De mode en lichaamsgebreken. n. Practische wenken. Het menu van de*e week. 14 liter melk, Vi liter room, 6 eier dooiers, VA dL. maresquin, 75 gram suiker, 10 bladen witte gelatine. Een historisch praatje. KRANZINNIGE MODE-UITWASSEN door Dr. P. K. de Bruine Ploos van Amstel. Toen Philips de Schoone ernstig ziek was, bevalen de geneesheeren, dat zijn hoofd geschoren moest wor den. Toen hij herstelde, was hij niet in zijn schik er zoo uit te zien, waar om hij een wet uitvaardigde waarbij bepaald werd, dat alle edellieden ver plicht waren evenals hij het hoofd kaal te scheren. Dit is dus een mode, ingesteld om een gebrek, zij het ook tjjdelijk, niet in het oog te doen vallen. De echtgenoote van Philips de Der de had een buitengwoon langen hals. Ook zij vond dit onaangenaam, kon moeilijk nu bepalen, dat alle dames lange halzen moesten hebben, waarom nu de mode van de „guimpes mon- tantes" werd ingevoerd. Hieronder verstaat men hooge, sluitende japon nen, zoodat van de hals niets te zien was. Wegens de bijzonder groote voeten van de dochters van Lodewijk den Negende werd de mode van de „robes a traine" ingevoerd. Dit waren de ook in later jaren zeer bekende sleep japonnen. Lodewijk de Veertiende had allerlei kleine gezwelletjes op zijn hoofd, voerde daarom als algemeene mode de pruiken in, evenals Hendrik Plantagenet de souliers a la poulaine, de schoenen met lange opwaarts ge bogen punten als mode invoerde om niet te laten zien, dat zijn voeten niet mooi gevormd, om niet te zeggen misvormd waren. De maheutres of valsche schouders werden aan het Fransohe hof in 1485 ingevoerd om ongelijke schouders en fouten in de buste te verbergen. Natuurlijk werden al die nieuwigheden ook gevolgd door dames, die de genoemde gebreken niet hadden, waarom ook niet, het is toch immers mode! De bekende, zoo mooie Ferronnière had een brandwond-liteeken midden op het voorhoofd. Daartegen bedacht zij de mode een sieraad op die plek te dragen, of iets anders, daar vast gehouden door een zijden lint om het hoofd. Natuurijk volgde iedereen gaarne die nieuwe mode na. Het ook in onzen tijd veelvuldig voorkomende struma verhoogt de schoonheid van de vrouw niet, zoodra het maar eenigszins groot wordt. Saint-Just, de man van de Fransche revolutie, zeer ijdel, al was hij geen vrouw, had ook een struma en droeg daarom steeds een groote das. De dames met deze Schonheitsfehler droe gen iever een paarlenoollier van drie rjjen paarlen. Veel gekker is de mode geweest, die berust heeft op het feit, dat men toen oordeelde, dat een dikke buik, evenals dikte van achteren imponeerde als flink en mooi en als een teeken van kracht en gezondheid. Dit was gedu rende de regeering van Frans den Tweede. Om de menschen die niet zoo gelukkig waren de toen gewenschte dikte te bezitten, toch in de gelegen heid te stellen te schijnen „alsof', kleedde men zich toen met nagemaakte kussentjes. Die mode duurde als al te gek, maar vier jaar. In vroegeren tijd heeft men gekend de queue de Paris, de kussentjes van achteren, wel even gek als de ook toen nog geziene crioline, de wijde hoepelrok. Anna van Oostenrijk heeft ons de mode der pofmouwen gegeven, die schoudergebreken bedekten. Deze dame had zeer mooie armen, oordeelde daarom dat het mode moest zijn korte pofmouwen te dragen en zoo geschied de het. De „paniers", de bijzonder wijd uit staande rokken dus, zooiets als crino lines, maar dan geheel zonder balei nen, werden gedragen door de Koningin in 1320 om het hof te doen bemerken in welke omstandigheden zij verkeerde, Toen daarop de mode der rok ken algemeen werd, hadden ook andere dames hetzelfde voordeel. Ook zagen de vrou wen er dan uit alsof zij een tournure, het kussentje droe gen. In een tijd, dat men niet hield van de slanke lijn, het tegen woordige mooie figuurtje erg leelijk vond, maar wel van de struische, for- sche vrouw, de huzaar-vrouw, ver hoogden al die malle modes het uiter lijk schoon der vrouw zeer in de oogen der toenmalige geen smaak voor vrou welijk schoon hebbende heeren der schepping. De eerste, die feitelijk de vrouw erop gewezen heeft, dat slechts sport, beweging, buitenlucht de vrouw mooi kan maken, was Tronchin. Van hem is afkomstig het nu wederom ver geten Fransche werkwoord „tronchi- ner", het maken van groote wandelin gen. Daarvoor