Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden. - x x xxxxxxxxxxx X - x De rechtvaardige rechter. Knipprentjes als spelletje RAADSELS. Hoe moet ik een mandje vlechten. X X broken en Wim en Ted trokken samen naar de sociëteit van de roeiclub, waar alle deelnemers zouden tezamen komen. Vlaggen en wimpels in alle kleuren wapperden langs den oever van bet meer en Wim verloor den moed. Zusje Contrarie stak hopeloos af bij al die fraaie, slanke cano's en booten, die overal gemeerd lagen. Maar Ted's gezicht glom. „Wim, je moet steeds de gedachte voor je hou den, dat wij straks de leiding hebben; als je dat doet, krijgen we ook inder daad de leiding en is de wedstrijd al half gewonnen. Denk er maar om; dat we alles voor Oom Bert doen en dus onze krachten moeten inspannen!" Zusje Contrarie werd voor de deel name ingeschreven en ontving een kaart. Verschillende menschen glim lachen medelijdend om de oude, opge verfde boot, maar Ted lachte terug. „Kijk", riep hij tegen Wim, „ze den ken natuurlijk, dat wij er niet eens den eindpaal mee bereiken. Maar wie het laatst lacht, lacht het beste. Wat zal ik brullen!" De weg, die geroeid moest worden, had den vorm van een driehoek, aan gegeven door een witgeverfden paal op iederen hoek, die duidelijk zicht baar uit het water stak en waaraan een gekleurden vlag wapperde. Ted nam de situatie goed in zich op, want op het water zou er weinig tijd overblijven om nog eens goed uit te kijken. Dan was het: alle krachten inspannen en trachten voor te komen en de leiding tè behouden! „Wim", zei hij, „we zullen trachten vlak achter den leider te blijven, dus nog niet dade lijk nummer één te gaan staan, en pas als we de tweede maal gepasseerd zijn, roeien we hen uit alle macht vooruit, Onthoud het goed, houd er dus reke ning mee, en volg me met alles een, twee, drie je weet het!" (Wordt vervolgd). Er was eens een rijke Arabier. Nu weten jullie wel, dat de rijkdom van den Arabier wordt afgemeten naar het aantal kameelen, dat hij bezit. Nu, deze Arabier bezat zeventien van de snelste kameelen, die er ooit gefokt waren. Het waren harddraversEn zij wa ren veel geld waard. De rijke Arabier bezat drie zoons. En ook de zoons wa ren trotsch op hun kameelen! Op een goeden dag werd de vader ernstig ziek en overleed binnen enkele dagen. De drie zoons waren zeer bedroefd en wa ren heelemaal moedeloos. Maar de ka meelen moesten eten en drinken heb ben, en de overige bezittingen moesten ook verkocht en verdeeld worden, en zoodoende kwamen zij spoediger over hun verdriet heen, dan zii verwacht hadden. In het testament stond bepaald, dat de drie zoons de kameelen zouden krij gen en daarmede waren zij maar wèt in hun schik, want dat was het meest waardevolle deel van de bezittingen. Maar toen zij het testament nalazen, bleek het, dat ze danig in de verlegen heid zaten. Er stond namelijk het vol gende: Yoessoef, de oudste, krijgt de helft der dieren; Mohammed, de tweede, krijgt een derde der dieren, en Ali, de jongste zoon, krijgt een ne gende van het aantal dieren. Nu waren de drie broers al even slim (of dom) als wij allemaal zullen blijken te zijn. Want wij kunnen onmogelijk 17 door 2, 3 of 9 doelen. Zii zaten wat je noemt „met de handen in het haar". En zeer zeker was het op een wilde Vechtpartij aangekomen (want Arabie ren laten zich maar niet zóó door een ander de kaas van het brood eten!) als Ali niet naar de Wijze van het dorp was gegaan en had gezegd: „Wijze Vader, kom naar onze nederige stede en schenk ons de gunst te oordeelen over onze twist!" De Wijze ging mee en liet zich on derweg vertellen, wat er aan de hand was. Toen peinsde hij lang en droo- merig. Eindelijk stond hij plechtig op en sprak tot de drie broers, die nog woedend van de ruzie zaten te popelen van ongeduld. „Neem mijn kameel en voeg die bij de anderen; dat maakt te zamen achttien! Yoessoef, neem nu de helft (negen), Mohammed, neem het derde deel (zes) en Ali, neem het negen de deel (2). Dat is bij elkaar 17 kamee len. Dan krijg ik vanzelf mijn rijdier weer terug! Zijt gü nü tevreden?" Uiterst verheugd door dit Inderdaad zeer wijze oordeel, noodigden de drie broers hem aan tafel en weldra werd de verlening tusschen de broers ge vierd. En