S. A. UHNfWItSSER I Zi.
Een avontuur in heiland
der Pharao's.
TOBRALCO
STOOMWASSCHERIJ
„DEN HELDER"
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buiterilandsch overzicht.
Beperking der werkloosheid door
verkorting van den arbeidsduur.
Nr. 7121.
EERSTE BLAD
ZATERDAG 21 MEI 1932
60ste JAARGANG
De kabinetscrisis in België. - Het gezwam te Genéve
en t e ouding van brankrijk. - Hen Russisch memo-
randum. - De kabinetscrisis in Japan.
Er is gewoon Krentenbrood
en er is Krentenbrood vanKrigée
Autobus:
Den Helder—Alkmaar
Zondag 22 Mei 1932
te ALKMAAR
Volgbus zonder stoppen:
12.10 van Havenhoofd
Schrikbarende toename van het aantal werkloozen.
De toestand van het bedrijfsleven in ons land.
Angstige tijden.
FEUILLETON
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
WILHELMINASTRAAT 63-67
TEL. 524
COURANT
peiL3 ma£>»den bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
land f i-Xder^S' Bree"and'Wieringen en Texel f 1.65binnen-
.nnit Pr, en West'Indië per zeepost f 2.10, idem per
f 1 ModehbH86 den f 3-20- Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
11-. Modeblad resp. 1 0.95, f i.25, f.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. v.p. 6et
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
"Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4ct.
Over de kabinetscrisis in België valt
niet veel meer te vermelden dan'wat on
derhandelingen. Renkin heeft, zooals ver
wacht werd, van koning Albert opdracht
ontvangen tot het vormen van een nieuwe
regeering, en de afgetreden minister
president is onmiddellijk met zijn be
sprekingen begonnen.
1 agen den middag had een bijeenkomst
plaats in bet departement van kunsten
en wetenschappen, waar hij, na een
onderhoud met mr. Bovesse, den Waal-
schen liberalen minister van P.T.T. in de
afgetreden regeering, den minister van
kunsten en wetenschappen Petitjean, den
kabinetformateur en de Vlamingen Poul-
let en Sap in zijn werkkamer ontving en
met hen over een nieuwe door hem ont
worpen formule betreffend het onderwijs
vraagstuk confereerde.
Na dit onderhoud was die stemming
heel wat optimistischer dan Woensdag.
De katholieke Vlamingen zouden in
strijd met de verwachting geen nieuwe
eischen hebben gesteld.
Gistermiddag drie uur zouden de libe
rale fracties van Kamer en Senaat bijeen
geroepen worden en daarin zou men dan
trachten tot overeenstemming te komen.
Wellicht vindt men daarover dus een en
ander elders in dit blad.
Het gezwam te Genève en de houding
van Frankrijk schreven wij in den kop
van dit overzicht en men kan bij een
nuchtere beschouwing van de besprekin
gen die te Genève gevoerd worden, geen
andere gevolgtrekking maken en geen
betere kwalificatie ervoor vinden dan dat
het gezwam is. Daarover hieronder nog
meer. En wat betreft de houding van
Frankrijk ter ontwapeningsconferentie,
op de beteekenis daarvan hebben we al
eerder gewezen. Tot nog toe immers was
Frankrijks houding een van de grootste
struikelblokken om te komen tot een
positief resultaat.
.Wij laten hieronder het Hbl. aan het
woord over het werk te Genève en doen
hier en daar een greep uit- een artikel in
het nummer van Donderdagavond.
De technische commissies van de ont
wapeningsconferentie hebben na een
korte Pinkstervacantie den arbeid hervat.
Uit hetgeen daarover uit Genève wordt
gemeld, blijkt wel heel duidelijk, met welk
peuterwerk men in die commissies den
tijd blijft doodslaan. En tevens, hoe groot
het meeningsverschil onder de diverse
deskundigen is, zoodat men in geen enkele
commissie tot overeenstemming kan
komen en verschillende meerder- en
minderheidsrapporten worden opgesteld.
