S. A. KNUSSER 4 Zn. Rijk en geen geld. S. KROM, ALKMAAR NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. KONIJN's BACON FOSTER'S MAAGPILLEN 60ste JAARGANG Nederland en de ontwapeningsconferentie. - De re- geeringsverklaringen van den Duitschen rijkskanselier. De nieuwe regeering in Frankrijk samengesteld. Wij BreïenH! en repareeren alle soorten wollen kleeding, kousen en sokken (ook de allerfijnste). Vraagt onze eigengebreide ijzer werk e WOLLEN BADPAKKEN voor Heeren en Dames, KLEUR en MODEL naar keuze, a I 3,50. JAAP SNOR, Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel). t S. Voor Texel: Wed. BUIJSMAN, Den Burg. In Crisistijd Is kwaliteit goedkooper ST00MERIJ Telefoon 1523 (3 lijnen) Japonnen (chem. reinigen) vanaf f 2.25 Mantels f 3.25 Regenmantels (chem. reinigen) incl. waterproof vanaf f 3.50 De Duitsche Rijksdag ontbonden. Het Fransche kabinet gevormd. Een aanslag op Ward Hermans. De Japansche actie in Mantsjoerije. in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, FEUILLETON URANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen 1 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewqsno. 4 ct. Nederland en de ontwapeningsconferen tie. De treurige gang van zaken te Genève wordt met verflauwde belangstel ling door Europa gevolgd. Het is een eomedie die maar weinig vermag te boeien door haar langdradigheid en weinig pak kende scènes. Misschien eindigt ze nog eens als een treurspel, dat de wereld in brand zal zetten. De besprekingen in Genève geven waarlijk niet veel moed dat men in het vraagstuk van de „ontwa pening" eenig practisch resultaat zal be reiken. De oogen van de grootste optimis ten ten opzichte van dit vraagstuk, gaan wel zoo langzamerhand wijd open voor het gedoe in Genève, en het kan niet an ders of men moet wel genezen worden van zijn vertrouwen in de politieke leiders van de werelden in de „machtigen dezer aarde". In de „Nw. Rott. Crt." vinden wij een artikel over de ontwapenings(?)conferen- tie, waaraan wij het volgende ontleenen. Het blad schrijft dan o.m.: „Wij lezen weer dat een onder-commis sie als slotsom een Fransche resolutie heeft aangenomen die zegt dat militaire vliegtuigen eerst een specifiek aanvallend karakter krijgen, wanneer zij tenminste 6000 kg aan bommen, in exemplaren van 400 kg per stuk, kunnen meenemen. De vertegenwoordigers van Duitschland, Hon garije en Italië hebben geweigerd deze cijfers te aanvaarden, terwijl ook de Ne- derlandsche en Belgische deskundigen bezwaar maakten Wij nemen aan dat menig lezer, die de ontwapeningspetitie onderteekend heeft, iets meer heeft ver wacht dan dergelijke voorloopige beslui ten na vier maanden. Als er nog gezond verstand in de wereld bestaat, dan mogen wij hopen dat er nooit opzweepender propaganda voor ontwape ning is gevoerd dan de berichten vormen die wij dagelijks uit Genève vernemen. Zoo moeten zich spanningen ophoopen die ten slotte een drijfkracht kunnen worden voor de conferentie, als deze nog lang ge noeg duurt. Dit is ten minste een voor deel van den sleependen gang van zaken dat de conferentie de wereld niet voor noodlottige voldongen feiten zet, maar haar kans geeft door haar ongeduld ten slotte nog op de een of andere manier in vloed uit te oefenen op het resultaat. De openbare meening krijgt daarvoor in ieder geval den tijd. Wij weten ook dat men ter conferentie opzettelijk den pas markeert om tijd te winnen, tot een zeke re groote mogendheid in staat is om te overzien wat zij nu werkelijk wil. Wij zijn daarom nog niet overtuigd dat al die narigheid te Genève op den duur schadelijk zal blijken voor de ontwape ning. Zooveel hulpeloosheid moet gevol gen hebben. Tot zoover kunnen wij er niets tegen hebben dat men te Genève nog wat door zeurt, wetende dat er op het oogenblik tooh niets goeds te bereiken is". Het blad vraagt dan: Wat moeten wij te Genève doen? Voor onze regeering moet langzamer hand het oogenblik gekomen zijn waarop zij zich gaat afvragen of de tijden het ver oorloven te Genève een uiteraard niet kleine en niet goedkoope delegatie ter ontwapeningsconferentie te onderhouden, die alleen daar zit omdat de groote mogendheden het noodig vinden terwille van binnenlandsch en onderling geharre war de conferentie „den pas te laten mar- keeren". Waarom zouden de heeren niet naar huis komen, waar zij stellig nuttiger werk kunnen verrichten dan het „mon nikenwerk" der commissies? Wij konden het bureau der conferentie verzoeken ons te waarschuwen als men weer ernstig aan het werk ging. Dan moeten wij natuurlijk erbij zijn. Het is niet onwaarschijnlijk dat dit goede en spaarzame voorbeeld door andere staten zou worden gevolgd. En dat kon op zich zelf een nuttige demonstratie zijn. Wij zien niet in hoe men op het oogen blik de zaak der ontwapening beter zou kunnen dienen! De regeerlngsverklarlng van Von Papen is kort en maakt den lezer niet veel wijzer omtrent haar plannen. Men kan er uit opmaken, zegt de Berlijnsche corr. van de „Nw. Rott. Crt.", dat zij onder nationa le concentratie, de concentratie van het Duitsch-nationale in breederen zin ver staat, concentratie gevolgd door strijd tegen alles wat links van de Duitsch- nationalen staat. In een der moeilijkste oogenblikken van de geschiedenis, zoo zegt zij, heeft de re geering haar taak aanvaard. Het Duitsche volk bevindt zich in een moreele en ma- terieele crisis zonder weerga en de offers die gevergd moeten worden om den weg naar de vrijheid in het binnenland en tegenover het buitenland te herwinnen, zijn ontzettend groot. Slechts wanneer het gelukken zal een samenwerking van alle tot opbouw be reide, dus van alle nationale krachten te bewerken, zal Duitschland nog gered kun nen worden. Bruning heeft het eerst den moed ge toond om een duidelijke balans te eischen van de toestanden waarin wij door het Verdrag van Versailles, door de gevolgen der oeconomische crisis, maar ook door het wanbeheer der parlementaire demo cratie gebracht zijn. De nieuwe regeering wensoht dat het Duitsche volk deze balans kennen en begrijpen zal: de grondvesten van het Rijk, van Pruisen en van de meeste andere Bondsstaten en groote en kleine gemeenten zijn uitermate geschokt. Deze toestand eischt een volledige her vorming op financieel, oeconomisch en administratief gebied en aanpassing van het leven van den Staat aan de armoede zijner bevolking. De sociale verzekeringskassen staan voor het bankroet en de steeds stijgende werkloosheid zuigt het merg ook uit de beste krachten van ons, in den grond werkzaam, volk. De vier voorafgaande re geeringen hebben gemeend door toepas sing van steeds meer Staatsbemoeiing en Staatssocialisatie de zorgen zoowel van werkgevers als werknemers voor een goed deel te kunnen overnemen. Zij hebben ge tracht van den Staat een soort liefdadige instelling te maken, en het gevolg is slechts geweest dat zij de moreele krach ten, en het individueel initiatief verzwakt of gebroken hebben. Zij hebben den Staat een taak wdllen geven die hij volgens zijn structuur niet kan volbrengen