„DENJELDER" S. i KANNEWASSER In. Rijk engeen geld. TOBRALCO NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlaidsch overzicht. AFLEVEIIHG BINNEN ENKEIE DAGEN I ERSTE BLAD ZATERDAG 2 JULI 1932 60ste JAARGANG Vil Lausanne geen nieuws. - Frankrijk bezuinigt. A&erika en het plan Hoover. - Wat zal Belgie doen Hl stoute Ierland. N.V. STOGMWASSCHERIJ WILHELINEN ASTRAAT, TELEIOON 524. Er is gewoon Krentenbrood en er is Krentenbrood vanKrigée Hierop letten! in 50 dessins, Het zwakke punt. FEU LLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.60 f 0.70, f 0.70, ,f l._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zat erdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. ad extra). Bewysno. 4 ct. Omtrent de besj%kingen te Lausanne valt weinig positiel te vermelden. Den eenen dag schryvefde kranten in pessi- mistischen geest, d^ volgenden dag zijn de meeningen weerfat optimistischer, en zoo gaat het op enleer, zonder dat men tot resultaten komtpe Engelsche bladen bijvoorbeeld schrijvfc kort en bondig, dat Duitschland niet il staat is de herstel betalingen te doenen dat dus de Euro- peesche staatsliedei wel tot een overeen komst zullen, moein komen. En een ander blad meent,jlat deze herstel-beta lingen dan ook in e toekomst geen bron meer van economie of politieke moei lijkheden zullen vojien. MacDonald heeft aan de vertegenwiirdigers der crediten renstaten gevraagcof zij bereid zijn af stand te doen vanje hun volgens het Young-plan toekoiende annuïteiten, op dat Duitschland en bedrag ineens zou kunnen betalen. Alm hebben er zich voor verklaard. Frankrijk, dat, zoals men weet, zich het sterkst tegen de vorgestelde regelingen verzet, komt thans iet een financieel ont werp, waarmede ea bezuiniging voorge steld wordt o.m. deoiilitaire uitgaven. Verlaging van e militaire eredieten met in het geheel 10 pet.; vermindering met 5 pet. van de rtgaven voor de staats ambtenaren, echtej zonder salarisvermin dering; uitbreidin van de belasting op den omzet op de confectiebedrijven; be lasting van de inlggingen bij de spaar banken en verhoging van de inkomsten belasting. Op dezi wijze moet 4 milliard van het deficit vn 6'/, milliard gedekt worden. En Amerika deel net groote voldoening mede, dat aan de erwezenlijking van het ontwapeningsvoortel van Hoover op het oogenblik drie grepjn van mogendheden met belangstelling rtedewerken. Er be staan alleen moetheden bij Engeland en Frankrijk is vriendschappelijk ge zind, zoodat menop de vereffening der tegenwoordige gechillen mag hopen. Dat zijn allemal wel hoopgevende be richten, en we kanen slechts wenschen, dat er in de prakjk ook iets van terecht zal komen. Men weet, datde Belgische minister president Renkinonverwaeht voor een paar dagen uit Gnève naar België is teruggekeerd. Va die gelegenheid heeft een der afgevaaligden, de Vlaamseh- nationale afgevardigde voor Antwer- pen, Vos, gebruik gemaakt den minister de vraag te stellen of het hoofd der re geering het niet gewenscht achtte aan het parlement een mededeeling te doe>' inzake de houding welke België zal aan nemen ten opzichte van het ontwape ningsvoorstel van Hoover. Reeds heb ben, zei Vos, 28 staten zich met het ini tiatief van den Amerikaanschen presi dent accoord verklaard. Het zou wel ge past zijn, indien ook de Belgische Kamer haar instemming daarmede betuigde. Renkin verklaarde echter, dat zoo lang de