Daardoor wordt echter waarschijnlijk al
thans één goed resultaat bereikt, n.1. dat
de dwaasheid en nutteloosheid van den
strijd over de vraag wat nu eigenlijk aan
valswapenen zijn, duidelijk wordt en dat
men zal gaan inzien, dat de oplossing
langs dezen weg niet te bereiken zal zijn.
Een dergenen, die lang te voren ge
waarschuwd heeft tegen de gevaren, welke
de regeling van het ontwapeningsvraag-
stuk zouden bedreigen van de zijde van
deskundigen, is lord Cecil geweest. Het
geen hü voorspeld heeft, dat zou gebeu
ren, geschiedt thans te Genève en dit
heeft hem aanleiding gegeven, om voor
een groot auditorium van Volkenbonds
journalisten en andere belanghebbenden
in het ontwapeningsvraagstuk, zeer juiste
critiek te oefenen op den arbeid der tech
nische commisies.
Cecil laakte scherp de beschouwing van
vele deskundigen, die beweerd hadden,
dat zelfs slagschepen, militaire vlieg
tuigen en zware kanonen niet als aan
valswapenen moeten beschouwd worden.
Lord Cecil drong er op aan, dat de alge-
meene commissie zich op het standpunt
zou stellen alle wapenen als aanvals
wapenen te beschouwen, wier bezit een
staat, die een ander land overvallen wil,
de uitvoering van dit plan zou vergemak
kelijken. Het vredesverdrag van Versail-
les heeft een duidelijk antwoord gegeven
op de vraag, welke wapenen als zoodanig
te beschouwen zijn; alle oorlogsschepen
boven 10.000 ton, alle onderzeebooten, alle
tanks en alle zware kanonnen met een
kaliber van meer dan 155 millimeter en
alle militaire vliegtuigen zijn bij het ver
drag van Versailles aan Duitschland ver
boden.
Men mag lord Cecil er dankbaar voor
zijn, dat hij, met zijn groot gezag, in zijn
critiek herinnerd heeft aan de oplossing
door de heeren van Versailles van het
vraagstuk, dat thans zooveel hoofdbrekens
kost.
Verderop zegt het „Hbl." nog:
Ofschoon de groote heeren in dit op
zicht allen aan elkaar gewaagd zijn, blijft
toch Frankrijk de groote hinderpaal voor
een bewapeningsvermindering. En daar
om wordt thans met zoo groote spanning
uitgezien naaf de vorming van de nieuwe
Fransche regeering en de door haar aan
te nemen houding ten opzichte van het
ontwapeningsvraagstuk.
En aan het einde van het artikel:
Zal echter de nieuwe Fransche premier
zijn verantwoordelijkheid niet alleen
tegenover het volk, maar ook tegenover
Europa, inzien?
Dat is de vraag, waarop thans spoedig
het antwoord verwacht wordt.
Moge Frankrijk zich deze gelegenheid
0111 het reddende woord te spreken en al
dus met één slag aller sympathie te ver
overen, niet laten ontgaan!
Een Russisch memorandum ter ontwa
peningsconferentie. Te Genève heeft de
Russische delegatie op de ontwapenings
conferentie een memorandum over het
vaststellen van de wapeningssterkte van
een land ingediend.
Hierin wordt gezegd, dat de wapenin
gen van een land in verhouding moeten
staan tot zijn oppervlakte, de lengte zijner
grenzen, de bevolkingsdichtheid en de
dichtheid van het spoorwegnet. Boven
dien moeten de bondgenootschappen
welke het land met nabuurstaten heeft
gesloten, in aanmerking worden geno
men, alsmede de politieke betrekkingen
met andere landen. Voorts moet ook de
veiligheidstoestand van een land in reke
ning gebracht worden. Tenslotte moet het
particuliere kapitaal, dat in de wapenings
industrie is gestoken verminderd worden
en mededeeling worden gedaan van de
grootte van dit kapitaal.
De kabinetscrisis in Japan heeft nog
geen oplossing gevonden.
