S. 1. KASNEWaSStS S k N.V. STOOMWASSCHERII „DEN HELDER" Een avontuur in het land der Pharao's. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. EEN GEEL VOLK ZONDER LAND. Nr. 7124. EERSTE BLAD ZATERDAG 28 MEI 1932 60ste JAARGANG De veldslag in den Pruisischen Landdag. - De positie van Brüning. - Amerika vraagt om betaling. - Hen opzienbarend plan omtrent Sjanghai. HEEREN BAAI Huiduitslag. WILHELMINASTRAAT 63-67 TEL. 524 in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, Konijn's Saksische Smeerworst Er is gewoon Krentenbrood I en er is Krentenbrood vanKrigée FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1. Modeblad resp. f 0.95,fl.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 et. ;fr. p.p. 6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel Cgaljard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekstV dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Een veldslag in den Pruisischen Land dag bij de jongste verkiezingen in Prui sen is wel een droevig beeld van den bin- nenlandsohen toestand in Duitschland en de daar heerschende partijhaat. De natio naal socialisten en de communisten, die als felle vijanden tegenover elkaar staan, hebben een slag geleverd zooals nog nim mer in eenig parlement is voorgekomen. De „Nw. Rott. Crt." schrijft er .o. m over: Men kan huilen om het geval, en men kan er ook de uitermate zotte kanten van zien. Maar over één ding kan er, dunkt ons, geen twijfel bestaan: Dat de keuze van zulk een meerderheid een ontstellend helder bewijs levert voor de verwildering en verblinding, waarin het Pruisische en het Duitsohe volk zijn geraakt. De wereld heeft meer gekke dingen van dien aard gezien. Maar ongekend is het geval, dat een volk van goede schoolont wikkeling, dat trotsoh is op het peil van zijn beschaving, krachtens een kiesrecht, dat op de volledigste wijze wat in het volk leeft tot uiting laat komen, een meerder heid van die hoedanigheden en tot derge lijke dingen in staat, voor zijn volksver tegenwoordiging kiest. Pruisen heeft een parlement, gekozen volgens het algemeenste stemrecht dat de wereld kent; voor mannen en vrouwen, op ongewoon jeugdigen leeftijd te beginnen. Dit parlement moet dus wel, te meer daar het juist gekozen is, een zeer zuivere voor stelling geven van hetgeen er oo 't oogen- blik in het Pruisische volk leeft. Men kan nu dus niet zeggen, dat slechts een ru moerige groep den kwaden schijn wekt, De meerderheid, die het recht heeft over het lot van land en volk te beslissen, is aan het woord en het werk geweest. De Landdag telt 422 leden, en daarvan hooren er 162 tot de nationaal-socialistische en 57 tot de communistische partij; dit zijn er samen 219, waartegenover slechts 203 noncombattanten staan. De toestand van Brüning is door de groote nationaal-socialistische meerder heid er ook niet aangenamer op gewor den. Van verschillende kanten wordt ge tracht zijn gezag te ondermijnen en zelfs was er deze week al sprake van dat hij af zou treden. Zoo erg schijnt het intusschen niet te zijn. Van goed ingelichte zijde werd dezer dagen aan de Nw. Rott. Crt. bericht: Alle geruchten over een aanstaand ont slag van rijkskanselier dr. Brüning kun nen uitdrukkelijk worden tegengesproken. Men kan veeleer verwachten, dat rijks president von Hindenburg na zijn eerst volgend onderhoud met den rijkskanselier op zeer positieve wijze zal te kennen geven, dat deze nog steeds zijn volledig vertrouwen bezit. Maandenlang heeft Hin denburg den rijkskanselier in diens op treden ondersteund en er bestaat voor hem geen reden