„DENJELDER"
S. i KANNEWASSER In.
Rijk engeen geld.
TOBRALCO
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlaidsch overzicht.
AFLEVEIIHG BINNEN
ENKEIE DAGEN
I
ERSTE BLAD
ZATERDAG 2 JULI 1932
60ste JAARGANG
Vil Lausanne geen nieuws. - Frankrijk bezuinigt.
A&erika en het plan Hoover. - Wat zal Belgie doen
Hl stoute Ierland.
N.V. STOGMWASSCHERIJ
WILHELINEN ASTRAAT,
TELEIOON 524.
Er is gewoon Krentenbrood
en er is Krentenbrood vanKrigée
Hierop letten!
in 50 dessins,
Het zwakke punt.
FEU LLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.60 f 0.70, f 0.70,
,f l._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zat erdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. ad extra). Bewysno. 4 ct.
Omtrent de besj%kingen te Lausanne
valt weinig positiel te vermelden. Den
eenen dag schryvefde kranten in pessi-
mistischen geest, d^ volgenden dag zijn
de meeningen weerfat optimistischer, en
zoo gaat het op enleer, zonder dat men
tot resultaten komtpe Engelsche bladen
bijvoorbeeld schrijvfc kort en bondig, dat
Duitschland niet il staat is de herstel
betalingen te doenen dat dus de Euro-
peesche staatsliedei wel tot een overeen
komst zullen, moein komen. En een
ander blad meent,jlat deze herstel-beta
lingen dan ook in e toekomst geen bron
meer van economie of politieke moei
lijkheden zullen vojien. MacDonald heeft
aan de vertegenwiirdigers der crediten
renstaten gevraagcof zij bereid zijn af
stand te doen vanje hun volgens het
Young-plan toekoiende annuïteiten, op
dat Duitschland en bedrag ineens zou
kunnen betalen. Alm hebben er zich voor
verklaard.
Frankrijk, dat, zoals men weet, zich het
sterkst tegen de vorgestelde regelingen
verzet, komt thans iet een financieel ont
werp, waarmede ea bezuiniging voorge
steld wordt o.m. deoiilitaire uitgaven.
Verlaging van e militaire eredieten
met in het geheel 10 pet.; vermindering
met 5 pet. van de rtgaven voor de staats
ambtenaren, echtej zonder salarisvermin
dering; uitbreidin van de belasting op
den omzet op de confectiebedrijven; be
lasting van de inlggingen bij de spaar
banken en verhoging van de inkomsten
belasting. Op dezi wijze moet 4 milliard
van het deficit vn 6'/, milliard gedekt
worden.
En Amerika deel net groote voldoening
mede, dat aan de erwezenlijking van het
ontwapeningsvoortel van Hoover op het
oogenblik drie grepjn van mogendheden
met belangstelling rtedewerken. Er be
staan alleen moetheden bij Engeland
en Frankrijk is vriendschappelijk ge
zind, zoodat menop de vereffening der
tegenwoordige gechillen mag hopen.
Dat zijn allemal wel hoopgevende be
richten, en we kanen slechts wenschen,
dat er in de prakjk ook iets van terecht
zal komen.
Men weet, datde Belgische minister
president Renkinonverwaeht voor een
paar dagen uit Gnève naar België is
teruggekeerd. Va die gelegenheid heeft
een der afgevaaligden, de Vlaamseh-
nationale afgevardigde voor Antwer-
pen, Vos, gebruik gemaakt den minister
de vraag te stellen of het hoofd der re
geering het niet gewenscht achtte aan
het parlement een mededeeling te doe>'
inzake de houding welke België zal aan
nemen ten opzichte van het ontwape
ningsvoorstel van Hoover. Reeds heb
ben, zei Vos, 28 staten zich met het ini
tiatief van den Amerikaanschen presi
dent accoord verklaard. Het zou wel ge
past zijn, indien ook de Belgische Kamer
haar instemming daarmede betuigde.
Renkin verklaarde echter, dat zoo lang
de conferentie te Genève niet geëindigd
is, hij geen termen kan vinden om in
het verzoek van den heer Vos te treden,
wat door den socialistischen partijleider
Vandervelde ten zeerste werd betreurd.