De legeraad van Japan heeft den lei
der van de Seioekai-partij, Soezoeki, de
eischen voorgelegd, waarop hij wenscht
toe te stemmen in de vorming van een
nieuw kabinet. Het leger eischt in de
eerste plaats de opneming in de regeering
van die mannen die een waarborg bie
den voor de ten uitvoer legging van een
nationale politiek.
Soezoeki heeft in groote lijnen zijn in
stemming betuigd met de eischen van het
leger, zoodat verwacht kan worden dat hij
met de kabinetsvorming zal worden be
last. Waarschijnlijk zal de huidige mi
nister van oorlog, Araki, in functie blij
ven.
Naar verluidt hebben de vertegen
woordigers van het leger zich tegelijker
tijd bereid verklaard onwettige bewegin
gen in het leger te onderdrukken.
door
J. MEIJER Azn.
Directeur van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financieele
Adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten.
Het plan-Keegstra.
IV.
(Slot).
Kort na het nemen van de in ons vorig
artikel genoemde besluiten, werd in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal door
dr. J. v. d. Tempel een interpellatie ge
richt tot den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw, waarbij als punten
IV en V het volgende werd gevraagd:
Is de Regeering bereid het vraagstuk
van de wettelijke regeling der 40-urige
arbeidsweek aanhangig te maken bij het
Internationaal Arbeidsbureau?
Is de Regeering bereid langs den weg
van overleg met belanghebbenden, even
tueel door wettelijke maatregelen, te be
vorderen, dat in de bedoelde takken, waar
de omstandigheden dit practisch uitvoer
baar maken, bij middel van verkorting
van arbeidstijd het aantal te werk ge
stelde arbeiders wordt uitgebreid?
Is de regeering bereid, ter bevordering
van werkverruiming en werkverschaffing,
een algemene regeling te treffen ten aan
zien van bijdragen van Rijkswege in de
kosten van door gemeenten tot het ver
schaffen van werkgelegenheid te onder
nemen werken?
Met de Regeeringsverklaringen, welke
hierop volgden, nam dr. J. v. d. Tempel
geen genoegen. Hij diende moties in,
waarvan het resultaat evenwel was, dat zij
werden verworpen!
Zoo komt dus het vraagstuk van de
verkorting van den arbeidsduur aller-
Zwakte van de organen in den rug bedreigt
zoowel mannen als vrouwen, vooral in den
middelbaren leeftijd en daarna. De verschijn
selen zijn gemakkelijk te onderkennen.
Als uw rug, ledematen en spieren pijnlijk
zijn; als gij u prikkelbaar, vermoeid en zenuw
achtig voelt; als gij last hebt van urinestoor-
nissen, waterzuchtige zwellingen, hoofdpijn of
aanvallen van duizeligheid, gebruik dan on
middellijk Foster's Rugpijn Pillen. Want als
tengevolge van verzwakking der organen in
den rug urinezuur en andere schadelijke onzui
verheden zich in het bloed meer en meer op-
hoopen door verwaarloozing der eerste waar
schuwende verschijnselen, wordt herstel moei
lijker. Er bestaat gevaar voor rheumatiek,
ischias, spit, waterzucht en blaaszwakte.
Foster's Rugpijn Pillen zijn een speciaal
middel, die rechtstreeks op de bedoelde orga
nen werkt en geen nevenwerking heeft op de
ingewanden. Bij alle drogisten a 1.75 per
flacon.
eerst door economische noodzakelijkheid
in de onderneming zelve naar voren: de
ondernemer is in tal van gevallen genoopt
zijn toevlucht tot dezen maatregel te
nemen. De crisis leidt er evenwel toe, dat
ook in de kringen der arbeiders uit al-
gemeene overwegingen aandacht aan het
vraagstuk geschonken wordt: opheffing
van de wanverhouding tusschen produc
tievermogen en verbruik deftr wettelijke
regeling van de 40-urige arbeidsweek en
door het van regeeringswege bevordereen
langs den weg van overleg met belang
hebbenden, dat het aantal te werk gestel
de arbeiders wordt uitgebreid bij middel
van verkorten van arbeidstijd. Maar wat
daarbij niet ter sprake kwam is verlaging
van het loonpeil.
