S. 1. KASNEWaSStS S k
N.V.
STOOMWASSCHERII
„DEN HELDER"
Een avontuur in het land
der Pharao's.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
EEN GEEL VOLK ZONDER LAND.
Nr. 7124. EERSTE BLAD
ZATERDAG 28 MEI 1932
60ste JAARGANG
De veldslag in den Pruisischen Landdag. - De positie
van Brüning. - Amerika vraagt om betaling. - Hen
opzienbarend plan omtrent Sjanghai.
HEEREN BAAI
Huiduitslag.
WILHELMINASTRAAT 63-67
TEL. 524
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
Konijn's Saksische Smeerworst
Er is gewoon Krentenbrood I
en er is Krentenbrood vanKrigée
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1. Modeblad resp. f 0.95,fl.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 et. ;fr. p.p. 6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel Cgaljard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekstV dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Een veldslag in den Pruisischen Land
dag bij de jongste verkiezingen in Prui
sen is wel een droevig beeld van den bin-
nenlandsohen toestand in Duitschland en
de daar heerschende partijhaat. De natio
naal socialisten en de communisten, die
als felle vijanden tegenover elkaar staan,
hebben een slag geleverd zooals nog nim
mer in eenig parlement is voorgekomen.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft er .o. m
over:
Men kan huilen om het geval, en men
kan er ook de uitermate zotte kanten van
zien. Maar over één ding kan er, dunkt
ons, geen twijfel bestaan: Dat de keuze
van zulk een meerderheid een ontstellend
helder bewijs levert voor de verwildering
en verblinding, waarin het Pruisische en
het Duitsohe volk zijn geraakt.
De wereld heeft meer gekke dingen van
dien aard gezien. Maar ongekend is het
geval, dat een volk van goede schoolont
wikkeling, dat trotsoh is op het peil van
zijn beschaving, krachtens een kiesrecht,
dat op de volledigste wijze wat in het volk
leeft tot uiting laat komen, een meerder
heid van die hoedanigheden en tot derge
lijke dingen in staat, voor zijn volksver
tegenwoordiging kiest.
Pruisen heeft een parlement, gekozen
volgens het algemeenste stemrecht dat de
wereld kent; voor mannen en vrouwen, op
ongewoon jeugdigen leeftijd te beginnen.
Dit parlement moet dus wel, te meer daar
het juist gekozen is, een zeer zuivere voor
stelling geven van hetgeen er oo 't oogen-
blik in het Pruisische volk leeft. Men kan
nu dus niet zeggen, dat slechts een ru
moerige groep den kwaden schijn wekt,
De meerderheid, die het recht heeft over
het lot van land en volk te beslissen, is
aan het woord en het werk geweest. De
Landdag telt 422 leden, en daarvan hooren
er 162 tot de nationaal-socialistische en
57 tot de communistische partij; dit zijn
er samen 219, waartegenover slechts 203
noncombattanten staan.
De toestand van Brüning is door de
groote nationaal-socialistische meerder
heid er ook niet aangenamer op gewor
den. Van verschillende kanten wordt ge
tracht zijn gezag te ondermijnen en zelfs
was er deze week al sprake van dat hij af
zou treden. Zoo erg schijnt het intusschen
niet te zijn. Van goed ingelichte zijde
werd dezer dagen aan de Nw. Rott. Crt.
bericht:
Alle geruchten over een aanstaand ont
slag van rijkskanselier dr. Brüning kun
nen uitdrukkelijk worden tegengesproken.
Men kan veeleer verwachten, dat rijks
president von Hindenburg na zijn eerst
volgend onderhoud met den rijkskanselier
op zeer positieve wijze zal te kennen
geven, dat deze nog steeds zijn volledig
vertrouwen bezit. Maandenlang heeft Hin
denburg den rijkskanselier in diens op
treden ondersteund en er bestaat voor
hem geen reden dr. Brüning thans in den
steek te laten.