Het voorstel van president Hoover, zeide
hij, bevat een groote hoopgevende ver
wachting; mits zekere wijzigingen en
aanvullingen kan het in ruime mate bij
dragen tot vestiging van den internatio
nalen vrede. Op zijn vraag terugkeeren-
de constateerde Vos, dat de Belgische
ministerpresident in zijn verzoek dus
niet wide treden. België wacht blijkbaar
op Frankrijk. Reeds vroeger bij het mo-
ratoriumvoorstel van Hoover hebben wij
gezien, aldus deze spreker, dat België
zich bij Frankrijk aansloot om dit plan
te kelderen. Bij deze woorden rees Ren
kin weer op en verklaarde hij: „De Bel
gische regeering verdedigt geen andere
dan Belgische belangen", wat door de
meeste katholieke en liberale leden dei-
Kamer op luid handgeklap werd ont
haald.
Aan het verzoek van Vos werd dan ook
verder geen gevolg gegeven.
Men weet, dat Ierland, dat van het
Engelsche bewind niets hebben moet,
zich beschouwt als vrijstaat en niet na
laat zijn grooten buurman, waar het mo
gelijk is, te vernederen en in een hoekje
te trappen. Nu doet zich het geval voor,
dat op 1 Juli is vervallen de betaling van
172 millioen pond aan landrenten, die
Ierland aan Engeland verschuldigd is,
en dat Ierland het vertikt die schuld af
te doen. Natuurlijk was men nieuwsgie
rig om te weten wat de groote broer dan
doen zou om den kleinen, feilen bloed
verwant te dwingen. Men verwachtte al
gemeen, dat dan invoerrechten zouden I
worden geheven van Iersche goederen,
en inderdaad heeft Baldwin dat ook in j
het Lagerhuis officieel meegedeeld. Men
zal invoerrechten heffen tot een onge- I
veer gelijk bedrag als de annuiteiten
voor dén afkoop van het Engelsche
grondbezit in den vrijstaat, welke niet
zijn betaald geworden, en daartoe zal met
groote snelheid een wetsontwerp door
het Lagerhuis worden aangenomen. De
door Ierland ingevoerde goederen zijn in
hoofdzaak levend vee, varkensvleesch,
spek, boter, eieren, bier, stout en whis-
key. Het zou bijna zeker prijsstijging van
levensmiddelen in Engeland tengevolge
hebben, en dat zou zeker een merkwaar
dig resultaat zijn van de represailles van
Engeland, daar het er op neer zou ko
men, dat de Britsche verbruikers de
landuniteiten zouden betalen. Want de
Britsche veeteelt is van den Ierschen in
voer voor een groot deel afhankeyk.
OPNEMING IN KRANKZINNIGEN
GESTICHTEN.
Het Tweede Kamerlid Van der Heide
heeft tot den minister van binnenlandsehe
zaken de volgende schriftelijke vragen ge
richt:
le. Is het w aar, dat op 16 Juni een man
in Nijmegen door eenige politiedienaren
van zijn bed is gelicht, vervolgens naar
de St. Anthonieplaats is gebracht en daar
in bewaring is gehouden met de bedoeling
hem naar een krankzinnigengesticht te
vervoeren?
2e. Is het w aar, dat de gemeentegenees
heer op 17 Juni van oordeel was, na een
onderzoek van den man, dat er geen ter
men waren hem naar een krankzinnigen
gesticht op te zenden, en dat de man dien
dag weer vrijgelaten is?
3e. Heeft de medicus, die de verklaring
tot opneming in een krankzinnigenge
sticht heeft gegeven, den betrokkene te
voren onderzocht? Van welken aard is dit
onderzoek geweest en wanneer heeft het
plaats gevonden?
4e. Heeft het overleg van Uwe Excel
lentie met den minister van justitie over
de vraag of versterking van de waarbor
gen, dat geen personen in krankzinnigen
gestichten worden geïnterneerd, die niet
krankzinnig zijn, welk overleg 13 April
in uitzicht werd gesteld, reeds plaats ge
vonden, en kan de minister mededeelen,
of het, als het mocht hebben plaats gevon
den tot een resultaat heeft geleid en zoo
ja, tot welk resultaat?