Verlaging van loon.
In het maandblad „De Gemeente-finan-
ciën" van 10 Januari '32 wordt echter in
een artikel van den heer Keegstra deze
kwestie wel besproken. De schrijver be-
"pleit beperking van den arbeidsduur, ten
einde de werkgelegenheid te verruimen
en het daardoor mogelijk te maken nieuwe
arbeidskrachten aan te stellen. Maar
aangezien daaruit verhooging van kosten
voortvloeit, neemt de schrijver, dat het
nadeelige gevolg van den genoemden
maatregel zal kunnen worden voorkomen,
indien de werknemers bereid zijn bij de
instelling van den arbeidstijd genoegen
te nemen met eenige vermindering van
hun arbeidsinkomen. Hiertoe zullen zij
bereid zijn meent hij indien zij we
ten, dat de verkorte arbeidstijd gepaard
zal gaan met een evenredige uitbreiding
van het personeel der onderneming. Of
dit laatste zoo positief kan worden, mag
worden betwijfeld, ook al is de hoop niet
uitgesloten, dat éénmaal de noodzakelijk
heid van dezen maatregel zal worden in
gezien. Het spreekt vanzelf, dat de vak-
vereenigingsbesturen een groote kracht
in die richting kunnen uitoefenen. Het
zou inderdaad een daad van groote betee
kenis zijn. De schrijver meent, dat het
niet noodig zal zijn, dat de bonden tegen
over dergelijke plannen even afwijzend
staan als tegenover de voorstellen tot
loons- en salarisverminderingen zonder
meer, omdat bij de verkorting van den
arbeidsduur, ook al gaat die gepaard met
vermindering van het arbeidsinkomen, de
loon- en salarisbasis niet wordt aange
tast. Bovendien zou het naar de meening
van genoemden schrijver niet noodig zijn
het totale arbeidsinkomen per week of
per maand in dezelfde mate te verminde
ren, als de arbeidsduur, omdat de voor
Oorspronkelijk verhaal.
door
KEES MIDDELBERG.
(Auteursrecht voorbehouden).
12)
De Britten waren correct, maar gere
serveerd. De hertog in eigen persoon
maakte een buiging voor den heer en
mevrouw Russell, toen His («race toeval-
lig eens met hen samen in de lilt stapte.
En de hertogin had Dr. Oxenham met
een glimlachje bedankt, toen hij haar
liet voorgaan bij een van de terrasdeu
ren. En noch Dr. Oxenham, noch de
joviale bankier uit New-York hadden
den euvelen moed een conversatie te be
proeven met opmerkingen over het weer
of over bezienswaardigheden der stad
Caïro. De bankier hield zelfs zijn sigaar
uit den mond, zoolang hij met den hertog
van Parkminster in de lift stond!
„Daar heb je nu weer die Engelsche
deftigheid," had de bankier later gemop
perd. „Als in Amerika twee menschen
elkaar treffen, nadat lij beiden een paar
avonturen hebben beleefd, die met elkan
der verband schijnen te houden, dan zou
den zij de zaak bij de eerste ontmoeting
met elkaar bespreken. Hier maken ze een
buiging, zeggen: Good Morning, en gaan
huns weegs. Funny peolpe!"
Waarop zijn vrouw er hem op attent
maakte, dat de Engelschen misschien nog
heelemaal niets wisten van wat hun over
komen was en dat de hertog in alle geval
niet aan hun gezichten had kunnen zien,
dat zij de heer en mevrouw Russel waren.
Het was trouwens druk en vol in het
hotel. Er logeerden een groot aantal gas
ten en de enkele onder hen verdween
onder het geheel. De directeur van het
hotel had met veel moeite gedaan gekre
gen, dat in zake het verdwijnen van Ab-
dullah en de lugubere vondst op het kerk
hof niet publiek werd gemaakt, dat het
een geëmplooieerde van het hotel betrof.