dr. Brüning thans in den steek te laten. Wel mogelijk is intusschen het verdwij nen van generaal Groener uit het rijks- ECHTE FRIESCHE 20 - 50 ct per ons lAlclange van rijpe tabakken kabinet. Het feit, dat in de jongste dagen in talrijke steden ernstige relletjes heb ben plaats gehad, uitgelokt door commu nistische werkloozen, maken het ge- wenscht een sterke figuur te benoemen aan het hoofd van het riiksdepartement van binnenlandsche zaken. Wie generaal Groener in deze functie zou opvolgen, is nog niet bekend, al is men van meening, dat slechts één persoon over voldoende autoriteit beschikt om deze functie te be- kleeden, namelijk generaal von Sohleicher. Generaal von Schleicher zou eventueel ook de portefeuille van verdediging aan vaarden; daarbij komt dat hü wellicht als verbindingsofficier tusschen het kabinet en de nationaal-socialisten zou kunnen optreden. De regeering der Ver. Staten heeft een accoord ontworpen en dat heeft zij nu bij wijze van rekening, voorgelegd aan de mogendheden, die haar nog oorlogsschuld moeten betalen. Het accoord regelt het in halen van het bedrag dat die mogend heden, door het moratorium van Hoover, in de afdoening van die schuld achterstal lig zijn geraakt. Dit achterstallige moet in tien jaar worden afgedaan. Intusschen zegt de Nw. Rott. Crt. zal het groote geoaar van president Hoover met een rente van vier procent moeten worden ge honoreerd. Engeland staat op het standpunt dit accoord te aanvaarden en Frankrijk duikt er ook al zoo over. Definitieve antwoor den zijn er overigens nog niet binnen gekomen, maar men twijfelt er niet aan of alle mogendheden zullen met vreugue hun instemming betuigen. De Nw. Rott. Crt. schrijft daarover: Men schijnt in Amerika nog niets te hebben gemerkt van een gevaarlijke fi- nancieele crisis, die de wereld teistert. De gematigde waarnemingen, waarmede de stuurman in den Storm van den School meester antwoordt op de vraag van zijn kapitein of hij altemet iets' van een storm heeft vernomen, zijn blijkbaar nog niet het deel van de Amerikaansche bewind voerders. Wii in Europa hebben den in druk gekregen, dat de tijsdomstandig- heden en ook het belang van Amerika buitengewone maatregelen ten opzichte van de oorlogsschulden eischen, maar de onaantastbaarheid daarvan is voor de Amerikanen tot een geloofsartikel gewor den, waarop de candidaten voor het presi dentschap zullen moeten zweren voor zij kans krijgen op de hooge waardigheid die zij nastreven. Deze actie der Vereenigde Staten kort voor het begin van de conferentie van Lausanne, waarvan slechts iets terecht kan Ivomen als de schuldeischers van Duitschland de grootst mogelijke vrijheid van handelen hebben, kleeft een schijn van gulzigheid aan. Het is of Washington de Europeesche mogendheden vooral van te voren met een nieuw accoord wilde binden, voor zij, naar aanleiding van de resultaten van Lausanne op gedachten zouden komen, die afbreuk doen aan het volle pond, dat Amerika voor zich op- ei scht. Opzienbarend plan omtrent Sjanghai. Een medewerker van de Nw. Rott. Crt. t? Sjanghai schrijft aan zijn blad: Reeds eenige keeren is in de telegram men uit China gedoeld op een groet plan, dat zou beoogen een bijzondere positie voor Sjanghai te scheppen. Deze berich ten dragen een Japansch stempel, maar zij komen in hoofdzaak zoozeer overeen met wat reeds eenigen tijd in „hoogst ver trouw elijken" vorm te Sjanghai gecircu leerd heeft, dat men wel mag aannemen, dat de officieel© stappen te Tokio bii de vertegenwoordigers van de groote mo gendheden, op hetzelfde plan betrekking