DE ZUIDERZEESTEUNWET.
Voorstellen tot uitbreiding van
de toepasselijkheid van de wet niet
te verwachten.
Op de schriftelijke vragen van het
Tweede Kamerlid de Visser:
1. Is het de regeering bekend, dat na
de afsluiting van de Zuiderzee voor een
aantal belanghebbenden bij de Zuiderze
visscherij, de Zuiderzee-steunwet geen
voldoende uitkomst zal brengen en dat j
dientengevolge in groote moeilijkheden
zullen komen te verkeeren?
2. Heeft de regeering reeds maatrege
len getroffen om deze personen door extra
bijstand schadeloos te stellen?
3. Zoo ja, welke maatregelen zijn daar
toe dan genomen?
4. Zoo neen, is de regeering dan be
reid daartoe ten spoedigste te besluiten?
heeft de minister van waterstaat geant
woord:
1. In de Zuiderzee-steunwet zijn voor
eerst de categorieën van belanghebben
den aangewezen, die voor steun in aan
merking zouden kunnen komen en zyn
voorts de maatregelen omschreven ter te
gemoetkoming aan de Zuiderzeevisschers-
bevolking en andere personen wfegens de
schade, welke de afsluiting hun mocht
berokkenen.
In deze vraag kunnen bedoeld zijn
zoowel personen, die niet onder een der
in de wet genoemde categorieën vallen
en voor wie de wet dus geen uitkomst kan
geven, als personen, die wel onder de wet
vallen, doch die met het complex van
maatregelen niet voldoende geholpen zou
den zijn. In eenigen omvang van beteeke-
nis is van dit laatste niet gebleken. Ove
rigens zal, voor zooveel noodig, door de
milde toepassing, welke aan de wet wordt
gegeven, zooveel mogelijk aan de bezwa
ren worden tegemoet gekomen.
De eerstbedoelde personen, die niet on
der de w et vallen zouden niet anders kun
nen worden geholpen dan naar de gewone
regelen omtrent overheidssteun.
2. Van den ondergeteekende zyn geen
maatregelen te verwachten als in deze
vraag bedoeld.
3 en 4. In verband met het antwoord op
vraag 2 kan een antwoord op deze vragen
achterwege blijven.
STEUN VOOR DE TWENTSCHE
TEXTIEL.
Het Eerste Kamerlid de heer Van der
Lande heeft den minister van Koloniën
gevraagd of het hem bekend is, dat groote
textielondernemingen in Twente 5 Jan.
1.1. een schrijven hebben gericht tot den
Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-
Indië, waarin gevraagd werd om contin-
genteering van textielfabrikaten; dat tot
heden daarop nog geen antwoord is ont
vangen; dat de nood in Twente steeds
meer stijgt.
De heer Van der Lande vraagt of de
minister bereid is zijn invloed te willen
doen gelden, opdat aan de textielindustrie
ten spoedigste de gevraagde steun worde
verleend.
DE CONTINGENTEERING VAN DEN
INVOER VAN BOTER.
De „Staatscourant" van Donderdag
avond bevat een Koninklijk besluit, waar
bij de contingenteering van den invoer
van boter verlengd wordt tot 31 Dec. a.s.
TWEEDE KAMER.
Oud-minister mr. H. Bijleveld, die in
de vacature-Heemskerk benoemd is tot
lid der Tweede Kamer, heeft thans aan
het Centraal Stembureau laten weten, dat
hij deze benoeming niet aanneemt. Voor
benoeming komt thans in aanmerking de
heer H. A. Dambrink.
OP WACHTGELD STELLING BIJ
DEFENSIE.
De minister van defensie heeft aan de
burgerlijke ambtenaren van zijn departe
ment een circulaire gericht, waarin wordt
meegedeeld, dat op het totaal der salaris
sen moet worden bezuinigd en dat in ver
band daarmede een regeling is vastge
steld van de volgorde van de categorieën,
die in aanmerking komen, om op wacht
geld te worden gesteld.