Hij wilde zijn gasten de onaangename
gewaarwording besparen en tevens alle
eventueele schade voor de reputatie van
het hotel voorkomen. De moord op den
armen Abdullah had absoluut niets met
het hotel te maken en niettemin is het
niet aangenaam, als iemand, die in een
hotel logeert, verneemt, dat een der be
dienden op geheimzinnige wijze is ver
moord. En zijn menschen met levendige
fantasie, die uit zulk een gebeurtenis
allerlei mogelijkheden voor zich zeiven
distilleeren. Zoo wist dus niemand der
gasten, dat een der bagageknechts twee
dagen te voren naar een kerkhof was ge
lokt en daar was vermoord. Doch den
avond van den dag, waarop de hertog
van Parkminster met zijn gade en hun
gasten hun intrek hadden genomen in
het hotel, zou de reputatie van het hotel
een nieuwe proef ondergaan.
Het was reeds lang na middernacht,
toen een der gasten thuis kwam van een
bezoek aan een der ambtenaren van het
Britsche consulaat. Het was Mr. Horace
Beechespool uit Walton-on-Thames. Hij
was een man van bij de zeventig jaren,
maar nog zoo lenig en vlug als een veer
tiger. Toch had hij geen gemakkelijken
werkkring gehad. Meer dan veertig jaren
lang had hij deel uitgemaakt van het poli
tiecorps van Birmingham en de laatste
vijftien jaar daarvan was hij chef geweest
van de poitierecherche. Zonder dat men
hem nu bepaald kon vergelijken met den
chef der Londensche Scotland Yard, had
hij in de reusachtige Engelsche fabrieks
stad toch een staat van dienst beleefd en
bovendien een reeks van ervaringen op
gedaan, die hem tot een van de beste
krachten des lands stempelden. Sinds een
i paar jaar was hij gepensionneerd en woon
de in een liefelijk dorp langs de Theems
en op het oogenblik was hij te Caïro,
waar hij nog een paar dagen dacht te
vertoeven, om dan verder zuidwaarts te
reizen. Een oud vriend en studie-makker
van hem, die een post bekleedde bij het
Britsche consulaat te Caïro, had hem voor
dien avond te dineeren genoodigd en het
was tamelijk laat geworden, voordat de
heer Beechespool weer naar zijn hotel
terugkeerde.
De nachtportier had hem opengedaan.
Hij had de hall reeds half doorschreden,
toen er ergens een dof gerucht hoorbaar
werd. Het was een val of slag of kort ge
rommel of iets van dien aard en het kwam
uit het bagagedepot. De heer Beechespool
schonk er geen aandacht aan en ging de
trap op. Doch bij den draai der trap ge
komen, zag hij, hoe de nachtportier onbe
weeglijk in de hall stond en met verbaasd
gezicht in de richting van het bagage
depot keek. De heer Beechespool bleef
staan.
„Is er iets?" vroeg hij den poriei'.
„Ik weet het niet, mijnheer, „antwoord
de de man. „Ik dacht, dat ik iets hoorde
in het bagagedepot."
„Is er iemand, daar?"
„Neen, mijnheer. Het depot is al lang
gesloten. Misschien is er een koffer om
gevallen of van een anderen koffer afge
gleden. Het zal wel niets te beteekenen
hebben."
„Neen," zei de heer Beechespool en
gaapte. Hij zag, hoe de portier naar zijn
loge ging en een sleutelbos nam. Met
rammelende sleutels ging hij naar de
deur van het bagagedepot, zocht den goe
den sleutel uit, stak hem in het slot en
opende de deur.
De gepensioneerde politiedetective aar
zelde. Hij verlangde naar zijn bed, maar
hij wilde toch liever nog even wachten,
tot de portier weer te voorschijn kwam.
Hij hoorde het electrisch licht aandraaien,
maar hfj kon van zijn plaats het depot
niet zien. Hij hoorde de stappen van den
portier hol weerklinken op den steenen
vloer. Toen hielden ze. plotseling op. Hij
meende een onbestemd gerucht te hooren.