hebben. Het is daarom wel belangwek kend om de hoofdtrekken van dit plan hier aan te geven. Het genoemde vertrouwelijke document moet half April in grooten getale (in ge nummerde exemplaren) gecirculeerd heb ben en van daar uit ook (strikt vertrouwe lijk) naar het buitenland verzonden zijn. Er wordt niet in vermeld wie de ontwer pers zijn, maar wel, dat deze in geheime bijeenkomsten hebben gewerkt, en dat een gelofte tot strikte geheimhouding de eerste conditie van toelating tot de be sprekingen was. Het spreekt vanzelf, dat dit spoedig moest uitlekken, maar het veelbeteekenende er van is, dat de zaak toch door de Europeesche bladen in China werd doodgezwegen, ofschoon het reeds in Chineesche bladen bekend gemaakt was. Dat het slechts een „canard" zou zijn, niet het tegenspreken waai-d, wordt nu uit Tokio gelogenstraft. Het plan luidt namelijk, om van Sjang hai een onafhankelijk vrijstaatje te maken, volkomen „gedemilitariseerd" en geëx- territorialiseerd, alles onder internationale overeenkomst en auspiciën van den Vol kenbond. Wat wij van dit alles moeten denken? vraagt de corr. nadat hij de voornaam ste punten van het concept heeft opge noemd. Als wij niet reeds meer bewijzen hadden gehad van de soms wel zeer eigenaardige opvattingen onder toon aangevende personen in dat merkwaar dige imperium in imperio: Sjanghai dan zouden wij op het eerste gezicht niet kunnen gelooven dat dit plan ernstig be doeld is. Nu is dat wel mogelijk, en blijft het slechts de vraag of ook door anderen, die niet,'of in mindere mate behept zijn met de „Sjanghai mind", het plan bin nen de perken van uitvoerbaarheid wordt geacht te liggen. In ieder geval is het niet te ontkennen dat de toestand te Sjanghai nu dringen der dan ooit om een ingrijpende nieuwe regeling vraagt. Dat na het voorgeval lene alles weer tot het oude terug zou kunnen keeren, is zeer twijfelachtig. De mythe omtrent de onschendbaarheid van de nederzettingen heeft afgedaan; legers hebben in een deel er van gevochten, bommen zijn in alle deelen gevallen en vliegescadrilles in volle formatie strij ken er nog dagelijks over heen. Iets zal er dus wel gedaan moeten wor den, en dan ligt. het eerst voor de hand de definitieve demilitarisatie van de thans door de Chineesche troepen ont ruimde zone van 20 Eng. mijlen rondom de nederzetting. Wasch de aangedane plaatsen met warm water en Purolzeep, droog daarna voorzichtig af, hoe er dan wat Purol op en strooi daar over- deen nog wat Purolpoeder. Herhaal dit eiken dag, zoolang het noodig is. De Japansche expansie-honger en de aanslag op Inoekai.... door onzen correspondent GEORGE O'CLAREN. Tokio, Mei 1932. ,.Het Duizendjarige Rijk" noemt de ras- bewuste Japanner en dat is eigenlijk ieder, die onder de banier van de Opgaan de Zon leeft zijn vaderland! Japansche couranten en Japansche geleerden spre ken van een oeroude cultuur en met meer recht, dan welke Europeesche staat ook. De lijst van voorouders van menigen Japanner, die thans leeft, is zoo groot en volledig, dat zelfs de oudste Europeesche adelgeslachten daartegenover slechts on beholpen stamboompjes bezitten. Japan is een oeroud land! En toch is het Japansche volk jong gebleven, ver wonderlijk jong en verwonderlijk levens krachtig. Nergens, nóch op de eilanden, noch op Korea of Formosa zijn zooals b.v. in Frankrijk of Oostenrijk ook slechts de geringste sporen van verslap ping, van ouderdom merkbaar. Integen deel! J Wie oogen heeft om'te zien, die zal be merken in het kleine zoowel als in het groote dat op de Japansche eilanden deze duizend