In de eerste plaats komen voor deze op
wachtgeld stelling in aanmerking zij, die
daartoe den wensch te kennen geven.
DIENSTREIZEN VAN EEN
AMBTENARES BIJ DE P. T. T.
Het Tweede Kamerlid Braat heeft tot
den minister van waterstaat de volgende
schriftelijke vragen gericht:
Is het juist dat de bij het hoofdbestuur
der Posterijen, Telegrafie en Telefonie
aangestelde vrouwelijke ambtenaar, met
rang van referendaris en belast met de
functie van psycho-technisch adviseur,
een salaris geniet van meer dan 5000.
en daarnevens vergoeding ontvangt voor
reis- en verblijfkosten;
dat deze laatste kosten worden gemaakt
j tengevolge van het feit, dat bedoelde
ambtenares bijna doorloopend studierei-
zen onderneemt en congressen in het bui-
Poeders en tabletten zijn alléén echt, als de
verpakking voorzien is van den naam
Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal
op, want dit alleen garandeert U de echtheid.
tenland bijwoont, zelfs o.a. een jaar ge
leden, een te Moskou?
Is de minister bereid mee te deelen:
1. Welk dienstbelang er bij die studie
reizen en het bijwonen van genoemde con
gressen betrokken is;
2. of een dergelijk persoon daar persé
voor den dienst noodig is, omdat het per
soneel in vasten dienst is, en er geen nieu
we aangesteld worden;
3. zoo ja, waarom er dan een vrouwelijk
persoon genomen is, terwryl er voorts ge
leerde mannelijke krachten rondloopen
die geen betrekking kunnen krijgen, en
vaak een gezin te onderhouden hebben?
DE WERKLOOZE
BOUWVAKARBEIDERS.
De reglementaire ultkeeringen
uit de werkloozenkas stop gezet.
Het „Volksblad" meldt, dat de bouwvak
arbeidersbonden zich genoopt hebben ge
zien aan de afdeelingsbesturen mee te
deelen, dat voor de tweede 25 dagen uit-
keering, w aarop de werkloozen na 1 Juli
a.s. krachtens het reglement der werk-
loozenkas recht hebben, geen gelden aan
wezig zijn doordat de regeering blijft
weigeren, voor het bouwbedrijf crisis te
erkennen en dienovereenkomstig de ex
tra-bijdrage van het rijk aan de werkloo-
zenkassen niet wordt gegeven.
Wel zal na 1 Juli uitgekeerd worden
aan de leden, die gedurende het eerste
halfjaar van 1932 geen aanspraak op
w erkloozensteun behoefden te maken, om
dat zij nog werk hadden. Dezen leden zal,
zoo noodig, de volle 25 dagen reglemen
taire uitkeering worden verstrekt, zoodat
ten slotte alle werklooze leden zooveel
mogelijk over één kam zullen worden ge
schoren.
Kan dan het N.V.V. met zijn vele mil-
lioenen niet de helpende hand toesteken?
is de vrij scherpe vraag, die de „Nw. Rott.
Crt." hier stelt.
DE BANKBILJETTENDRUKKERIJ
VAN JOH. ENSCHEDE EN ZN.
WORDT VOORLOOPIG GESLOTEN.
Tengevolge van de sterk verminderde
vraag naar bankpapier hier te lande en in
onze koloniën, ziet de firma Joh. Ensche
dé en Zonen te Haarlem zich genoodzaakt
haar geheele bankbiljettendrukkerij voor-
loopig voor drie maanden te sluiten. In
verband hiermede is aan zeventig leden
van het personeel voorloopig voor boven-
genoeniden tijd ontslag aangezegd.
DROGE MAAND JUNI.
Zeer geringe regenval.
Te Amsterdam werd, zoo deelt de Filiaal-
Inrichting van het Kon. Ned. Meteorolo
gisch Instituut te De Bildt mede, over de
maand Juni 14 mm regen afgetapt, waar
mede de afgeloopen maand de droogste
werd in de reeks van waarnemingen sinds
1910. De gemiddelde hoeveelheid sinds
1910—1932 bedraagt 63 mm; de natste
Juni-maand was die van 1927 met 16 mm.