Wel mogelijk is intusschen het verdwij
nen van generaal Groener uit het rijks-
ECHTE FRIESCHE
20 - 50 ct per ons
lAlclange van rijpe tabakken
kabinet. Het feit, dat in de jongste dagen
in talrijke steden ernstige relletjes heb
ben plaats gehad, uitgelokt door commu
nistische werkloozen, maken het ge-
wenscht een sterke figuur te benoemen
aan het hoofd van het riiksdepartement
van binnenlandsche zaken. Wie generaal
Groener in deze functie zou opvolgen, is
nog niet bekend, al is men van meening,
dat slechts één persoon over voldoende
autoriteit beschikt om deze functie te be-
kleeden, namelijk generaal von Sohleicher.
Generaal von Schleicher zou eventueel
ook de portefeuille van verdediging aan
vaarden; daarbij komt dat hü wellicht als
verbindingsofficier tusschen het kabinet
en de nationaal-socialisten zou kunnen
optreden.
De regeering der Ver. Staten heeft een
accoord ontworpen en dat heeft zij nu bij
wijze van rekening, voorgelegd aan de
mogendheden, die haar nog oorlogsschuld
moeten betalen. Het accoord regelt het in
halen van het bedrag dat die mogend
heden, door het moratorium van Hoover,
in de afdoening van die schuld achterstal
lig zijn geraakt. Dit achterstallige moet in
tien jaar worden afgedaan. Intusschen
zegt de Nw. Rott. Crt. zal het groote
geoaar van president Hoover met een
rente van vier procent moeten worden ge
honoreerd.
Engeland staat op het standpunt dit
accoord te aanvaarden en Frankrijk duikt
er ook al zoo over. Definitieve antwoor
den zijn er overigens nog niet binnen
gekomen, maar men twijfelt er niet aan
of alle mogendheden zullen met vreugue
hun instemming betuigen.
De Nw. Rott. Crt. schrijft daarover:
Men schijnt in Amerika nog niets te
hebben gemerkt van een gevaarlijke fi-
nancieele crisis, die de wereld teistert. De
gematigde waarnemingen, waarmede de
stuurman in den Storm van den School
meester antwoordt op de vraag van zijn
kapitein of hij altemet iets' van een storm
heeft vernomen, zijn blijkbaar nog niet
het deel van de Amerikaansche bewind
voerders. Wii in Europa hebben den in
druk gekregen, dat de tijsdomstandig-
heden en ook het belang van Amerika
buitengewone maatregelen ten opzichte
van de oorlogsschulden eischen, maar de
onaantastbaarheid daarvan is voor de
Amerikanen tot een geloofsartikel gewor
den, waarop de candidaten voor het presi
dentschap zullen moeten zweren voor zij
kans krijgen op de hooge waardigheid die
zij nastreven.
Deze actie der Vereenigde Staten kort
voor het begin van de conferentie van
Lausanne, waarvan slechts iets terecht
kan Ivomen als de schuldeischers van
Duitschland de grootst mogelijke vrijheid
van handelen hebben, kleeft een schijn
van gulzigheid aan. Het is of Washington
de Europeesche mogendheden vooral van
te voren met een nieuw accoord wilde
binden, voor zij, naar aanleiding van de
resultaten van Lausanne op gedachten
zouden komen, die afbreuk doen aan het
volle pond, dat Amerika voor zich op-
ei scht.
Opzienbarend plan omtrent Sjanghai.
Een medewerker van de Nw. Rott. Crt. t?
Sjanghai schrijft aan zijn blad:
Reeds eenige keeren is in de telegram
men uit China gedoeld op een groet plan,
dat zou beoogen een bijzondere positie
voor Sjanghai te scheppen. Deze berich
ten dragen een Japansch stempel, maar
zij komen in hoofdzaak zoozeer overeen
met wat reeds eenigen tijd in „hoogst ver
trouw elijken" vorm te Sjanghai gecircu
leerd heeft, dat men wel mag aannemen,
dat de officieel© stappen te Tokio bii de
vertegenwoordigers van de groote mo
gendheden, op hetzelfde plan betrekking
hebben. Het is daarom wel belangwek
kend om de hoofdtrekken van dit plan
hier aan te geven.
Het genoemde vertrouwelijke document
moet half April in grooten getale (in ge
nummerde exemplaren) gecirculeerd heb
ben en van daar uit ook (strikt vertrouwe
lijk) naar het buitenland verzonden zijn.
