytushoef en Westerland, een klein aantal genoodigden ontvangen, ten einde het gebouw te bezichtigen. Onder de aanwezigen merkten wij op de Burgemeester, de heer L. C. Kolf, ds. de Groot, de architect van het gebouw, de heer Joh. A. Peters, de heer J. O. Klein, welke de bouw van het tehuis uitvoerde,het kerkbestuur van Oosterland en den Oever, en het Doopsgezinde kerkbestuur, benevens verschillende dames. Terwijl ds. Vorstman, uit Anna-Pau- lowna, door zijn tegenwoordigheid blijk van belangstelling had gegeven. Rede ds. Van Beek. Dames en Heeren, In opgewekte toon kan ik u toespreken, aldus ds. van Beek, bij de openstelling van dit gebouw, vanaf het eerste begin tot aan het laatste uur stond alles in het teeken van medewerking. Het is een teeken des tijds, dat men ook op Wieringen heeft verstaan, o. m. de zorg voor de ouden van dagen en zij die hulpbehoevend zijn. De stichting van dit gebouw is geen uitvinding van de kerkeraad, want in andere Gemeenten is men ons op dit ge bied reeds voorgegaan. Ik mag in dit verband wel wqzen op de classis Hoorn en Alkmaar Wieringen is echter een plaats op zich zelf, de menschen welke hier thuis hooren verlaten hun geboortegrond niet gaarne. De noodzakelijkheid aan een tehuis waar onze menschen in eigen omgeving verpleegd en opgepast worden, deed zich hier reeds langen tijd voelen. Voor de tot standkoming van dit ge bouw waren echter vele zaken noodig. Allereerst de grond welke wij in erfpacht hebben gekregen van de armvoogdij een college welke in de zelfde geest werkt als de diaconie. De financieele opzet was tevens een belangrijke aangelegenheid, en het verheugd ons daarom ook dat Oosterland welke aanvankelijk niet mede zou doen een belangrijk deel heeft ge nomen in de financiën. Ook breng ik dank aan de Holl. Mij. v. Landbouw welke f 500.gaf. De Doopsgezinde Kerkeraad en bet Gemeentebestuur, kortom allen welke hun medewerking hebben toegezegd, zeg ik hiervoor dank. Ook Dr. de Groot, welke vele malen in aanraking komt met oude en hulpbe hoevende menschen, zeg ik dank voor zijn belangstelling. Nu het huis op zich zelf. We zijn eerst klein begonnen met plannen maken, het moest een huis zijn van bescheiden afmeting, welke onder leiding van den architect Peters ten laatste uitgebreid zijn lot het formaat, van wat u nu voltooidt ziet. Het verheugde ons ten zeerste, dat een bekwaam bouwmeester als de heer Klein is, de laagste inschrijver was. Spr. hoopt, dat dit gebouw tot in lengte van dagen aan zijn doel zal beantwoor den. 17 April zijn reeds twee oudjes opge nomen. De allereerste bewoners waren echter de heer en mevr. de Ruiter, welke de vader en moeder van het tehuis zullen zijn. Ik hoop dat zij de kracht en opge wektheid mogen hebben om het tehuis te besturen. De Kerkeraad heeft tot hun verheu genis niets dan medewerking ondervon den. Spr. dankt ook de dames van de Kerkeraadsleden, welke bij de stoffeering hebben geassiteerd. Het goede doel waar het in dit leven omgaat, is helpen en dienen. Anders mag er niet van gezegd worden. Spr. is ook de vertegenwoordiger van het Classikaal bestuur van Alkmaar. Men vond het nog al een groot bedrag wat Wieringen meende te moeten ge bruiken, doch men heeft gezegd, op Wieringen zullen ze wel weten wat geld voor Wieringen is. Spr. besluiit zijn rede, met de hoop uitsprekende, dat de stichting van dit gebouw een zegenrijke daad moge zijn. Namens het Gemeentebestuur sprak de heer L. C. Kolff. Dames en Heeren. Ik zal het zeer kort maken, doch ik zeg het bestuur dank voordeuitnoodiging, om het gebouw te komen bezichtigen. I Het Gemeentebestuur heeft de totstand koming van dit gebouw met groote be langstelling gevolgd. Het was voor ons altijd een moeilijke opdracht, wanneer aan oude en hulp behoevende menschen hulp moest worden gegeven, omdat een inrichting als deze ten eenenmale ontbrak. Ik kan u mededeelen dat het Gem.