m HET BINNENHOF) OP EN OM 1 AMS1 rE R DAM SC H E li EE— 4 BRIEVEN De werkloosheids-interpellatie-Kupers. - De steunnormen worden over 't geheel niet verlaagd. - De derde kuiser. - Nieuwe contingenteeringen. - Steun aan de scheepvaart. met verschillende aardige combrnaties te noemen, maar met een weinig smaak is van dit patroon een bijzon der aardig geheel te maken. Patronen verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 48 togen den prijs van 0.58. Hulsjapon. (Nr. 7180.) Eenvoudige, practische huisjapon van gewerkt cretonne, die uit twee deelen bestaat, n.1. een bovenstuk met platten, effen kraag en aangeknipte mouw. die eveneens een witten opslag heeft en een klokrok, waarop het lijfje vóór met schulpen en achter recht is aangezet; twee coquette kleine zak jes en een ceintuur maken de japon af. Dit model is zeer gemakkelijk en vlug te maken; doordat de mouw is aangeknipt heeft men de zijnaad slechts door te stikken en voor afwer king een recht effen biesje op den on derkant te stikken, hetgeen minder arbeid geeft dan een apart ingezette mouw; de ruimte in de taille kan door een inknip op zijde weggewerkt wor den, maar dit is bij een morgenjapon niet noodig; een ceintuur is voldoende. Patronen verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 50, 52 tegen den prijs van 0.58. Jongedamesjapon. (Nr. 1507.) Deze zeer gekleede japon is ge maakt van een dunne wollen zomer stof en heeft onder het kleine bollero- tje, dat in het midden vóór met twee punten geknipt is, die elkander juist raken en met een klein haakje en oogje verbonden worden, een aller liefste moderne blouse van een nieuw wollen weefsel, dat uit over elkander vallende kleine ruches bestaat, het geen een bijzonder apart geheel geeft, In modewinkels is deze stof aan het stuk verkrijgbaar; ook wollen kant stof staat heel aardig. Het kleine pof mouwtje is met een smal boordje af gewerkt; de rok heeft een met punten geknipte voorbaan en een ceintuur van de stof der japon met gesp in de kleur der blouse. Voor blonde jonge dames is een combinatie van rood met wit wollen blouse heel lief, terwijl voor donkere typen een korenblauw japonnetje met wollen blouse in honingkleur óf geel zeer flatteus is. Pakje voor kleine jongens. (Nr. 7045.) Evenals wij voor de kleine zus zor gen, heeft haar broertje onze aandacht noodig en maken wij voor hem een gezellig pakje, waarbij het blauwe broekje op de witte blouse geknoopt wordt met parelmoeren knoopen Voor- en achterzijde der blouse heb- ben een paar platte plooitjes en een klein rond kraagje; sluiting vóór met knoopjes en knoopsgaten en ruime mouw met smalle manchet; kort recht broekje. Geschikt voor den leeftijd van 2 3 en 4 jaar. Patronen verkrijgbaar tegen 0.58. Rembrandt en het hedendaagsche Amsterdam. Amsterdam is nu volop aan het feestvie ren. Dat laatste woord doet in deze tijden eigenlijk een beetje gek aan. Veel aanleiding W>t bijzondere vreugde-uitingen, tot feesten, hebben we ook hier in de hoofdstad niet. Wie b.v. tegenwoordig een tochtje over het IJ naar de Oranjesluizen maakt en daar, linksch en rechtsch, de dicht opeengepakte, zij aan zij liggende uit de vaart genomen, opgelegde schepen in groote groepen ontwaart krijgt bij dien aanblik eerder een kerkhof stemming dan een feeststemming. Het woord feestvieren moet dan ook met een korreltje zout genomen worden. Beter ware het mis schien te spreken van een Amsterdam, dat nu 'aan alle kanten aan het tentoonstellen is! Het lijstje van de bijzondere tentoonstellin gen breidt zich nog met den dag uit. Er is geen bijhouden meer aan. Naast de officieele exposities zooals de groote Rembrandtten- töonstelling, die van moderne schilderkunst, moderne grafische kunst, die van de Stads geschiedenis, die van het Universitair verle den, houden diverse kunsthandels en ver- eenigingen ook nog meer particuliere spe ciale zomertentoonstellingen waarheen zij defeestgangers hopen te lokken. Erg druk loopt het tot nu toe met