Er wordt niet in vermeld wie de ontwer
pers zijn, maar wel, dat deze in geheime
bijeenkomsten hebben gewerkt, en dat
een gelofte tot strikte geheimhouding de
eerste conditie van toelating tot de be
sprekingen was. Het spreekt vanzelf, dat
dit spoedig moest uitlekken, maar het
veelbeteekenende er van is, dat de zaak
toch door de Europeesche bladen in China
werd doodgezwegen, ofschoon het reeds
in Chineesche bladen bekend gemaakt
was. Dat het slechts een „canard" zou
zijn, niet het tegenspreken waai-d, wordt
nu uit Tokio gelogenstraft.
Het plan luidt namelijk, om van Sjang
hai een onafhankelijk vrijstaatje te maken,
volkomen „gedemilitariseerd" en geëx-
territorialiseerd, alles onder internationale
overeenkomst en auspiciën van den Vol
kenbond.
Wat wij van dit alles moeten denken?
vraagt de corr. nadat hij de voornaam
ste punten van het concept heeft opge
noemd. Als wij niet reeds meer bewijzen
hadden gehad van de soms wel zeer
eigenaardige opvattingen onder toon
aangevende personen in dat merkwaar
dige imperium in imperio: Sjanghai
dan zouden wij op het eerste gezicht niet
kunnen gelooven dat dit plan ernstig be
doeld is.
Nu is dat wel mogelijk, en blijft het
slechts de vraag of ook door anderen,
die niet,'of in mindere mate behept zijn
met de „Sjanghai mind", het plan bin
nen de perken van uitvoerbaarheid wordt
geacht te liggen.
In ieder geval is het niet te ontkennen
dat de toestand te Sjanghai nu dringen
der dan ooit om een ingrijpende nieuwe
regeling vraagt. Dat na het voorgeval
lene alles weer tot het oude terug zou
kunnen keeren, is zeer twijfelachtig. De
mythe omtrent de onschendbaarheid van
de nederzettingen heeft afgedaan; legers
hebben in een deel er van gevochten,
bommen zijn in alle deelen gevallen en
vliegescadrilles in volle formatie strij
ken er nog dagelijks over heen.
Iets zal er dus wel gedaan moeten wor
den, en dan ligt. het eerst voor de hand
de definitieve demilitarisatie van de
thans door de Chineesche troepen ont
ruimde zone van 20 Eng. mijlen rondom
de nederzetting.
Wasch de aangedane plaatsen met warm water
en Purolzeep, droog daarna voorzichtig af,
hoe er dan wat Purol op en strooi daar over-
deen nog wat Purolpoeder. Herhaal dit eiken
dag, zoolang het noodig is.
De Japansche expansie-honger en de aanslag op Inoekai....
door onzen correspondent
GEORGE O'CLAREN.
Tokio, Mei 1932.
,.Het Duizendjarige Rijk" noemt de ras-
bewuste Japanner en dat is eigenlijk
ieder, die onder de banier van de Opgaan
de Zon leeft zijn vaderland! Japansche
couranten en Japansche geleerden spre
ken van een oeroude cultuur en met
meer recht, dan welke Europeesche staat
ook. De lijst van voorouders van menigen
Japanner, die thans leeft, is zoo groot en
volledig, dat zelfs de oudste Europeesche
adelgeslachten daartegenover slechts on
beholpen stamboompjes bezitten.
Japan is een oeroud land! En toch is
het Japansche volk jong gebleven, ver
wonderlijk jong en verwonderlijk levens
krachtig. Nergens, nóch op de eilanden,
noch op Korea of Formosa zijn zooals
b.v. in Frankrijk of Oostenrijk ook
slechts de geringste sporen van verslap
ping, van ouderdom merkbaar. Integen
deel! J
Wie oogen heeft om'te zien, die zal be
merken in het kleine zoowel als in het
groote dat op de Japansche eilanden
deze duizend jarige cultuur geen belasting
is, geen degeneratie tengevolge heeft,
doch dat dit volk in merg en been jeugdig
is en dit blijven zal, ondanks oneindige
seriën van voorvaderen, ondanks een ge
schiedenis, die zich tien eeuwen lang tot
in de finesses laat nagaan!
