POPUIAJR. D>rVO^<Hrö^L,\»MDE4H^LPËR0Cll^ COURAMT (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) 541 TWEEDE BLAD. VAN ZATERDAG 28 MEI 1932. Reptielen als hulpmiddel van de medische wetenschap i:| f\ I ZANGERSROEM door Dr. F. G. BENEDICT. Directeur van het voedingslaboratorium van het Oarnegie-inetituut t Washington. Slangen worden vrijwel over de ge- heele wereld verafschuwd, al zijn zij in menig opzicht van nut. Sommige soorten bewijzen den landbouw groote diensten door het verdelgen van scha delijke knaagdieren, terwijl slangen- vellen een handelsartikel vormen, dat steeds belangrijker wordt. Slangen zijn echter ook voor de medische weten schap van belang, evenals tal van andere dieren. Zij geven ons dikwijls een beter inzicht in de levensverrich tingen van den mensch, dan wij kun nen verkrijgen door uitsluitend men- schen te bestudeeren. In ons voedings laboratorium is aan deze vergelijken de physiologie dan ook vanaf de stich ting in 1907 veel gedaan, terwijl vanaf 1915 ook verschillende grootere koud bloedige dieren werden bestudeerd, voor zoover deze in de lucht leven. Dr. W. T. Hornada, directeur van den New Yorkschen dierentuin, en Dr. R. L. Litmars, curator van de afdeeling reptielen, stelden ons in staat om proe ven te nemen op zijn buitengewoon uitgebreide collectie reptielen en wij hebben dan ook bijna 1000 proeven ge nomen op niet minder dan 36 slangen en 21 andere dieren, voornamelijk boa constrictors, pythons, ratelslangen, hagedissen, alligators en schildpadden. Om een goede diagnose te stellen en de juiste behandeling te vinden, moet een arts allereerst op de hoogte zijn van de normale verrichtingen van het menschelijk lichaam. Deze kan men rechtstreeks bestudeeren bij men- schen en er is dan ook geen orgaan, geen onderdeel van het menschelijk lichaam, dat een medisch student niet heeft ontleed. Men kan de normale functies van het lichaam echter ook indirect bestudeeren aan de hand van zieke lichamen; zoo heeft het onder zoek van zieke levers veel bijgedra gen tot onze kennis van de functie der gezonde lever. Een andere manier, om indirect de normale verrichtingen van het menschelijk lichaam te bestu deeren, is de reeds genoemde verge lijkende physiologie, waarbij verschil- v dieren worden onderzocht. Bij sommige dieren is een bepaald orgaan sterk ontwikkeld, zoo biiv. het spijs verteringsorgaan bij de herkauwende dieren. Het voedsel blijft dan ook veel langer in hun lichaam dan bij een mensch het geval is en het gevolg daarvan zijn gistingsprocessen en che mische reacties, die ons den weg wij zen om bepaalde spijsverteringspro cessen bij den mensch beter te begrij pen. Koudbloedige dieren voor de studie vankoortsen. Reeds vele jaren geleden zijn de ge leerden tot de conclusie gekomen, dat men hiertoe niet alleen warmbloedige, maar ook koudbloedige dieren moest bestudeeren. De hoeveelheid warmte, die ons lichaam voortbrengt, en de lichaamstemperatuur geven belang rijke aanwijzingen omtrent het al of niet goed functioneeren ervan. In het verschijnsel der koorts kunnen wij nu een beter inzicht krijgen door de snelle veranderingen in de lichaamstempera tuur van koudbloedige dieren waar te nemen. Deze lichaamstemperatuur wisselt n.1. met de temperatuur van de omringende lucht. Door na te gaan, welken invloed de veranderingen in de lichaamstemperatuur op de dieren hebben, leert men dus indirect iéts omtrent de oorzaak en de gevolgen van koorts in het menschelijk lichaam. Dit is'slechts een voorbeeld van de kwesties, welke wij door de vergelij kende physiologie trachten op te los sen. Behalve menschen hebben wij ook warmbloedige dieren met betrek king tot de lichaamstemperatuur on derzocht, vanaf een paard van 800 K.G. tot een muis van 22 G. toe, terwijl ook de warmteproductie van koudbloedige dieren onder verschillende omstandig heden is bestudeerd. De ervaring bij vroegere proeven had ons geleerd, dat men de warmte productie het beste kan bepalen langs indirecten weg, n.1. door de ademha lingsproducten te meten. Een slang of een ander dier wordt dan geplaatst in een luchtdicht afgesloten hok met kunstmatige luchtverversching. TJit het hok wordt de lucht weer we'/:e- zogen en gevoerd langs chemische stoffen, welke het door de slang uitge ademde water en koolzuur opnemen en de hoeveelheden aanwijzen in den vorm van een kleine gewichtsvermeer dering. Het verband tusschen de lichaamstemperatuur van een koud bloedig dier en de temperatuur van z«n omgeving is eveneens niet zoo ge makkelijk te bestudeeren als men zou denken. Men kan de temperatuur van de omringende lucht n.1. met een ge wonen kwikthermometer niet nauw keurig genoeg bepalen, zoodat wij ge bruik moesten maken van de zeer ge voelige e.lectrisehe thermometers om na een tijdsverloop van enkele secon den de temperatuur der lucht rondom de slang of de .temperatuur van de huid van het dier nauwkeurig te be palen. De lichaamstemperatuur van men schen en warmbloedige dieren blijft dezelfde in alle omstandigheden, in het poolgebied evengoed als in de tro pen. De poolvos, die voortdurend in het hooge Noorden blijft, heeft zelfs een hoogere lichaamstemperatuur dan de mensch. Die van koudbloedige die ren volgt