Voor de eerstkomende dagen zijn de
vooruitzichten dat we wat koeler weer
krijgen. Maar gelukkig, de Bildt voegt er
bij dat „geen nachtvorsten" ons behoeven
te verontrusten. Dat is tenminste een ge
ruststelling, dan behoeven we de schaatsen
niet uit het net te halen.
kl«ur-*oht, - wasch-echt,
5® per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
Buitenland.
HONGERSNOOD IN POLEN.
In oostelijk Polen heerscht op het
oogenblik gebrek aan voedsel, dat zulke
afmetingen heeft aangenomen, dat men
feitelijk van een hongersnood kan spre
ken. Aldus meldt Reuter.
De ministerraad heeft besloten om
vangrijke hulp te organiseeren voor de be
volking van dit district door het uitdeelen
van meel en andere voedingsmiddelen.
In het getroffen gebied worden ziekte
gevallen geconstateerd, welke een gevolg
zijn van ondervoeding.
ELF MILLIOEN WERKLOOZEN IN
AMERIKA.
Naar wordt gemeld, telden volgens een
berekening van de American Federation
of Labour de V. S. eind Maart j.1.
Het zwakke punt voor mannen en vrou
wen vormen de lendenen, welke zoo licht
worden aangedaan door overspanning en zor
gen, door kouvatten en tal van andere oor
zaken.
Dientengevolge komen scherpe, stekende
pijnen in den rug, urinestoornissen, waterzuch
tige zwellingen, hoofdpijn, duizeligheid en rheu-
matische pijnen ook zoo vaak voor.
Plaatselijke behandeling kan tijdelijk verlich
ting geven voor sommige dezer ongemakken,
doch de eenige wijze om gezond te worden en
te blijven is door het versterken der verzwakte
organen met Foster's Rugpijn Pillen. Dit spe
ciale middel behaalde reeds jaren lang een on
geëvenaard succes tegen rheumatiek, spit, ischas,
waterzucht, urinestoornissen, lendenpijn en
blaasstoornissen.
Bij alle drogisten enz. 4 1.75 per flacon.
door
E. PHILLPS OPPENHEIM.
14)
„Daar maakt ti geen geheim van. Hij
is een vogeliefhbber."
„Een w a t?"
„Een vogellielebber," herhaalde Bliss.
„Hij heeft boveiin zijn kamer een pape
gaai, een stellet» kanaries en drie goud
vinken. O ja, dn schrijft hij ook een
boek over vogel"
De kleine maikeek hem even van ter
zijde aan. Zonde iets te merken van de
eigenaardige rfnier van kjjken van
den ander, stap} Bliss echter voort.
„Zoo nu en dn heeft hij druk bezoek,
is het niet?"
„Ja, allerlei pienschen komen hem
anecdoten verteen. waar vogels een rol
in spelen," legd Bliss hem uit. „Hij be
taalt er goed vor. tenminste als ze waar
de hebben voor zijn boek en oorspron
kelijk zijn."
De oogen vanden kleinen man schit
terden van ingelmden lachen. Eindelijk
kon hij zich nietlanger inhouden; toen
hü klaar was legle hij zijn hand op den
arm van Bliss.
„Heel verstandig," zeide hij. „Ik zou
hetzelfde doen, ais ik in uw plaats was,
alleen zou ik niet zoo handig zijn. Hoe
denkt u over een bankbiljet van tien
pond?"
„Hoe ik over een bankbiljet van tien
pond denk?" herhaalde Bliss verbaasd.
Zijn metgezel haalde een bankbiljet uit
zijn vestzakje, haalde het uit elkaar,
streek het zooveel mogelijk glad, keek er
gewichtig naar en stopte het weer weg.
.Zullen we er eentje pakken?" vroeg
hij, terwijl hij op het trottoir vlak voor
een cafétje bleef staan.
„Goed," zeide Bliss, terwijl hij de por
tiek binnenging en de deur openduwde,
„maar voor mijn rekening, u heeft de
sigaar gegeven."