Getallen liegen niet!
De geboortecijfers zijn wel de cijfers,
die een volk het sterkste typeeren. Overal
ter wereld gaan de geboortecijfers omlaag;
slechts op de Japansche eilanden niet!
Op de 385.000 vierkante kilometers van
de „oude" Japansche eilanden, woonden
fin 1872 slechts ongeveer 33 millioen men-
schen. Tegenwoordig wonen op dezelfde
oppervlakte 64Vi millioen menschen! En
desondanks gaat het geboortecijfer van
Japan niet omlaag, doch stijgt! Het stijgt
en houdt gelijken tred met de werkloos
heid..
Zeker Japan heeft koloniën. Maar
ook zü bieden geen kolonisatie-mogelijk
heden meer, ook zij zijn reeds lang over-
bevolkt. Op Korea wonen 21, op Formosa
14.5 millioen, op het kleine Karafuto bijna
300.000 menschen!
Japan moet dus hoe dan ook
nieuwe koloniën vinden, wil het niet stik
ken in de overbevolking en de werkloos
heid. Nieuwe afzetgebieden, nieuwe kolo
nisatiegebieden moeten gezocht worden
voor de opbloeiende industrie. Of er zal
de eene opstand na de andere in Japan
losbreken, waartegenover de schoten op
den ouden, witharigen minister-president
Inoekai slechts een kinderspel zullen zijn.
De politiek der
satie".
„koude koloni-
Onder voortdurende controle van Dr. Irsg. H. J. DE WIJS,
Scheikundig Ingenieur.
Een hygiënische behandeling uwer
wasch is in het belang der gezond
heid van uw gezin
Men heeft dezen toestand en alle daar
uit eventueel volgende consequenties in
i de leidende kringen van Japan volkomen
ingezien. Ook over de wijze, waarop de
strijd voor nieuwen bodem, de strijd voor
het expansieverlangen zal worden ge
voerd, was men het tot nog toe volkomen
eens, zóó eens, dat zelfs de machtige ge
heime Japansche organisaties zich on
voorwaardelijk achter de regeering en den
Mikado stelden.
De strijd, zag er ongeveer zoo uit: Met
oneindige taaiheid, met groote doelbewust-
j lieid, die bijna aan lyt fantastische grens-
de, werden de Philippijnen, de Sandwich-
I eilanden, Guam en de Oostkust van China
gejapaniseerd. Overal in het verre Oosten
„rolde de roebel". De grootste kranten in
Honoloeloe en Hilo zijn in Japansche
handen; alle goedgaande plantages zijn in
Japansch bezit of worden door Japansche
geldschieters tegen hooge pacht uitge
geven, alle eilanden, waar Japan slechts
even vasten voet kan krijgen, worden
overstroomd met Japansche waren, die
tegen dumping-prijzen van de hand wor
den gedaan.
Deze politiek der „koude kolonisatie" is
natuurlijk tijdelijk succesvol. maar ook
slechts dan, als de winsten niet onmiddel
lijk voor den dag moeten komen, als het
volk, dat deze politiek voert, wachten kan,
jaren, tientallen van jaren
De Japansche jeugd echter en dat is
eigenaardig bij dit anders zoo kalme en
verstandige volk kan plotseling niet
meer wachten
Signaal tot den aanval???
De Japansche jeugd, is opstandig, het
duurt haar veel te lang! Zü ziet de moge
lijkheid niet in, Mandsjoerije met haar
939.000 vierkante km en slechts.. 20 mil
lioen inwoners op staanden voet te an-
nexeeren, zij twijfelt eraan of het zonder
hindernissen mogelijk zal zijn het Russi
sche Wladiwostock, op Dairen na, de ge
wichtigste haven van de Oost-Aziatische
I kust, weg te nemen, of er kans op bestaat,
zonder zelf het onderspit te delven, Hawaï
en de Philippijnen onder de Japansche
heerschappij te brengen. Zij gelooft, dat
de regeering die in feite hetzelfde wil
als zii, doch die dit langs andere wegen,
langs de wegen der diplomatie, tracht te
j bereiken te 'slap is, te aarzelend en te
kortzichtig om de groote Japansche he
SUS per el.