Daarna klonk plotseling een hard kra
kend geluid, kort en fel, gevolgd door een
doffen slag.
waarde zou kunnen worden gesteld, dat
de overheid tijdelijk, bij de invoering een
bijdrage verleend aan het bedrijf voor
eiken werknemer die als direct gevolg
van de arbeidsvermindering wordt aan
gesteld. Aldus weet de werknemer, dat
het opheffen van de werkloosheid niet
alleen op hem wordt verhaald, maar dat
daartoe ook door den belastingbetaler
naar billijke verhouding wordt bijgedra
gen. En de overheid heeft daarvoor mid
delen beschikbaar in den vorm van vrij
komende ondersteuningsgelden. M.a.w.
de thans voor werkloozenuitkeering be
schikbare gelden zullen dan dienen om
deels de door den schrijver bedoelde bij
dragen aan de onderneming te verleenen.
De schrijver geeft dan met enkele voor
beelden aan hoe het plan kan worden uit
gewerkt en beveelt het aan bij de over
heidsorganen en bij allen, die invloed
hebben bij de overheid en bij de vakor
ganisaties.
Een belangwekkend voorstel.
De hoofdgedachte en de strekking van
het plan verdienen alleszins waardeering.
Hoewel het tot stand komen van de sa
menwerking tusschen de belanghebben
den ongetwijfeld op vele moeilijkheden
zal stuiten, mogen pogingen om in de
aangegeven richting werkzaam te zijn,
niet uitblijven, wil men de verdere uit
breiding van de werkloosheid zooveel als
mogelijk is trachten te verhoeden. Zoo
deze zaak niet terstond en flink wordt
aangepakt, is de ellende in de toekomst
niet te overzien.
Moge dan daarbij vooral ook van de
Overheid een krachtig initiatief uitgaan
en zij bereid gevonden worden het loon-
en salarisvraagstuk met de volle mede
werking der daarbij betrokken werkne
mers- en werkgeversorganisaties onder
de oogen te zien, dan kan op den geza
menlijk vast te stellen grondslag het plan
van verkorting van arbeidsduur met een
zekere vermindering van loon gepaard
gaande, uitgewerkt worden.
De Overheid geve daarbij zelve het
voorbeeld. Zij breken met het tot dusver
gevolgde stelsel van ontslaan en op
wachtgeld stellen, dat in de eerste jaren
toch geen noemenswaardige verlichting
geeft en maar al te dikwijls het trage
functionneeren van den dienst in de hand 1
werkt. Zij verkorte daarentegen den ar
beidstijd en stelle voor het verrichten
van den arbeid in den vrijgekomen tijd
werkloozen aan, zij het dan in lossen
dienst. Op die wijze werkt zij mede aan
de beperking van de werkloosheid en aan
het op peil houden van de volkskracht.
Voor de openbare kas zullen daarvan de
voordeelen niet uitblijven.
Moge dan spoedig algemeen het nut
van verkorting van den arbeidsduur, ten
einde tot beperking van de werkloosheid
te komen, worden ingezien en maatrege
len worden beraamd om te trachten het
hiervoren besproken denkbeeld te ver
wezenlijken.
(Nadruk verboden).
ISiÜ per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
DE IERSCHE WET TOT AFSCHAF
FING VAN DEN EED.
In de Iersche Dail is Donderdag het de
bat over de wet tot afschaffing van den
eed uit de Iersche grondwet voortgezet.
Een amendement-Finlay om de behan
deling op te schorten en eerst voeling te
nemen met de Engelsche regeering werd
met 77 tegen 69 stemmen verworpen, na
dat de Valera zelf ingegrepen had en in
een lange- verklaring nogmaals uitge
legd, dat zijn regeering zoowel juridisch
als moreel gerechtigd was het ontwerp
in den voorgelegden vorm door te zetten.
DE AMERIKAANSCHE FINANCIËN.
Een tekort van 2.5 milliard.
Het departement van financiën deelt
mede, dat het deficit per 16 Mei bedroeg
2.508.700.476 dollars.