jarige cultuur geen belasting is, geen degeneratie tengevolge heeft, doch dat dit volk in merg en been jeugdig is en dit blijven zal, ondanks oneindige seriën van voorvaderen, ondanks een ge schiedenis, die zich tien eeuwen lang tot in de finesses laat nagaan! Getallen liegen niet! De geboortecijfers zijn wel de cijfers, die een volk het sterkste typeeren. Overal ter wereld gaan de geboortecijfers omlaag; slechts op de Japansche eilanden niet! Op de 385.000 vierkante kilometers van de „oude" Japansche eilanden, woonden fin 1872 slechts ongeveer 33 millioen men- schen. Tegenwoordig wonen op dezelfde oppervlakte 64Vi millioen menschen! En desondanks gaat het geboortecijfer van Japan niet omlaag, doch stijgt! Het stijgt en houdt gelijken tred met de werkloos heid.. Zeker Japan heeft koloniën. Maar ook zü bieden geen kolonisatie-mogelijk heden meer, ook zij zijn reeds lang over- bevolkt. Op Korea wonen 21, op Formosa 14.5 millioen, op het kleine Karafuto bijna 300.000 menschen! Japan moet dus hoe dan ook nieuwe koloniën vinden, wil het niet stik ken in de overbevolking en de werkloos heid. Nieuwe afzetgebieden, nieuwe kolo nisatiegebieden moeten gezocht worden voor de opbloeiende industrie. Of er zal de eene opstand na de andere in Japan losbreken, waartegenover de schoten op den ouden, witharigen minister-president Inoekai slechts een kinderspel zullen zijn. De politiek der satie". „koude koloni- Onder voortdurende controle van Dr. Irsg. H. J. DE WIJS, Scheikundig Ingenieur. Een hygiënische behandeling uwer wasch is in het belang der gezond heid van uw gezin Men heeft dezen toestand en alle daar uit eventueel volgende consequenties in i de leidende kringen van Japan volkomen ingezien. Ook over de wijze, waarop de strijd voor nieuwen bodem, de strijd voor het expansieverlangen zal worden ge voerd, was men het tot nog toe volkomen eens, zóó eens, dat zelfs de machtige ge heime Japansche organisaties zich on voorwaardelijk achter de regeering en den Mikado stelden. De strijd, zag er ongeveer zoo uit: Met oneindige taaiheid, met groote doelbewust- j lieid, die bijna aan lyt fantastische grens- de, werden de Philippijnen, de Sandwich- I eilanden, Guam en de Oostkust van China gejapaniseerd. Overal in het verre Oosten „rolde de roebel". De grootste kranten in Honoloeloe en Hilo zijn in Japansche handen; alle goedgaande plantages zijn in Japansch bezit of worden door Japansche geldschieters tegen hooge pacht uitge geven, alle eilanden, waar Japan slechts even vasten voet kan krijgen, worden overstroomd met Japansche waren, die tegen dumping-prijzen van de hand wor den gedaan. Deze politiek der „koude kolonisatie" is natuurlijk tijdelijk succesvol. maar ook slechts dan, als de winsten niet onmiddel lijk voor den dag moeten komen, als het volk, dat deze politiek voert, wachten kan, jaren, tientallen van jaren De Japansche jeugd echter en dat is eigenaardig bij dit anders zoo kalme en verstandige volk kan plotseling niet meer wachten Signaal tot den aanval??? De Japansche jeugd, is opstandig, het duurt haar veel te lang! Zü ziet de moge lijkheid niet in, Mandsjoerije met haar 939.000 vierkante km en slechts.. 