ONDER DE NOMADEN VAN LAPLAND. slechts principieele kwesties en levens- en wereldbeschouwing behandeld. Per soonlijke aanvallen worden dadelijk afgebroken door den leider der dis cussies, gewoonlijk een student 01 iemand met een academisohen graad. Politieke twisten worden zoo noodig bestraft met uitsluiting uit het kamp. Alle materiaal, dat voor het onder richt noodig is, brengt het bestuur bij elkaar, hetzij door leenen van vrien den of geestverwanten, hetzij door het gratis te verkrijgen. Ook de gratis leesbibliotheek, die bijna elk tentdorp bezit, is op die wijze ontstaan. Het moeilijkste probleem van de tentdor pen blijft natuurlijk het financieren ervan, doch ook de tegenstanders van deze zomerkolonies kunnen niet anders dan toegeven, dat in de door den nood ontstane gemeenschappen aan de Ha- velmeeren op het gebied van offer vaardigheid en kameraadschap wer kelijk een voorbeeld wordt gesteld, zonder dat partijpolitiek een band kan vormen (men vindt er aanhangers van elke parij, van communisten af tot nationaal-socialisten toe), geldt hier toch als principe: alles is het eigen dom van allen. Iedere Pfennig, die de een of ander verkrijgt uit werkloozen- steun, tijdelijke werkzaamheden of bij dragen van vrienden of familie, wordt afgestaan aan het bestuur, dat ook alle giften en geschenken in natura, dus levensmiddelen,, enz. krijgt. Het bestuur deelt uit dezen voorraad aan allen het noodige uit. Bevoorrechting van den een boven den ander is uitge sloten. Alle werkzaamheden en be stuursfuncties worden uitgeoefend, zonder dat daarvoor eenige belooning wordt ontvangen. En bij dat alles spant toch iedereen zich tot het uiterste in om het bezit der gemeenschap te hel pen vergrooten. Behalve vertegenwoordigers van alle politieke richtingen vindt men in deze kampen ook menschen uit alle stan den. Een gewezen bankemployé woont hier met vrouw en kind naast een ke telsmid, een medisch student naast een bankwerker, een koopman naast een stratenmaker. Zij allen hebben zich vrijwillig begeven in deze geheel nieuwe gemeenschap en kameraad schap, die hen helpen moet om teza men den nood van dezen tijd te boven te komen. Hier vindt men althans gedeelte van de Duitsche jeugd, dat niet dpor partijpolitiek wordt ver scheurd, hoezeer ook de meeningen onderling verschillen. De nieuwe ge meenschapszin, die hier wordt aange kweekt, is het grootste positieve resul taat, dat deze tentdorpen voor het ge- heele volk afwerpen. (Door een bijzonderen oorrespondent.) Het ergste. Keukenmeid (geheel verslagen): Och mevrouw, het vleesch is heelemaal ver brand. Mevrouw: O dat is heel vervelend Mina, wat zal mijnheer nu boos zijn. Keukenmeid: En mijn vrijer dan. Het zesjarig zoontje gaat op reis naar z'n grootmoeder, die hij in een jaar niet gezien heeft. Onderweg zegt hü echter tegen z'n moeder: „Groot moeder zal ik misschien niet meer te- rugkennen, want ze zal in een jaar wel groot geworden zijn!" Tromso, Juni 1932. In den zomer komen de Lappen uit Zweden weer terug naar Noorwegen met hun kudden rendieren. De winter brengen zij door in de omgeving van Karasuando en Saravuommi ui Zweedsch Lapland, waar de onafzien bare sneeuwvelden zich uitsrekken als I een witte oceaan. Doch als uit het Zuiden de wilde ganzen als machtige ploegen door do snijdend koude lucht naar het Noorden trekken, als onder de sneeuw de beekjes in het gebergte beginnen te ritselen en te suizen als teeken, dat de sneeuw nu spoedig zal smelten, dan gaan de Lappen op weg. Bij duizenden en duizenden worden de rendieren bij elkaar gedreven en dan trekken zij over sneeuwvelden en gletschers, over onstuimige bergstroo- men en losse steenen, langs steile berghellingen onvermoeid voort. Door herders en blaffende honden worden de rendieren in één kudde bijeen ge houden en zoo naderen zij het kust gebied. Dan volgen de „raiden", de rij van elf lastdieren, die alles dragen, wat voor het opslaan van het kamp noodig is. Voorop loopt een prachtige ren- dierbok met een groot gewei. De groote stangen van de tent sleepen ter weerszijden van het dier over den grond