Verwacht wordt, dat het deficit gedu
rende de zes weken, welke nog moeten
verloopen voordat het financieele jaar ten
einde is, zal stijgen tot drie milliard dol
lar. De stijgende uitgaven en de vermin
dering der ontvangsten zijn oorzaak van
dit grootste tekort in vredestijd in de
Amerikaansche geschiedenis.
Onder voortdurende controle van Dr. Ing. H. J. DE WIJS,
Scheikundig Ingenieur.
Een hygiënische behandeling uwer
wasch is in het belang der gezond
heid van uw gezin
Hij vloog de trap weer af en snelde naar
het bagagedepot, waarvan de deur wijd
open stond.
Toen kwam er een gesmoorde verwen-
sching over zijn lippen.
„Damn, te laat!" zei hij.
HOOFDSTUK V.
„Gelooft u aan bovennatuurlijke dingen?"
„Mijnheer Beechespool," besloot de
directeur van het hotel zijn betoog, „ik
wil u in alles tegemoetkomen en al uw
wenschen vervullen, als u er in toestemt,
de zaak discreet te behandelen."
De heer met het zilveren haar en de
scherpe oogen wierp zijn sigaret in den
aschbak.
„Ik kan u niets belooven," zei hij koel
tjes en zakelijk. „U hebt in deze zaak al
veel te veel aan uw eigen belang gedacht.
Het is niet een kwestie, die u of uw hotel
alléén aangaat. Ik ben de eenige, aan
wien u thans hebt verteld en erkend, dat
er twee of drie dagen geleden een bagage-
knecht van uw hotel onder geheimzinnige
omstandigheden is vermoord. U hebt ei
voor gezorgd, dat. er in de courantenbe
lichten niets werd vermeld van de dienst
betrekking van den vermoord) vaa uw
hotel. Dat is heel aangenaam voor u,
maar weet u, of de politie misschien niet
verder zou zijn gekomen met haar onder
zoek, als er in de bladen had gestaan, dat
de vermoorde Abdullah een bagageknecht
van dit hotel was? Er zullen zeker wel
menschen zijn, die den man kenden als
uw employé, maar niet zijn naam wisten.
Het is volstrekt net onmogelijk, dat er
méér aanwijzingen zouden zijn gekomen,
als de couranten de volledige waarheid
hadden vermeld. U hebt uw eigen belang
laten domineeren over het veel grootere
belang, dat de moord op dien armen baga
geknecht wordt opgehelderd. En nu zou
u liefst hebben, dat er van het gebeurde
van heden nacht weer niets bekend werd.
Ik kan u daarover niets beloven, mijn
heer, niets."
De hoteldirecteur was blijkbaar alles
behalve op zijn gemak.
„Ik vraag u slechts, mijnheer Beechs-
pool, dat er niet méér publiek wordt, dan
noodig is. Ik geef u toe, dat het verzoek
u egoïstisch moet toeschijnen. Maar be
grijpt u niet, van welk een grooten in
vloed de zaak voor het hotel kan zijn?
Eerst wordt een bagageknecht van mijn
hotel onder raadselachtige en nog niet
opgehelderde omstandigheden vermoord.
Een paar dagen later hoort de nachtpor
tier ergens een verdacht geluid. Hij gaat
er op af en wordt een oogenblik later be
wusteloos op den grond gevonden met
een bloedende hoofdwonde. Er is blijk
baar ingebroken in het bagagedepot. Men
vindt he4 slot van een aantal boxes ge
forceerd en de koffers in wanorde, hoe
wel er niets wordt vermist. De inbreker is
ontvlucht door het raam, waarvan hij de
tralies heeft losgewrikt. Wat denkt u,
mijnheer Beechespool, dat dit alles tenge
volge zal hebben, als het bekend wordt?
De reizigers zullen zeggen: Dat hotel is
niet veilig meer. Wij gaan ergens anders
heen! U mag mij niet kwalijk nemen, dat
ik mij tacht te beveiligen tegen zulke
schade." (Wordt vervolgd).