Verkrijgbaar by:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
In Crisistijd is kwatiteit goedkooper
hoefte volledig te kunnen inzien en daar
naar te kunnen handelen, zooals het
volgens hen moet.
Daarom ook de dood van Inoekai, daar
om ook de pantservesten van de Japansche
ministers, daarom ook zal de „koude kolo
nisatie" thans heel spoedig overgaan in
een verbitterden strijd, strijd tegen Rus
land, misschien zelfs tegen de Vereenigde
Staten.
Een kruistocht tegen de Sovjet-Unie.,
dat is natuurlijk niet volgens de waar
heid! Het gaat hier in geen geval 0111 een
kruis- of bekeeringsoorlog, een vernieti
gende greep naar 't Moskousche systeem,
doch wel om geheel openlijk gespro
ken Mandsjoerije, Wladiwostok, 0111 de
Siberische kusten, waar Japan wil kolo
niseer en, die het met Japansche, inplaats
van met Russische industrieproducten wil
0 verst room en
Het gele volk zonder land daar in het
Oosten moet nieuw kolonisatiegebied,
nieuwen afzetbodem scheppen, wil he-t
niet stikken. Of het dit doel echter zal be
reiken door een „frischfröhlichen" oorlog,
inplaats van door de onderaardsche en
oncontroleerbaren arbeid van de Yen, is
nog zeer twijfelachtig. Waarschijnlijk zal
een overwinning der zwarte „Draken", de
Japansche fascisten, en een politieke
koerswisseling naar huiten een onafzien
baar ongeluk met zich sleepenniet
alleen voor Japan, maar voor alle Oost-
Aziatische landen!
Oorspronkelijk verhaal.
door
KEES MIDDELBERG.
(Auteursrecht voorbehouden).
15)
De donkere gestalte sloop verder; ze be
reikte een der gesloten boxes en begon
In het gedempte licht aan de sluiting te
peuteren. Een zacht metalen geluid klonk
eventjes en de gestalte bleef weer onbe
weeglijk luisteren. Daarna ging de afslui
ting der box open en de gestalte ver
dween naar binnen.
Men hoorde een zacht geschuifel als
van een koffer, die verzet werd. Daarna
het zachte knarsen van een scharnier.
Toen speelde de schemerende schijn van
een lantaarntje door de box. Het bleef
een paar oogenblikken stil. E11 daarop
klonk een harde, maar doffe slag.
Op hetzelfde oogenblik flitsten een paar
machtige electrische lantaarns aan. Aan
weerszijden der box waren zwarte figu
ren opgerezen, die over de afscheiding
heengesprongen en, de revolver in de
hand, in de box terecht kwamen. De man
had met bliksemsnelle beweging een
stuk ijzer gegrepen en snelde weg. Doch
bij den ingang der boxe botste hij tegen
een derden man op, die hem zonder com
plimenten en voordat hij zijn eigen wa
pen kon gebruiken, met de kolf van een
revolver zulk een slag tegen het hoofd
gaf, dat hij versuft ineenzakte. Een
oogenblik later waren hem de boeien aan
gedaan en was hij weerloos. Het gelaat
met den langen, zwarten baard en de
felle fanatieke oogen was vol haat en
woede, maar het kon hem niet meer
baten.
„Barouda!" riep de directeur van het
hotel uit. „Barouda, de nieuwe bagage
knecht!"
„Inderdaad," vulde de heer Beechespool
aan, maar dat is vermoedelijk slechts een
aangenomen naam, zooals ook zijn laat
ste betrekking slechts tijdelijk is bedoeld.
Laat mij hem aan 11 voorstellen als den
moordenaar van Abdiillah, van den
hofmeester op de dahabiyah van den
heer Russell, en van de twee
Arabieren, die nabij Luxor- dood
werden gevonden. Hij was de inbreker
van gisternacht, die den nachtportier
neersloeg. En hij is hals over kop in de
val geioopen, die ik hier voor hem had
gezet,"
De directeur was sprakeloos en de chef
van liet bagagedepot luisterde met een
verbijsterd gezicht.