en juist daardoor is de werkloosheid in zoo ver schrikkelijke mate toegenomen. De nieu we regeering kan al deze dingen niet op slag wegtooveren en zij is zelfs, gedwon gen een deel van de door de vorige regee ring afgekondigde noodmaatregelen noo dig zijn voor de instandhouding van het staatsbestuur ook gedaan zullen kunnen worden. Overigens doet de nieuwe regeering op dit oogenblik geen beloften. Zy zal hande len en men zal haar volgens haar daden kunnen beoordeelen. Voor de buitenlandsche politiek is de taak der regeering in beginsel eenvou diger. Zij bestaat in het verleenen van haar hartelijke medewerking bij alle in ternationale onderhandelingen en bespre kingen over de groote problemen van ontwapening, herstelbetalingen en oplos sing der oeconomische crisis, omdat de hoogste levensbelangen van het Duitsche volk daarmee gemoeid zijn. Om al deze redenen heeft de rijks presi dent besloten het verzoek der nieuwe re geering tot onmiddellijke ontbinding van den Rijksdag in te willigen. De Fransche regeering heeft hpogst- waarschiinliik haar definitieve samenstel ling ontvangen, die als volgt werd bekend gemaakt: Herriot, minister-president en buiten landsche zaken; Daladier, openbare wer ken; Chautemps, binnenlandsche zaken; Paul Boncour, oorlog; Painlevé, lucht vaart; Leygues, marine; Senator Gardey, economische zaken; Berthot, pensioenen: Sentor Renoult, justitie; Palmade, begroo ting; Senator de Monzie, onderwijs; Sena tor Albert Sarraut, koloniën; Dalimier, arbeid; Léon Meyer, koopvaardij; Sentor Godard, volkswelvaart; Julien Durand, handel; Queuille, posterijen. De Pariische corr. van de „Nw. Rott. Crt." schrijft naar aanleiding van deze samenstelling o. m.: Het belangrijke van de regeering is Boncour met de portefeuille van oorlog. Herriot heeft zich daarmee naar alle kan ten gedekt. Men weet welk gezag Boncour in internationale kringen geniet en bin nen de grenzen vindt zijn positie ten op zichte van de formule: „veiligheid, arbi trage, ontwapening" vertrouwen. Daar mee is gezegd, zooals al bekend was, dat de Fransche gedragslijn inzake ontwape ning wordt doorgetrokken. Bü voorbaat moet worden aangenomen, dat Herriot Painlevé in het kabinet wilde opnemen. Het departement van oorlog bood zich daartoe aan. Nu dit door de benoeming van Boncour onmogelijk was, moest Pain levé met de luchtvaart genoegen nemen. Vroeger heeft hü dezelfde portefeuille be heerd.. Zijn gezag is versterkt doordat hij de leiding krijgt van het comité, dat be last is met den gemeensehappeliiken aan koop van de benoodigdheden voor de drie departementen van landsverdediging. AFLEVERING BINNEN ENKELE DAGEN. VERLAAGDE PRIJZEN. Winkel: Keizerstraat 31. Tel. 473 Het ontWndingsdecreet. Het door Von Hindenburg ondertee- kende decreet tot onmiddellijke ontbin ding van den Rijksdag is Zaterdagmid dag te twee uur aan voorzitter Loebe overhandigd. In de toelichting wordt alleen vastge steld dat de uitslag der laatste verkiezin gen in de bondsstaten heeft bewezen dat de tegenwoordige samenstelling van den Rijksdag niet meer overeenkomt met den politieken wil van het Duitsche kiezers corps. Over den datum der nieuwe verkiezin gen bevat het decreet, dat behalve door Hindenburg door Von Papen en Von Gayl onderteekend is, niets. De verkiezlngsplannen van de regeering. De rijksregeering zou van plan zijn den datum der verkiezingen eerst te bepalen na overleg te hebben gepleegd met de par tijen (vermoedelijk alleen met de partijen van rechts en met den rechtervleugel