had men een goede kleeding noodig, niet de idiote wijde rokken en dergelijke dingen van vroe ger, maar de Trouchin'sche jurken, die geschikt waren voor lichaamsbe weging. Tronchin maakte furore. Daar er in zijn tijd nog geen verkeer van beteekenis bestond, was er een voort durende verkeersbelemmering in de straat waar hij woonde. Het scheen, of alle rijtuigen van Parijs bij hem voor de deur stonden. De Trochin'sche vrouw hield er niet, zooals de dames van het Direc toire verschillende hoeden op na om te dragen in verband met haar toe vallige gezondheidstoestand. Die da mes hadden hoeden om te dragen op dagen van gezondheid en andere op dagen van kwijning, loonmheid, zich minder goed voelen. Ook Keizerin Josephine deed daar aan mede. Bekend is hoe deze "keizerin zeide: Ik ben vandaag ziek, geheel niet in orde. Geef mij een hoed „de petite santé". Toen men haar een hoed gaf, eigenlijk bestemd voor een minder goede gezondheid, zeide Josephine: Fi donc, croyez-vous, que je vais mou- rir? Daarop kreeg zij een hoed voor goede gezondheid, waarop zij weder ontevreden was en zeide: gij gelooft zeker niet dat ik iets mankeer. Josephine liet ook aan het hof de mode invoeren voor den mond een kanten zakdoekje te houden, daar haar tanden nie't mooi waren. Men ziet het, de vrouw moge baas in huis zijn, de zachtzinnigste moge nog een Kenau zijn in alles, één uit zondering is er, de mode. Tegenover de mode is d e vrouw het zachtzinnig ste en volgzaamste lam dat men zich denken kan. Wat de mode voorschrijft, volgt zij na, ook al staat haar die mode niet. Poir^t is inderdaad een goede generaal, maar hij heeft ook wel zeer volkzaam legercorps van vrouwen tot zijn beschikking, gehoorzaamheid en discipline bestaan nergens zoo prima in het corps van Poiret, de vrouwen. (Nadruk verboden.) Zij: „O, mijn lieveling, zoo kon ik tot aan het einde der wereld met je varen!" Hij: „Ja, ja, kind, maar jammer ge noeg kost de boot een gulden per uur!" („Everybody's Weekly".) Mijn vrouw en ik komen geweldig overeen in karakter! Werkelijk? Dat is een geluk!.... Ja, zij ziet slechts mijn fouten en ik de hare VEEL OF W EINIG ZOUT IN HET ETEN. Langen tijd zijn de medici het on eens geweest over de vraag, of het organisme zich beter bevond bij voed sel waar veel, of bij voedsel waar wei nig zout in was gedaan. Met name vroeg men zich daarbij af, of een be perkte toevoer van zout wellicht ten gevolge kon hebben, dat de maag minder maagzuur afscheidde. Door klinische proeven is op deze vraag thans een antwoord gegeven. Men nam de proeven in twee groepen; de eene kuur duurde veertien dagen en de an dere bijna een half jaar. Bij de laatste moest vooral worden vastgesteld, of de bereikte resultaten duurzaam wa ren. Bij beide kuren kwam men tot de verrassende conclusie, dat de vor ming van maagzuur hoofdzakelijk zoutzuur niet alleen verminderde door het zoutarme dieet, doch dat in tegenstelling met. wat men algemeen aannam, zelfs nog meer zoutzuur werd afgescheiden. Om een verhoogde af scheiding van zuutzuur te bereiken, zijn volgen de klinische proeven reeds groentensappen en versoh fruit vol doende. Bij dezelfde proeven bleek, dat de instelling van het organisme op het zoutarme voedsel reeds in betrek kelijk korten tijd mogelijk is, voorna melijk op grond van het interessante verschijnsel, dat als gevolg van de ver minderde uitscheiding van zout een zekere zoutreserve ontstaat. CONSTIPATIE BIJ ZUIGELINGEN. Het eenvoudigste middel om bij zuigelingen aan een opgetreden con stipatie een einde te maken is een met de noodige voorzichtigheid toegediend lavement van ongeveer 40 gram (40 cm8) lauwwarm water. Ook olie is zeer aan te bevelen; de uitwerking van wa ter en olie is echter verschillend. Olie werkt eerst na een bepaalden tijd, doch in dien tijd wordt de inhoud van den darm grondig week gemaakt, waarna zeer spoedig de stoelgang zal volgen, als men van een stukje zeep gebruik maakt. Een lavement van water werkt daarentegen reeds na enkele oogen- blikken. Zondag: Kippensoep. Biefstuk, bloemkool. Aardappelen. Maresquinpudding. Maandag: Bloemkoolsoep. Pikante kalfslapjes. Worteltjes, aardappelpuree. Rabarber met schuimkop. Dinsdag: Rosbeef. Postelein, aardappelen. Oaramelvla. Woensdag: Gehakt. Stoofsla, gekruide rijst. Roomstruif. Donderdag: Vleeschkoekjes. Witte boonen met tomatensaus. Aardappelen. Abrikozenvla. Vrjjdag I: Magere aspergesoep. Gebakken visch, Kropsla. AardappeMa. Vrijdag II: Aspergesoep. Spinazie met spiegeleieren. Aardappelen. Zaterdag: Karbonade. Andijvie, aardappelen. Custardvla. Marespninpnddlng. De melk wordt aan de kook gebracht en onderdefhand kloppen wij de eier dooiers met de suiker, voegen hierbij langzamerhand de melk en laten alles au bain marie verwarmen, steeds roe rende, totdat de massa gebonden is, waarna de geweekte gelatine, nadat ze goed is uitgeknepen, erin wordt opge lost en tenslotte roeren wii de mares quin door de pudding. Deze behoeft niet van de duurste soort te zijn; in d'en regel kan men maresquin van een laag alcoholgehalte, die zeer geschikt is voor de bereiding van pudding, gebak, enz. heel billijk bii den kruidenier ver krijgen. We zullen niet verzuimen van tijd tot tijd in de pudding te roeren, om het zakken der gelatine te voorkomen en voegen er, als de massa stijf begint te worden, de geklopte room bii, waarna ze in den vorm wordt overgebracht. Schuimkop. 6 Eiwitten, 250 gram fijne suiker. We hebben de dooiers der eieren ge bruikt voor de pudding en zetten de witten op de koele plaats weg om er schuimkop of een anderen schotel van te maken, b.v. rabarber met schuim. We kloppen het eiwit met 200 gram van de fijne suiker zoo stijf mogelijk en brengen het over op de rabarber, die in een vuurvaste schotel is gedaan en strooien de nog overgebleven suiker hier over heen, zetten het schoteltje gedurende één uur in een zéér lauwen oven, opdat het schuim wat bros wordt, maar toch heel licht van kleur blijft en dienen het schoteltje daarna op. Ter vervanging van aardappelen gekruide rijst. 250 gram rijst, twee maggi bouillon* blokjes, 40 gram boter, 1 uitje, J kruidnagel, 1 stukje foelie, zout. De rijst wordt eenige malen gewas- schen en daarna opgezet met ruim water, een paar minuten doorgekookt en overgebracht in een vergiet, waarin wij de rijst goed laten uitlekken en met koud water overgieten. De rijst wordt nu weer opgezet met 6 dl kokend water, waarin 2 maggiblokjes zijn opgelost; de ui, de kruidnagel en het stukje foelie worden erbij gevoegd, zoo noodig nog een weinig zout, waarna de deksel op de pan komt en de rijst op een lage pit droog en gaar gekookt wordt, zon der dat er in geroerd mag worden. Vóór de rijst geheel gaar is, worden de ui, kruidnagel en foelie verwijderd. Rijst met garnalen, tomatenpuree en roereieren. 500 gram rijst, 1 busje tomatenpuree, 250 gram garnalen, 50 gram boter, 6 eieren. De rjjst wordt met zout op de gewo ne manier gaar gekookt en daarna nog even nagestoofd met de boter en de puree. Een vuurvaste schotel wordt met boter bestreken en met paneer meel bestrooid. De helft van de rijst, waardoor de gewasschen en uitgelekte garnalen zijn gemengd, wordt hierin overgebracht, daarna volgt een laagje roereieren en tenslotte de rest van de rijst; het geheel wordt bedekt met pa neermeel en klontjes boter en in den oven geplaatst om een bruin korstje te krijgen! Ccocolade truffels. 8 reepen chocolade, 2 eetlepels sterke koffie extract, 150 gram poedersuiker, 100 gram boter, chocolade hagelslag. We breken de chocolade in stukjes, doen ze in een steelpan met de koffie en smelten ze au bain marie, zetten on ze steelpan dus in een pan met water, die aan de kook blijft. Hebben we een gelijke massa gekre gen, dan worden de suiker en boter er door heen gemengd en blijven we roe ren totdat de massa is afgekoeld. Het beste is nu het pannetje weg te zetten tot den volgenden dag, opdat alles dan goed stijf kan worden, daar na scheppen we met een kleine lepel stukjes uit, die we met de hand tot ongelijke balletjes vormen en daarna om en om door de hagelslag rollen en op een groot bord leggen om geheel stijf te worden. Het is vooral aan te bevelen om poe- dersuikte of zeer fijne vruchtensuiker te gebruiken, daar men anders de kans loopt, dat de suiker niet geheel oplost, hetgeen veel minder smakelijk is. Asperges. Nu wij in het midden van den asper- getijd zijn, willen wij nog eens even op enkele kleine dingen wijzen, die echter bij het koopen van belang zijn. De reeds oude kuituur heeft steeds fijne soorten weten te kweeken en vaak

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 19