- Bestuur u gaarne financieele steun toe- zegd om uw mooie werk naar behooren te verrichten. Ik hoop dat voor de ouden van dagen, die de zon in hun jonge leven hebben moeten missen, deze op hun ouden dag nog eens op zien gaan. (Applaus). Vervolgens spreekt de heer De Groot nog eenige hartelijke woorden en is zeer verheugd over de tot standkoming van het gebouw. Ds. van Beek dankt de Burgemeester voor diens toezegging, alsmede de dokter. Ook wordt dank gebracht aan de schen kers van bloemen. In groepjes ging men hierop het ge bouw bezichtigen. Beschrijving van het gebouw. Het gebouw is gebouwd onder archi tectuur van den heer Joh. A. Peters, door den aannemer J. Klein Czn. Het is opgetrokken uit heel steens ge nuanceerd hardgrauw. De architect heeft een mooi geheel gekregen met de lande lijke omgeving waarin het is geplaatst. Vooral de zuidzijde geeft een vroolijk aanzien. Door den hoofdingang, welke aan de noordzijde is, komt men in een kleine hal, welke van het trappenhuis is ge seheiden door glazen deuren. Dit trappen huis is zeer practisch ingedeeld en is als het ware het centrale punt van het gebouwr. De verschillende vertrekken als keuken, eet- en zitkamers komen hierop uit, zoodat men alles in de onmiddellijke nabijheid heeft. Links van den ingang, dus aan de oost zijde, is de woonkamer van de vader en moeder, een ruim en geriefelijk vertrek. Onmiddellijk hiernaast is een ziekenzaaltje waar twee patiënten verpleegd kunnen worden, dit zaaltje in in witte kleur ge houden en maakt trots zijn minder prettige bestemming een gezellige indruk. Met deze twee vertrekken is de westzijde van het gebouw geheel ingenomen. Alle kamers van de verpleegden zijn op het zuiden gemaakt, zoodat als het zonnetje wil schijnen, dit zoo goed als den geheelen dag ken binnenkomen. De zuidzijde van de benedenverdieping is als volgt ingedeeld: de conversatiezaal tevens eetzaal komt eveneens uit op het trappenhuis, waaraan een geheel glazen serre, welke uitziet op dit terras en tuin. Vervolgens 3 één persoons kamers voor hen die zich willen inkoopen eventueel, eigen meubeltjes kunnen hier geplaatst worden, terwijl desgewenscht over een bed van het gebouw beschikt kan worden, hetwelk opklapbaar is, en dus overdag door afsluiting met een gordijn onzicht baar is. Hiernaast is een mannen- en vrouwen slaapzaal ieder voor zes personen; door een bovenindeeling is in deze zaaltjes een practische ruimteverdeeling verkre gen, terwijl bovendien een goede ventilatie mogelijk is. Doordat het schilderwerk in frissche kleuren is gehouden, doet het interieur warm aan. De lange gang waaraan deze vertrekken liggen, loopt midden door het gebouw heen, uitkomend op het trappenhuis. Tegenover deze vertrekken zijn de pri vaten, waschgelegenheden en badkamer, met heerlijk kuipbad, welke alle comfor tabel zijn ingericht. Eenige duizende witte tegels zijn hier in bewerktevenals in de keuken heerscht hier een angstwekkende zindelijkheid. De keuken mag een juweeltje genoemd wordeneen prachtig Hollandsch fornuis staat over de geheele breedte opgesteld; dit fornuis zorgt door middel van een vernuftige installatie tevens voor de Cen trale verwarming van het heele gebouw. In de nok van het gebouw is een tank aangebracht welke 500 liter water kan bevatten; deze zorgt voor automatische bijvulling van de tank beneden. Indien de verwarming uitgeschakeld wordt, kan evengoed toch overal in het gebouw warm water verkregen worden. Naar ons mede werd gedeeld, is dit het vierde fornuis wat geplaatst is. Natuurlijk staat in mooie glazen kasten het diverse kastengerei keurig opgesteld, een breede granieten aanrechtbank met koud- en warmwaterkraan, voltooit dit domein, waar de moeder de scepter zal zwaaien. Aan de keuken grenst nog een bijkeuken, waarin tevens de toegang is tot de kelderruimten voor provisie en brandstoffen de laatste kunnen van bui tenaf gestort worden door roosters. De verfkleur van de vele deuren, welke op de benedenverdieping zijn, is ge- houd in geel en blauw, een