van de midden-partijen, voegt het Berlienr Tageblatt er aan toe. Het is in elk geval iets ongewoons, vervolgt het blad, dat een regeering in den vorm van een program een verkiezingsoproep publiceert, alvo rens aan de bevolking te hebben medege deeld, wanneer zal worden gekozen. Het Tageblatt beweert verder, dat men in kringen der nieuwe regeering rekent op het vormen van een sterk blok van rechts. Indien men er niet in mocht sla gen de groepen van den rechtervleugel van het kabinet voor dit blok te winnen, dan wil men ten minste trachten deze groepen te bewegen met een nationale eenheidslijst aan den strijd deel te nemen. De betreffende kringen zijn van meening, dat de nieuwe Rijksdag een rechterzijde van 280 a 300 leden zal hebben. VON SCHLEICHER UIT HET LEGER GETREDEN. In verband met zijn ministerschap. Naar Wolff meldt heeft luit.-generaal Von Schleicher na zijn benoeming tot rijksweerminister op grond van art. 16 der wet inzake het ministerschap, welke voor schrijft dat rijksambtenaren, die tot mi nister benoemd worden, hun functie moe ten opgeven en op non-activiteit worden gesteld, zijn ontslag uit het leger genomen. Volgens de Voss. Ztg. zal kolonel von Bredow von Schleicher in zijn ambtelijke functie opvolgen. Krachtens dezelfde bepaling heeft ook graaf Schwerin von Krosigh na zijn be noeming tot rijksminister van financiën zijn functie van chef der begrootingsaf- deeling in het departement van financiën neergelegd. Het nieuwe Fransche kabinet is ge vormd. Herriot wordt minister-president en minister van buitenlandsche zaken Boncour oorlog; Germain Martin finan ciën. VENIZELOS VORMT WEER EEN KABINET. Naar Reuter uit Athene meldt, heeft Venizelos, die juist veertien dagen gele den met zijn kabinet was afgetreden, op nieuw de kabinetsvorming op zich ge nomen. Door een kogel In den arm ge troffen. Vrijdagavond kort voor middernacht is te Heist op den Berg een aanslag ge pleegd op het Vlaamsche Kamerlid, Ward Hermans. Deze was met den laatsten trein uit Antwerpen teruggekeerd en begaf zich per fiets naar zijn woning, toen hij in de Bergstraat door een onbekend persoon werd aangevallen. De aanvaller dook on verwachts uit de duisternis op en had een pistool in de hand. Hij vuurde het wapen af in de richting van Ward Hermans, die in den linkerarm werd getroffen en te gronde viel. Toen Ward. Hermans weer opstond, was de aanvaller reeds gevlucht. Het Kamerlid begaf zich onmiddellijk naar het huis van een geneesheer en viel daar bewusteloos neer. De kogel kon niet uit den arm worden verwijderd. Ward Hermans ligt thans te bed. Zaterdag is door het parket te Mechelen een onder zoek bevolen, hoewel Hermans zelf geen klacht had ingediend. Van zijn aanvaller kon hij trouwens slechts een zeer vage beschrijving geven. Volgens de eerste re sultaten van het onderzoek zouden zware vermoedens wegen op een der politieke vijanden van den gewonden afgevaardig de. Deze aanslag heeft in het heele arron dissement Mechelen, waar Ward Hermans zeer bekend Is, groote opschudding ver wekt. Nog niet geslaagd. Volgens Russische berichten uit Harbin wordt de politieke toestand in Mantsjoerije zeer ernstig geacht. Ondanks krachtige troepenconcentraties is het den Japanners niet gelukt de orde te herstellen. De gevechten blijven nog steeds voort duren. Het Japansche oppercommando heeft in een rapport moeten toegeven, dat de opstandige troepen krachtig zijn en dat het onderdrukken van den opstand derhalve geruimen tijd zal duren. Der halve zullen de strijdkrachten ook nog verscheidene maanden in Mantsjoerije moeten blijven. EEN VERGISSING VAN EEN CHINEESCH VLIEGER. 