het bezoek nog niet. Maar het volle reisseizoen is dan ook nog niet begonnen, de vacanties moeten nog aanbreken. Het kan nog komen Slechts van een punt van de Zomerfeesten dat op het oogenblik reeds in staat van uit voering verkeert, kan men zeggen dat het tenvolle geslaagd is. Dat is de Rembrandt- tentoonstelling. De groote benedenzaal in het Rijksmuseum, waar tot voor kort de vlaggen en andere oorlogstropheën bewaard werden, voor deze gelegenheid geheel pas klaar gemaakt, stroomt nu reeds dag aan dag vol. Zij die inzake Rembrandt's kunst nooit veel verder komen dan een soort eerbiedige verwondering voor de hooge prijzen die zij in de krant vermeld zien staan voor een of ander stuk van den Meester dat op een kunstveiling onder den hamer kwam en verder van die kunst zich alleen maar her inneren dat het, als je voor de Nachtwacht staat net is alsof die eene man zoo de lijst uit loopt, hebben hier een zeldzame gele genheid een indruk te krijgen van het wereld- breed veld dat Rembrandt met zijn levens werk omvatte. Kunnen ook, en dat is in deze tijden een behartenswaardige les, zien en ondervinden hoe een mensch zich boven alle maatschappelijke rampen kan uit heffen, ja juist uit zulke rampen schoonheid en levensliefde kan winnen. In Rembrandt's werk waarvan hier, zonder verwarring stichtende overdaad, een naar tijdsorde ge rangschikt overzicht geboden wordt, ziet men het leven van een mensch gespiegeld die, toen hij met het klimmen der jaren al meer en meer maatschappelijk en materieel ging verliezen, voortdurend geestelijk winnen bleef. Steden zijn soms als menschen. Ook een stad kan in tijden dat het haar naar het wereldsche minder voor den wind gaat geestelijk winnen. Moge dit voor Amster dam en haar Universiteit zoo zijn; moge zij zich in dezen aan haar grootste schilder spie gelen. Op deze wijze kan men „Rembrandt" met onze gemeentelijke Universiteit, waarvan de viering van het 300-jarig bestaan in het middelpunt van al deze tentoonstellingen en festiviteiten staat, in verband brengen. Maar ook reeds,, zuiver en alleen naar de nuchtere jaartallen gerekend, is er zulk een verband. Rembrandt immers vestigde zich enkele maanden voor de omjubelde geboorte van het Athenaeum Illustre, de Doorluchte School, waaruit onze Universiteit voort kwam, voor goed in Amsterdam. En de eer ste groote schepping waarmee hij vasten voet zette in die bonte Amsterdamsche samen leving van weleer, in ditzelfde kroonjaar 1632, groepeert mannen van wetenschap, leden van het Chirugijnsgilde, om den Anatomie-professor Nicolaas Tulp (het we reldbekende schilderij, thans in Den Haag). Rond onze Universiteit. De Stichting van het Atheaneum. Staan de meeste programma-punten van onze Zomerfeesten, evenals deze tentoonstel ling aldus op een of meer wijzen in ver band met de „Plechtige Herdenking van het 300-jarig bestaan der Universiteit van Am sterdam zooals op de verschillende cata- !°sj vermeld wordt, het Lustrum spel S. P. Q. A. '32, dat op 30 Juni e.k. voor het eerst op het terrein van het voormalig Pa leis voor Volksvlijt zal worden uitgevoerd door 300 leden van het Amsterdamsch Stu dentencorps onder regie van Adriaan Hooykaas, komt de stichting van het Aeheneum direct ter sprake en vormt er den geheelen inhoud van. Het Spel zal den strijd verbeelden tusschen de z.g. „Prcciezen" en „Rekkelijken", waarmede hier de Cavinisten en Libertijnen van eertijds worden aange duid, een strijd die dan ten laatste tot eind conclusie heeft: de stichting van de Door luchte Schole. De geboorte van die School, van dat Atheneum, staat dus wel in het midden der belangstelling van deze dagen. Die geboorte is nögal eens opgevat als een bewijs voor den wetenschappelijken zin der toenmalige ur gerij. De „wijze koopman" werd daarbij dan dikwijls ten tooneelc gevoerd als geleerde, of althans als vereerder en beschermer der we tenschap. Ten onrechte! De daad der koopstad, die een school voor hooger onderwijs stichtte •s om in de