conferentie te Genève niet geëindigd is, hij geen termen kan vinden om in het verzoek van den heer Vos te treden, wat door den socialistischen partijleider Vandervelde ten zeerste werd betreurd. Het voorstel van president Hoover, zeide hij, bevat een groote hoopgevende ver wachting; mits zekere wijzigingen en aanvullingen kan het in ruime mate bij dragen tot vestiging van den internatio nalen vrede. Op zijn vraag terugkeeren- de constateerde Vos, dat de Belgische ministerpresident in zijn verzoek dus niet wide treden. België wacht blijkbaar op Frankrijk. Reeds vroeger bij het mo- ratoriumvoorstel van Hoover hebben wij gezien, aldus deze spreker, dat België zich bij Frankrijk aansloot om dit plan te kelderen. Bij deze woorden rees Ren kin weer op en verklaarde hij: „De Bel gische regeering verdedigt geen andere dan Belgische belangen", wat door de meeste katholieke en liberale leden dei- Kamer op luid handgeklap werd ont haald. Aan het verzoek van Vos werd dan ook verder geen gevolg gegeven. Men weet, dat Ierland, dat van het Engelsche bewind niets hebben moet, zich beschouwt als vrijstaat en niet na laat zijn grooten buurman, waar het mo gelijk is, te vernederen en in een hoekje te trappen. Nu doet zich het geval voor, dat op 1 Juli is vervallen de betaling van 172 millioen pond aan landrenten, die Ierland aan Engeland verschuldigd is, en dat Ierland het vertikt die schuld af te doen. Natuurlijk was men nieuwsgie rig om te weten wat de groote broer dan doen zou om den kleinen, feilen bloed verwant te dwingen. Men verwachtte al gemeen, dat dan invoerrechten zouden I worden geheven van Iersche goederen, en inderdaad heeft Baldwin dat ook in j het Lagerhuis officieel meegedeeld. Men zal invoerrechten heffen tot een onge- I veer gelijk bedrag als de annuiteiten voor dén afkoop van het Engelsche grondbezit in den vrijstaat, welke niet zijn betaald geworden, en daartoe zal met groote snelheid een wetsontwerp door het Lagerhuis worden aangenomen. De door Ierland ingevoerde goederen zijn in hoofdzaak levend vee, varkensvleesch, spek, boter, eieren, bier, stout en whis- key. Het zou bijna zeker prijsstijging van levensmiddelen in Engeland tengevolge hebben, en dat zou zeker een merkwaar dig resultaat zijn van de represailles van Engeland, daar het er op neer zou ko men, dat de Britsche verbruikers de landuniteiten zouden betalen. Want de Britsche veeteelt is van den Ierschen in voer voor een groot deel afhankeyk. OPNEMING IN KRANKZINNIGEN GESTICHTEN. Het Tweede Kamerlid Van der Heide heeft tot den minister van binnenlandsehe zaken de volgende schriftelijke vragen ge richt: le. Is het w aar, dat op 16 Juni een man in Nijmegen door eenige politiedienaren van zijn bed is gelicht, vervolgens naar de St. Anthonieplaats is gebracht en daar in bewaring is gehouden met de bedoeling hem naar een krankzinnigengesticht te vervoeren? 2e. Is het w aar, dat de gemeentegenees heer op 17 Juni van oordeel was, na een onderzoek van den man, dat er geen ter men waren hem naar een krankzinnigen gesticht op te zenden, en dat de man dien dag weer vrijgelaten is? 3e. Heeft de medicus, die de verklaring tot opneming in een krankzinnigenge sticht heeft gegeven, den betrokkene te voren onderzocht? Van welken aard is dit onderzoek geweest en wanneer heeft het plaats gevonden? 