22 dooden, 41 gewonden. Een Chineesch vlieger, die terugkeerde van een tocht tegen Chineesche bandieten in de provincies Kiangsoe en Honan, liet bij vergissing boven de stad Penpoe een bom van 35 pond vallen, waardoor 22 per sonen werden gedood en 41 gewond. De opgewonden menigte overviel hierop het hoofdkwartier van de luchtstrijdkrachten, waar, naar verluidt, de commandant ge lyncht werd. Verstopping en slechte spijsvertering maken U ellendig en humeuriq. Neem bijtijds de zeer zacht werkende Foster's Maagpillen, het bekende en beste laxeermiddel. Alom verkrijgbaar i 16?IS per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie per Bacon. DE BENZINEPRIJS. Verhooging met 1 cent per liter. Het corr. Bur. meldt: De Sinclair Petroleum Company deelt mede, dat met ingang van Maandag de pompprijs voor benzine wordt verhoogd met 1 cent, en daardoor dus is gestegen tot 14 cent per liter. DE LOONSVERLAGING BIJ DE SPOORWEGEN. De B.A. N.S. verklaart zich er tegen. Naar het Hbl. verneemt heeft het hoofdbestuur van den Bond van Ambte naren in dienst bij de Nederlandsche Spoorwegen (B.A.N.S.) zich tegen het voorstel van de spoorwegdirectie ver klaard inzake een loonkorting van 5 ingaande 1 Juli a.s. tot en met 31 Decem ber. A.T.O.- en Van Gend Loos- personeel. Het hoofdbestuur van den Centralen Bond van Spoor-, Tram-, A.T.O.- en Van Gend en Loospersoneel heeft aan de di rectie van het A.T.O.- en Van Gend en Loosbedrijf een schrijven gezonden, waarin het verzoekt, daar een loonsver- I laging van 7 niet door het personeel kan worden gedragen, deze terug te brengen tot 5 Het hoofdbestuur verklaart zich dan bereid den leden aan te bevelen, om de op dezen voet gesloten overeenkomst tot II Juli 1933, met de directie aan te gaan. door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Six James knikte eenigszins ironisch; zijn belangstelling in zqn patiënt was nog niet overgroot te noemen. „Het gasthuis zou vijf en twintig dui zend pond heel goed kunnen gebruiken," was het eenige wat hij zeide. „U heeft alle condities van de wedden schap goed begrepen?" „Volkomen." Toen Bliss wilde weggaan, haalde hij een enveloppe uit zijn zak en legde haar op de schrijftafel neer. Sir James schoof de enveloppe eenigszins geërgerd terug. „Ik kan geen geld aannemen voor den raad, welken ik u gegeven heb," zeide hij. „Waarom niet?" „Omdat die raad in uw geval toch waardeloos is. Duizend tegen een volgt u hem toch niet op." „Als ik het niet doe, dan is het in uw Voordeel," zeide Bliss. „Dan heeft u vijf en twintig duizend pond voor uw hospi taal." De dokter stond ongeduldig op en drukte even op het belletje naast zqn schrijftafel. Bijna onbeleefd gaf hü op die manier zijn patiënt te kennnen. dat hij hét onderhoud als geëindigd beschouwde. Meteen liet hü het masker van onver schillige beleefdheid vallen. Zün gelaat drukte een bijda minachtend ongeloof uit. „Ja, misschien," zeide hü. De gevoelens, welke die twee woorden bü Bliss opwekten, waren voor hem zelf een openbaring. De behandeling van den dokter had hem zoo driftig gemaakt, dat hü gedu rende een paar oogenblikken geen woord kon uitbrengen. Toen balde hü zün rech terhand en gaf met een kracht, die bewon derenswaardig was voor den zwakkeling van een paar minuten geleden, een slag op de schrijftafel. „Nog geen dertig tellen geleden", zeide hü, „was het nog mogeiyk geweest, dat uw gasthuis zün vqf en twintig duizend pond zou gekregen hebben. Nu wil ik liever gehangen worden, dan dat u er ooit een penny van zult zien". „De weddenschap is dus te beschouwen als niet aangegaan?" vroeg de dokter cynisch. „De weddenschap is wel aangegaan", antwoordde Bliss driftig, „maar ik zal haar winnen". HOOFDSTUK II. De Ernest Bliss, die in dat uur zün ge daantewisseling had ondergaan, stapte de straat op met een resoluten trek op zün gezicht. Door snel loopen was het hem gelukt om de voordeur te bereiken, voor dat de bediende hem uit kon laten; met opzet sloeg hü haar met een smak achter zich dicht, wat hem een gevoel van groote oplichting gaf. Hij stapte in de auto, nam, tot groote verbazing van den chauffeur, zelf het stuur, en even daarna reed de wagen, bestuurd met een zekerheid, welke voor een type als dat van Bliss opvallend was, door het drukste gedeelte van Lon den en hield eindelijk stil voor een groot advocatenkantoor in Lincoln's Inn Fields. „De ontsteking van een van de cylinders slaat nu en dan over, Hayes", zeide hü tegen den chauffeur, terwül hü uit de auto stapte. „Ik zal hier wel een kwartier tje opgehouden worden, kyk jij het onder- tusschen even na". „Ja, münheer", zeide de man. „Waar- schijnlqk heb ik wat olie op een van de bougies gemorst. Ik zal het wel even in orde maken, dan is het klaar als u terug komt". Het noemen van zijn naam aan den jongsten bediende van Crawley Craw ley, advocaten en procureurs, bracht een geheel ander effect teweeg dan een half uur geleden bü den dokter en zou, bü den man, die Bliss nog dien ochtend geweest was, zeker alle zelfingenomenheid hebben doen terugkeeren. Toen het bekend werd, wie er was, kwam de eerste bediende onmiddellqk in eigen persoon naar Bliss toe en bracht hem zonder eenig uitstel in de allerhoog ste tegenwoordigheid van Mr. William Crawley, oudsten deelgenoot van het ad vocatenkantoor, die door zijn beleefde be groeting en zün beminnehjksten glimlach blijk gaf, heel goed te beseffen, dat hü zich in tegenwoordigheid van een van zün voornaamste cliënten bevond. „Ah myn waarde heer", riep hü uit, terwül hü opstond en zijn hand ter be groeting uitstak „dat doet me werkeiyk genoegen. Gaat u zitten, gaat u zitten, daar staat een gemakkelijke stoel dan zal ik om cigaretten schellen. Maak het u zoo gemakkelijk mogelük". „Ja, ja, dat komt wel goed", zeide Bliss, terwül hü een gewonen, rieten stoel naar de schrijftafel van den rechtsgeleerde toe trok. „Ik heb op 't oogenblik geen zin om in een gemakkelüken stoel te zitten en ik wil ook niet rooken. Ik wou u vandaag over gewichtige zaken spreken". „Tjonge, tjonge", zeide Mr. Crawley, „dat belooft wat. Bedoelt u misschien de Hannover Street hypotheek? Vanmorgen is mij juist aangeraden „Die Hannover Street hypotheek kan me geen zier schelen", viel Bliss hem in de rede, „u weet heel goed, dat ik, wat be treft de manier waarop myn geld belegd wordt u altyd uw gang heb laten gaan. En in het jaar, dat nu vóór me ligt, ben ik niet van plan om ook maar een oogen blik my 't hoofd te breken over geldbeleg ging". De rechtsgeleerde nam een afwachtende houding aan. Hij leunde achterover in zün stoel, legde zün ellebogen op de arm leuningen en drukte zqn vingertoppen styf tegen elkaar aan. „Nu moet u eens goed hooren", ging Bliss voort. „Wat wordt er gewoonlqk ge daan, wanneer een van uw cliënten er voor een jaar vandoor gaat, naar Afrika of zoo, ik bedoel, wanneer jullie je in 't ge heel niet met hem in verbinding kunt stel len. Ik geloof, dat hij