Transpireerende
rPstpnno M'S
SSnS&SrJ0°dSChe Winkeli0ï SS
&-ÏÏÏÏÏJÏÏÏÏ. ïïfs
d?mSTP 2011 eebruiken voor a'wheele
beken<l' da'
oksels en voeten
vraagd hem eens te willen zeggen hoe zij
het plan wel zouden uitvoeren. Uit de be
trokken correspondentie leest spr. voor,
dat beide heeren een brug van 20 m de
voorkeur geven, en adviseeren bet plan te
handhaven.
Dr. Feenstra Kuiper: Waarom
zijn die brieven niet overgelegd?
De Voorzitter: Omdat ze eerst
hedenmorgen zijn ingekomen. Dat zij nog
gekomen zijn, ia slechts te beschouwen
als een vriendelijkheid van de beide
heeren jegens spr.
Dr. Feenstra Kuiper protesteert.
Dat is geen manier van werken, spr. kan
thans de zaak niet beoordeeien.
De heer E y 1 d e r s De zaak is in de
secties besproken en algemeen was men
van oordeel, dat er wat geschieden moest.
Spr. heeft gesproken over een smaller
brug, maar hem is aangetoond, dat dit niet
kan. De heer Bot is nu bevreesd, dat als
wij thans deze uitgaaf doen, men over
eenige jaren toch met een plan voor dem
ping komt. Spr. vraagt of we nu niet,
evenals op het Westplein is geschied, een
afsluiting krijgen bii deze brug door bijv.
een 25-tal meters te dempen? We kunnen
dan later nog zien.
De Voorzitter: Dacht u daarmede
goedkooper uit te zijn? I
De heer Eiilders: Dat is juist mijn
vraag. Verder is in de secties de breedte
der brug besproken: een vermindering tot
34 m brengt slechts geringe vermindering
van kosten. Wij hebben daarom de breedte
van 20 m gehandhaafd. Maar nu zijn de
heeren geschrokken van de ramingen. Spr.
vraagt om de inschrijving te doen geschie
den voor 14 en voor 20 m, dan kunnen we
het verschil zien. Zooiets wordt meer ge
daan.
De Voorzitter vindt dit plan wel
sympathiek, maar het Ooilege is van mee
ning, dat in ieder geval 14 m te smal is.
De zware autobussen zullen er moeilijk
kunnen keeren. Een jaar of 15 geleden
werd de brug in het Ankerpark gelegd en
hoe zien wij daar nu op neer. En we
moeten hier toch ook met de toekomst
rekening houden, die eerder breeder tan
smaller wegen noodig zal hebben.
De heer Schoeffelenberger
vindt het project te breed. Het is de
breedte van een plein. Het aanschouwe
lijk onderwijs, dat wii in de secties gehad
hebben, leek wel aardig, maar het was
foutief. Spr. zet uiteen, dat de verhouding
tusschen Kanaalwegbreedte en brugbreed-
te onjuist is, en dat de straten te smal ziin
voor zoo'n breede brug, en ontwikkelt nog
meerdere bezwaren. Men komt in conflict
met de trottoirs. 15 m acht spr. voldoende
breedte. Hii bepleit voorts demping van
het kanaalgedeelte, dat een goede werk
verschaffing zou vormen.
De heer Luyckx kan zich met 15 m
wel yereenigen. Dan was ook de kwestie
van den hoek der r.-k. pastorie opgelost.
De heer Bot vraagt nogmaals aanhou
ding der voordracht en nadere bespreking
in de secties.
De heer D e N ij s merkt op, dat de zaak
ampel in de verschillende commissies be
sproken is. Nu komen weer allerlei ad
viezen en verzoeken om aanhouding. Maar
de zaak is buitengewoon urgent. De beide
commissies, die het plan hebben onder
zocht, vormen toch een getrouwe afspie
geling van den Raad, en het gaat niet aan,
dat er nu weer allerlei deskundigen
komen. De brug moet de ontworpen breed
te hebben in verband met het smalle ge
deelte. De heer Schoeffelenberger, die het
in de Commissie van Bijstand eens was
met het project, behoort zich thans daar
aan te houden. Spr. protesteert voorts
tegen de houding van den heer Feenstra
Kuiper, die de zaak op de lange baan wil
schuiven.
Tegen deze laatste uitdrukking protes
teert de heer E ii 1 d e r s. Van op de lange
baan schuiven is geen spfake, wij willen
de zaak alleen nog nader bezien. Laten
wij de voordracht aannemen, maar de
kwestie van de breedte nader door B. en
W. laten bezien.
De Voorzitter antwoordt den heer
Feenstra Kuiper, dat voor een draaibrug
ook weer een brugwachter noodig is, het
geen vaste onkosten meebrengt.
De heer Van der Vaart beantwoordt
de gemaakte opmerkingen. Inderdaad is
deze zaak in de beide commissies grondig
bezien. Dempen brengt mede voortduren
de onderhoudskosten en zeker hebben wij
dus met het thans gedane voorstel niet te
veel hooi op de vork genomen. Dat wii
adviseeren niet tot demping over te gaan,
geschiedt in hoofdzaak op finantieele over
wegingen. Overigens stelt men zich dit al
te eenvoudig voor; men krijgt door dem
ping een verzamelplaats van drijvend vuil,
want alles wat niet door de riolen gaat,
ii t aan de oppervlakte liggen. Spr. heeft
geen bezwaar de zaak nog eens te bezien,
wel moet hii bezwaar maken tegen het
smaller maken der brug. De heer Luvckx
draait de zaak om: wii kunnen toch geen
smaller brug maken doordat wii rekening
moeten houden met een obstakel, maar
wii moeten obstakels zien te overwinnen
of anders ze laten bestaan. Maar om daar
voor een smaller brug te maiken, gaat niet
£UU1.
Wat de opmerking betreft van dr. Feen
stra Kuiper over de beide brieven: deze
geheele zaak is op de gewone wijze be
handeld, in de Commissies besproken en
daarna aan den Raad voorgelegd. Ten
overvloede heeft, buiten de taak van B. en
W. om de burgemeester nog het advies
gevraagd aan hem bekende deskundigen.
De heer Bot protesteert tegen bet
woord van den heer De Nijs, dat wii de
Mak zoudentrainee ren. Legt de heer De
Nus zich bij alle beslissingen van de
lk -wensch a]than* van een
afwekende meening in den Raad blijk te
RPrfnV r' kandhaaft zijn voorstel.
r Sm,jts spreekt niet over de
breedte maar heeft gemist een deskun-
?*ttlnc van het verschil tus
schen demping en brugbouw. Dat verschil
zal zeer gering zijn, tenzü men demping
Dr. Feenstra ,vuiUer vneu Voor
&ÏPÏ? OP* bei»
den burgemeester
is vooruitzien en indien er obstakels ziin,
dient men daarmede toch rekening te
houden. Spr. heeft zich vereenigd met het
plan van 20 m. maar toen wisten wij nog
niets van die obstakels, anders had ik wel
licht 15 m geadviseerd Spr. sluit zich
overigens bij den heer Schoeffelenberger
^Tenslotte komt het voorstel in stem
ming met de toezegging. dat een nader
onderzoek zal worden ingesteld betreffen
de de te maken breedte.
Het wordt aangenomen met 127 stem
men; tegen stemmen de leden Feenstra
Kuiper, Bot. Van der Veer, Luyckx,
Terra, Schoeffelenberger en Ti essen.
Pleinaanletg.
Voorstel tot het bestemmen van grond
voor pleinaanleg.
Deze bijlage heeft den heer Luyckx
zeer verwonderd. De toon er van is zeer
onaangenaam, en naar buiten wordt de
indruk gewerkt, alsof de gemeente met
kwaadwilligen te doen heeft. Terwijl juist
het kerkbestuur alle moeite gedaan heeft
de gemeente ter wille te ziin, ondanks het
feit, dat het liever in het geheel niets van
den grond afstond. Er is toen gesproken
van in ruil geven van een ander stuk, het
geen den toestand nog moeilijker maakte.
Ter bereiking van een goede oplossing is
niet de juiste weg bewandeld, er is zeer
ontactisch opgetreden. Spr. zal een der
gelijke handelwijze niet nader kwalificee-
ren. Er is schriftelijk en mondeling van
gedachten gewisseld en daarom was het
kerkbestuur onaangenaam verrast toen
deze publicatie in de krant stond, waarin
de gevraagde prijs als buitengewoon hoog
wordt voorgesteld. Maar die prijs is niet
zoo hoog als men nagaat welke prijzen in
deze omgeving worden besteed. Gelukkig,
dat er niets anders ligt dan de tuin, er
een bouwverbod op dit stuk grond).
De heer Luyckx U inaakt er het ver
der onderhandelen niet beter mee.
Na nog eenig gepraat wordt besloten de
voordracht aan te houden.
Verplaatsing Zaterdagavondmarkt.
Voorstel tot bet verplaatsen van de Za
terdagavondmarkt.
Hieromtrent ziin verzoekschriften inge
komen om de markt niet te verplaatsen,
van drie caféhouders ter plaatse, alsmede
van een achttal kooplieden en circa 45
winkeliers.
verliezen hun onaangenaam karakter voor U
ea Uw omgeving door een geregelde be
handeling met Purolpoeder. Zij houdt ze
droog en voorkomt het stukloopen der voeten
In bussen van 45 ct., 60 ct. en 1 gld.
Alleen bij Apothekers en Drogisten.
De heer Luyckx vindt het Konings
plein hii uitstek geschikt voor deze markt,
al moet spr. toegeven, dat het nu, met al
die vluchtheuvels, een puzzle is geworden.
De Voorzitter markt op, dat een
dezer vluchtheuvels nog^moet worden ver
plaatst, daar gebleken is, dat de plaats
niet geheel de goede is.
De heer Meiier vraagt waarom deze
proefneming niet met een houten beun is
geschied, zooals overal elders het geval
was Over de voorgenomen verplaatsing
van'de markt zegt spr., dat die hierdoor
tevens zal te niet gaan.
De heer B 01 is het daarmee eens. Mis
schien zou men, nu we een passage in de
Koningstraat hebben gekregen, kunnen
overwegen de markt naar de Spuistraat te
verplaatsen.
De Voorztter veroedigt nader de
aangeduide plaats. Het Koningsplein is
thans te gevaarlijk geworden.
De heer V a n L 00 is het niet eens met
het voorstel van B. en W. Zoo groot is
deze markt waarlijk niet en ze brengt, met
name nu, in de zomermaanden, heel wat
gezelligheid aan. Laten we haar op deze
plaats houden, er ziin daar ook caféhou
ders. die een terras hebben en die er na
tuurlijk belang bii hebben, dat zii blijft en
konden ook huizen staan. Daarvan is in- ook de marktkooplieden zelf willen haar
- - k^ouden. In Alkmaar is zii toch ook in
het drukste gedeelte der stad.
De Voorzitter wil het voorstel
maar in stemming brengen.
De heer E ii 1 d e r s acht dat geen wijze
van behandeling. Men wijze dan een an
dere plaats aan.
De Voorzitter wil het een paar we
ken proheeren op de in de bijlage genoem
de plaats. De markt moet in ieder geval
in de bewoonde wereld blijven.
De heer Smits begrijpt niet de nu
aangevoerde bezwaren. Dooir de voorstel
len van B. en W. keeren we terug tot de
vroegere toestanden. Het verkeer maakt,
dat handhaving op het Koningsplein on
mogelijk is geworden; de toestand is te
gevaarlijk. Een proef voor een paar we
ken acht spr. niet wenscheliik; de markt
kooplieden zullen die zelf doen mislukken
door gezamenlijk die weken weg te blijven.
De bijlage wordt aangehouden. Met ver
plaatsing der markt zal een proef worden
genomen.
dertiid sprake geweest. Vergeleken met
wat de gemeente aan den Brakkeveldweg
votqerde, is de gevraagde prijs niet zoo
hoog. Maar in ieder geval wettigt de door
het kerkbestuur verleende medewerkmg
niet een dergeliiken toon.
De Voorzitter erkent, dat inder
daad het kerkbestuur alle medewerking
heeft verleend. Maar ook het gemeente
bestuur deed dat. Het eenige verschil, dat
bestaat, is de waardeering in prijs. Maar
vindt de Raad dien niet te hoog, dan moet
hii den grond koopen, en dan vervalt
natuurlijk de bijlage. Overigens wordt
door dit bouwverbod latere koop niet uit
gesloten. Met ontactisch optreden van het
gemeentebestuur zullen waarschijnlijk be
doeld worden de pogingen, die gedaan zijn
om de huisjes in handen te krijgen. Maar
dit is dan toch van secundairen aard.
De heer Luyckx: Neen, dat is niet
van secundairen aard. De bewoners dezer
huizen ziin nu wakker geschud; zij weten
dat de gemeente ze koopen wilde en heb
ben dus een hoogen prijs gevraagd.
De Voorzitter zegt-, dat, indien dit
gedeelte tuin bebouwd ware, de prijs voor
den grond natuurlijk veel hooger zou zijn.
Bovendien betreft het een strook, die
maar 7 meter breed is en dus ongeschikt
voor bebouwing.
De heer E ii 1 d e r s erkent, dat en het
kerkbestuur en het gemeentebestuur een
coulante houding hebben ingenomen.
Maar inderdaad is de kwestie van de beide
huisjes ontactisch aangepakt. Het kerk
bestuur kan den grond wel missen, het
heeft terrein genoeg. Ook de Oommissie
vond d en gevraagd en grondi voor dit on
bebouwde terrein hoog. Spr. is overigens
voor een bouwverbod, omdat anders bouw-
speculanten straks wellicht op dezen
grond beslag leggen. Dat gevaar is vol
strekt niet denkbeeldig, er zouden tal van
voorheelden ziin aan te voeren. Nu zegt de
heer Luyckx, dat men den grond niet mis
sen wil. Maar wii kregen den indruk, dat
dit wel het geval was.
De heer Luyckx: Ja, mits men er
anderen grond voor in de plaats kreeg.
De heer Schoeffelenberger
vindt 50 voor dezen grond niet te duur,
en vereenigt zioh met het door den heer
Luyckx gesprokene.
Ook de heer M e ii e r vindt het optre
den ontactisch en den gevraagden prijs
niet te hoog. Laten wii, indien besloten
wordt tot een brug van 20 m, den grond
daarvoor aankoopen.
De Voorzitter: Als de heeren den
prijs niet te hoog vinden, zijn we klaar.
De heer De Boer merkt op, dat men
er met enkel 50 niet is. Er komen nog
kosten van afsluiting bii.
De Voorzitter: Uit de besprekin
gen met het kerkbestuur is gebleken, dat
men met een eenvoudige afsluiting genoe
gen neemt.
De heer Smits verheugt er zich over
te ^vernemen, dat de Raad den gevraagden
prijs niet te hoog vindt. Het kerkbestuur
is er overigens niet zoo erg op gechar
meerd den grond te verkoopen. Daar de
zaak niet in één of twee jaar beslist is,
heeft spr. nog wel hoop, dat men tot over
eenstemming zal komen.
De heer Van der Vaart heeft met
verbazing gehoord, dat men den prijs van
n,iet hoog vindt. Over tactisch of on
tactisch optreden wil spr. het nu niet
ebben, maar we weten allemaal wel, dat
£'lutwee ™mmissi*s 88 men een geheim
ii!!!*611? i practisch iedere gemeentenaar
"kt, of het wel wen-
hejuk is dan nog een strooman te ge-
!Trllk™: D« vergelijk!ng-vSchoeffelenber-
koont i« a? •°Pa A1S men 0011 ^rceel
deroL m u recrel 0011 handelson-
een tprrof' 'a8?1!, betreft hier zuiver
ren dienst a ^stemd is voor openba-
en, d«t het kerkbestuur overi-
«verewTnof hn'f °°k 7/>u bet kunnen
everwegen of het niet aardig is als 7i:
straks een nieuw kerkgebouw kriiet dnt
L"yckx wil den Raad niet
beïnvloeden; het kerkbestuur heeft vér
&lll^V0r. ni0tJan wel te willen VJ-
^o°pen. De heer Van der Vaart kan na
tuurlijk niet beoordeeien of men den
schrijvers d aa r7an Toeóïïevrienden81 k0rk^"Sri^Jn
dat spr. ten overvloede deed DesWed- die hooger zijn.
Tijdelijk teekenaar.
Voorstel tot het verleenen van een cre-
diet voor het aanstellen van een teekenaar
in tijdelijken dienst.
De heer Minnes zegt, dat de Bijlage
niet weergeeft het besluit van de Com
missie van Publieke Werken. Wat thans
wordt voorgesteld is de voorbode van een
nieuwen beambte in vasten dienst en spr.
had, liever dat men dit dan maar ronduit
zei en met een dergelijk voorste ware ge
komen. Spr wil liever klaren wijn schen
ken en stelt voor in de aanstelling uit
drukkelijk op te nemen, dat de benoeming
maar voor een jaar geschiedt.
De Voorzitter antwoordt, dat bii
het College hiertegen geen bezwaar be
staat, daar dit van den aanvang af de be
doeling is geweest.
De heer M e ii e r kan zich hiermede
vereenigen, al heeft spr. wel het gevoel,
dat er aan Gemeentewerken een tekort
aan personeel is.
Het voorstel wordt aangenomen onder
de uitdrukkelijke vermelding, dat de aan
stelling slecht-s voor een jaar geschiedt.
Presentiegelden raadsleden.
Voorstel inzake het toekennen van ver
goeding aan raadsleden voor het hijwonen
der vergaderingen.
De heer T i e s s e n vraagt of hiermede
nu de vaste vergoeding aan raad-sleden in
getrokken is.
De Voorzitter antwoordt bevesti
gend.
Vergunningsrecht, enz.
Voorstel tot het vaststellen van veror
deningen tot heffing van vergunnings- en
verlofsrecht.
De heer Luyckx meent, dat deze ver
ordening al van 1 Mei af in werking is.
Het vergunnings- of verlofrecht wordt
bepaald naar den omvang van een bedrijf,
hetgeen altijd lastig te bepalen is. Kan
men met de betrokken organisaties deze
zaak niet bespreken, zoodat hieromtrent
een regeling verkregen worde?
De voordracht wordt aangehouden.
Aangenomen wordt insgelijks
Drankverkoop openbaren weg.
Voorstel tot het vaststellen van een ver-
!°rden,lng inzake het verstrekken van al-
colholhoudenden drank op den openbaren
weg.
Daarna is aan de orde:
Winkelsluiting Huisduinen.
Voorstel tot het vaststellen van een ver
ordening als bedoeld in art. 9, lid 1, der
Winkelsluitingswet.
Tegelijk hiermede wordt behandeld
Winkelsluiting Isr. winkeliers.
lling van het voorstel tot het
vaststellen van een verordening als be
doeld in art. 9, lid 1, der Winkelsluitings-
De_ betroklcen prae-adviezen hebben wii
™k ^0rva" vermeld; eerstgenoemd voor-
noL,1 h0t in het leveri roepen van
uitzonderingsbepalingen voor de winke-
lieis te Huisduinen, terwijl in het tweede
«eringsoepalingen worden gemaakt met
het oog op den Sabbath.
De heer Van der Mast: Ten aan-
-n-n de kwestie der winkelsluiting en
den AlTS nrbTé hou(!enüV adr«s van
tMrtwineL vd van Hand<ds- en Kan-
vïn onvp f V b[®"K ik hC standpunt
ziin vflp Ct^ hierbij naar voren. Wij
zyn van meening. dat de moeilijkheden
ten aanzien der winkelsluiting en de mcei-
flke controle op de naleving van het werk-
tilden besluit alleen grondig kunnen wor-
den opgelost indien winkelsluitingsveror-
'dening en werktijdenbesluit bij elkaar
aanpassen, zoodat de openingstijden zou
den moeten worden, als voorgesteld in net
adres van genoemden vakhond.
Wij zullen in deze vergadering daarover
geen uitvoerige uiteenzetting geven, doch
behouden ons voor ter gelegenertiid hier
op nader terug te komen.
Tegen het geven van meerdere gelegen
heid voor het verkoopen van waren in
Huisduinen gedurende de seizoenmaan
den bestaan bij onze fractie uiteraard
geen bezwaren. Wii stemmen dus vóór de
door U vooropstelde winkelsluitingsver
ordening, doch hiermede wil geenszins
ziin bedoeld, dat wii van standpunt zijn
veranderd. Bii de eerstvolgende gelegen
heid, welke zich voordoet, zullen wii uit
voerig ons standpunt ovei deze kwestie
uiteenzetten.
Wat betreft de kwestie van de 9 wetsge-
trouwe Israëlitische winkeliers: hierover
is meer te zeggen.
Oorspronkelijk stelde het College voor
om, teneinde deze 9 menschen tegemoet
te komen, de winkelsluiting gedurende on
geveer 21 Zaterdagen buiten werking te
stellen en dus voor alle winkeliers in
de heele gemeente gelegenheid te geven
tot 11 uur geopend te ziin. Gelukkig is
door vrijwel alle belanghebbenden geadvi
seerd niet tot deze 11-uur sluiting over te
gaan, waardoor een belangrijke verslech
ting van de winkelsluitingsverordening is
voorkomen. Wii ziin van meening, dat een
dergelijk voorstel vreemd is, want het is
toch wel wat vreemd om voor te stellen
terwille van 9 menschen alle winkeliers
tot 11 uur geopend te doen zijn.
Nu wil het College niet geheel terug en
stelt het voor om die 9 Israëlitische win
keliers tegemoet te komen, door voor hen
een speciaal voorschrift op te nemen en
hen de gelegenheid te geven gedurende de
zomermaanden tot 11 uur geopend te zijn.
Dit lijkt ons een gelegenheidswetgeving
van de slechte soort. Het gaat o. i. toch
niet aan om voor een uiterst kleine groep
van menschen afzonderlijke voorschriften
in de verordening op te nemen. Tot welke
moeilijkheden zal dit wel in de toekomst
kunnen leiden! Veronderstel, dat een
groep van andere menschen op een an
deren dag langer open wil ziin en vraagt
aan den Raad om gebruik te maken van
de 21 dagen in de wet vrijgelaten voor een
later sluitingsuur. Het zal dan niet ge
makkelijk zijn dergelijke verzoeken te wei
geren, omdat het eenmaal voor deze 9
menschen ook is toegestaan.
Een tweede moeilijkheid is de kwestie
van het controleeren. Wie moet er regel
matig controle uitoefenen of andere Is-
raëlitsehe winkeliers, die tijdens de ge
heele of een deel van den Sabbath hun
winkels geopend hebben, geen onrecht
matig gebruik maken van dit voorschrift?
Het zal in de practiik niet te controleeren
blijken wie wèl en wie niet tot 11 uur ge
opend mag zijn. Wii zijn er van overtuigd,
dat vele ontduikingen mogelijk zullen wor
den, evengoed als vele winkeliers soms
ergerlijke overtredingen begaan ten aan
zien van het werktijdenbesluit voor het
winkelpersoneel en die in vele gevallen
ongestraft worden gelaten.
Ook voor het personeel in de winkels
van deze wetsgetrouwe Israëlieten betee-
kent het een verslechtkig. De zaak voor
deze menschen is zoo, dat hun vrije halve
dag natuurlijk valt op den Zaterdagmor
gen. Zii hebben dan het voordeel, dat zii
oqk het verdere deel van den Zaterdag
vrij zijn. Vooral des zomers is dat aanmer
kelijk. Maar hiertegenover staat, dat dit
personeel (althans boven 18-jarige) een
deel van den Zondag verplicht kan worden
te arbeiden. Wii meenen, dat het voor die
menschen een belangrijk voordeel zal ziin,
als zif eens een paar maanden per jaar
een geheelen avond op een werkdag in
den huiselijken kring kunnen doorbren
gen. Momenteel is dat niet zoo, omdat zii
voor dat eene uur in de zomermaanden
terug zullen moeten komen, terwijl zij an
ders (indien het voorstel van B. en W
niet wordt aangenomen) althans tijdens
de mooiste maanden van het jaar den hee-
len Zaterdagavond vrij ziin.
Voor dit personeel, werkzaam in de win
kels van de wetsgetrouwe Israëlieten, is
het een voordeel dat eenigszins opweegt
tegen den Zondagsarbeid, welke van hen
geëischt kan worden. Een belangrijk deel
van huiselijk leven zou voor die menschen
onnoodig worden afgesneden.
M. de V. Onze fractie dringt er bii U
op aan, dit voorstel terug te nemen. Laat
de verordening geen gelegenheid tot ont
duiking geven en laat hij voor ieder ge
lijk zijn. Wij hebben geen enkel bezwaar
dat deze menschen hun godsdienst ten
volle uitleven. Maar om daarvoor de ver
ordening principieel te wijzigen, komt
ons als onjuist en ongewenschl voor. Ónze
fractie zou anders tegen uw voorstel moe
ten stemmen.
De heer Meye r De meeningen over
de winkelsluiting zijn in de kringen van
de winkeliers zeer verdeeld, omdat ieder
in zijn eigen omgeving de zaak beziet
door een bril, die gekleurd is met de kleu
ren van zijn eigen belang. Wij zijn het er
echter toch wel allen over eens, dat een
wet op de winkelsluiting noodig was. De
toestand zooals die vroeger was, dat
ieder zijn zaak kon openhouden en slui
ten naar het hem beliefde, was niet goed.
ant het begrip „naar het hem beliefde"
was met deze woorden niet naar waarheid
omschreven. De winkelier was niet vrij
in het bepalen van de uren waarop hij
zijn zaak openhield, omdat veel factoren
zich deden gelden. Factoren van plaatse
lijken aard, marktdagen, feestdagen, de
belangen \i^n^ het personeel, de wenschen
van het publiek en vooral ook de dwang
door concurrenten uitgeoefend. Menig
een snakte er immers naar, zijn winkel
op Zondag of 's avonds vrij vroeg te kun
nen sluiten, maar kon zich die weelde
niet permitteeren, omdat zijn concurrent
op dien dag of op die uren zijn winkel wel
open hield. Slechts door een souvereine
dwang van hoven af, waardoor alle con
currenten aan gelijke dagen en uren ge
bonden waren, was hier uitkomst te ve
schaffen. Maar dat deze nieuwe wet ge
lijk een stoomwals, alle oneffenheden zou
verwijderen en het iedereen naar den zin
zou maken, was niet te denken. Er bleef
voor enkele groepen altijd nog iets te
wenschen over, hetzij van plaatselijken 01
Godsdienstigen aard. Om hier nu een ob
ject van politieke hartstochten van te
maken vind ik niet goed. Met de regeling
die door het College voorgesteld wordt
voor de melksliiters in Huisduinen ga ik
accoord. De wetsgetrouwe Joden sluiten
hun zaken van Vrijdagavond tot Zater
dagavond. Een compensatie van 6 uren
op Zondag is daar ten eenenmale niet
evenredig mee. In Amsterdam mogen de
Joden tot 6 uur Zondagnamiddag hun
winkels openhouden. Het eene uur dat ze
er Zaterdagavond bij vragen, vind ik zeer
billijk. Wij kunnen hiervoor toch wel een
beetje ruim standpunt innemen.
I)è heer Luyckx stelt voor ook Mei
in de seizoenmaanden te betrekken, en
verder de verordening niet te beperken
tot Huisduinen dorp, maar daar ook de
toegangswegen onder te betrekken. Wat
het voorstel betreft ten aanzien van de
Israëlitische winkeliers, spr. verzoekt
daarvan aanhouding ten einde door ver
schillende instanties hieromtrent alsnog
te laten adviseeren. Deze regeling kan
namelyk aanleiding geven tot moeilijk
heden voor andere winkeliers.
De heer E y 1 d e r s kan zich met de
bylage inzake de Joodsche winkeliers ver
eenigen. De controle hiervoor is niet
zwaar, alleen moet worden nagegaan of
de winkelier voldoet aan art. 5. De be
zwaren dat het personeel dan nog weer
terug moet komen, zooals door den heer
Van der Mast aangevoerd worden ten
aanzien van de Israëlitische winkeliers,
gelden ook voor Huisduinen. De voorge
stelde uitzondering geldt overigens niet
den bewoners of den badgasten, die
meestal welin de stad hun inkoopen doen,
maar de z.g. dagjesmenschen profiteeren
ervan, en het gevaar is niet denkbeeldig,
dat nu ook winkeliers in Den Helder om
uitzonderingsbepalingen vragen, omdat
men by hen inkoopen doet. Verder vraagt
spr. of door het College al overleg is ge
pleegd met de winkeliers om tot overeen
stemming te komen inzake een algemeen
uur van openstelling, zooals dat geschied
de voor de melkzaken? Mogen de auto
maten op Zondag worden bygevuld? Ja.
Spr. verklaart vóór de bijlage 90 (Isr.
winkeliers), tegen de andere (uitzonde
ring voor Hui&óuinen) te zullen stem
men.
De heer Terra sluit zich aan by den
heer Luyckx, waar deze heer ook Mei als
seizoenmaand wil beschouwd zien.
De heer T i e s s e n wjjst er op, dat alle
strafbepalingen by deze wyzigingen ont
breken. Moeten ze volgens art. 10 geschie
den? (De Voorzitter knikt). Dan zou spr.
dat gaarne er in zien vermeld.
De Voorzitter merkt op, dat, zoo
goed als in Mei, er ook mooie dagen in
September zyn. Spr. acht het evenwel
niet verstandig Mei er aan toe te voe
gen, althans voor dit seizoen heeft het
geen zin meer. Het volgend jaar kunnen
we de zaak dan nader bezien.
Met de opmerking van den heer Ties-
sen is spr. het niet eens; art. 10 omschryft
de overtredingen en de vraag is gewet
tigd of men door amendeering de straf
baarheid niet in gevaar brengt.
De heer Ti essen repliceert en dient
een voorstel in, dat evenwel niet wordt
gesteund en dus geen punt van discussie
uitmaakt.
De heer Van Zwjjndregt wyst er
op; dat bij verwerping van bylage 61
(uitzonderingsbepalingen Huisduinen)
tevens de verkoop in ziekenhuizen onmo
gelijk wordt gemaakt.
Bylage 61 wordt aangenomen met de
stemmen der heeren Eylders en Tiessen
tegen; bylage 90 met de stemmen der
s.da..p. en van den heer Schoeffelenber
ger tegen.
Radio-cursus Zeevaartschool.
Voorstel tot reorganisatie van het on-
derwys aan de Zeevaartschool.
De heer Bot betreurt het, dat de voor
bereidende cursus is afgeschaft. Tal van
jongens zyn hierdoor gedupeerd. Nu zyn
voor de jongens uit Den Helder nog "wel
andere voorbereidende inrichtingen van
onderwys, maar voor hen, die van het
platteland komen zyn die er niet. En juist
het practische werk is voor de opleiding
van zooveel belang, en dat wordt nu af
geschaft.
De Voorzitter: Het College is het
geheel met dit betoog eens.
De heer De Njjs: Onjuist is het, dat
de gewone jongens nu van het onderwys
worden uitgesloten. De practische onder
grond wordt door de opheffing van dezen
voorbereidende cursus niet weggenomen.
Trouwens, deze opheffing wordt door de
regeering gedecreteerd. Er bUjft nog alle
gelegenheid bestaan, alleen onttsaat thans
eenige selectie ten aanzien van de be
kwaamheid. In ieder geval zal het onder
wys er geen schade van hebben.
Wethouder De Boer zet deze zaak
nader uiteen. By den heer Bot heerscht
te dezen aanzien eene misvatting. Onze
Zeevaartschool is geweest een Zeevaart
school B, d.w.z. voor hen, die de ontwik
keling bezaten eener 8-jarige H.B.S. of
diploma Ulo-school. Om nu te maken, dat
ook andere jongelui die ontwikkeling
konden bereiken, is de voorbereidende
cursus opgericht. Deze jongens moesten
dus al een niet onbeduidende voor-ont
wikkeling bezitten. Nu is onze school ge
worden een school A, waardoor dit niveau
voor deze voorbereidende kennis wordt
verlaagd. Maar dit beteekent volstrekt
geen verslechtering van de school, mits
de ouders zich maar rekenschap geven
van de ontwikkeling, welke de jongens
thans noodig hebben. Door het College is
reeds per circulaire aan verschillende on-
derwys-instellmgen in het land hiervan
kennis gegeven. Wy hebben nu de zeker"
ïfnd'en bifde «t°nZC 'eerlillgen Plaatsing
vinden by de stoomvaart-maatschappijen
Kb £scadn frvüe
'aag schoolgeld, zoodat vele
staat by den leerling de lust in ziin vak.
Op de ulo-school is die er nog niet voor
zoover spr. de zaak beziet. School A be
teekent een achteruitgang tot een dorps
schooltje.
De heer De Boer: Onjuist! De jon
gelui van straks zullen met meerder ont
wikkeling op de Zeevaartschool komen.
Wii moeten evenwel zorg dragen, dat het
aantal leerlingen niet terugloopt.
De heer Luyckx bespreekt de aan
schaffing van de verschillende leermid
delen, zooals die voor den nieuwen radio
cursus worden voorgesteld. Hy acht deze
niet alle noodig.
De heer De Boer zegt, dat deze noo
dig zyn voor den geheelen cursus, doch
natuurlyk niet alle het eerste jaar noo
dig zyn.
De bylage wordt vervolgens aangeno
men z.h.8.
Uitbreiding gebouwtje Speeltuin
„Tuindorp".
Voorstel tot uitbreiding van het ge
bouwtje der Speeltuinvereeniging „Tuin
dorp".
De heer Eylders stelt voor, tenein
de in de lyn van thans te blyven, ook nu
een huur van 10 procent van de kosten
te vragen, zynde dus 350.
De heer Van der Vaart Hiervoor
is inderdaad wat te zeggen, maar de des-
tyds bepaalde huurprijs was bedoeld als
afbetaling over tien jaar. Later is dat
veranderd en 100.huur van gemaakt.
Met de opmerking kan evenwel rekening
worden gehouden.
Aangenomen wordt voorts
Besmettelijke zlektenwet.
Voorstel tot het vaststellen van een ver
ordening overeenkomstig artikel 21 der
besmettelijke ziektenwet.
Transportrijwiel reiniging.
Voorstellen tot het aanschaffen van een
transportrywiel' voor den reinigings
dienst.
De heer Tiessen vraagt waarvoor dit
transportrywiel dienen moet en wordt
door den wethouder ingelicht, waarna de
voordracht wordt aangenomen.
Uitbreiding materiaal reiniging.
Voorstel tot uitbreiding van het mate
riaal van den reinigingsdienst.
De heer Van der Veer vindt de
kostenberekening verkeerd. De auto's zyn
te laag geraamd, daarentegen de paarden
duur. En spr. vraagt zich dus af of de
andere cyfers nu ook wel goed zijn. Met
een auto is ook een man minder noodig,
hetgeen spr. niet goed vindt.
De heer Terra: Al eerder is gespro
ken over vervanging van de paardentrac-
tie door autotractie. Er is hieromtrent een
enquête ingesteld bii een dertigtal ge
meenten, maar die worden niet in de stuk
ken genoemd. De meeste gemeentelijke
bedrijven zijn gemengd, maar op het
oogenblik is autotractie in de mode en zij
baart veel teleurstellingen, zooals uit die
enquête ook wel blykt. Aan de hand van
verschillende brieven toont spr. dit aan.
De berekeningen van den directeur zeg
gen spr. evenwel niets.
Des heeren Tiessens gemoed komt
bii deze voordracht in opstand; hy be
grijpt niet hoe de directeur aan dezen prijs
voor de paarden komt, die veel te hoog is.
Nimmer is er iets op de paarden afge
schreven. Verder zou spa*, gaarne zien, dat
voor de auto's een inschrijving werd ge
opend.
De heer Luyckx begrypt wel, dat het
de bedoeling is langzamerhand tot geheele
autotractie te komen. Maar de nu gevolgde
weg is niet de goede. De berekeningen
zyn onjuist, en ook heeft spr. bezwaar
tegen de wijze van dekken der kosten (n.1.
overschrijven op 1933).
Ook de heer E ii 1 d e r s is het hiermede
niet eens. Het betreft hier kapitaals-, geen
kasuitgaven. Spr. vraagt of het de bedoe
ling is de hoofden van de verschillende
takken van dienst te binden in het raam
der begrooting?
Wethouder De Boer antwoordt, dat
wijziging van het bedrijf niet is een kwes
tie van een jaar. De directeur meent, dat
het voor onze stad niet wenscheliik is
meerdere paarden aan te schaffen, maar
die door auto's te vervangen. Nu noemt
de heer Terra cijfers, waaruit zou moeten
blijken, dat autotractie duurder wordt.
Maar men kan de beide zaken nooit met
die van andere steden vergelijken. Iedere
stad heeft haar aparte eigenaardigheden.
De directeur becijfert, dat per auto meer
wordt vervoerd dan per paard. Op het
oogenblik hebben we nog een gemengd
bedrijf en voor we verder gaan met auto
tractie, wil spr. voor zSchzelf zekerheid
hebben van de beste methode. Met de 9
paarden, vier auto's en de Benz, die wij
hebben, kunnen wij thans nog proeven
nemen, welke richting wii uit moeten.
Wat nu dé bedragen betreft voor de
paarden, deze zijn overgenomen van de
begrooting en dus uiteraard al wat ver
ouderd. De kwestie van het aanbesteden
der auto's: de directeur meent, dat voor
ons bedrijf de Benz-auto de beste is; dé
heer Tiessen zal dan het tegendeel moeten
aantoonen.
De heer Tiessen bedoelde niet van
merk te veranderen, doch wenscht een
aanbesteding voor Benz-auto's.
De heer Terra blijft het eigenaardig
vinden, dat voor de paarden de begroo-
tingscyfers zijn aangehouden en voor de
auto's niet. Ook is het eigenaardig, dat de
30 adviezen van andere gemeenten niet
zijn overgelegd. Spr. wil de voordracht
aanhouden.
Dat kan niet, zegt wethouder D e
Boer: wij moeten haar óf aannemen óf
verwerpen. Op het oogenblik wordt er
iederen dag overwerk verricht, hetgeen de
kosten voor het bedrijf noodeloos groot
maakt. Over de taxatieprijzen zal spr. niet
spreken.
De heer Luyckx: Als de wethouder
de berekeningen niet durft te aanvaarden,
zal ik tegen de voordracht stemmen.
Daarvan is, zooals de heer De Boer
nader betoogt, geen sprake. Hii aanvaardt
het advies van den directeur van a tot z,
maar uit den aard der zaak kan spr. niet
alle cijfers controleeren. Maar wel heeft
spr. de overtuiging, dat we op de thans
voorgestelde wijze een goed bedrijf
krijgen.
De heer Bot is het eens met den wet-
hondiftr. ïLwip.nflvorul in voortdurend, de