combinatie welke prettig aandoet. De vloer van de gang is belegd met witte en zwarte tegels. De trap is zoodanig geconstrueerd, dat oude menschen zich niet behoeven te vermoeien. Op een tweetal bordessen kan zoo noodig even gerust worden. Op de bovenverdieping in de slaapkamer van de vader en moeder, wederom aan de oostzijde, op den zuidkant zijn drie kamers voor eventueele echtparen, of twee vrouwen welke samen wenschen te wonen. Dit zijn ruime kamers en zullen zeker een gezellig home kunnen worden bij bewoning. Tegenover deze vertrekken zijn de pri vaten en closetgelegenheden, zoodat men niet naar beneden behoeft. In totaal kunnen dus nu 21 menschen opgenomen worden, doch mocht het in de toekomst blijken dat meerdere oudjes opname wenschen, kan met zeer geringe kosten een achttal kamers bijgebouwd worden op de ruimte van de bovenver dieping welke hiervoor is vrijgehouden. Achter deze vrij gehouden ruimte bevond zich nog een groote zolder, welke als berg- en droogruimte wordt benut. Rondom het tehuis bevind zich een groote tuin welke gedeeltelijk als moes- en bloementuin wordt gebruikt. De aan leg en onderhoud hiervan wordt gedaan door de vader van het tehuis, eventueel geassisteerd door vrijwilligers onder de verpleegden. Diverse producten staan al boven den grond, en zoo mogelijk zal de benoodigde groenten zelf geteeld worden. Zooals reeds bovengemeld, kwam het gebouw tot stand onder architectuur van den heer Joh. Peterse. De bouw van het tehuis duurde pl.m. 41/a maand en werd tot tevredenheid opgebouwd. Het schilderwerk werd verricht door de heeren Jb. en S. Lont. De Centrale verwarming werd geplaatst door de fa. Stokvis te Haarlem. De stoffeering en inrichting geschiedde door tal van Wieringen ingezetenen. Oosterland. MOTOR-ONGELUK. J.l. Zondagmiddag, le Pinksterdag, reed een motorrijwiel, bestuurd door den heer S. J. en komende van Den Oever, door het nemen van een verkeerde draai tegen een der hekken van het M.U.Z.- park aan. Het motorrijwiel werd zwaar beschadigd, terwijl de berijder gelukkig met den schrik vrij kwam. GROOTE DRUKTE MET DE PINKSTERDAGEN. De Pinksterdagen kenmerkten zich door het mooie weer door een geweldige drukte. Hoofdzakelijk ging het naar Den Oever om den afsluitdijk met haar sluizen- complex en over den dijk naar de Vlieter. Voor het Nat. Crisis-Comité waren het goede dagen. Wat opmerkelijk was, dat zich onder de vele luxe auto s verschillende Duitsche wagens bevonden, welke ook nog een be zoek brachten aan de voormalige woning van den Duitschen ex-kroonprins, n.1. de Herv. pastorie te Oosterland. TEEKEN DES TIJDS. Tien varkens, wegende duizend kilo, brengen na aftrek der ver plichte kosten 177.op in Am sterdam. Een boer te Ouder-Amstel, de heer J. P. de Dood, bracht tien varkens naar de Amsterdamsche markt, die tezamen wogen precies duizend kg. Hij beurde daarvoor „schoon", f 176.78, dat is dus gemiddeld nog geen negen cents per pond levend gewicht of f 17.68 per varken. De nota zag er als volgt uit: Nota voor den heer de Dood. 9 varkens: 90, 105, 108, 89, 90, 87, 121, 102, 97 is 889 kg èf 0 24 per kgf 213.36 1 varken 111 f 0.2224.42 Totaal Daarvan gaat af per varken f237.78 Invoer f 3.50 Drijfloon 0.20 0.30 Slacht- en Halgeld 1.35 Draag- en weegloon 0.50 Fonds (slachtverzekering) 1.25 f 7.10 10 x 71.— Komt bfj: 10 carweien f 1.— Resteert f 166.78 (slachtafvallen) a f 176.78 Wanneer men deze cijfers eens even nader beziet, dan blijkt, dat hij f 71.— onkosten moest betalen op een totale bruto-ontvangst van f 237.78 -j- f 10.