4e. Heeft het overleg van Uwe Excel lentie met den minister van justitie over de vraag of versterking van de waarbor gen, dat geen personen in krankzinnigen gestichten worden geïnterneerd, die niet krankzinnig zijn, welk overleg 13 April in uitzicht werd gesteld, reeds plaats ge vonden, en kan de minister mededeelen, of het, als het mocht hebben plaats gevon den tot een resultaat heeft geleid en zoo ja, tot welk resultaat? DE ZUIDERZEESTEUNWET. Voorstellen tot uitbreiding van de toepasselijkheid van de wet niet te verwachten. Op de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid de Visser: 1. Is het de regeering bekend, dat na de afsluiting van de Zuiderzee voor een aantal belanghebbenden bij de Zuiderze visscherij, de Zuiderzee-steunwet geen voldoende uitkomst zal brengen en dat j dientengevolge in groote moeilijkheden zullen komen te verkeeren? 2. Heeft de regeering reeds maatrege len getroffen om deze personen door extra bijstand schadeloos te stellen? 3. Zoo ja, welke maatregelen zijn daar toe dan genomen? 4. Zoo neen, is de regeering dan be reid daartoe ten spoedigste te besluiten? heeft de minister van waterstaat geant woord: 1. In de Zuiderzee-steunwet zijn voor eerst de categorieën van belanghebben den aangewezen, die voor steun in aan merking zouden kunnen komen en zyn voorts de maatregelen omschreven ter te gemoetkoming aan de Zuiderzeevisschers- bevolking en andere personen wfegens de schade, welke de afsluiting hun mocht berokkenen. In deze vraag kunnen bedoeld zijn zoowel personen, die niet onder een der in de wet genoemde categorieën vallen en voor wie de wet dus geen uitkomst kan geven, als personen, die wel onder de wet vallen, doch die met het complex van maatregelen niet voldoende geholpen zou den zijn. In eenigen omvang van beteeke- nis is van dit laatste niet gebleken. Ove rigens zal, voor zooveel noodig, door de milde toepassing, welke aan de wet wordt gegeven, zooveel mogelijk aan de bezwa ren worden tegemoet gekomen. De eerstbedoelde personen, die niet on der de w et vallen zouden niet anders kun nen worden geholpen dan naar de gewone regelen omtrent overheidssteun. 2. Van den ondergeteekende zyn geen maatregelen te verwachten als in deze vraag bedoeld. 3 en 4. In verband met het antwoord op vraag 2 kan een antwoord op deze vragen achterwege blijven. STEUN VOOR DE TWENTSCHE TEXTIEL. Het Eerste Kamerlid de heer Van der Lande heeft den minister van Koloniën gevraagd of het hem bekend is, dat groote textielondernemingen in Twente 5 Jan. 1.1. een schrijven hebben gericht tot den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch- Indië, waarin gevraagd werd om contin- genteering van textielfabrikaten; dat tot heden daarop nog geen antwoord is ont vangen; dat de nood in Twente steeds meer stijgt. De heer Van der Lande vraagt of de minister bereid is zijn invloed te willen doen gelden, opdat aan de textielindustrie ten spoedigste de gevraagde steun worde verleend. DE CONTINGENTEERING VAN DEN INVOER VAN BOTER. De „Staatscourant" van Donderdag avond bevat een Koninklijk besluit, waar bij de contingenteering van den invoer van boter verlengd wordt tot 31 Dec. a.s. TWEEDE KAMER. Oud-minister mr. H. Bijleveld, die in de vacature-Heemskerk benoemd is tot lid der Tweede Kamer, heeft thans aan het Centraal Stembureau laten weten, dat hij deze benoeming niet aanneemt. Voor benoeming komt thans in aanmerking de heer H. A. Dambrink. OP WACHTGELD STELLING BIJ DEFENSIE. De minister van defensie heeft aan de burgerlijke ambtenaren van zijn departe ment een circulaire gericht, waarin wordt meegedeeld, dat op het totaal der salaris sen moet worden bezuinigd en dat in ver band daarmede een regeling is vastge steld van de volgorde van de categorieën, die in aanmerking komen, om op wacht geld te worden gesteld. In de eerste plaats komen voor deze op wachtgeld stelling in aanmerking zij, die daartoe den wensch te kennen geven. DIENSTREIZEN VAN EEN AMBTENARES BIJ DE P. T. T. Het Tweede Kamerlid Braat heeft tot den minister van waterstaat de volgende schriftelijke vragen gericht: Is het juist dat de bij het hoofdbestuur der Posterijen, Telegrafie en Telefonie aangestelde vrouwelijke ambtenaar, met rang van referendaris en belast met de functie van psycho-technisch adviseur, een salaris geniet van meer dan 5000. en daarnevens vergoeding ontvangt voor reis- en verblijfkosten; dat deze laatste kosten worden gemaakt j tengevolge van het feit, dat bedoelde ambtenares bijna doorloopend studierei- zen onderneemt en congressen in het bui- Poeders en tabletten zijn alléén echt, als de verpakking voorzien is van den naam Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal op, want dit alleen garandeert U de echtheid. tenland bijwoont, zelfs o.a. een jaar ge leden, een te Moskou? Is de minister bereid mee te deelen: 1. Welk dienstbelang er bij die studie reizen en het bijwonen van genoemde con gressen betrokken is; 2. of een dergelijk persoon daar persé voor den dienst noodig is, omdat het per soneel in vasten dienst is, en er geen nieu we aangesteld worden; 3. zoo ja, waarom er dan een vrouwelijk persoon genomen is, terwryl er voorts ge leerde mannelijke krachten rondloopen die geen betrekking kunnen krijgen, en vaak een gezin te onderhouden hebben? DE WERKLOOZE BOUWVAKARBEIDERS. De reglementaire ultkeeringen uit de werkloozenkas stop gezet. Het „Volksblad" meldt, dat de bouwvak arbeidersbonden zich genoopt hebben ge zien aan de afdeelingsbesturen mee te deelen, dat voor de tweede 25 dagen uit- keering, w aarop de werkloozen na 1 Juli a.s. krachtens het reglement der werk- loozenkas recht hebben, geen gelden aan wezig zijn doordat de regeering blijft weigeren, voor het bouwbedrijf crisis te erkennen en dienovereenkomstig de ex tra-bijdrage van het rijk aan de werkloo- zenkassen niet wordt gegeven. Wel zal na 1 Juli uitgekeerd worden aan de leden, die gedurende het eerste halfjaar van 1932 geen aanspraak op w erkloozensteun behoefden te maken, om dat zij nog werk hadden. Dezen leden zal, zoo noodig, de volle 25 dagen reglemen taire uitkeering worden verstrekt, zoodat ten slotte alle werklooze leden zooveel mogelijk over één kam zullen worden ge schoren. Kan dan het N.V.V. met zijn vele mil- lioenen niet de helpende hand toesteken? is de vrij scherpe vraag, die de „Nw. Rott. Crt." hier stelt. DE BANKBILJETTENDRUKKERIJ VAN JOH. ENSCHEDE EN ZN. WORDT VOORLOOPIG GESLOTEN. Tengevolge van de sterk verminderde vraag naar bankpapier hier te lande en in onze koloniën, ziet de firma Joh. Ensche dé en Zonen te Haarlem zich genoodzaakt haar geheele bankbiljettendrukkerij voor- loopig voor drie maanden te sluiten. In verband hiermede is aan zeventig leden van het personeel voorloopig voor boven- genoeniden tijd ontslag aangezegd. DROGE MAAND JUNI. Zeer geringe regenval. Te Amsterdam werd, zoo