zeg nu zelf eens.Was het inderdaad niet een wonderlijk goede beslissing, dae de Wijize Arabier had genomen? Kleine Marietje, die van de gist ge snoept neeft. („Nebelspalter"). Oplossingen der vorige raadsels. I Haastige spoed is zelden goed. aap - hoed - aal - geld - ezel. II Al gaat de leugen nog zoo snel, waarheid achterhaalt haar wel. LAMMETJE SPRING IN 'T VELD. Bewaar dit prentje; er volgen er nog twee. 155. Maar ze werden zoo wild en ze keken voortaan zoo weinig uit, waar ze den bal naar toe schopten, dat ze weer heelemaal vergaten, dat boven in een boom een nestje met eitjes lag. En ineens gaf kikker Karei den bal een schop en daar kwam hij recht in het nestje terecht. Het vogeltje dat er bij zat, schrok zich een on geluk en piepte om hulp. Voor vlijtige meisjeshanden. Het vlechten van mandjes is een al- leraarüi. 'St en feitelijk toch weinig be kend werkje, dat in het geheel niet zoo moeilijk is, als men natuurlijk niet be gint met allerlei siermanden of bizarre vormen. van de biezenonder doorboven langsonder door, enzoovoorts. Daarbij moeten wij echter een oneven aantal straalsgewijs uitloopende biezen hebben. Daarom knippen wij er een dicht bü het midden af en bevestigen het uiteinde tusschen het vlechtwerk. Nu is het verder aan onze fantasie over- Goede oplossingen ontvangen van: S. A.; J. en A. R., (Texel) en S. T. H. A.; I. B.; A. v. d. B.; G. B.; J. B.; M. B.; J. B.; W. B.; J. D.; G. D.; D. D.; D. C.; G. F.; M. G.; N. G.; N. v. d. H.; A. J.; A. en J. K.; K. en J. K. (Texel); C. L.; H. L.; M. O.; J. O.; T. S.; M. S.; C. v. S.; A. v. S.; L. S.; D. T.; A. T.; M. T.; H. V.; A. W.; S. Z. Nieuwe raadsels. Het geheel is een spreekwoord van 5 woorden of 26 letters. 23, 24, 12 is een jongensnaam. 18, 7, 10, 16, 26 ligt op je bed. 25, 6, 24, 22 is een diertje. 11, 12, 13 doet men goudvisschen in 20, 12, 4, 14 is een vrucht. (Ingez. door J. K.) II Op de staande en liggende kruisjes- lijnen komt de naam van iets, waar de schoolkinderen gaarne vertoeven. Op de le rij een medeklinker. Op de 2e rij een familielid. Op de 3e rij een stadje in Friesland. Op de 4e rij een spel. Op de 5e rij wat bij bet middagmaal gebruikt wordt. Op de 6e rij het gevraagde woord. Op de 7e rij hetzelfde woord als op rij 5. Op de 8e rij een eiland in Ned.-Indië Op de 9e rij een viervoetig dier. Op de 10 rij een Frische jongens naam. Op de 11e rij een medeklinker. (Ingez. door W. R.) III Welk spreekwoord staat hier? .o..e. ..a. .s .u.r. (Ingez. door L. v. S.) 156. Het vogeltje probeerde weer recht op te komen en nu viel 't nestje met al de eitjes naar beneden. O, wat was dat beestje kwaad. Het keek de eitjes na en zag toen dat kikker Karei ze allemaal op zijn hoofd kreeg. Maar dat was nog niet genoeg. Nee, ze zou die deug nieten wel krijgen. eerste afbeelding het aangeeft, een sterke, en lange bies daarom heen; drie of vier windingen zijn genoeg. Nu ne men we een vast kernpunt en vandaar uit begint het eigenlijke vlechtwerk: dit is eenvoudig het om en om leggen kan men bii het vlechten alleraardigste patronen krijgen. Heel aardig is ook het effect, dat gekleurde glaskralen maken (of houten kralen), die dan met zijden draadjes aan het vlechtwerk worden bevestigd. In de eerste plaats hebben wij, om aan het werk te wennen, heel eenvou dig vlechtriet noodig. Het beste zijn de zoogenaamde „biezen", die wij op iedere wandeling in moerassige stre ken aantreffen. Anders worden zij in nijverheidszaken, bloemenwinkels, enz. wel verkocht. Zoek sterke en gelijk soortige biezen uit. Thuisgekomen trachten we eerst een onderleggertje voor schalen te maken, dat is het een voudigste. Leg zes biezen kruiselings over elkaar (afb. 1) en draai, zooals de gelaten den te vlechten vorm te bepa len. Hoe de rand bevestigd moet wor den, zoodat die overeind staat, toont afbeelding 3. Een geheel voltooid mandje geeft afbeelding 4 weer. Dat is slechts beginnerswerk. Wie zich ern stig in de vlechtkunst wil oefenen, kan natuurgekleurd Peddiriet of gebleekt riet koopen en daarmede de fraaiste vlechtwerkjes maken. Zorg echter steeds voor een zoo stevig mogelijk kernpunt. Heel aardig is het als men een deel van het materiaal verft. Dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 23