voort. Daarachter komen de an dere rendieren, zwaar beladen met pak ken in vellen of in vlechtwerk van wilgetakken. En tenslotte komen de vrouwen en de kinderen. Onze aan dacht wordt vooral getrokken door de zuigelingen in hun typische wiegjes, die er uitzien als scheepjes. Het kind ligt er geheel in vastgesnoerd en voor de kleine kap aan het hoofdeind han gen dichte gordijntjes, zoodat zelfs hun gezichtje niet te zien is. Elke familie gaat naar een vast reis doel. Zoo is Nils Kansa met zijn fami lie naar het kleine, afgelegen dal van de Sko-elv gegaan. De oude, zwijg zame Lap is de beschermer van zijn kleine kolonie. Wij bereiken de tent, waarin hij woont en zien uit de ope ning bovenaan een dun rookwolkje opstijgen. Hoewel het nog vroeg in den morgen is, zijn de bewoners dus al op. De oude Nils met zijn stoppe lige, dunne, grijze baardje zit al bij het vuur en rookt zijn kort pijpje. De oude huismoeder Sara ligt echter nog op de rendierhuiden dicht bij den wand van de tent en kijkt ons met haar ronde oogen verwonderd aan. Er is iets heel eigenaardigs in haar blik. Later ontdekte ik pas, hoe dat dat komt. Zjj heeft geen wimpers, daar door lijken haar oogen ook zoo rond. „Boris.Boris," zeggen zij. Dat is de groet van de Lappen. Maar een ge sprek kunnen wij niet zoo gemakke lijk aanknoopen. De oude Sara be weert met haar eigenaardig klinkende stem: „Wij niet Noorsch spreken" en de weinig spraakzame Nils antwoordt op elke vraag: „Niet verstaan, niet verstaan". Wij hebben allen een plaatsje gevonden en strekken ons be haaglijk uit. Het is een prettig uitrus ten op versche wilgetakjes, die in een dikke laag den grond bedekken. Er is ruimschoot plaats voor ons allen en kwamen, vlak bij Mary's woning. Eensklaps bleven beiden staan en luisterden. „Wat was dat?" vroeg Hugh dan en beiden tuurden in het donker. Daar naderde een wit figuurtje, een jonge tje in hansop, dat schreiend riep: „Tan te waar ben je!" „Het is Dickv," zei de dokter, „en hij ziet eruit, alsof hij zoo uit bed is weg- geloopen. Weer nachtmerries gehad, het kind is erg nerveris, net als dr vader was Kom hier, Dicky, moet je kouvatten?" De dokter wilde het kind opnemen, maar het rukte zich los, geheel over stuur. Toen, eensklaps, zag he{ Hugh, die onbeweeglijk stond te kijken. En alsof een noodlot hem leidde, besliste bij over zijn leven en over dat van twee andere menschen. Hij wierp zich let terlijk tegen den jongeman aan. klem de zich aan hem vast met al de kracht van ziin hanies en huilde: „Tk hen hang. ik ben bang!" Hij hief zjjn betraand gezichtje op en strekte zijn handjes omhoog om te worden opgenomen. Oogen, die won derlijk. beangstigend bekend waren, smeekten, vol tranen. Hulpbehoevende handjes grepen naar hulp en troost. Wie had ooit Dicky Ornyall's smee- kende handen kunnen weerstaan? Hugh bukte zich, nam het kind op en de kleine jongen sloeg beide armpjes vast om zijn hals. Den heelen weg over tot het huis praatte Hugh kalmeerend tegen het kind. Hij hield veel van kinderen en had een aardige en tactvolle wijze om met hen om te gaan. Toen ze het huisje naderden, was hij bezig te vertellen van een aquarium met vischjes, die je zelf kon vangen. Mary's woning was heelemaal ver licht, ze had al bemerkt dat het kind verdwenen was en kwam geheel over stuur toesnellen. Maar kleine Dickv lachte tegen haar, zijn oogen straal den in het helle licht. Zoo geheel en al de oogen van Dickv Ornvall waren het. „Ik krijg een kwarum," babbelde zijn helle stemmetje verrukt," en we gaan visschies vangen, oom en ik en ik mag er water in doen."% Mary wilde hem overnemen, maar hij klemde zich vast aan den jongeman. Hugh keek Mary aan. Toen zei hij een beetje verlegen en toch met een zekere genoegdoening in zijn stem: „Tk zal hem wel even in zijn bedje leggen, lieveling." Dat was alles, wat tusschen hen ge sproken werd. De rest was liefde. En geluk. (Nadruk verboden). wanneer na eenigen tijd ue dochter Christina en de zoon Hohan terugko men, vinden ook zij nog gemakkelijk plaats. Christina gaat achter het vuur zitten op haar gekruiste beenen als een sfinx. