S. A. KAHÜEWASSER Zn.
Rijk en geen geld.
De aanstaande presidentsverkiezing
in de Ver. Staten.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Konijn'5 Casselerrib
Nr. 7130. EERSTE BLAD
ZATERDAG 11 JUNI 1932
60ste JAARGANG
Het bureau der ontwapeningsconferentie tegen Dins-
dag bijeengeroepen. - De Iersche eedskwestie. -
Pessimisme te Londen. - De nieuwe Pruisische nood
verordening. - De Ver. Staten en het schulden- en
herstelvraagstuk.
Weigert namaak!
De revolutie in Chili.
dessins,
lekerTriescheHeewibaai,maardan
ECHTE FR1ESCHE
[HEERENBAAI
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Het bureau der ontwapeningsconferen
tie is nu definitief door Henderson Dins
dag bijeengeroepen. Het bureau za>. dan
een beslissing moeten nemen over de ver
dere procedm'e ten aanzien van de behan
deling der rapporten der technische com
missies over de aanvalswapenen en het
bureau zal dan eveneens de procedure van
behandeling moeten vaststellen ten aan
zien van een voorstel, dat ie Snwjetdele-
gatie in de commissie voor budgetaire be
perking had ingediend en dat iaetrekking
heeft op de particuliere kapitalen, die in
de oorlogsindustrie belegd zijn.
Ofschoon men te Genève nog steeds ver
moedt, dat Herriot en enkele andere mi
nisters van buitenlandsche zaken de zit
ting van het bureau van a.s. Dinsdag zul
len bijwonen, heeft men hieromtrent nog
niets stelligs vernomen. De beslissing zal
■waarschijnlijk eerst Zóndag genomen
worden, wanneer Herriot te Parijs Mac
Donald en Sir John Simon spraken zal.
Het gaat met de Iersche eedskwestie
niet naar wensch, en in Londen is men
over het algemeen pessimistisch gestemd
ten aanzien van het resultaat van de be
sprekingen, die Mac Donald en zijn col
lega's gisteren met de Valera zouden
hebben en waarover men wellicht elders in
dit blad nog bizonderlieden vindt.
Uit de Valera's toespraak tot den Ier-
sohen Senaat van Woensdag blijkt wel,
dat hij voor zich geenerlei wijziging in
zijn houding ten opzichte van den eed in
den geest heeft. Hij heeft gezegd, dat hij
op dit punt noch van concessie noch van
een vergelijk weten wil. Voor het geval
de Valera in zijn gesprek met Thomas
inderdaad de mogelijkheid van hereeni-
ging van Ierland geopperd mocht heb
ben, is men hier overtuigt, dat de Britsche
regeering in besprekingen daarover niet
treden kan en het bericht alleen reeds
heeft in Ulster de noodige- beroering ge
wekt en ijzervreters als Carson tot de ver
klaring gebracht, dat „Ulster niet te koop
is". Het ziet er dus niet naar uit, dat de
onderhandelingen tusschen de Britsche
en Iersche regeering een resultaat zullen
hebben, waardoor de door den Senaat voor
afschaffing van den eed gestelde voor
waarden vervuld zouden worden. De Se-
naat n.1. heeft de schrapping van den eed
uit de constitutie aangenomen, maar niet
de bepalingen volgens welke ook de eisch
van conformiteit der constitutie met het
verdrag van Londen gesteld werd, in welk
laatste de eed natuurlijk voorkomt. Ook
heeft de Senaat, gelijk te voorzien was,1
het werkelijk vervallen van den eed aan
de voorafgaande overeenstemming met
Groot-Britannië afhankelijk gemaakt.
Met deze besluiten heeft de Senaat feite
lijk duidelijk te kennen gegeven, dat hij
op zich zelf den eed graag vervallen zag,
maar dat hij er geen onmin met Groot-
Britannië voor over heeft. Voor de bin-
nenlandsche politieke positie der tegen-
standers van het ontwerp is dit ongetwij- j
feld een veel gunstiger beslissing dan de j
eenvoudige verwerping van het heele ont
werp geweest ware. De Valera heeft nu de
keus tusschen achttien maanden wachten
of ontbinding van de Dail. Welke van de
twee mogelijkheden hij zal kiezen, daar
over bevatten de bladen nog geenerlei
ietwat betrouwbaar bericht.
De nieuwe Pruisische noodverorde
ning bevat drie maatregelen ter dekking
van het tekort op de begrooting en wel:
le. Invoering met ingang van 1 Juli
van een accijns op het geslacht, waarvan
de opbrengst op 80 a 100 millioen wordt
geschat;
2e. Korting op de salarissen der onge
huwde en kinderlooze ambtenaren en be
ambten van 5 pet, en op die der ambte
naren en beambten met kinderen van
2V2 pet. Deze bedragen zullen van 1 Juli
1937 af in maandelijksobe termijnen wor
den terugbetaald. Bij het overlijden en
verlaten van den dienst wordt het ge
heele bedrag uitbetaald.
De opbrengst tengevolge van deze kor-
ting beloopt ca. 26 millioen;
j 3e. Het nu nog bestaande tekort van 34
millioen zal worden bezuinigd door ver
dere schrapping op de zakelijke posten
der begrooting.
j Ten slotte houdt de noodverordening
bepalingen in tot wijziging der huishuur-
j belasting en wel in dien zin, dat de ge
meenten 160 millioen Mark krijgen toe
gewezen, waarmede zij hunnerzijds be
hoeftige huurders moeten steunen. Dit
komt neer op een bezuiniging voor de
staatsfinanciën, aangezien voortaan alleen
ondersteunden met een bestaansmini
mum van 700 tot 800 Mark jaarlijks deze
i toelage zullen krijgen, welke tot dusverre
werd verstrekt tot een bestaansminimum
van 1200 Mark.
I De bladen wijden uitvoerige beschou
wingen aan de nieuwe noodverordening,
welke de Germania „uiterst pijnlijk"
noemt, die echter bewijst, dat in dezen
tijd elke regeering, of zij afhankelijk is
van een parlementaire meerderheid of
niet, tot het treffen van ingrijpende
financieele maatregelen genoodzaakt is.
De Voss. Ztg. merkt op, dat deze nood
verordening het rijk elk voorwendsel om
in te grijpen ontneemt, ook als de onder
handelingen over de vorming van een
nieuwe Pruisische regeering mislukken.
De Pruisische regeering verdient waar
deering voor den moed, waarmede zij
tracht haar erfgenamen een goede boek
houding en geen schuld achter te laten.
De Vorwarts stelt het rijk, dat zijn
schulden niet betaalt, aansprakelijk voor
de verordening.
De D. A. Ztg. vreest dat de korting op
de ambtenaarssalarissen bedenkelijke ge
volgen op oeconomisch gebied zal heb
ben. De Lok. Anz. spot met deze korting,
die zij een „gedwongen ambtenaarsspaar
bank" noemt.
De Tag vraagt zich af, of een demis
sionaire regeering het recht heeft, een
dergelijke noodverordening uit te vaar
digen en acht dat hoogst twijfelachtig.
De Ver. Staten en het schulden en
herstelvraagstuk. Het Amerikaansche de
partement van Staat geeft in verband met
een bericht van de New York Times uit
Londen, dat inhoudt, dat Stimson zich
in een onderhoud met den Engelschen
gezant, tegen de volledige schrapping
van de schadevergoedingen heeft uitge
sproken, de volgende toelichting:
De Amerikaansche regeering heeft
altijd het standpunt ingenomen, dat zij
met de schadevergoedingskwestie niets
uitstaande heeft en de regeling daarvan
moet overlaten aan de betrokken staten,
die naar zij hoopt het thans te Lausanne
eens zullen worden.
Het departement van staat heeft op
vragen van vrschillende landen steeds
geantwoord, dat het internationale schul
denprobleem uiterst moeilijk is, aange
zien het Congres zich in December 1931
in vereenigde zitting van beide Huizen
tegen vermindering of schrapping van
de schulden, die de geallieerden aan de
T er. Staten hebben, heeft uitgesproken.
Het departement van staat heeft voorts
in gesprekken met buitenlandsche diplo
maten er altijd den nadruk op gelegd, dat
bij schrapping der schulden het Ameri
kaansche volk behalve de eigen lasten
ook nog voor het leeuwendeel van de
oorlogskosten der Geallieerden zou moe
ten opkomen. En dergelijke regeling zou
geenszins strooken met de Amerikaan
sche openbare meening.
Waarom Hoover Impopulair is geworden.
(Door onzen correspondent).
I
New York, Juni 1932.
President Hoover is zeer impopulair
in de Vereenigde Staten. Gedeeltelijk
komt dit natuurlijk door de algemeene
malaise: het volk is maar al te- zeer ge
neigd om daarvan de schuld te geven aan
de regeering, ook al spant deze zich nog
zoo sterk in om aan den ongunstigen toe
stand een einde te maken. Hoover heeft
daarbij nog de onhandigheid begaan, de
mensohen voor te houden, dat de malaise
niet van langen duur zou zijn en dat de
tijden al beter begonnen te worden. Mis
schien was dat zijn persoonlijk inzicht,
misschien dacht hij door zoo'n autosug
gestie het vertrouwen tusschen de men-
schen onderling weer aan te kweeken,
maar hoé het ook zij, Amerika is van
kwaad tot erger vervallen. De Amerika
nen hebben hun levensstandaard veel te
hoog opgeschroefd; zij meenden dat ei
aan den tijd van „prosperity" nooit een
einde zou komen. En wat die te hooge
uitgaven in den tijd van algemeene wel
vaart betreft, heeft Hoover niet geremd,
maar al even onverstandig gehandeld als
zjjn landgenooten. „Gouverneur c'est
prévoir", zegt een Fransch spreekwoord,
maar daarin is Hoover ontegenzeggelijk
te kort geschoten. Zijn persoonlijk opti
misme, zijn typisch Amerikaansch aan
voelen van de dingen hebben Amerika
juist nog wat dieper in de ellende ge
bracht.
De ellende in Amerika, dat zoo lang
het rijkste land van de wereld is genoemd
en dit vermoedelijk nog steeds is, doet
ons werkelijk versteld staan. Naar schat
ting zijn er ongeveer tien millioen werk-
loozen. De juiste getallen zijn niet be
kend, omdat er van staatswege geen
steun aan werkloozen wordt uitgekeerd.
In 1931 is het bedrag, dat bij de banken
gestort werd, met 72000 millioen dollar
verminderd, terwijl 2500 banken met een
gezamenlijk kapitaal van 2000 millioen
dollar failliet zijn gegaan. Groote steden
als Philadelphia en Chicago hebben geen
geld meer om hun ambtenaren geregeld
te betalen. Ook New York heeft te kam
pen met geldgebrek en de banken geven
geen crediet meer zonder solide onder
panden. De uitvoer is in 1931 met 1418
millioen verminderd en de staatsfinan
ciën leverden een tekort op van 900 mil
lioen. De begrooting voor dit jaar is zelfs
afgesloten met een tekort van 200 mil
lioen. Zefs de minister van financiën
verklaart openlijk, dat hij voor 1934 niet
op een kloppende begrooting durft te
rekenen. Er zjjn dus buitengewone maat
regelen noodig; daarover zijn allen het
eens.
•Nu is in de Vereenigde Staten de pre
sident feitelijk de man, die voor alles ver-
antwordelijk is. Na zijn verkiezing be
noemd hij niet alleen zijn ministers, maar
ook zijn ambtenaren en hij bepaalt, meer
dan in één ander democratisch gere
geerd land mogelijk zou zijn, de koers,
die het kabinet zal volgen. Het parlement
stelt den president dan ook verantwoor
delijk voor alle fouten; wel kan het hem
niet afzetten, maar het kan hem wel op
allerlei manieren duidelijk laten merken,
dat men over zijn bestuur niet tevreden
is. Het verwerpen van regeeringsvoor-
stellen met een overgroote meerderheid
moet dan ook opgevat worden als een
wenk -aan Hoover, om zijn canddatuur
voor het presidentschap niet te hand
haven. De verkiezingsstrijd is n.1. in den
grond der zaak,reeds aan den gang, al
worden de verkiezingen eerst in Novem
ber a.s. gehouden. In begin Februari
heeft Hoover bekend gemaakt, dat hij zich
weer herkiesbaar stelt, iets wrat mogelijk
is volgens de Amerikaansche gebruiken,
daar hij nog slechts één ambtsperiode
achter den rug heeft.
De republikeinsche partij, waartoe hij
j behoort, kon dus niet anders doen dan
hem opnieuw als candidaat aanvaarden.
De stemming in het land is echter zoo
sterk tegen Hoover gekant, dat de repu-
blikeinen er eigenlijk weinig voor voe
len, om met hem de verkiezingscampagne
in te gaan en de democraten voelen zich
reeds sterker door het enkele feit, dat
Hoover de candidaat is van de tegen
partij. Hun eigen candidaat is juist een
zeer populair man, n.1. Franklin D. Roo-
sevelt, gouverneur van den staat New
York, die evenals zijn vrouw verwant is
'aan den vroegeren president Theodore
Roosevelt, die zelfs na zijn dood zijn po
pulariteit niet verloren heeft. Hoover
staat daarentegen bekend als de bescher
mer van de millionairs. Hijzelf is schat
rijk en Mellon, zijn minister van finan
ciën, wordt door sommigen beschouwd
als de rijkste man van de Vereenigde
Staten. De meerderheid in de volksverte
genwoordiging verlangt een belasting op
de groote vermogens, doch als Hoover
aan hun eisch voldoet, laten de millio
nairs, die zijn verkiezingscampagne
financieren en in vele gevallen zijn per
soonlijke vrienden zijn, hem in den
steek. De democraten in het Congres
staan juist daarom zoo op deze belasting,
omdat zij weten, dat zij Hoover daarmee
in het nauw drijven. De republikeinen
willen deze belasting eveneens, ten eer
ste omdat zij noodig is en de kiezers er
op staan, maar ook, omdat Hoover op die
wijze misschien gedwongen kan wrarden,
zijn voor zijn party schadelijke oandida-
tuur in te trekken.
Ingezonden mededeeling. 104
Vraagt de echte Poeders en Tabletten!
Echt zijn ze alleen, wanneer op de
verpakking de naam van den fabrikant
in nevenstaande
handteekening
voorkomt.
DfflnBBBHBBH
Het programma der nieuwe regee
ring.
De nieuwe regeering is gisteren, in
strijd met de berichten, dat haar positie
steeds zwakker wordt, overgegaan tot het
beraadslagen over de maatregelen tot uit
voering van haar program. Begonnen zal
worden met het brengen onder staatscon
trole van den handel en de geheele pro
ductie. Op deze wijze hoopt men productie
en handel zoodanig te kunnen regelen, dat
aan de werkloosheid een einde kan wor
den gemaakt, waardoor men tevens ge
looft, de voornaamste oorzaak van den
crisis te kunnen wegnemen.
Het schijnt nu weer, dat de nieuwe re
geering in Chili nog vast in het zadel zit,
ofschoon de censuur zoo streng wordt uit
geoefend dat zoo goed als geen betrouw
baar nieuws naar buiten doordringt. Om
trent de plannen der nieuwe regeering
vinden wij nog vermeld dat het opperste
gerechtshof is ontbonden en dat verschei
den rechters zjjn afgezet. De vakvereeni-
gingen in Chili dringen er op aan dat er
een revolutionaire wacht zal worden ge
vormd door welke de arbeiders invloed
zullen kunnen uitoefenen op den gang
van zaken.
UITBREIDING VAN TARDIEU'S
DONAUPLAN DOOR HERRIOT
Naar verluidt, zou in officieele Fran-
sche kringen het voornemen bestaan het
door Tardieu ontworpen plan inzake een
Donaufederatie weer aan de orde te stel
len en het in uitgebreider vorm nogmaals
aan de Europeesche mogendheden voor te
leggen. De uitbreiding zou voornameiyk
hierin bestaan, dat ook Bulgarije en Grie
keland in de Donaufederatie zouden wor
den opgenomen om ook in de behoeften
van deze landen te voorzien.
MACDONALD EN DE
ONTWAPENINGSCONFERENTIE.
MacDonald zal zich na zijn bezoek aan
Parijs, zooals gemeld, eerst naar Genève
begeven.
Een conservatief Engelsch blad spreekt
van de mogelijkheid, dat MacDonald zal
trachten de zaken te Genève weer aan den
gang te krijgen.
In Engeland verwacht men hiervan
weinig succes, vooral daar de commissies
van deskundigen het op alle belangrijke
punten oneens zjjn en zich slechts alge
meen tegen den chemischen- en bactereo-
logischen oorlog hebben uitgesproken.
Het blad betoogt, dat er thans feitelijk
minder kans op een tastbaar resultaat is
dan vóór de benoeming van de commis
sies van deskundigen.
BEZUINIGINGSMAATREGELEN VAN
DE AMERIKAANSCHE REGEERING.
De begrooting in evenwicht.
De Senaat heeft Woensdag de bezuini-
gingswet aangenomen. Met de enkele
dagen geleden aangenomen belastingwet
zal de begrooting hierdoor in evenwicht
worden gebracht.
In politieke kringen neemt men aan,
dat door deze bezuinigingswet een ver
mindering der regeeringsuitgaven van
ongeveer 360 millioen gulden mogehjk
zal zjjn. Het ministerie van financiën had
oorspronkelijk een vermindering der uit
gaven van ruim 600 millioen gulden ge-
eischt. De Senaat heeft echter de ver
langde verlaging der uitkeeringen van
de oudstrijders van 120 millioen verwor
pen.
Voorts heeft de Senaat een plan van
Hoover aangenomen om inplaats van een
in 50
kleur-eoht,
wasch-echt,
per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
In Crisistijd is kwaliteit goedkooper
algemeene salarisverlaging der ambtena
ren van 10 procent een onbetaalden vacan-
tietijd in te voeren.
Hierdoor worden de uitgaven met 360
millioen gulden verminderd.
COMMUNISTISCH BEWIND AAN DE
BOVEN JANGTSE.
Te Sjanghai is Woensdag de kapitein
teruggekeerd van een rivierstoomboot,
zekere Charles Baker, die geruimen tijd
gevangen heeft gezeten aan de Boven
Jangtse. Hij verklaarde, dat in dat gebied
een communistisch bewind heerschte, dat
erin geslaagd scheen te zijn een zekere
orde te scheppen.
DE INHECHTENISNEMING VAN
SBARDELLOTTO.
En zijn gansche familie.
Sbardellotto, de anti-fascist, die te Rome
was in hechtenis genomen omdat hij een
aanslag op Mussolini wilde plegen, is na
tuurlijk voorloopig onschadelijk gemaakt.
Maar de fascistische regeering doet de
dingen niet ten halve. Daarom heeft zij in
het plaatsje Mei, gelegen in de provincie
Bellupo, ten Noorden van Venetië, een
razzia laten houden. Daarbij werden de
ouders, de broers en de zusters van den
anti-fascist gevangen genomen.
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
„In dat koffertje zit alles, wat ik noo
dig heb," zeide Bliss op een toon, welke
geen tegenspraak toeliet. „Ik zal je eens
precies zeggen, wat je te doen hebt.
Eiken morgen breng je de brieven naar
Mr. Crawley, je zorgt dat de kamers goed
gelucht en geheel in orde zjjn en verder
wordt je beleefd verzocht niets te vragen
en in geen geval, welke vragen ook, te
beantwoorden. Al wat betaald moet wor
den, rekeningen enzoovoort, moet naar
Mr. Crawley doorgestuurd worden, ver
der weet je niets en zeg je niets. Zoover
jy weet kgn ik in. Tymbuctoo zijn of in de
straat hiernaast. Op het oogenblik is het
je werk niets te weten en dus weet je ook
niets. Laat dat alsjeblieft goed tot je door
dringen."
„Natuurlijk begrijp ik het heel goed,
mijnheer," antwoordde zjjn bediende
met een gezicht, dat nog steeds onver
holen verbazing uitdrukte. „Maar neemt
u mij niet kwalijk, u bent toch eigenlijk
niet gewoon om zonder bediende te rei
zen. Ik hoop werkeiyk, dat u er nog eens
over na zult denken, of u my maar niet
mee zult nemen."
„Uitgesloten," zeide Bliss. „Stel dar
maar uit je hoofd. Ik zal heusch geen
bediende noodig hebben. Je kunt mij den
grootsten dienst bewijzen, door kalm hier
te blijven en goed op het boeltje te pas
sen. Ik geloof wel, dat ik je ten volle kan
vertrouwen. Je zult je volle salaris uit
betaald krijgen en laten we hopen, dat je
je vrijen tijd zoo nuttig mogelijk zal be
steden. Zorg er vooral voor, dat je door
al dien vrijen tijd geen slechte gewoonte
gaat aannemen. En zorg, dat je hier bent
om me op te wachten, als ik vandaag
over een jaar weer terug kom."
Gedurende een paar oogenblikken was
de bediende niet in staat te antwoorden.
Bliss was bezig al zijn zakken te inspec-
teeren en het geld dat hij vond op een
hoopje voor zich op tafel te leggen. Toen
hij ai zijn zakken nagevoeld had, was het
hoopje aangegroeid tot een flinke hoe
veelheid bankpapier en goudstukken.
„Vier en dertig pond en wat klein
geld," zeide hij, toen hij het nageteld had.
„Luister nu eens goed Clowes, jij hebt
me gekleed, jij bent dus getuige dat ik
verder geen geld op zak heb."
„Natuurlijk niet, mijnheer," gaf de
man toe.
„Neem dat bankbiljet van vijf pond,"
ging Bliss voort, „vouw het op en stop
het in mijn zak. Je bent dus overtuigd,
dat ik geen ander geld op zak heb?"
De man keek hem bijna angstig aan.
Zjjn meester was gek geworden, geen
andere verklaring was voor zulk een ge
drag mogelyk.
„Ja, mijnheer, natuuriyk, dat bankbil
jet van vijf pond is het eenige geld, dat
u bjj u heeft."
„Goed," zeide Bliss toen. „De rest mag
jy hebben in plaats van de fooien waar
aan je gewend bent. Wil je nu even mijn
koffertje naar beneden brengen en het
in de taxi zetten?"
De man deed wat hem gezegd werd,
zonder verder een- woord van tegen
spraak te uiten. Toen hij, achter zijn heer
en meester aan, de lift binnenstapte, had
hij een uitdrukking op zijn gezicht, alsof
hij niet wist of hij waakte of droomde.
Bliss daarentegen zag er veel levendiger
uit dan gewoonlijk, zelfs zyn loop was
veerkrachtig. Terwijl hij op de taxi stond
te wachten had hij het gevoel van een
schooljongen, die met vacantie naar huis
gaat,
„Wat moet ik tegen den chauffeur zeg
gen, mijnheer?" vroeg Clowes, nadat hij
het koffertje naast den bestuurder had
gezet.
Die viraag had Bliss niet verwacht, ge
durende een paar oogenblikken wist hij
niet wat te antwoorden. Toen kreeg hij
plotseling een goeden inval:
„Zeg hem, dat hij mij naar de City
brengen moet," zeide hij toen zonder
eenige aarzeling.
HOOFDSTUK III.
„U komt dus op de advertentie," zeide
mr. Masters, terwijl hij met zyn bureau
stoel zoo ver achterover wipte, dat de
toeschouwer tegen wil en dank zat te
overwegen of hij omslaan zou of niet; en
terwijl hij zyn bezoeker onderzoekend
monsterde, ging hij voort: „Hoe is 't mo
gelyk! Ik dacht wis en drie een klant
voor me te hebben."
Mr. Ernest Bliss ging ook wat makke
lijker zitten en leunde achterover in zyn
stoel dien hij maar genomen had zonder
eerst een uitnoodiging daartoe af te wach
ten. Hy droeg nog steeds -het keurige
donkerblauwe pak, waarin hij zijn proef-
i jaar begonnen was. Maar er waren in zyn
I uiterlijk toch teekenen van achteruitgang
I te bespeuren zyn broek zat vol modder-
I spatten en zijn schoenen, zyn keurige
schoenen, begonnen ook al teekenen van
verval te vertoonen. Des te opvallender
was zyn kostbare malacca wandelstok,
dien hy over zyn knieën gelegd had. Ter
wijl hij sprak begon hij langzaam zyn
peau de suède handschoenen uit te trek
ken.
,,'t Spyt me, als mijn komst een tegen
valler is," merkte hij op, „maar ik ben
werkelijk in antwoord op uw advertentie
gekomen. Ik zou heel graag die.... die
Alpha fornuizen, ik geloof ten minste dat
u ze zoo noemt, willen verkoopen."
Mr. Masters keek zijn bezoeker nog
eens van onder tot boven aan; dit type
reiziger had hij nog nooit meegemaakt.
„Zoo, zoo, wil graag onze fornuizen ver
koopen," herhaalde hij twijfelend.
„Vanmorgen zag ik in de publieke lees
zaal uw advertentie in de „Daily Tele-
graph"," ging Bliss voort, „U vraagt daar
in een reiziger, die jong is, een goed ver-
kooper is en veel energie heeft. En daar
ik alle drie die eigenschappen bezit, dacht
ik, dat ik wel geschikt zou zyn."
„Bent u al eens op pad geweest?" vroeg
mr. Masters.
De jonge man wachtte even, voordat hij
antwoordde. De vakterm, welken hy voor
het eerst hoorde, deed hem begrijpen,
dat dit een zakenvraag was, welke zake
lijk diende beantwoord te worden.
„Ik heb misschien nog niet veel onder
vinding," zeide hy ten laatste, „maar ik
ben wel een goed verkooper en ik durf
ook wel zeggen, dat mijn gebrek aan on
dervinding dubbel en dwars goed wordt
gemaakt door myn groote energie."
By die woorden keek het jonge meisje,
dat in een hoek van de kamer zat te typen,
op en bekeek den aspirant-reiziger
eenigszins sarcastisch. Wat mr. Mastera
zelf betreft, zyn geheele gezicht vertrok
in een grijns, dien hy tevergeefs trachtte
te verbergen.
„U lijdt niet bepaald aan bescheiden
heid, hè," zeide hij.
„Nu niet meer," antwoordde Bliss. „Ik
ben ermee begonnen, toen ik veertien
dagen geleden werk begon te zoeken. Nu
op het oogenblik probeer ik mijn eigen
vraarde niet te onderschatten. Ik ben tot
de ontdekking gekomen, dat dat de eenige
manier is, om indruk op de menschen te
maken."
De gelaatsuitdrukking van mr. Masters
veranderde plotseling. Hij fronste zijn
wenkbrauwen en keek heel ernstig. Er
was nu geen spoor van een lach op zijn
gezicht te bekennen. Hij was nu een per
soonlijkheid, waarmede niet te geksche
ren viel.
j „Ik geloof, dat u nog nooit in uw leven
zelfs een stukje zeep verkocht hebt," zeide
I hij eindelijk wantrouwend.
„Wat komt het erop aan?" vroeg zijn
bezoeker koeltjes, „wat hebben stukken
I zeep in 's hemelsnaam met ons onder-
werp van gesprek te maken. Laten we de
I zaak eens even goed voor elkaar zetten.
U bent de uitvinder van het Alpha-for-
nuis. En ik ben de man, dié door de Voor
zienigheid naar u toegestuurd is, om dat
beroemde fornuis te verkoopen, laten we
zeggen tegen een salaris van twee pond
per week, 5 commissie van den verkoop
en verder alle onkosten vrij."
Mr. Masters sloeg zoo hard met zijn
vuist op de tafel, dat alles rinkelde.
„Ho, ho, niet zoo vooruitloopen, ventje.
Je bent nog niet aangenomen," viel hij
Bliss in de rede.
„Maar u zult me w-el aannemen," ver
klaarde Bliss vol vertrouwen. „Ik ben ab
soluut overtuigd, dat u het doen zult en
dan is het toch eigenlijk maar het beste,
als U het meteen doet. Dan kan ik ten
minste dadelijk aanpakken."
Mr. Masters was zoo in-verbaasd, dat
hij zijn bezoeker alleen maar aan kon sta
ren. Hij was een groote, zware man, met
een breed gebouwd gezicht en een hoog-
roode kleur. Hij had den zoekenden, on-
rustigen blik van iemand die steeds ver
beteringen en veranderingen in bestaan
de dingen wil aanbrengen. Het leek wel,
of het een van zyn grootste ambities was,
om voor een hard, onverbiddelijk mensch
te worden aangezien en daar zijn gevoe-
j lig hart hem steeds parten speelde, was
de strijd zoo nu en dan nogal zichtbaar in
afwisselende gelaatsuitdrukkingen.
„Wel, dat wordt me te bar," riep hij
eindelijk ongeduldig uit. „Luistert u eens
1 even, Miss Clayton."
(Wordt vervolgd.)