deelt de Filiaal- Inrichting van het Kon. Ned. Meteorolo gisch Instituut te De Bildt mede, over de maand Juni 14 mm regen afgetapt, waar mede de afgeloopen maand de droogste werd in de reeks van waarnemingen sinds 1910. De gemiddelde hoeveelheid sinds 1910—1932 bedraagt 63 mm; de natste Juni-maand was die van 1927 met 16 mm. Voor de eerstkomende dagen zijn de vooruitzichten dat we wat koeler weer krijgen. Maar gelukkig, de Bildt voegt er bij dat „geen nachtvorsten" ons behoeven te verontrusten. Dat is tenminste een ge ruststelling, dan behoeven we de schaatsen niet uit het net te halen. kl«ur-*oht, - wasch-echt, 5® per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie Buitenland. HONGERSNOOD IN POLEN. In oostelijk Polen heerscht op het oogenblik gebrek aan voedsel, dat zulke afmetingen heeft aangenomen, dat men feitelijk van een hongersnood kan spre ken. Aldus meldt Reuter. De ministerraad heeft besloten om vangrijke hulp te organiseeren voor de be volking van dit district door het uitdeelen van meel en andere voedingsmiddelen. In het getroffen gebied worden ziekte gevallen geconstateerd, welke een gevolg zijn van ondervoeding. ELF MILLIOEN WERKLOOZEN IN AMERIKA. Naar wordt gemeld, telden volgens een berekening van de American Federation of Labour de V. S. eind Maart j.1. Het zwakke punt voor mannen en vrou wen vormen de lendenen, welke zoo licht worden aangedaan door overspanning en zor gen, door kouvatten en tal van andere oor zaken. Dientengevolge komen scherpe, stekende pijnen in den rug, urinestoornissen, waterzuch tige zwellingen, hoofdpijn, duizeligheid en rheu- matische pijnen ook zoo vaak voor. Plaatselijke behandeling kan tijdelijk verlich ting geven voor sommige dezer ongemakken, doch de eenige wijze om gezond te worden en te blijven is door het versterken der verzwakte organen met Foster's Rugpijn Pillen. Dit spe ciale middel behaalde reeds jaren lang een on geëvenaard succes tegen rheumatiek, spit, ischas, waterzucht, urinestoornissen, lendenpijn en blaasstoornissen. Bij alle drogisten enz. 4 1.75 per flacon. door E. PHILLPS OPPENHEIM. 14) „Daar maakt ti geen geheim van. Hij is een vogeliefhbber." „Een w a t?" „Een vogellielebber," herhaalde Bliss. „Hij heeft boveiin zijn kamer een pape gaai, een stellet» kanaries en drie goud vinken. O ja, dn schrijft hij ook een boek over vogel" De kleine maikeek hem even van ter zijde aan. Zonde iets te merken van de eigenaardige rfnier van kjjken van den ander, stap} Bliss echter voort. „Zoo nu en dn heeft hij druk bezoek, is het niet?" „Ja, allerlei pienschen komen hem anecdoten verteen. waar vogels een rol in spelen," legd Bliss hem uit. „Hij be taalt er goed vor. tenminste als ze waar de hebben voor zijn boek en oorspron kelijk zijn." De oogen vanden kleinen man schit terden van ingelmden lachen. Eindelijk kon hij zich nietlanger inhouden; toen hü klaar was legle hij zijn hand op den arm van Bliss. „Heel verstandig," zeide hij. „Ik zou hetzelfde doen, ais ik in uw plaats was, alleen zou ik niet zoo handig zijn. Hoe denkt u over een bankbiljet van tien pond?" „Hoe ik over een bankbiljet van tien pond denk?" herhaalde Bliss verbaasd. Zijn metgezel haalde een bankbiljet uit zijn vestzakje, haalde het uit elkaar, streek het zooveel mogelijk glad, keek er gewichtig naar en stopte het weer weg. .Zullen we er eentje pakken?" vroeg hij, terwijl hij op