„Neen, dat zal niet gaan. Ik tracteer,"
hield de kleine man aan. „Ik heb trek in
een whisky-soda. Wat moet u hebben?
Laten we hier gaan zitten."
„Ik ook een whisky-soda," antwoordde
Bliss. „U hadt het zoo even over een
bankbiljet van tien pond."
De kleine man zette zijn ellebogen op
tafel en boo;; zich voorover.
„Ik heet Johnson," kondigde hij aan.
„Aangenaam. Mijn naam is Bliss."
„We zullen al dien poespas maar ter
zijde schuiven en meteen ter zake ko
men," ging Mr. Johson door. „Ik ben in
betrekking bij een informatie-bureau.
We hebben de opdracht gekregen om
naar het doen en laten van Mr. Coekeril
te informeeren eu w e zijn van plan goed
ervoor te betalen."
Met een gelaat van weerzin schoof
Bliss zijn glas weg.
„De whisky-soda kost zes pence," zeide
hij, „en de sigaar waarschijnlijk niet meer
dan drie. 't Is uw igen schuld, dat u een
noodelooze uitgave van negen penoe ge
maakt hebt. Goeden avond."
•Bliss stapte met het kalmste gezicht
ter wereld het café uit en wandelde naar
huis. Hij feliciteerde zichzelf met de han
dige manier waarop hij den kleinen man
afgepoeierd had, maar ondanks zijn te
vredenheid kon hü dien nacht niet sla
pen. Den volgenden morgen vroeg hij
mr. Coekeril te spreken.
„Heeft u een oogenblik tijd voor me,
mijnheer?"
Verschrikt keek mr. Coekeril op. Zyn
eerste zorg was voor de vogels.
„Is er iets met Tommy?" vroeg hy.
„Het leek me toe, dat hij gisteren al wat
hangerig was."
„De vogels mankeeren niets," ant
woordde Bliss. „Tommy zit buiten op
mijn stoel."
„Wat wou je dan?"
„Gisteravond bij het weggaan ben ik
aangesproken door een kleinen, dikken
man", ging Bliss voort. „Had er een on
verklaarbaar pleizier in 0111 111e te trak-
teeren op een whisky-soda en een ver
duiveld slechte sigaar. Bleek tenslotte
een pariculier detective te zijn, die wilde
weten, wat u uitvoerde. Bood me tien
pond aan om wat los te krygen".
Mr. Coekeril knikte met een vaderlijk
air. Maar toch kwam er een eigenaardige
uitdrukking op zijn gezicht; bij de hoe
ken van zyn oogen en mond groefden
zich kleine plooitjes, die de uitdrukking
van zyn gezicht op een. merkwaardige
manier veranderden. Nu'leek hij niet
langer op St. Nicolaas.
„Wat heb je gezegd?"
„Ik heb hem verteld, dat u een vogel
liefhebber was."
„En?"
„Hij dacht, dat ik hem voor den gek
hield. Daarna bood hij mij die tien pond
aan."
„En w at deed jy toen?"
„Ik heb hem heel beleefd goeden dag
gezegd en ben weggegaan."
Gedurende een paar minuten zat Mr.
Coekeril diep in gedachten voor zich uit
te kyken. Over de geheele schryftafel
lagen de proefdrukken van zijn boek
verspreid; opengeslagen voor hem lag
„The Bird's Encyclopaedia". Toen leunde
hij achterover in zijn stoel en keek Bliss
aan.
„Dank je wel," zeide hij. „Heb je me
verder nog iets te vertellen?"
„Neen mijnheer, niets."
„Goed. Jij bent een bediende naar mijn
hart," verklaarde mr. Coekeril. „Voor
't vervolg krijg je vijf shilling per week
meer. Je kunt nu wel weer weggaan. Ik
wou dit hoofdstuk nog graag afmaken."
Het leek wol, of mr. Coekeril dien
ochtend niet kalm werken m och t. Een
half uur na het gesprek met Bliss kwam
de eerste bezoeker, een groote knappe
man. die de trap met twee treden tegelijk
kwam opspringen. Bliss stond op. Er was
in het uiterlijk van den bezoeker iets, dat
niet veel goeds voor mr. Coekeril voor
spelde.
„Mr. Coekeril?" vroeg de jonge man.
„Ja, mynheer," zeide Bliss, „wie kan
ik zeggen dat er is?"
„Mr. Verner Harry Verner. Ik moet
hem nu dadelijk even spreken," zeide de
jonge man gebiedend.
Bliss deed de deur open en diende mr.
Harry Verner aan. Bij het hooien van
dien naam stond mr. Coekeril, die druk
aan 't typen was, plotseling op.
„Mr. Verner kan ik niet ontvangen,"
verklaarde hy.
„Zoo, zou u denken," zei de jonge man
driftig. Zonder verdere plichtplegingen
stapte hij de kamer binnen. Mr. Coekeril
keek hem verontwaardigd-verbaasd door
zyn groote ronde brilleglazen aan.
„Je hebt toch wel gehoord wat ik ge-
zegt hebt, Bliss?" zeide hij. „Ik kan de
zen jongen man niet ontvangen. Zet hem
er uit."
Bliss deed zijn best. Een paar secon
den later merkte hy, dat hy plat op den
grond zat op ten minste vier meter
afstand van de deur; hij stond op om een
tweede poging te doen. Maar mr. Coekeril
lichtte even zijn hand op. Hij zat op zijn
gewone plaats voor de schrijftafel, de
jonge man stond nog midden in de kamer
met een gezicht waaruit alle vechtlust
verdwenen was.
„Neen, begin maar niet weer, Bliss,'
zeide zijn patroon gelaten. „Het jong-
mensch is nu eenmaal hier. 't beste is,
dat ik nu meteen maar hoor, wat hy te
vertellen heeft. Je kunt buiten wachten."
„Zal ik een politieagent halen, mijn
heer?" opperde Bliss.
Mr. Coekeril schudde het hoofd.
„Neen, Bliss, dat ik niet noodig. Ik heb
besloten om dezen jongen man maar aan
te hooren.
Bliss ging de kamer uit en deed de
deur achter zich dicht. Na een kwartier
kwam de ongewenschte bezoeker weer
naar buiten. Hy liep Bliss voorbij zonder
ook maar even zyn kant uit te kyken,
zyn oogen stonden alsof hy een geest
verschijning had gezien. Zijn arrogante
manier van optreden was geheel en al
verdwenen; hij zag er in 't minst niet
uit als iemand, die anecdoten over vogels
heeft zitten vertellen. Binnen uit de ka
mer kwam het langzame tikken van de
schryfmachine, mr. Coekeril was bezig
zijn hoofdstuk af te maken. Bliss kon
niet ontkennen, dat hij zich langzamer
hand niets op zyn gemak Degon te voe
len. De geheele omgeving had hier iets
geheimzinnigs, iets zonderlings, dat hein
heel onaangenaam aandeed. En daarbij
kwam, dat de manier van optreden van
den laatsten bezoeker dien indruk nog
versterkt had.
Toen hij zoover met zijn gedachten ge
komen was, vond hy, dat hij nu lang ge
noeg erover gepiekerd had, „In elk geval
is het geld goed," zeide hij tot zichzelf
„en dit is al mijn derde maand".
HOOFDSTUK VIII.
Dien avond gebeurde er iets, dat Bliss
al den tijd, sinds het gedenkwaardige
oogenblik, toen hij den winkel in Regent-
street uitwandelde, met zyn kleeren on
der zyn arm en de buitengewoon zonder
linge gewaarwording, dat hy iets in zijn
keel had, dat hy maar steeds moest weg
slikken, verwacht had. Toen hij, na het
ouderwetsche beleefde afscheid, dat hij
eiken avond van zijn patroon nam, zon
der eenig vast doel Kingstreet afwan
delde, zag hij plotseling in de verte twee
jonge meisjes aankomen. De eene, die
aan zyn kant liep, was het slanke, knappe
meisje, dat op den eersfen dag van zijn
betrekking. Air. Coekeril was komen be
zoeken. Het andere meisje herkende hy
met een schok van blijdschap. Het was
Frances Clayton.
(Wordt vervolgd.)