woorden van iemand als prof. Brugmans te spreken, ontsproten aan „den zelfden ruimen geest, die in de eeiste helft der zeventiende eeuw onzen handel bezielde en Amsterdam heeft gemaakt tot een vaste burcht van vrijheid en vrijzinnigheid". Gedurende haar driehonderdjarig bestaan is deze school, in haar wisselingen van bloei en verval, een trouwe afspiegeling geweest van het geestelijk en maatschappelijk „leven der hoofdstad. Zij was gedacht als een let terkundige onderwijsinstelling in dienst van algemeene ontwikkeling. Opleiding voor maatschappelijke beroepen lag, oorspronke lijk, buiten de bedoeling. Het oorspronkelijk onderwijsprogramma bestond uit wijsbegeer te godsdienstgeschiedenis en welsprekend heid, maar bevatte geen enkel vak van prac- tisch nut. Dat is, vooral in de laatste halve eeuw, wel geheel anders geworden. Men kan zelfs heden ten dage, gezien het overwegend aantal studenten dat naar hier komt niet ter- wille der zuivere wetenschap, maar alleen ter- wille van het zich zoo spoedig mogelijk be kwamen voor de dokters-, advocaten-, leeraars- en andere beroepen spreken van een „samenstel van vakscholen". Desalniet temin vertegenwoordigt die Universiteit ook heden ten dage nog de eenheid van het weten, is zich de band die de immer meer uit elkaai vallende wetenschappen samenhoudt. „Het is de roem en de sterke bestaansrechtvaardi ging onzer Universiteit", om nog eens prof. Brugmans aan te halen, „dat zij metterdaad het vereenigingspunt is geworden van het wetenschappelijk leven der hoofdstad en bij voortduring krachtig heeft bijgedragen tot Versterking van haar geestelijk leven". Onze Universiteit is een onvervreemdbaar deel van het Amsterdamsche leven geworden en is met dat leven meegegroeid; heeft zich ook, met dat leven, aan den geest des tijds steeds weer aangepast. Haar geheimzinnige stralenkrans is teloor gegaan; de moedertaal verving het „Amsterdamsch latijn"; de pro fessor werd een mensch als alle anderen. De zwarte toga alleen herinnert aan zijn mid- deleeuwsche voorganger. Zij werd, met haar stad, democratisch. En ook de vrouw, de „meisjes", deden bij haar hun intrede. Zij vormen thans bijkans een vierde der aca demische burgerijBloote armen en page kopjes in een collegezaal! De gedachte alleen reeds zou den deftigen heeren der Door luchte School den schrik om het hart hebben doen slaan.... Ook het zoogenaamde gezel ligheidsleven der studenten onderling onder ging een groote verandering. Het Klikspaan- tvpe is vrijwel uitgestorven; bij ons grondi ger dan aan de Rijks-Universiteiten te Lei den, Utrecht en Groningen. Er is meer ernst dan vroeger, meer gevoel van menschelijke verantwoordelijkheid, meer zwaarwichtigheid ook en misschien minder levensblijheid. Het laatste zou men kunnen betreuren. Nog steeds schuilt er waarheid in de oude spreuk: „Wie nimmer dwaas was in zijn jeugd, wordt nim mer recht verstandig". En in alle geval zullen hier in de komende dagen, als de reünisten feestelijk worden ingehaald door het tegen woordige studentengeslacht, vele uitermate verstandige mannen-van-naam in den lande, zich opmaken die dwaasheden hunner jeugd als Amsterdamsch student gepleegd te komen herdenken. Met een zekeren weemoed en met een soort benijden van hun vroeger-zelf in dien önbezorgden studentijd. Zij zullen, juist in dete bezorgde tijden, zich temid den van hun oude omgeving nog weer eens een oogenblik trachten te verplaatsen in die onbezorgdheid en die dwaasheid van wel eerEn het „Gaudeamus igitur" zal dan op vele plaatsen van de stad weerklinken.... Hoogleeraarsbenoemingen. Mage- re Brug. Illuminatie. De Universiteit kwam ook deze week in de Raadsvergadering op het Prinsenhof ter sprake. Minder met een plechtig herdenken dan wel met een min of meer nijdasserig debat. Het ging over een nieuwe hoog- Iecraarsbenoeming. Dergelijke benoemingen geschieden, waar we hier een Gemeente- Hoogeschool hebben, nu eenmaal door den Raad. In vroeger jaren ging die Raad