het trottoir vlak voor een cafétje bleef staan. „Goed," zeide Bliss, terwijl hij de por tiek binnenging en de deur openduwde, „maar voor mijn rekening, u heeft de sigaar gegeven." „Neen, dat zal niet gaan. Ik tracteer," hield de kleine man aan. „Ik heb trek in een whisky-soda. Wat moet u hebben? Laten we hier gaan zitten." „Ik ook een whisky-soda," antwoordde Bliss. „U hadt het zoo even over een bankbiljet van tien pond." De kleine man zette zijn ellebogen op tafel en boo;; zich voorover. „Ik heet Johnson," kondigde hij aan. „Aangenaam. Mijn naam is Bliss." „We zullen al dien poespas maar ter zijde schuiven en meteen ter zake ko men," ging Mr. Johson door. „Ik ben in betrekking bij een informatie-bureau. We hebben de opdracht gekregen om naar het doen en laten van Mr. Coekeril te informeeren eu w e zijn van plan goed ervoor te betalen." Met een gelaat van weerzin schoof Bliss zijn glas weg. „De whisky-soda kost zes pence," zeide hij, „en de sigaar waarschijnlijk niet meer dan drie. 't Is uw igen schuld, dat u een noodelooze uitgave van negen penoe ge maakt hebt. Goeden avond." •Bliss stapte met het kalmste gezicht ter wereld het café uit en wandelde naar huis. Hij feliciteerde zichzelf met de han dige manier waarop hij den kleinen man afgepoeierd had, maar ondanks zijn te vredenheid kon hü dien nacht niet sla pen. Den volgenden morgen vroeg hij mr. Coekeril te spreken. „Heeft u een oogenblik tijd voor me, mijnheer?" Verschrikt keek mr. Coekeril op. Zyn eerste zorg was voor de vogels. „Is er iets met Tommy?" vroeg hy. „Het leek me toe, dat hij gisteren al wat hangerig was." „De vogels mankeeren niets," ant woordde Bliss. „Tommy zit buiten op mijn stoel." „Wat wou je dan?" „Gisteravond bij het weggaan ben ik aangesproken door een kleinen, dikken man", ging Bliss voort. „Had er een on verklaarbaar pleizier in 0111 111e te trak- teeren op een whisky-soda en een ver duiveld slechte sigaar. Bleek tenslotte een pariculier detective te zijn, die wilde weten, wat u uitvoerde. Bood me tien pond aan om wat los te krygen". Mr. Coekeril knikte met een vaderlijk air. Maar toch kwam er een eigenaardige uitdrukking op zijn gezicht; bij de hoe ken van zyn oogen en mond groefden zich kleine plooitjes, die de uitdrukking van zyn gezicht op een. merkwaardige manier veranderden. Nu'leek hij niet langer op St. Nicolaas. „Wat heb je gezegd?" „Ik heb hem verteld, dat u een vogel liefhebber was." „En?" „Hij dacht, dat ik hem voor den gek hield. Daarna bood hij mij die tien pond aan." „En w at deed jy toen?" „Ik heb hem heel beleefd goeden dag gezegd en ben weggegaan." Gedurende een paar minuten zat Mr. Coekeril diep in gedachten voor zich uit te kyken. Over de geheele schryftafel lagen de proefdrukken van zijn boek verspreid; opengeslagen voor hem lag „The Bird's Encyclopaedia". Toen leunde hij achterover in zijn stoel en keek Bliss aan. „Dank je wel," zeide hij. „Heb je me verder nog iets te vertellen?" „Neen mijnheer, niets." „Goed. Jij bent een bediende naar mijn hart," verklaarde mr. Coekeril. „Voor 't vervolg krijg je vijf shilling per week meer. Je kunt nu wel weer weggaan. Ik wou dit hoofdstuk nog graag afmaken." Het leek wol, of mr. Coekeril dien ochtend niet kalm werken m och t. Een half uur na het gesprek met Bliss kwam de eerste bezoeker, een groote knappe man. die de trap met twee treden tegelijk kwam opspringen. Bliss