Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden.
In het museum van oudheden.
xxxxx
De vliegende bok.
Het visitekaartje.
RAADSELS.
een paar fietswielen, die door middel
van een paar veerende assen even-
eens afkomstig van een motorrijwiel
den schok van het neerkomen moes
ten breken. Het was een kunstig stuk
werk en de jongens hadden er een
maand lang iederen Zaterdag, Zonda<*
en Woensdagmiddag aan geploeterd
om het klaar te krijgen.
En het mooiste was. als je den
motor aansloeg, begon de schroef echt
te draaien! Dat was het werk geweest
van vader Smulders,die door middel
van een ketting-overbrenging dit
wonder had bewerkstelligd. Ben echte
viegtuigpropellor had hij in een win
kel in de stad op den kop getikt en
alles zag er naar uit, alsof de „Vlie
gende Klabak" al héél spoedig door
de ijle lucht zou ronken.
Durfburgen was in rep en roer!
De Club der Lindy's had bekend
laten maken, dat aanstaande Zaterdag
middag de eerste maal met de „vlie
gende klabak" gestart zou worden! De
omroeper met zijn gong had het in het
heele dorp afgeroepen en iedereen
was er opgewonden over. Wedden
schappen werden afgesloten: Zou hij
vliegen, zou hij echt vliegen?.... De
herberg was 's avonds stampvol en
overal werden druk de aanstaande ge
beurtenissen besproken. Niemand had
het vliegtuig ooit gezien.... De jon
gens hadden het goed verborgen ge
houden. En nu zouden die apen op
eens gaan vliegen! Wie zou er sturen?
Was er een vliegenier onder hen.
Dat waren de vragen, die men elkan
der allerwege stelde.
Baas Smulders stapte de herberg
binnen.
Onmiddellijk werd hij omringd door
tal van nieuwsgierigen. „Tja," zei
Smulders glimlachend, „Ik geloof, dat
de jongens zullen slagen! Het ding
ziet er wel niet uit als een donsveertje
maar dat doet een gewoon vlieg
tuig óók niet en tóch vliegt het! Het
ligt maar aan de kracht van den motor
en er zit een goede motor in de „vlie
gende klabak", dat verzeker ik je!
Nederlandsch fabrikaat: Eysink!
Affijn, je komt Zaterdag maar alle
maal 's kijken op de weide van Zweef-
mans. En nou een beetje vlug m'n
biertje, want ik heb dorst van al dat
gevraag van jelui!"
Als een loopend vuurtje ging het
door het dorp: „Smulders gelooft, dat
de „vliegende klabak" zal kunnen
vliegen!" En Smulders was des
kundige, die kon het weten als motor
hersteller!
De»Zaterdag daarop was dan ook de
Polderweg, die naar het weiland van
Zweefmans leidde, zwart van de dor
pelingen, die kwamen kijken. Voorop
liep Snuffelaar, de directeur-redacteur
verslaggever van de „Durfburger
Koerier". Gewapend met een groote
blocnote en een enorm potlood, trip
pelde hij zenuwachtig voor de anderen
uit. „En ik geloof nooit.beweerde
hij nijdig, „dat het ding één centime
ter van den grond komt!"
(Wordt vervolgd.)
Toen de directeur van het museum
van Oudheden de afdeeling voorhisto
rische dieren, waarvan de voorwerpen
den dag tevoren eerst aangekomen en
geplaatst waren, inspecteerde, kwam
hij tot zijn schrik tot de ontdekking,
dat het skelet, dat in zaal E stond, in
zaal D had moeten staan en omgekeerd,
dat het skelet uit zaal D in zaal E had
moeten staan. De museumknecht kreeg
nu de opdracht de beide skeletten op
hun plaats te zetten, hetgeen des te
moeilijker is, omdat iedere zaal slechts
één skelet tegelijk kan bevatten en de
verwisseling met de minst mogelijke
veranderingen moet plaats hebben.
Eén kamer (op de teekening tusschen
A en E) moet openblijven, doch bij de
verwisseling mag er tijdelijk van ge
bruik gemaakt worden. Het gaat er dus
om, D en E van plaats te doen verwis
selen, met gebruikmaking van het leege
vak, dat echter na de verwisseling we*r
epen moet zijn, terwijl de andere ske
letten, uit zaal A, B en C, eventueel wel
op een andere plaats mogen komen te
staan. Het is nogal lastig.
125. Maar zooals altijd Tuimeltje moest weer on
deugend zijn. Hij vond het zoo gezellig zoo hoog te
kunnen wippen, dat hij niet ophield voor al de veeren
van de divan stuk waren en er uit staken. Toen hij
tenslotte midden door een gat op den grond terecht
kwam begon hij weer iets anders te verzinnen.
126. „Dat pijpje aan den wand," begon Tuimeltje,
„daar wil ik iets mee doen." En terwijl hij het in zijn
vingers nam en het aandachtig bekeek, kwam er een
aardig plannetje bij hem op. „Jongens," zei hij tegen
zijn kamergenootjes, „we gaan fijn zeepbellen blazen."
Hij ging naar de keuken waar de kok blij was hem
weer terug te zien en kreeg een kommetje fijn zeep
water mee. Toen begon het lieve leventje. Ook kikker
Karei deed zijn best, alsmede de twee kleine torretjes.
E*
6
•0
Meneer de Bok hangt daar raar in de
lucht te bengelen, zou je zoo op het
eerste gezicht zeggen. Wil je weten
waarom, verbindt dan de letters A V
door rechte lijntjes in de goede volg
orde met elkaar, dan zul je zien, dat
hij heelemaal niet zweeft! Leuk?
Meneer Jansen had bezoek ontvan
gen uit Laren. Maar meneer Jansen
was erg vergeetachtig.... Daarom was
de naam van den man hem glad ont
schoten. Ongelukkigerwijze was het
nogal een vreemde naam, een Turksche
of Perzische naamHet was daar
om een ware uitredding toen meneer
Jansen in zijn vestzakje het kaartje
van zijn bezoeker uit Laren terugvond
Alle daarop voorkomende letters 'vor
men het beroep van den bezoeker in
kwestie. Hier is het kaartje.
Oplossingen der vorige raadsel.
Kapitaal
adriaan
poeder
iepen
taal
ali
ar
II
Koekoek.
Goede oplossingen ontvangen van:
H. A.; J. en G. B.; J. B.;
A. v. d. B.; M. G.; N. v. d. H.; M. J.;
J. en K. K., Texel; A. K.; T. K.; C. L.;
H. L.; J. en M. O.; M. S.; A. v. S.; S. T.
Nieuwe raadsel.
Met k kom ik uit een ei vandaan
Met d doen zij die zwemmen gaan
Met f gebruikt de visscherman
Met r geniet mijn neus ervan.
II
X
x
X
X
Op de kruisjeslijnen komt de naam
van een muziekinstrument.
Op de le rij een medeklinker.
Op de 2e rij een deel van een visch.
Op de 3e rij het gevr. woord.
Op de 4e rij een visch.
Op de 5e rij een medeklinker.
(Ingez. door T.S.)
III
Wie kan de letters van onderstaande
woorden zoo schikken, dat opiederen
regel een kleur komt.
o-d-o-r a-r-j-n-o-e e-l-e-g w-l-a-b-u
e-r-g-o-n t-r-z-a-w a-r-s-a-p
(Ingez. door T.SJ