meestal, zonder veel praten op het advies van de be trokken Kaculteit af. Die wetenschappelijke heeren zouden het zelf wel het beste weten, welke candidaat het meest geschikt was in hun kring te worden opgenomen, oor deelde men toen. De laatste jaren echter is het aantal Raadsleden, dat op het juiste oogenblik zich in wijze bescheidenheid weet terug te trekken, al kleiner en kleiner ge worden en zoo kwairwn, bij de hoogleeraars benoemingen de debatten over de weten schappelijke verdiensten van de diverse can- didaten in de mode en hoorde men bij derge lijke gelegenheden ook Raadsleden die tot dan nooit van andere dan van.... politieke kundigheden hadden blijk gegeven plotseling heele verhandelingen houden over de be kwaamheden van menschen die een half leven lang in een of ander wetenschappelijk vak gewerkt hadden. Waarmede niet gezegd is dat bij die benoemingen ook de politiek geen rol zou spelen. Dat doet zij zeker, helaas! Ook kwam dit keer in den Raad de, reeds vele jaren slepende kwestie van de restau ratie der Magere Brug aan de orde. We zijn in de magere jaren komen te verkeeren, en het was dus wel een geëigend onder werp! Het ging over de vraag: herstellen in den ouden (houten) trant, of nieuwbouw in steen? Tot het eerste werd, ook al van wege de kosten, besloten. Tot vreugde natuurlijk van vele oude stadsschoon-be- schermers en „Heemschutters", die enkele jaren geleden, in de Schoonheidscommissie b.v. bij monde van dr. Henri Polak, zoo fel voor behoud van dit stukje oud stadsschoen gestreden hadden. Die Magere Brug, over den Amstel in de buurt van Carré en die de beide Kerkstraten verbindt heeft tot het laatst het karakter van oud-hollandsche op haalbrug ongerept bewaard en zij zal dit nü, ook na de voorgenomen restauratie, blijven doen. De eerste brug werd daar in 1671 als houten voetbrug gelegd. In 1691 kreeg zij een beweegbaar gedeelte ten behoeve van de scheepvaart. Na verschillende gedaantever wisselingen is tenslotte in 1871 de tegen woordige Magere Brug gebouwd. In den illuminatietijd van de Olympische Spelen heb ben wij de Magere Brug nog in volle glorie gezien. In April 1929 werd tot afbraak be sloten en kwam een hulpbrug tijdelijk in de behoefte van het verkeer voorzien. Zij zal nu weer in haar ouden vorm herrijzen, al hoewel dan iets verbreed. Bij een volgende illuminatie zal men haar dan weer in nieuwe, nieuw-oude glorie kunnen aanschouwen. De illuminatie van dit jaar, we gaan n.1. van 27 Juni tot 2 Juli ook weer enkele gedeelten van de 'oude stad een beetje feestelijk ver lichten! zal zij moeten overslaan. We hopen, „Commissie voor de Zomer feesten" hoopt dan, dat die feestelijke ver lichting wat meer publiek zal trekken dan... de feestelijke versiering die j.1. Zaterdag in het Vondelpark door toedoen van een auto bloemencorso te zien viel. Niettegenstaande H. M. de Koningin van haar belangstelling blijk gaf, bleef het bezoek verre beneden de verwachtingen, al kon dan nog een f 3000, aan entree-gelden aan het Crisis-comité wor den afgedragen. Maar, zooals gezegd, het volle reisseizoen is er nog niet en de vacan ties moeten nog beginnen...De hoop op meerdere feestgangers blijft dus nog bestaan! WEEK- kroniek De meest-belangrijke deliberatiën, welke deze week in het Lagerhuis gehouden zijn, waren wel die naar aanleiding van de inter- pellatie-Kupers (S.D.A.P.) over de besluiten der Regeering en haar voornemens aangaande de arbeidsvoorwaarden in en de inkrimping van werkverschaffingen, de verlaging van de steunnormen voor de werklooze arbeiders, de verdeeling van de kosten der werkloosheids voorzieningen tusschen Rijk en Gemeenten en de bevordering van woningbouw en andere middelen, welke tot werkverruiming kunnen leiden. Voordat deze werkloosheids-interpellatie aan de orde kwam, is ook van S.D.-zijdc eea poging ondernomen om den bouw van den derden kruiser voor Indië voorloopig °P lange baan te schuiven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 20