stond op. Er was in het uiterlijk van den bezoeker iets, dat niet veel goeds voor mr. Coekeril voor spelde. „Mr. Coekeril?" vroeg de jonge man. „Ja, mynheer," zeide Bliss, „wie kan ik zeggen dat er is?" „Mr. Verner Harry Verner. Ik moet hem nu dadelijk even spreken," zeide de jonge man gebiedend. Bliss deed de deur open en diende mr. Harry Verner aan. Bij het hooien van dien naam stond mr. Coekeril, die druk aan 't typen was, plotseling op. „Mr. Verner kan ik niet ontvangen," verklaarde hy. „Zoo, zou u denken," zei de jonge man driftig. Zonder verdere plichtplegingen stapte hij de kamer binnen. Mr. Coekeril keek hem verontwaardigd-verbaasd door zyn groote ronde brilleglazen aan. „Je hebt toch wel gehoord wat ik ge- zegt hebt, Bliss?" zeide hij. „Ik kan de zen jongen man niet ontvangen. Zet hem er uit." Bliss deed zijn best. Een paar secon den later merkte hy, dat hy plat op den grond zat op ten minste vier meter afstand van de deur; hij stond op om een tweede poging te doen. Maar mr. Coekeril lichtte even zijn hand op. Hij zat op zijn gewone plaats voor de schrijftafel, de jonge man stond nog midden in de kamer met een gezicht waaruit alle vechtlust verdwenen was. „Neen, begin maar niet weer, Bliss,' zeide zijn patroon gelaten. „Het jong- mensch is nu eenmaal hier. 't beste is, dat ik nu meteen maar hoor, wat hy te vertellen heeft. Je kunt buiten wachten." „Zal ik een politieagent halen, mijn heer?" opperde Bliss. Mr. Coekeril schudde het hoofd. „Neen, Bliss, dat ik niet noodig. Ik heb besloten om dezen jongen man maar aan te hooren. Bliss ging de kamer uit en deed de deur achter zich dicht. Na een kwartier kwam de ongewenschte bezoeker weer naar buiten. Hy liep Bliss voorbij zonder ook maar even zyn kant uit te kyken, zyn oogen stonden alsof hy een geest verschijning had gezien. Zijn arrogante manier van optreden was geheel en al verdwenen; hij zag er in 't minst niet uit als iemand, die anecdoten over vogels heeft zitten vertellen. Binnen uit de ka mer kwam het langzame tikken van de schryfmachine, mr. Coekeril was bezig zijn hoofdstuk af te maken. Bliss kon niet ontkennen, dat hij zich langzamer hand niets op zyn gemak Degon te voe len. De geheele omgeving had hier iets geheimzinnigs, iets zonderlings, dat hein heel onaangenaam aandeed. En daarbij kwam, dat de manier van optreden van den laatsten bezoeker dien indruk nog versterkt had. Toen hij zoover met zijn gedachten ge komen was, vond hy, dat hij nu lang ge noeg erover gepiekerd had, „In elk geval is het geld goed," zeide hij tot zichzelf „en dit is al mijn derde maand". HOOFDSTUK VIII. Dien avond gebeurde er iets, dat Bliss al den tijd, sinds het gedenkwaardige oogenblik, toen hij den winkel in Regent- street uitwandelde, met zyn kleeren on der zyn arm en de buitengewoon zonder linge gewaarwording, dat hy iets in zijn keel had, dat hy maar steeds moest weg slikken, verwacht had. Toen hij, na het ouderwetsche beleefde afscheid, dat hij eiken avond van zijn patroon nam, zon der eenig vast doel Kingstreet afwan delde, zag hij plotseling in de verte twee jonge meisjes aankomen. De eene, die aan zyn kant liep, was het slanke, knappe meisje, dat op den eersfen dag van zijn betrekking. Air. Coekeril was komen be zoeken. Het andere meisje herkende hy met een schok van blijdschap. Het was Frances Clayton. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1