HET BINNENHOF
J
OP EN OM 1
De toepassing der Ongevallenwet -
Onderzoek toegezegd. - Weer een con-
tïngenteeringsdebat. - Minister Verschuur
deelt harde woorden uit. - Eind goed, al
goed. - De opvolger van dominee
Lingbeek.
zoo ook op 3 en S Juli. Van 27 Juni tot 2 Juli
vinden bovendien een aantal carillonbespelin
gen en openluchtconcerten plaats. De feeste
lijke aankleeding zal tenslotte nog worden
verhoogd door een illuminatie van een deel
der oude stad en van enkele der oudste
torens. Een „uitbundiger" feestviering acht
te, zeide de wethouder, het gemeentebestuur
niet passend voor dezen tijd. Wie echter dan
toch nog behoefte mocht hebben aan een
zekere uitbundigheid, kan altijd nog terecht
ir het Lunapark in het nabijgelegen Diemen,
dat dezer dagen wederom „in bedrijf" kwam
en waar, in begin Juli, tevens een reclame-
tentoonstelling zal gehouden worden.
Het Koggeschip pakt, naar men ziet dyen
zomer wèl uit. Moge'het aan alle zijden door
drommen landgenooten zoowel als vreemde
lingen geënterd worden!
De omgekeerde wereld.
't Is misschien met dit feestvieren
in deze tijden, wel een beetje de om
gekeerde wereld! Feestvieren doet men
onder normale omstandigheden nu een
maal slechts dan, als er iets heugelijks
te gedenken valt, dat geschied is of althans
reeds aangevangen is te geschieden. In de
huidige abnormale omstandigheden gaan we
aan het feestvieren in de hoop dat er in de
toekomst iets heugelijks uit zal voortkomen:
een druk bezoek namelijk eneenigszins
vermeerderde inkomsten!.. Eén kleine heu
gelijkheid, die evenwel op zichzelf nog
niet een feest zou rechtvaardigen! valt
toch te vermelden. Het feit, dat het met onze
tram, die naar men weet het laatste jaar
liefst op een millioen verlies zat, de laat
ste maanden tenminste iets beter gaat. De
bedrijfsuitkomsten beginnen reeds iets beter
te worden en dit is zeer zeker een ongedacht
spoedig succes van de saneerings-actie van
den waarnemenden directeur, dr. Lulofs. Zijn
eerste maatregelen, het invoeren van een
vijf minuten dienst op enkele lijnen, waar
voor tevens op moderne wijze de noodige
reclame werd gemaakt, wierpen reeds resul
taten af. Het spreekt vanzelf, dat hij nu ook,
gezien deze uitkomsten, energiek op den in
geslagen weg wil voortgaan. Zoolang het
uitsluitend bij nieuwe technische maatregelen
blijft (als b.v. verhooging der optrek-snelheid
der wagens door het aanbrengen van nieuwe
„ankers") zal hij dien weg wel zonder al te
veel tegenstand kunnen blijven bewandelen.
Iets anders wordt het als hij aan de werk
tijden op het personeel gaat raken. En hij be
gint er al aan te raken nu hij zijn voornemen
te kennen gaf het maximum van dien werk
tijd te brengen op 9 r/4 u. per dag. Daarover
zal binnenkort dan ook nog heel jvat te doen
zijn.
WEEK-
KRONIEK
Minister Verschuur heeft over de toepassing
der Ongevallenwet heel lang en heel uitvoerig
gesproken. Hij toonde geheel meester te zijn op
het bij uitstek moeilijke terrein der Ongevallen
wetgeving en alles, wat daarmee in nauw ver
band staat.
Het zou mij stellig te ver veoren, indien ik
uitvoerig inging op alle détails van de minis-
terieele rede.
Ik zal mij dus tot de resultaten moeten be
palen.
Z. Exc. stond absoluut niet afwijzend tegen
over een onderzoek ter oplossing van de vraag,
of er aan de uitvoering der wet of aan hem
zelf nog iets ernstigs hapert.
Maar de hoofdzaak kwam hierop neer: Men
moet aan de Regeering overlaten om uit te
maken, wat onderzocht diende te worden van
hetgeen in het debat over de motie-Ter Laan
cs., een onderzoek naar de juiste toepassing
der wet vragend, was te berde gebracht.
De heer Kuiper, r.-k., weet men had
ook een motie ingediend. Beiden vroegen een
onderzoek resp. naar verkeerde toepassing en
naar leemten in de wet. Aangezien mr. Ver
schuur nog niet kon zeggen wat van de aan
gevoerde critiek en bezwaren waarde heeft,
kon hij ook niet kiezen tusschen de beide
moties. Hij verzocht deze maar in te trekken,
ze „pro-memorie in de Handelingen te laten
staan".
Er werd nog uitvoerig gerepliceerd, waarbij
de heer Heemskerk even kwam verklaren, dat
bil de moties in strijd achtte met de onafhan
kelijkheid der rechterlijke macht. Hierom kwam
de heer Kuiper zijn motie nog wijzigen in dien
zin. dat geen onderzoek naar de toepassing,
maar naar de uitvoering zou worden gevraagd.
Toch zijn ten slotte de motiesingetrokken.
Nadat de minister verschillende keeren had
moeten herhalen, dat hij de klachten zal „schif
ten", wikken en wegen, om dan na te gaan
wat een verder onderzoek noodzakelijk doet
zijn.
De door mij gedane toezeggingen hebben de
sprekers maar amper op zich laten inwerken,
zei de bewindsman op zeker moment wat
gemelijk.
Maar eindelijk werd men het eens. En zoo
als reeds gezegd: de moties verdwenen in de
prullemand.
Opnieuw verscheen de crisis op het parle
mentaire tapijt!
Behandeld werden de ontwerpen tot regeling
van den invoer (contingenteering) van schoei
sel, tricotgoederen, wollen en half-wollen stof
fen en bovenkleeding. Hiertoe behoorde dus
ook de geruchtmakende contingenteering van
dames-confectie.
Het was dr. Colijn, a.-r., die van de afge
vaardigden het duidelijkst de stemming in de
Kamer t. o. der onderhavige ontwerpjes tee
keode. Hij zei n.1. getroffen te zijn door het
feit, dat er leden zijn, die vinden Rdat de Re
geering te ver gaat met contingenteeren, ter
wijl anderen het tegendeel beweren.
Zóó was 't. Van bijna geen enkele zijde
ondervond de minister erkentelijkheid voor zijn
moeilijk werk. 't Was al critiek wat de klok
sloeg.
Vóór verscherping pleitten de katholieken
Van der Meijs, Lockefeer en zeer bijzonder
dr. Kortenhorst, die alles wilde eontingenteeren
op de basis van de „normale jaren". Voorts:
de heer Krijger, c.-h.
Daarentegen waren de leden mej. Katz, c.-h.,
dr. Vos, v.-b., mr. Oud, v.-d., Snoeck Henke-
mans, c.-h., en ir. Van der Waerden, s.d.a.p.,
ontstemd over het optreden der Regeering, om
dat zij te ver zou gaan.
De heer Colijn wierp een nieuw element in
het debat. Allereerst verklaarde hij, dat de
crisis-invoerwet niet de strekking had, een
radicale verandering m onze handelspolitiek te
brengen. Zij dient slechts den abnormalen in
voer tegen te gaan en niet meer dan dat. De
Regeering kreeg geen bijzonder wapen in
handen.
Mocht zulks door den nood geboden worden,
dan walde de heer Colijn daartoe wel meewer
ken. De Kamer dient zich echter eerst prin
cipieel uit te spreken als koersverandering
noodzakelijk lijkt, vond de anti-revolutionaire
leider.
Toen kwam de heer Colijn tot zijn vraag.
Hij constateerde, dat de juistheid der contin-
genteeringen, der percentages, nooit met zeker
heid is vast te stellen. Men moet in de Regee
ring wat meer vertrouwen stellen. Daarom
wierp hij het denkbeeld op of 't niet gewenscht
is totwetswijziging te komen. De bedoeling
was, om de vele malen terugkeerende debatten
over de verschillende contingenteerings-maat-
regelen maar achterwege te laten. Wat eigenlijk
zou neerkomen op schrapping van de wette
lijke goedkeuring op de Kon. Besluiten. Zoo
lang de Regeering zei dr. Colijn er slechts
op uit is om den status quo te handhaven, is
't toch niet noodig, telkens om wettelijke be
krachtiging te vragen.
Het spreekt vanzelf, dat de heer Oud, wiens
amendement indertijd de repressieve controle
van het Parlement op de contingenteeringen in
de wet bracht, met kracht het denkbeeld-Colijn
bestreed.
Ons amendement aldus mr. Oud dien
de om te voorkomen, dat de wet voor dingen
zou worden gebruikt, waarvoor zij niet is ge
maakt. Hij achtte den tijd nog niet gekomen
om reeds te oordeelen over de werking der
parlementaire controle. Op 't moment achtte
mr. Oud die nog zeer noodig. Overigens ver
klaarde hij, met het oog op de vele moeilijk
heden, waarmee de Regeering thans te kampen
heeft, „heusch nog wel menschelijk gevoel voor
den minister te koesteren
„li bent dan de eenige!zei de minister
met een bitter lachje
Wat de onderhavige contingenteeringen be
treft, vooral de invoer-beperking van boven
kleeding stond hem niet aan. In 't algemeen
bleek de vrijz.-democratische afgevaardigde
vrees te koesteren voor het gevaar dat de be
drijven door de bescherming, genaamd con
tingenteering niet meer blijven voldoen aan
de moderne eischen, aan de outillage van de
fabrieken te stellen. Ook wordt in de hand ge
werkt, dat men zich niet meer zoo richt naar
de vraag en den smaak van het publiek.
J.I. Woensdag heeft minister Verschuur nog
maals en uitvoerig de contingenteeringspolitiek
der Regeering verdedigd. Z. Exc. bleek zeer
ontstemd. Maakte de Kamer verwijten. Bittere
verwijten zelfs! Hij voegde verschillende leden f
alles behalve lieftallige dingen toe. De minis
ter toonde het humeur van iemand, wien bet
„gal overloopt" en die zich voorgenomen heeft
zijn meening eens ronduit te zeggen.
Zoo tracteerde hij de Kamer op een afstraf
fing in dezen vorm: ,,'t Is werkelijk toch de
beste methode om onredelijk te wezen en de
zaken niet te onderzoeken".
Dr. Vos kreeg te hooren, dat hij „het top
punt van gebrek aan logica" had getoond. Den
heer Kortenhorst werd verweten, dat hij was
gekomen tot schromelijke overschatting van de
mogelijkheid van Regeering-maatregelen".
Voorts schoof de minister vele leden in de
j schoenen, dat zij zich bang hadden laten ma-
ken door een stroom van brieven van klagers
I en men zich niet afvroeg: wat voor goeds is
er met de contingenteeringen bereikt?
Z. Exc. verzekerde, dat de werkloosheids
cijfers in verschillende bedrijven, die „hopeloos
1 opliepen door de Regeeringsmaatregelen be-
langrijk zijn verbeterd. Het toppunt van onre-
1 delijkheid is, dergelijke effecten niet eens te
onderzoeken, voegde de bewindsman de tegen-
1 standers van de contingenteeringen toe.
Alle bezwaren vervolgde Z. Exc. wor-
j den hier breed geëtaleerd en alle aandacht ge-
schonken aan de keerzyde van de medaille.
De minister verzekerde, dat zeer diepe en
degelijke voorbereidingen aan de contingen-
I teeringen vooraf gaan. Daarom kan dikwijls
j niet snel worden gehandeld, waarover ook
sterk was geklaagd.
Men verwachte van de contingenteeringen
geen wonder aldus voorts mr. Verschuur
maar verbeteringen hebben zij ontwijfel
baar zeker gebracht. Dat de „onschuldige con
tingenteeringen", welke tot nog toe zijn toe
gepast, de geheele export zou kunnen fnuiken,
ontkende de minister ten eenen male. We wor
den hevig geslagen zei de bewindsman
men brengt ons ernstige schade toe, we hebben
alle wapenen te gebruiken, welke de noodige
verbetering kunnen aanbrengen. Men denke
toch niet onderwees Z. Exc. de HoogEdel-
Gestrenge heeren dat de Regeering een kind
is, dat met de onderhandelingen met het bui
tenland steds aan het kortste eind trekt. De
Regeering doet geen enkele concessie, waarvan
ze de doelmatigheid niet inziet.
De bemoeizucht der Kamer met de uitvoe
ring der crisis-invoerwet wees de minister ab
soluut af. Wel toonde hij zin tot overleg en
samenwerking, maar omtrent de beslissing
wilde hij het zwaartepunt niet naar het Parle
ment verleggen. De Kamer heeft, volgens den
minister, slechts een oordeel uit te spreken
omtrent de algemeene lijnen, waarlangs de Re
geering gaan moet
Men behoeft niet bang te zijn verzekerde
mr. Verschuur dat de Regeering steelsge-
wijze tot een andere handelspolitiek zal ge-
rakej De Regeering betracht in alle opzichten
de grootste matiging, houdt bovendien reke
ning met vele verschillende factoren als: den
smaak van het publiek, seizoenartikelen. Het
systeem der contingenteeringen is uitsluitend
practisch en wordt aan de ervaring getoetst.
Een prijsstijgende werking is van de contin
genteeringen over 't algemeen niet gebleken.
De prikkel tot prijsverlaging is geenszins af
gezwakt.
Ook ontkende mr. Verschuur, dat de fa
brieken niet met hun tijd zouden meegaan. De
schoen-fabrieken o. a. zijn uitstekend geoutil
leerd.
Er was een motie-Kortenhorst om tegen te
gaan dat goederen tot een waarde van 40
vrij van invoer zijn. De minister verklaarde
op een bevredigend regeling aan te sturen.
Katz b.v. wilde de contingenteering van dames-
Ook waren er enkele amendementen. Mej.
confectie uit de wet lichten. De socialistische
mej. De Jong was er juist glad-vóór. Trouwens,
deze dame bleek een der weinigen te zijn, die
grootendeels met den bewindsman „mee" ging.
Minister Verschuur noemde de amendemen
ten kort en goed: onaannemelijk. Ze werden
dan ook ingetrokken, behalve die van den heer
Van Hellenberg Hubar, r.-k., doelende de con
tingenteering van dames-confectie op 6214 pet.
van de waarde te brengen.
Minister Verschuur heeft er tenslotte zijn
ontwerpen „ongeschonden" door gekregen.
Voor de juiste stemmen-verhouding verwijs ik
naar het verslag.
Ook is in ons Lagerhuis goedgekeurd het
ontwerp tot instelling van den Economischen
Raad. Zonder hoofdelijke stemming.
Alleen het communistische duo liet aantee-
kenen, dat zij tegen waren.
Waarom?
De heer Wijnkoop zei 't: de nieuwe Raad
zou namelijk de fascistische tendenzen der Re
geering verstevigen!
Ten slotte zij nog even vermeld, datde op
volger van dominee Lingbeek, de heer B. G.
Peereboom, als lid der Tweede Kamer is ge
ïnstalleerd.
PARLEMENTARIËR.
De koopman: Dus u wilt mijn doch
ter trouwen? Vertel me eerst eens
even, hoe het met uw financiën staat
Wel ik heb jaarlijks een goed
inkomen en bovendien vijftigduizend
gulden op de bank.
Zoo mag ik je dan eens een goede
raad geven: trouw niet, maar wordt
liever compagnon in mijn zaak!
Nou, nou is het fijn weer gewees met de
Pingksterre en as het nou zoo warm wordt
dan looppe de meissies ook weer met de
blootte mauwe. En dat is wel lollig want dat
heb m'n zuster ook en nou kenne we d'r goed
i plaagge en dat heb ik ook gedaan want Jaap
j zat van d'r week met 'r in de tuin en ze had-
den mij niet gezien en toen ben ik achter een
struik gekrooppe en heb met een speld m'n
zuster in d'r arm geprik nou en toen dach ze
dat Jaap dat gedaan had maar Jaap zei van
niet en toen heb ik het nog eens gedaan en
toen werd m'n zuster kwaad en begon ze te
mopperen op 'm en ze hebben toch lekker
niet gezien dat ik dat gedaan heb en dat is
maar goed ook want nou heb Jaap op z'n kop
gehad en hij het nog altijd de Pop me.
Dat kwam zoo. Het is toch immers luilak
gewees en toen ben ik heel vroeg wegge
gaan naar Jaap z'n huis en heb daar gebeld.
Eers deedden ze niet open maar toen ik nog
eens gebeld had toen werd een raam open
gedaan en toen had je Jaap moetten zien en
toen heb ik tegen 'm gezeg, dag leelijke lui
lak je moet uit je bed koomen en toen was
ie zoo kwaad dat ie z'n hoof weer hard
naar binnen wou trekken maar hij had het
heele raam vergeetten en daar kwam ie nou
met z'n kop tegen an en toen was ie nog
kwaajer. Maar daar ken ik toch niks aan
doen as hij met z'n hoof tegen het raam stoot.
En bij m'n zuster heb ik een natte spons
bove d'r bed gehangen en daar heb zei niks
van gemerk. Maar wel toen ze op moes
staan want toen kwam ze met d'r gezig net
tegen de spons op. Nou toen was ze meteen
gewasse.
En die juut die achter me aan heb gezete
met luilak heb me lekker toch nie gekreegge
want Wimpie kon veel harder looppe.
Met de Pingksterdaagge ben ik met m'n
vader mee gewees en zijn we heelemaal in
Duinoord en langs de duinen gewees maar
weet U wat ik zoo gek vind? Dat al die
fietsen langs de duinen ligge en dat je niks
van de menschen ziet. En toen ik aan m'n
vader vroeg waar toch al die menschen
waarre toen zei m'n vader niks en toen
vroeg ik het nog eens en toen vroeg m'n
vader of ik een ijswaaffel hebben wou. Nou
dat vond ik wel lekker maar toen wis ik nog
niet waar al die mensche waarren en daarom
vroeg ik het nog eens en toen werd m'n
vader kwaad en zei dat ik niet zoo ver-
veelend zijn moes en m'n mond moes houwen.
Nou ik vraag toch alleen maar wat. As ik
dat nog geen eens mag?
En ze hebben nou ook een poes bij de Hel-
derse krant want ik heb 'm gerooke. Dat
kwam zoo. Toen ik een brief naar de krant
brengge moes toen was er ook een meheer
U weet wel die altijd met z'n hoed achter
over loop en ik geloof dat hij Sjarlie Sjaplin
heet nou die heb dat het eers gerooke en
toen moes het opgeveeg worde en toen die
meneer die dat moet, doen dat gedaan had,
toen nam die Sjarlie z'n hoed voor die
meneer af maar hij deed dat van de verkeerde
kant want een hoed moet je toch van vooren
afnemen nou en hij deed dat van achtere.
Misschien is dat wel een nieuwe moodde.
En Donderdagavond heb Winnubs ook ge
speeld in het Julianapark en het was mooi.
Ook was die dikke meneer er weer die met
de stok sloeg en ik heb van een politie op
m'n kop gehad omdat ik doorliep en dat mog
niet en ik heb toch moeten lagge want d'r
was ook een vliegmachine aan het vliegge
en as je nou naar de muziek luistert dan
moet je immers je mond houwe.
Maar één meneer van de muziek kende er
en die agent keek er heel kwaad naar maar
hij kon er toch lekker niet bij koome.
Maar een meneer van de muziek kende er
niks van en dat was die, die op de dikke
sjiem mag slaan. Dat moette ze Wimpie
maar laatte doen, want die meneer doet het
veel te zacht. Nou as ik dat mog doen, dan
dee ik dat zoo hard dat de menssche het
allemaal kenne hoorre hoe mooi of ik dat
wel ken, nou misschien as ik grooter ben,
maar dan sjiem ik heel hard.
En Donderdagavond zijn d'r ook twe«
kinderen in het water gevalle en dat heb ik
gezien. Nou, toen heb ik hard naar de
krant geloope omdat te vertelle, maar d'r
heb een meneer nog harder gelooppe as ik
en die heb nou 't kwartje. Ik kom altijd
te laat.
Nou m'n blaadje is al weer vol en nou
moet ik dan maar weer ophouwe.
Tot de volgende week he. Daaaaaaaaaag.