dan een of ander papier teekent, en dat jullie dan het heele zaakje voor hem opknappen". „U bedoelt een volmacht?" zeide Mr. Crawley, hem voorzichtig polsend. „Juist, zoo iets", zeide Bliss. „Wees zoo goed, en laat er even een opmaken". Mr. Crawley keek, alsof die snelheid van handelen hem wel een beetje te bar was. Hij kuchte en ging weer gewoon in zijn stoel zitten. „Luister eens, Mr. Bliss", zeide hq, „heeft u wel eenig begrip van de buiten gewone beteekenis van zulk een docu ment". „Ik geloof dat zoo'n volmacht betee- kent", zeide Bliss, „dat ik u het recht geef om alles, cheques en overdrachten en zoo, in mqn naam te onderteekenen; in 't kort, dat u het recht heeft om al mijn zaken te regelen, totdat ik weer terug kom". „Juist", gaf Mr. Crawley toe. „De ver antwoordelijkheid, welke zoo'n volmacht je oplegt, is wel een beetje drukkend. In uw geval, Mr. Bliss, zou die verantwoor delijkheid niet alleen drukkend, maar be paald overweldigend zqn. Het beteekent, dat ik de geheele controle zou hebben over een enorm fortuin, een fortuin, dat op het oogenblik meer dan een en een kwart millioen pond sterling bedraagt". „Wel, het is toch eigenlijk uw werk, om de verantwoording van geldzaken op u te nemen", zeide Bliss kalmpjes. „Ik zou graag die volmacht teek enen, voordat ik wegga". Mr. Crawley stond op, drukte op het schelknopje en gaf den bediende, die op het schellen binnenkwam, de noodige in structies. Toen ging hü weer zitten en begon heel ernstig tegen Bliss te praten. „U bent dus van plan buitenslands te gaan, mr. Bliss?" vroeg hij. „Wel, het staat nog te bezien", ant woordde Bliss, „of ik Londen zal ver laten of niet". „Maar waarom dan in 's hemelsnaam...." begon Mr. Crawley. Bliss leunde iets voorover en klopte energiek op de sehrqftafel. Zqn geheele manier van spreken gaf blqk van de vast beslotenheid welke hem beheerschte; zün stem zelfs had een anderen klank. „Kqk eens, Mr. Crawley", zeide liq, „u bent een rechtsgeleerde van naam. Ik ver onderstel, dat u dus wel bekend is met de eerste beginselen van uw beroep". „Maar mqn beste Mr. Bliss" zeide de rechtsgeleerde verwytend. „Vanavond om zes uur, misschien iets vroeger", ging Bliss voort, „ben ik van plan om voor een jaar te verdwijnen". „Watverdwünen?" „Ja, maar u mag me niet vragen waar om, u mag me zelfs in 't geheel geen ver deren uitleg vragen. U behoeft niet te weten of ik in Londen ben, op het vaste land, of misschien in een ander wereld deel. 't Beste is, dat ik in uw gedachten gedurende een jaar niet besta. Waar- schqnlqk zult u nu en dan wel eens wat van me hooren"; ging Bliss voort, terwül hü den rechtsgeleerde recht in de oogen keek. „Dat weet ik nog niet zeker. Maal ais u mqn zaakwaarnemer wilt blqven, moet u dit goed begrijpen: wat er ook moge gebeuren, in geen geval mag u moei te doen, om mqn verblqfplaats op te spo ren". Mr. Crawley had geheel en al zqn be minnelijk zaken-air, waar hij zoo trotsch op was, verloren, zün mond hing half open, zqn oogen staarden Bliss wqd-ge- opend in-paf aan. De uitdrukking op zqn gezicht gaf blijk van ongekunstelde stom me verwondering. „Nog nooit in mqn leven ben ik zoo verbaasd geweest", bracht hq er einde- iyk met moeite uit. „Waarsehüniyk be grijpt u niets van het gewicht van uw fi- nantieele zaken. Gedurende de volgende maanden worden alle hypotheken in Schotland afgelost, en tot dusverre is er nog niet bepaald, hoe we dat geld weer zullen beleggen". (Wordt vervolgd.) J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1