L
J
]_J SCHAKEN. L
n1
1
SR
1 n
Bridge-rubriek.
De tuin in bloei.
J. van Dijk.
21.
DAMMEN.
-Jm ~wm
m II M-
Wb Wi
ma mm mm mm>,
m rmmr,
m.
vm,
m
m
wf
y////,
m
m
m
De vorige maal hebben wij de „in
formatie dubbel" besproken, thans
komen wij, zooals beloofd, op de „busi
ness dubbel" terug. Hiermee wordt be
oogd de tegenpartij flink down te
krijgen. Wie het edele Bridge een
poosje speelt, zal zich herinneren dat
hij weieens meende een dubbel in han
den te hebben, zoo safe als een huis
maar het resultaat hiervan was niet al
leen dat de tegenpartij het contract
maakte, maar ook nog een overslag in
de wacht sleepte. Dit kwam daardoor,
omdat men uit het oog had verloren
dat de tegenpartij weieens een spel kon
hebben met een zeer bijzondere kaart-
verdeeling, op welke typische verdee
ling juist dat hooge bod was gegrond.
Nu wikt en weegt te veel alleen eigen
spel, wanneer men tot dubbelen over
gaat, telt de „neuzen" (de Azen en
Heeren) en als men dan in handen
heeft b.v.: Aas Heer Vierde van Schop
pen, Harten Heer vierde (troef), Rui
ten Aas derde en maar twee onnoozele
Klaveren bleek bij het spelen dat de
tegenstanders in Schoppen, waarin
men op die twee slagen (Aas Heer) had
gerekend, met renonce had, dat de
troef Heer erin fladderde omdat de
speler zoo venijnig sneed! Men doet in
zulke gevallen het best om troef te
slaan. Hebt gij in troef het Aas derde
b.v. speel dan als Gij aan de beurt zijt
eerst een kleine troef; komt Gij dan
weer aan bod, sla dan eerst het Aas
en speel dan nogmaals troef na; hier-
doro voorkomt Gij het over en weer
troeven van renonces in de hand van
speler en blinde, een spelletje, waar
bij dikwijls die kleine troefjes gemaakt
worden, wat net kan leiden tot het
maken van het contract dat Gij hebt
gedubbeld.
Het volgende voorbeeld is zeer leer
zaam:
NZ waren kwetsbaar en hadden
dus al een manche; onder de streep
waren beide partijen blanco.
De kaartverdeeling was als volgt:
Sch. Ha. Ru. KI.
8 H H A
7 X V x
XXX
X X
Sch: 10 N Sch:H,9,5,2
Ha-X,X.X XXvv O Ha.:V,B, io
Ru.:X,X,X Ru.:X,X,X
KI» XXX,X Z K1.:V,B,X
Sch. Ha. Ru. KI.
A A A H
V B X
B XX
6
4
3
Het bieden verliep als volgt: Z open
de met 4 Schoppen, W paste, N 5
Schoppen, O paste, Z klein Slem schop
pen, W en N pas, O dubbelde en Z
herdubbelde.
Het behoeft geen betoog dat NZ
het klein slem op hun sloffen haalden.
D had gerekend op met maken van de
Schoppen heer, die natuurlijk door Z
werd gevangen want hij kon net ge
noeg keeren „over" komen om met
kleine Schoppen van N uit door O zijn
heer heen te spelen. Bovendien had O
gerekend op een trek in Klaveren of
Harten, wat een ijdele hoop bleek!
Het resultaat was, dat volgens de En-
gelsche Portlandtelling (die kwetsbaar
erkent) door NZ werden geboekt 720
punten (ongedubbeld slechts 180) plus
boven de lijn 200 voor contract en 400
voor een overslag (zij maakten natuur
lijk groot slem) en dan nog de bonus
sen die voor dubbelen ongewijzigd
blijven: 500 voor klein slem en de 700
voor de robber. Zij gaven dus NZ een
cadeau extra van 540 plus 600 of 1140.
Hadden zij misschien een down gekre
gen dan zouden O—W een 200 pun
ten hebben geboekt, dus het risico van
de eventueele winst stond in geen ver
houding tot het nadeelig saldo dat thans
hun deel werd. Volgens telling van den
Nederl. Bridgebond was hun verlies
extra door het dubbelen: 100 voor con
tract plus 200 voor een overslag met
kans op een winst van 200, zoodat de
verhouding daar voor de dubbelaars
gunstiger is. Het is een lesje, men dub
bele niet te gauw! Dubbel wint uit prin
cipe!
Hammerman heetf last van suizin
gen in 't hoofd; hij wordt met den dag
doover. Dokters weten toch geen raad,
zegt-ie en daarom gaat hij naar den
beroemden kwakzalver.