echter op den voet de tem peratuursveranderingen van de om ringende lucht. Vroeger dacht men, dat de lichaamstemperatuur dezer die ren altijd iets hooger bleef, doch onze waarnemingen bewijzen afdoende, dat zij gewoonlijk lager is. Het bleek voorts, dat een slang veel water af scheidt door haar huid en longen; bij het verdampen neemt dit water warm te op. De warmteproductie van een slang is gewoonlijk zoo gering, dat mim - Vw N t S'-; J§| pi'"- H i - 's A Een levende python van 2lA M. lengte en een gewicht van 55 kg. Rechts de schrijver van dit artikel (in de witte jas). De slangen zijn soms zeer prik kelbaar, zoodat het nemen der verschillende proeven niet ongevaarlijk is. door JAN PARDONA. Caro, je kijkt niet eens naar m'n bloemen, die ik pas heb geplukt, pruil de het meisje. De jonge man, die aldus werd toege sproken, keek droomerig naar het heerlijke landschap dat baadde in een weelde van zonlicht. De atmosfeer was bezwangerd met aromatische geuren, afkomstig van de duizenden bloemen, die overal, in de dalen en op de berg hellingen, overvloedig bloeiden. Het geheel maakte een paradijs-achtigen indruk en het was niet te verwonderen, dat dit heerlijke oord druk bezocht werd door rijke vreemdelingen. Caro had ze vaak zien flaneeren, die keu rig gekleede dames en heeren, of ze in hun auto's voorbij zien rijden en een brandende begeerte was in hem opge stegen om zoo rijk te zijn als zij en te kunnen leven en genieten, zooals hij dat zelf wenschte. Zijn lenige gestalte rekte zich uit toen hij uit volle borst begon te zingen. Zijn volle klankrijke stem schalde hoog op en drong door tot een heer die in gezelschap van een jonge dame in een open rijtuig voorbij ging. De heer liet het rijtuig stilhouden en terwijl hij zich voorover boog vroeg hij: Wie zingt daar? Verlegen blozend trad de jongeman naar voren en maakte een eenigszins stijve buiging. De heer keek hem op merkzaam aan. Zing nog eens diezelfde aria van zooeven, verzocht hij vriendelijk. Caro voldeed aan het verzoek, eerst wat ha perend, maar alras vlot, met volle stem en vrij-uit. Wonderbaarlijk, juichte de vreem deling. Er ontspon zich tusschen hen beiden een levendig gesprek. Het bleek, dat de vreemdeling eens een beroemd zanger was geweest. De ou derdom had hem echter gedwongen van zijn roem afstand te doen. Jij zult mijn opvolger worden, besloot hij, ik zal een groot zanger van je maken. De vreemdeling hield woord. Dank zij Caro's prettige stem, die onder de leiding van den meester nog in schoon heid toenam, trad de jeugdige zanger weldra op in verschillende concerten, waarin hij een ongekend succes be haalde. Zijn roem als zanger was wel dra zoo verbreid, dat vorsten en vorstinnen het niet beneden zich acht ten, zijn concerten bij te wonen. Dij was tot het toppunt van zijn roem ge stegen. Het sohoone meisje, dat zich indertijd in gezelschap van zijn be schermer had bevonden en diens doch ter was, had voor den zoo door de for tuin gezegenden jongeman een groote bewondering opgevat en deed dit op ondubbelzinnige wijze blijken. Caro had reeds lang een vurige liefde voor haar opgevat en hij wilde haar na den avond, waarop hij voor een publiek, bestaande uit vorsten en hooge autori teiten, optrad, vragen zijn vrouw te worden. Toen hij zich in zijn kleedkamer ge reed maakte voor zijn optreden, was hij bevangen door een vage onrust. Reeds jsenige dagen voelde hij in zijn keel een stekende pijn, wanneer hij zijn stem tot haar grootste klankvolume uitzette. Zonder er met iemand over te spreken, had hij het advies inge wonnen van een beroemd keel-specia- list, die hem groote voorzichtigheid had aangeraden. Toen hij het tooneel betrad, werd hij ontvangen met een luid applaus. Ook nu weer miste zijn stem haar machtige bekoring niet en in ademlooze spanning luisterde het publiek toe. Tegen het slot van bet eerste bedrijf kwam echter de cata- strophe. Midden in een met groote kracht ingezette aria greep Caro plot seling.naar zijn keel. Hoe hij zich ook inspande, zijn stem weigerde. Geen geluid kwam meer over zijn lippen. Het tumult in de zaal werd onbeschrij felijk, want op hetzelfde oogenblik, dat de zanger door dezen vernietigen den slag getroffen werd, was zijn oude beschermer die zich in een der loges bevond, dermate door de ontroering aangegrepen, dat hij door een hartver lamming werd getroffen en stierf. In één slag was de toekomst van den jongeman vernietigd. Het meisje, dat hij liefhad, gedroeg zich na zijn val koud en harteloos tegenover hem, zijn stem was voor goed weg. Hij wist niets anders te doen, dan naar zijn geboor teplaats terug te keeren. Het was ge daan met zijn roem en met z'n geluk ook, dacht hij bitter. Tot hij op een dag een jonge vrouw ontmoette, in de fris- sche landelijke dracht, z'n vriendinne tje van vroeger. Zij begroette hem hartelijk en eenvoudig, vroeg hem niets, maar wachtte geduldig, tot hij haar in zijn vertrouwen nam. Hun ont moetingen herhaalden zich steeds veel- vuldiger en tenslotte begreep Caro dat het geluk, dat hij zoo ver gezocht had, vlak bij hem was, het geluk, dat uit ware reine liefde tusschen twee men schen ontstaat. (Nadruk rerbeée®).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 17