20 mil lioen inwoners op staanden voet te an- nexeeren, zij twijfelt eraan of het zonder hindernissen mogelijk zal zijn het Russi sche Wladiwostock, op Dairen na, de ge wichtigste haven van de Oost-Aziatische I kust, weg te nemen, of er kans op bestaat, zonder zelf het onderspit te delven, Hawaï en de Philippijnen onder de Japansche heerschappij te brengen. Zij gelooft, dat de regeering die in feite hetzelfde wil als zii, doch die dit langs andere wegen, langs de wegen der diplomatie, tracht te j bereiken te 'slap is, te aarzelend en te kortzichtig om de groote Japansche he SUS per el. Verkrijgbaar by: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie In Crisistijd is kwatiteit goedkooper hoefte volledig te kunnen inzien en daar naar te kunnen handelen, zooals het volgens hen moet. Daarom ook de dood van Inoekai, daar om ook de pantservesten van de Japansche ministers, daarom ook zal de „koude kolo nisatie" thans heel spoedig overgaan in een verbitterden strijd, strijd tegen Rus land, misschien zelfs tegen de Vereenigde Staten. Een kruistocht tegen de Sovjet-Unie., dat is natuurlijk niet volgens de waar heid! Het gaat hier in geen geval 0111 een kruis- of bekeeringsoorlog, een vernieti gende greep naar 't Moskousche systeem, doch wel om geheel openlijk gespro ken Mandsjoerije, Wladiwostok, 0111 de Siberische kusten, waar Japan wil kolo niseer en, die het met Japansche, inplaats van met Russische industrieproducten wil 0 verst room en Het gele volk zonder land daar in het Oosten moet nieuw kolonisatiegebied, nieuwen afzetbodem scheppen, wil he-t niet stikken. Of het dit doel echter zal be reiken door een „frischfröhlichen" oorlog, inplaats van door de onderaardsche en oncontroleerbaren arbeid van de Yen, is nog zeer twijfelachtig. Waarschijnlijk zal een overwinning der zwarte „Draken", de Japansche fascisten, en een politieke koerswisseling naar huiten een onafzien baar ongeluk met zich sleepenniet alleen voor Japan, maar voor alle Oost- Aziatische landen! Oorspronkelijk verhaal. door KEES MIDDELBERG. (Auteursrecht voorbehouden). 15) De donkere gestalte sloop verder; ze be reikte een der gesloten boxes en begon In het gedempte licht aan de sluiting te peuteren. Een zacht metalen geluid klonk eventjes en de gestalte bleef weer onbe weeglijk luisteren. Daarna ging de afslui ting der box open en de gestalte ver dween naar binnen. Men hoorde een zacht geschuifel als van een koffer, die verzet werd. Daarna het zachte knarsen van een scharnier. Toen speelde de schemerende schijn van een lantaarntje door de box. Het bleef een paar oogenblikken stil. E11 daarop klonk een harde, maar doffe slag. Op hetzelfde oogenblik flitsten een paar machtige electrische lantaarns aan. Aan weerszijden der box waren zwarte figu ren opgerezen, die over de afscheiding heengesprongen en, de revolver in de hand, in de box terecht kwamen. De man had met bliksemsnelle beweging een stuk ijzer gegrepen en snelde weg. Doch bij den ingang der boxe botste hij tegen een derden man op, die hem zonder com plimenten en voordat hij zijn eigen wa pen kon gebruiken, met de kolf van een revolver zulk een slag tegen het hoofd gaf, dat hij versuft ineenzakte. Een oogenblik later waren hem de boeien aan gedaan en was hij weerloos. Het gelaat met den langen, zwarten baard en de felle fanatieke oogen was vol haat en woede, maar het kon hem niet meer baten. „Barouda!" riep de directeur van het hotel uit. „Barouda, de nieuwe bagage knecht!" „Inderdaad," vulde de heer Beechespool aan, maar dat is vermoedelijk slechts een aangenomen naam, zooals ook zijn laat ste betrekking slechts tijdelijk is bedoeld. Laat mij hem aan 11 voorstellen als den moordenaar van Abdiillah, van den hofmeester op de dahabiyah van den heer Russell, en van de twee Arabieren, die nabij Luxor- dood werden gevonden. Hij was de inbreker van gisternacht, die den nachtportier neersloeg. En hij is hals over kop in de val geioopen, die ik hier voor