Deze spuit z'n ooren door. Na de
operatie vraagt Hamerman met bei z'n
handen aan de ooren?
Hoeveel ben ik u schuldig,
meneer
Zeven gulden vijftig!
Zeventien gulden vijftig, zegt u?
Nee, vijftien!
De jongedame treedt een heeren
modezaak binnen.
Ik zou graag een passend geschenk
voor een ouden heer willen hebben.
Een mooie das misschien?
Ach neen, Mijnheer heeft name
lijk een baard.
Zoo zoo.... hm.... Ik heb ook
prachtkwaliteit vesten voor u.
Schei uit! Dat heeft ook geen zin. I
Mijnheer heeft een langen volbaard.
Maar dan moet u huispantoffels
nemen! zei de verkooper.
BEKENDE BLOEMEN IN
NIEUWEN VORM.
Pioenrozen hebben zich reeds lang
een vaste plaats in den tuin verwor
ven, doch de van ouds bekende don-
keroode soort met een blauwachtigen
weerschijn bevredigt onze overgevoe
lige kleurenzin niet meer. Zij kan ook
niet in de verste verte wedijveren met
de prachtig gekleurde Chineesche
pioenrozen. Deze zijn in Europa eerst
bekend geraakt op het einde van de
achttiende en misschien wel in het be
gin van de negentiende eeuw. Zij zijn
na eeuwenlang kweeken verkregen
door bekwame kweekers in het Verre
Oosten, terwijl daarna Europeesche
kweekers hebben gewerkt om steeds
weer nieuwe en fraaie variëteiten te
doen ontstaan. Elke wensch, wat vorm
en kleur betreft, kan vervuld worden.
Een eenvoudige, sierlijke kelkvorm,
een meer gevulde bloem van twee, drie
of vier rijen blaadjes en een bloem als
een dichte bal, dat alles kan men ver
krijgen, benevens elke gewenschte
tusschenvorm. De kleur varieert van
het zuiverste wit via vleeschkleuren en
rozerood tot diep purperrood. Bij vele
enkele of weinig gevulde bloemen
maken de dikke bosjes lange, smalle
meeldraden in de meest verschillende
kleuren geel een prachtig effect.
Onder de struikjes voor den tuin
stellen de pioenrozen tamelijk hooge
eischen, wat de verzorging betreft. Zij
gedijen het beste in vruchtbaren klei
grond. Op onvruchtbaren, drogen
zandgrond is ook bij de beste verzor
ging geen overvloedige bloei te ver
wachten. Zooals de meeste bloeiende
struiken vormen zij de meeste bloe
men, als zij in de volle zon staan. Voor
het planten moet de grond tot op een
behoorlijke diepte losgewerkt en van
mest voorzien worden. Op zandgrond
moet rijkelijk klei worden bijgevoegd,
terwijl zeer sterk gemest moet worden
met versche koeienmest zonder stroo.
Dikwijls wordt de fout gemaakt, dat
te zwakke struikjes worden geplant.
Dan moet men te lang wachten, voor
dat een werkelijk overvloedige bloei
kan worden verwacht. Met sterke, sterk
vertakte planten bereikt men eerder
het doel. De sterke, lange wortels moe
ten diep in den grond worden ge
plaatst; over het algemeen dient er
trouwens op gelet te worden, dat de
plant diep genoeg in den grond staat.
Gewoonlijk zullen pioenrozen nog niet
bloeien in het jaar, waarin zij ge
plant zijn. Het verplaatsen is een vrij
ernstige storing voor hen. Reeds het
volgend jaar ziet men hen echter
weelderiger uitloopen, terwijl zij tevens
al mooi gaan bloeien. Met elk jaar
bloeien zij rijker; hun grootste
schoonheid bereiken ze pas, wanneer
ze vele jaren ongestoord blijven staan.
Ze kunnen tien, twaalf, zelfs vijftien
jaar op dezelfde plek blijven staan,
mits men maar zorgt, dat de grond
genoeg voedsel bevat. Om het andere
jaar moet overvloedig gemest worden
met versche koemest en intusschen
nog herhaaldelijk vloeibare mest ge
geven. Bij droogte is ook veel gieten
noodig.
HOE LANG KAN MEN EEN BOOM
NOG VERPLANTEN?
Over het algemeen kan men vrucht-
boomen en andere loofboomen nog
verplanten tot zij 25 en onder bepaalde
omstandigheden zelfs tot zij 80 jaar
oud zijn. Hoe hoog de boomen zijn, is
over het algemeen bijzaak. Alleen bij
dennen gaan deze regels niet op. Deze
mogen na hun achtste jaar niet meer
verplant worden. Het komt weieens
voor, dat men tien- of zelfs twaalf
jarige boomen verplant, doch daarmee
loopt men groot risico. Als het op een
flinken groei aankomt, is het trouwens
gewenscht, dat de boomen veel jonger
zijn.
De oplossing van den driezet van Shinkman zal ik den volgenden keer geven.
Het volgenden aardigen en eenvoudige probleempje plaatsen we speciaal voor
beginners.
Tijdschrift N. S. B. 1932.
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kc3, Td8 en g7, Ld4, Pe6 en g5, pi c6 en h7.
ZwartKe7, Lf7, Ph8, pi c7, c4 en dö.
Hier volgt de derde matchpartij van de onlangs gehouden match tusschen
v. d. Bosch en Flohr.
24. Tael Lf8
25. Te8: Te8:
26. Lg5 Pa4
Dit cadeau wordt nu aangenomen.
27. Lf6gf6
28. Pe6 f5
Na Tf6: volgde Lg7, Tfl, Pb2:.
29. Pe2 Db5
a5 moet behouden blijven. Beter was b6.
30. P2d4 Db2
31. Dg5 Le7
Wit heeft een sterke aanval.
32. Df4 Pb6
33. Pf5Df6
Er dreigde Pe7Zwart offert een stuk.
34. Ph6f Kh8
Sterker was eerst Dg4 voor wit. Nu
krijgt zwart nog remisekansen.
v. d. Bosch.
Flohr.
1.
d4
Pf6
2.
c4
d6
Oud Indisch. Men ziet dit zelden
3.
Pc3
Pbd7
4.
g3
e5
5.
Lg2
Le7
6.
dö
0-0
7.
e4
c6
Wit krijgt een goeden stand.
8.
Pge2
cd5:
9.
cdö
a6
10.
a4
a5
Wit wil b5 belemmeren.
11.
0-0
Pc5
12.
Le3
Db6
13.
Pbö
Ld7
14.
Pec3
Pg4
15.
Lel
f5
Tracht meer lucht te geven.
16.
h3
Pfö-
17.
ef5
Lfö
18.
Le3
Tac8
19.
Kh2
Dd8
20.
f4
ef4
Zwayt moet dit wel doen. Wit dreigt
den d pion vrij te maken.
22.
23.
Lf4
Pd4
Dd2
Lg6
Dd7
Tfe8
35.
Df6
Lf6
36.
Tf6
Pd7
37.
Tf2
a4
38.
Ta2
Ta8
39.
Pg4
a3
40.
Pf2
b5
41.
Pc7
remise.
Er kan volgen Ta5, Pb5:, Tbö: Ta3:
en wit heeft een pion meer.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Ditmaal enkele standen voor lief
hebbers van het eindspel.
Van P. N. Faure, Amsterdam.
JU ifH nm in wnt
Wit speelt en maakt remise.
Oplossing: 4—22, 11—16; 2239,
30—35; 39-28, 14-2028—33,20—25
33—17, 8—1317—22, 13—1922—28,
1924; 28—33, 2430; 33—29 remise.
Zwart haalt dam, doch wit houdt steeds
de lijn 145 er voor zorgende op 1
of 45 te kunnen spelen nadat zwart de
ruiten 6 of 50 zou hebben bezet.
Van P. N. Faure, Amsterdam.
Tïrïfï
Oplossing48X39, 32—373933,
15—20 25X14, 37—4133—12 wit wint.
Zwart 4 sch.: 17, 18, 21, 24.
Wit 5 sch.25, 26, 32, 35, 44.
Dit is het eindspel der beslissende
partij van de match Bizot—de Jongh
gespeeld te Parijs, December 1930.
Herman de Jongh won zeer mooi als
volgt.:
35—30!, 24X35; 25—20. 18—23 (op
18—2220—14, 22 - 2732 - 28,27—32
28X37, 21—27 14-10, 27—3110-5,
31X42; 5—37 w.w.)20—14, 23—28
(op 23- 2914—9,29—349-434-40;
4—27! w.w.)32X23, 21—27; 14—9,
27—32; 9—3, 17-21; 26X17, 32-37;
17—11, 37-41; 11-6, 42—47. Zwart
gaf op. Er had nog kunnen volgen
23—18, 47—36 (op 47-33; 6-1, 33X50;
1—6 enz.)18—12,36—22 6—1,22X50
16, 35—40622 wit wint.
Alles betreffende deze rubriek te
adresseeren aan:
G. L. GORTMANS
Roerstraat 101 1
Amsterdam (Z.)
Wit slaat en wint.
^Nog één woord, en ik ben weduwe!
(„Passing Show")