— f 247.78, dat is dus 28è of wel de waarde van drie varkens. Vergeleken bij de netto-opbrengst is het natuurlijk nog veel erger, want tegen over de f 177.die hij ontving stonden f 71.verplichte onkosten. En de ver voerkosten van Ouder-Amstel naar Am sterdam zijn niet meegerekend. De steeg, het rijk van den vod denkoopman. Slechte tijden. Wat men verwerpt gaat de reini ging. Bergen oud roest op het terrein bij het Noordhollandsch kanaal. Een oud, kromgewerkt voddenmanne- tje, dat, weer of geen weer, gansche dagen door Den Helder zwerft. Hij is altijd for tuinlijk in stegen en sloppen en beleeft er diverse gevallen. Het Nieuwerdieper dia lect dat hij bezigt, is echt plat, doch de toon waarop het geschiedt is warm en ge tuigt van een interesse en zelfs van een liefde voor afgedankte rommel, welke men toch eigenlijk kan verwachten bij zoo'n rechtgeaarden jutter, die al sinds onheugelijke tijden in een warnet van straten onzer stad scharrelt. Hij verdeelt zijn wijken en verspilt geen uren met pra ten over ditjes en datjes onder de men schen. Geld verdienen en zoo spoedig mo gelijk, dat maakt hem actief. Opkoopen gaat altijd wel. Er is genoeg te doen in 't vak. Maar de dingen hebben geen waarde en de groothandel in Am sterdam heeft de sluisdeuren gesloten. IJzer en lood en koper en vodden en pa pier, de beurs moet er niets van hebben en de pakhuizen van plaatsgenooten, die van dit bedrijf moeten leven,hebben tegen slag. De zolders kraken van de voorradige goederen, doch er is geen afzetgebied. Met driftige beweging duwt hij zijn kar. Hij weet er van te praten hoe mager zijn boterham is. Op een holletje verdwijnt hij in stegen en sloppen. Daar is zijn gebied, zijn allerbeste rijk. De steeg is voor den voddenkoopman. In de huizenmassa van onze stad opent zich de steeg als een smalle spleet in een berglandschap. Die er niets te maken hebben gaan er in een wijden boog om heen zien haar hoogstens uit de verte aan als een duister in griezelig spelonk. Maar de voddenkoopman dat is wat anders hij zoekt op zijn tochten bij den weg speciaal juist het slop als een vol komen gunstig terrein. De Heldersche brandsteeg, die in verschillende wijken tusschen schuttingen en hekken uitloopt, heeft haar achtererven en poorten, haar intieme gelegenheden voor dezen handel, haar bakken en kisten om er naar harte lust in te graaien. De steeg heeft een eigen leven, een eigen gezicht. Zij is een wereld apart. Het slop en de steeg heb ben een bijzonder karakter en leenen zich voortreffelijk voor het opruimen van allerhande restanten. Wanneer iemand den voddenman noo dig heeft, dan luistert men in de steeg naar zijn roep, naar zijn bel. De vodden koopman loopt er binnen als iemand die daar thuis hoort en hij zingt er zijn bal lade van de oude rommel, waarvoor hij het meeste geld geeft. „Wie heeft er nog vodden wie heeft er nog oud ijzer?" Deze straathandel hoe bitter slecht ook thans door de huidige crisis-omstan digheden is en blijft altijd aantrekke lijk. De steeg zou uitgestorven zijn wan neer er geen voddenkoopman meer kwam. Hier is het de afgedankte huis raad, die voor eeuwig van het erf naar de kar verdwijnt. Het zijn de gedragen klee- ren, die in de steeg voor een bagatel wor den verhandeld. En in de donkere atmos feer van het slop gaat de baby-wieg en de kinderwagen, die geen dienst meer hoeven te doen. Een tikje romantiek ver laat altoos de steeg naar den wagen. On der de buren, die soms turen en wel eens gluren, gaat de gebeurtenis van een leien dakje. Sneed men zoo'n brandsteeg uit het organisme van Den Helder, dan ging er voor den voddenman een heerlijk oora verloren. Want het slop is anders dan de straat met haar woningen der welgestel- ddh. Het geheim tusschen voddenkoopman en anderen wordt in de steeg geboren. In het slop wordt gezellig onderhandeld over dingen die met reden de straat niet mag weten. Het heeft zijn teleurstellingen en opvroolijkingen het beleeft er schommelingen van voordeelen of strop pen over wonderen van vorm en kleur in oude dierbare voorwerpen en lappen stof, en wat al niet meer, dat eens in de wereld veel meer heeft gekost. De steeg en het slop verkoopen eeuwig. En in dezen schoonmaaktijd gaat het in een angstaanjagend tempo. Als het weer maar meewerkt. De voddenkoopman wordt daarover wel eens geraadpleegd. Het luchten van bedden en andere aardighe