hem had gezet," De directeur was sprakeloos en de chef van liet bagagedepot luisterde met een verbijsterd gezicht. „Goede hemel," zei de directeur einde lijk, hoe is het allemaal mogelijk? Hij heeft dus den armen Abdullah vermoord? Maar waarom dan? Wat zocht hij hier?" „Gaat mede," antwoordde de oud- detective. „Ik zal u iets laten zien." Hij ging terug naar de boxe. Daar stond een langwerpige houten kist. waar van het deksel geopend was. „Kijk eens in die kist," zei lijj. „Een mummie, waarachtig, een mum mie! Maar htet hoofd is verpletterd; zie maar!" „Dat heeft de schurk zooeven stuk geslagen; dat was die doffe slag, dien wij hoorden." „Maar wat is dat in het hoofd van de mummie?! Het glinstert en schittert; het lijken wel. „Dit," onderbrak de heer Beechespool voldaan glimlachend de beide mannen, „dit zijn de juweelen van de hertogin van Parkminster. En zij zal zeer verheugd zijn, als ik ze haar hedenochtend weer ter hand stel. „Ik deed bij mijn onderzoek in het bagagedepot slechts één ontdekking," begon de heer Beechespool te vertellen, toen zij een kwartiertje later met hun drieën in de kamer van den directeur za ten, maar die gaf mij een zéér belang rijke aanwijzing.Ik bemerkte, dat de tralies van het venster, waardoor de in breker was binnengedrongen, van bin nen waren losgepeuterd! Dus moest de inbraak wel gepleegd zijn door of althans met behulp van iemand, die overvloed van gelegenheid had, overdag in het ba gagedepot te zijn en de inbraak aldus voor te bereiden. Mijn verdenking viel dus al dadelijk op uw personeel. Toen vertelde u my, dat een paar dagen geleden een der twee bagageknechts, Abdullah, verdwenen was en dat hij, naar spoedig was gebleken, door een vreemdeling was vermoord. Daar het een man was geweest zonder vijanden en zonder geld moest er een ongewone reden zijn voor zulk een misdaad. Natuurlijk deed zich dadelijk de veronderstelling voor, dat uw bagage knecht uit den weg was geruimd om plaats te maken voor iemand anders! Ik informeerde daarom dadelijk bij uw ba gagechef hier naar den man, die in Ab- dullah's plaats was gekomen. En ziedaar, ik vernam, dat de man zich op den 112 middag van den dag, waarop Abdullah was weggebleven, had aangemeld met ds vraag, of er niet eenig werk voor hem was. Hy had geen werk en was genoodzaakt er naar 0111 te zien, daar hij noodlijdend was en hij zou dankbaar zijn voor ieder werk, dat hem werd opgedragen. Het was druk in het hotel; de afwezigheid van Ab dullah was lastig en dus dacht u, myn- heer, en ik weet, dat uw directeur ook zoo dacht, er goed aan te doen, den man tyde- lyk in dienst te nemen tot Abdullah weer zou verschynen. Dat was u beiden niet kwalijk te nemen. Het is natuurlijk eisch, dat men in een hotel geen personeel neemt zonder te informeeren, of het be trouwbaar is; maar het was druk en u dacht den man hoogstens voor een paar dagen als noodhulp te gebruiken. En nie mand kon ook maar een zwak vermoeden hebben, dat deze man de moordenaar van Abdullah was. Op deze wijze had de man dus het hotel bereikt, waarvoor hij een lafhartigen moord had gepleegd; hy was thans baga geknecht in het hotel. Ik ben toen naar de caravanserai ge gaan, waar de man volgens zijn opgave woonde en heb den eigenaar met een flinke bakshish aan het praten gekregen. De man woonde daar inderdaad onder den naam van Barouda. Maar. bij was er pas eenige dagen! En niemand wist, dat hij aan het hotel werkzaam was, noch, vanwaar hij was gekomen. Dit versterkte mij in myn vermoeden en ik was er nu zeker van, dat Barouda de inbraak had ge pleegd