„Goede hemel," zei de directeur einde
lijk, hoe is het allemaal mogelijk? Hij
heeft dus den armen Abdullah vermoord?
Maar waarom dan? Wat zocht hij hier?"
„Gaat mede," antwoordde de oud-
detective. „Ik zal u iets laten zien."
Hij ging terug naar de boxe. Daar
stond een langwerpige houten kist. waar
van het deksel geopend was.
„Kijk eens in die kist," zei lijj.
„Een mummie, waarachtig, een mum
mie! Maar htet hoofd is verpletterd; zie
maar!"
„Dat heeft de schurk zooeven stuk
geslagen; dat was die doffe slag, dien wij
hoorden."
„Maar wat is dat in het hoofd van de
mummie?! Het glinstert en schittert; het
lijken wel.
„Dit," onderbrak de heer Beechespool
voldaan glimlachend de beide mannen,
„dit zijn de juweelen van de hertogin van
Parkminster. En zij zal zeer verheugd
zijn, als ik ze haar hedenochtend weer
ter hand stel.
„Ik deed bij mijn onderzoek in het
bagagedepot slechts één ontdekking,"
begon de heer Beechespool te vertellen,
toen zij een kwartiertje later met hun
drieën in de kamer van den directeur za
ten, maar die gaf mij een zéér belang
rijke aanwijzing.Ik bemerkte, dat de
tralies van het venster, waardoor de in
breker was binnengedrongen, van bin
nen waren losgepeuterd! Dus moest de
inbraak wel gepleegd zijn door of althans
met behulp van iemand, die overvloed
van gelegenheid had, overdag in het ba
gagedepot te zijn en de inbraak aldus
voor te bereiden. Mijn verdenking viel
dus al dadelijk op uw personeel. Toen
vertelde u my, dat een paar dagen geleden
een der twee bagageknechts, Abdullah,
verdwenen was en dat hij, naar spoedig
was gebleken, door een vreemdeling was
vermoord. Daar het een man was geweest
zonder vijanden en zonder geld moest er
een ongewone reden zijn voor zulk een
misdaad. Natuurlijk deed zich dadelijk de
veronderstelling voor, dat uw bagage
knecht uit den weg was geruimd om
plaats te maken voor iemand anders! Ik
informeerde daarom dadelijk bij uw ba
gagechef hier naar den man, die in Ab-
dullah's plaats was gekomen. En ziedaar,
ik vernam, dat de man zich op den 112
middag van den dag, waarop Abdullah
was weggebleven, had aangemeld met ds
vraag, of er niet eenig werk voor hem
was.
Hy had geen werk en was genoodzaakt
er naar 0111 te zien, daar hij noodlijdend
was en hij zou dankbaar zijn voor ieder
werk, dat hem werd opgedragen. Het was
druk in het hotel; de afwezigheid van Ab
dullah was lastig en dus dacht u, myn-
heer, en ik weet, dat uw directeur ook zoo
dacht, er goed aan te doen, den man tyde-
lyk in dienst te nemen tot Abdullah weer
zou verschynen. Dat was u beiden niet
kwalijk te nemen. Het is natuurlijk eisch,
dat men in een hotel geen personeel
neemt zonder te informeeren, of het be
trouwbaar is; maar het was druk en u
dacht den man hoogstens voor een paar
dagen als noodhulp te gebruiken. En nie
mand kon ook maar een zwak vermoeden
hebben, dat deze man de moordenaar van
Abdullah was.
Op deze wijze had de man dus het hotel
bereikt, waarvoor hij een lafhartigen
moord had gepleegd; hy was thans baga
geknecht in het hotel.
Ik ben toen naar de caravanserai ge
gaan, waar de man volgens zijn opgave
woonde en heb den eigenaar met een
flinke bakshish aan het praten gekregen.
De man woonde daar inderdaad onder
den naam van Barouda. Maar. bij was
er pas eenige dagen! En niemand wist,
dat hij aan het hotel werkzaam was, noch,
vanwaar hij was gekomen. Dit versterkte
mij in myn vermoeden en ik was er nu
zeker van, dat Barouda de inbraak had ge
pleegd of voorbereid. Hij moest krach
tens zijn functie dikwijls in het bagage
depot zijn en had dus gelegenheid zich
over dag te oriënteeren en de tralies van
het venster los te wrikken.
Aangenomen dus, dat Barouda des
nachts in het hotel had ingebroken, waar
aan ik niet meer twijfelde, deed zich de
vraag voor, wat hij daar zocht. Want er
was iets vreemds aan die inbraak. Er
waren verscheidene boxes opengebroken;
er waren koffers verplaatst; er waren kis
ten verschoven Maar er werd niets ver
mist! Geen enkele koffer was opengebro
ken! Dat was vreemd, niet waar? Het was
een bewys, dat het geen gewone inbraak
was en dat er geen gewone dief in het spel
was. Als de man alleen maar had willen
stelen, had hij wel koffers geopend en
er alle dingen van waarde uitgehaald!
Maar dat was niet het geval geweest. De
inbreker moest zyn gekomen, om een
bepaald voorwerp te stelen. Hij had
daarnaar gezocht, maar.... hy had het
nog niet gevonden, toen de komst van
den nachtportier hem stoorde in zyn
werk. Als hij het gevonden had, zou er
een kist of koffer opengebroken moeten
zyn, terwijl toch inderdaad den heele
boel slechts in eenige wanorde stond.
Wat kon de man dus hebben bedoeld met
die inbraak; wat had hij willen stelen?
Zeer zeker iets van bijzondere waarde,
want hij was niet teruggeschrikt, voor
een moord.
Ik kon met geen mogelijkheid ver
moeden, wat Barouda had willen zoeken.
Maar ik was toen al besloten hem de val
te zetten, waarin hij hedennacht is vast-
geloopen. Ik mocht aannemen, dat bij
alles zon doen 0111 zijn doel te bereiken
en ik wilde "hem dat zóó gemakkelyk ma
ken, dat bij stellig van de gelegenheid
zou gebruik maken. Wy zouden zelf wel
zien wat hij eigenlijk zocht.
Doch gistermiddag kwam een gedachte
bij niij op. die ik eigenlijk al veel eerder
had moeten hebben. Ik had in de bladen
gelezen van de poging tot inbraak in de
kamer van Dr. John Oxenham te Luzor
en twee dagen later van den moord op
den Eg.vfttischen hofmeester der daha-
hiyah, waarmee Dr. John Oxenham en
zijn zwager den Nijl afzakten. Beide in
cidenten waren nogal geheimzinnig; het
samentreffen van die twee feiten bij
denzelfden persoon en in zoo kort tijds
verloop wees er op, dat hier eenzelfde
kracht in het spel was en.dat ook hier
een speciaal doel werd beoogd. En nu
woonde Or. Oxenham hier in dit hotel!
Toen ik die die gedachte den vrijen loop
liet, kwam my de monsterachtigheid van
een dergelyke „toevalligheid" levendig
voor den geest. En ik twijfelde geen
seconde langer, toen Dr. Oxenham my
nog een paar bijzonderheden meedeelde.
Alles wees er op, dat de inbreker het ge
munt had op de bagage van Dr. Oxen
ham of van zyn verwanten. Er was in
zijn kamer te Luxor ingebroken zonder
resultaat. Twee dagen later wordt de
hofmeester op zij dahabiyah vermoord
gevonden. Er der andere bedienden be
weert een schim te hebben gezien in het
bagageruim. Dr. Oxenham neemt zyn
intrek in dit hotel en twee dagen later is
een der bagageknechts verdwenen; men
vindt kort daarna zijn lijk. Er biedt zich
iemand aan het voor werk aan, op den
dag, waarop Abdullah blijkt verdwenen
te zyn. Deze man blijkt in de caravanse
rai, waar hij woont, te zijn aangenomen
op denzelfden dag, waarop Dr. Oxenham
in dit hotel zijn intrek heeft genomen. E11
de man heetf des nachts ingebroken in
liet bagagedepot en daar gezocht naar
iets, dat hij nog niet heeft kunnen vin
den. De box van de heeren Oxenham en
Russell was nog niet opengebroken; hij
wist natuurlijk niet welke box de bagage
van deze gasten bevatte!
(Wordt vervolgd.)