den zijn belangrijke zaken voor moeder de vrouw. Dan ziet de koopman naar de lucht en hij weet nauwkeurig wat het wispelturige weer wil. Vanmorgen nog joeg de eene bui na da andere over de naakte buurtten, tot groot verdriet van hun die met schoonmaak- plannen rondliepen. Maar de voddenman voorspelt dan steeds gunstige feiten. En zie, daar klaart het straks nog op en de zon strooit haar lentelicht in abordante hoeveelheden wijd over de groene bleek jes en achtertuintjes rond. De vodden-diplomaat weet er alles van. Meer dan ooit komt nu het probleem van opruimen zich presenteeren in een stroom van dagelijksche kleedingstukken en voorwerpen, die in verval zijn en als overbodig en onnutttig niet veel zaaks meer is. Weg is weg. Toch is het niet alles wanhoop en triest heid die de steeg herbergt. Zij kent haar helle oogenblikken. Met veel uitbundige vroolijkheid zagen we zeer zonderlinge en wonderbare dingen van de eene hand in de andere gaan. Als zoo'n voddenkoop man wel eens bij de neus wordt genomen omdat hij geen groote kijk had dan is dit een zaak waarvoor het slop niet aansprakelijk is te stellen. Onbeholpen menschen van het vak komen soms later tot de ontdekking, dat de vrouw uit de steeg hem te glad af geweest is. Maar laten we nog even stilstaan bij de wonder-vreemde dingen, die de steeg verwerpt. Ja, finaal verwerpt. Wij bedoe len de wanhoop der Gemeente-reiniging. Een bijzonder volle wagen van dezen dienst werd opgeladen. Ifi raadselen gaat de mensch als men ziet de dingen, die daar-op terecht komen. Wat zoo'n kar in een speciale afdeeling boven de deksels niet herbergt. Een décor van louter vrien delijke deftigheid en ingetogen aarts vaderlijkheid lag nog op een groote leu ningstoel, hoog op den wagen gezet. Twee mannen zaten op den bok in blauwe boe- zeroepen. Het was een grappig gezicht hoe een voornaam een vossenbont en een paar dameshoeden in het net mee reden. Hoog opgestapeld stond een kamerkachel en een gebroken spiegel en stoffige schil derijen met landschappen van windmo lens en eenzame kerktorentjes. En er langs hing de pavoiseering van de aller armste armoede, karpettten, vloerkleed jes, jassen en broeken. Deze voorwerpen uit de steeg, die een maal met zoo'n wagen van den reinigings dienst worden weggesleept, zijn geen onderwerpen van langdurige onderhan delingen. Met één oogopslag mag de vuil nisman zulke antikiteiten even bezien, dan is de bestemming ook gauw vastge steld. Vooruit er mee naar de voor raadschuur. Je moet op alle dingen letten. De voer man zat naast zijn handlanger en de eer ste was blijkbaar verdiept in de opgesto ken ooren van zijn paard, dat den wagen in zijn volle breedte over den straatweg trok. Maar de ander floot zachtjes: Hier heen hier heen, Een mensch is niet van steen! Even buiten de kom der gemeente, aan het Noordhollandsch Kanaal, bevindt zich het groote terrein van de Gemeentereini ging. Vroeg of laat komen hier merk waardige voorwerpen terecht. Daar ziet men bergen van de meest verwonderlijke onderdeelen en restanten kris en kras door elkaar. Heeft u dit schouwspel wel eens gadegeslagen? Onder de hooge blau we luchten liggen een paar bergen van oud roest. Daar vindt men ijzer en metalen in alle vormen. Daar liggen de eens zoo mooie en trotsche huishoudelijke artikelen, welke met duizend teedere zorgen werden gekoesterd. Zoo langzamerhand heeft men hier een zeer uitgebreide collectie bijeen verzameld. Kachels, pijpen, emmers, ketels, potten, pannen, kortom alles wat eens gloednieuw dienst heeft gedaan. Wie zou er kans toe zien om de geschiedenis aan te snijden van al deze stukken en brokken, die misschien een eerbiedwaar dig verleden hebben? Nu zijn het niet anders dan ongelukkige kadavers, ont takeld en onkenbaar in elkaar gestampt. Dit is dan het allerlaatste droevige einde. En wie langs het kanaal rijdt of wandelt, moet maar eens een blik werpen naar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 7