of voorbereid. Hij moest krach tens zijn functie dikwijls in het bagage depot zijn en had dus gelegenheid zich over dag te oriënteeren en de tralies van het venster los te wrikken. Aangenomen dus, dat Barouda des nachts in het hotel had ingebroken, waar aan ik niet meer twijfelde, deed zich de vraag voor, wat hij daar zocht. Want er was iets vreemds aan die inbraak. Er waren verscheidene boxes opengebroken; er waren koffers verplaatst; er waren kis ten verschoven Maar er werd niets ver mist! Geen enkele koffer was opengebro ken! Dat was vreemd, niet waar? Het was een bewys, dat het geen gewone inbraak was en dat er geen gewone dief in het spel was. Als de man alleen maar had willen stelen, had hij wel koffers geopend en er alle dingen van waarde uitgehaald! Maar dat was niet het geval geweest. De inbreker moest zyn gekomen, om een bepaald voorwerp te stelen. Hij had daarnaar gezocht, maar.... hy had het nog niet gevonden, toen de komst van den nachtportier hem stoorde in zyn werk. Als hij het gevonden had, zou er een kist of koffer opengebroken moeten zyn, terwijl toch inderdaad den heele boel slechts in eenige wanorde stond. Wat kon de man dus hebben bedoeld met die inbraak; wat had hij willen stelen? Zeer zeker iets van bijzondere waarde, want hij was niet teruggeschrikt, voor een moord. Ik kon met geen mogelijkheid ver moeden, wat Barouda had willen zoeken. Maar ik was toen al besloten hem de val te zetten, waarin hij hedennacht is vast- geloopen. Ik mocht aannemen, dat bij alles zon doen 0111 zijn doel te bereiken en ik wilde "hem dat zóó gemakkelyk ma ken, dat bij stellig van de gelegenheid zou gebruik maken. Wy zouden zelf wel zien wat hij eigenlijk zocht. Doch gistermiddag kwam een gedachte bij niij op. die ik eigenlijk al veel eerder had moeten hebben. Ik had in de bladen gelezen van de poging tot inbraak in de kamer van Dr. John Oxenham te Luzor en twee dagen later van den moord op den Eg.vfttischen hofmeester der daha- hiyah, waarmee Dr. John Oxenham en zijn zwager den Nijl afzakten. Beide in cidenten waren nogal geheimzinnig; het samentreffen van die twee feiten bij denzelfden persoon en in zoo kort tijds verloop wees er op, dat hier eenzelfde kracht in het spel was en.dat ook hier een speciaal doel werd beoogd. En nu woonde Or. Oxenham hier in dit hotel! Toen ik die die gedachte den vrijen loop liet, kwam my de monsterachtigheid van een dergelyke „toevalligheid" levendig voor den geest. En ik twijfelde geen seconde langer, toen Dr. Oxenham my nog een paar bijzonderheden meedeelde. Alles wees er op, dat de inbreker het ge munt had op de bagage van Dr. Oxen ham of van zyn verwanten. Er was in zijn kamer te Luxor ingebroken zonder resultaat. Twee dagen later wordt de hofmeester op zij dahabiyah vermoord gevonden. Er der andere bedienden be weert een schim te hebben gezien in het bagageruim. Dr. Oxenham neemt zyn intrek in dit hotel en twee dagen later is een der bagageknechts verdwenen; men vindt kort daarna zijn lijk. Er biedt zich iemand aan het voor werk aan, op den dag, waarop Abdullah blijkt verdwenen te zyn. Deze man blijkt in de caravanse rai, waar hij woont, te zijn aangenomen op denzelfden dag, waarop Dr. Oxenham in dit hotel zijn intrek heeft genomen. E11 de man heetf des nachts ingebroken in liet bagagedepot en daar gezocht naar iets, dat hij nog niet heeft kunnen vin den. De box van de heeren Oxenham en Russell was nog niet opengebroken; hij wist natuurlijk niet welke box de bagage van deze gasten bevatte! (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1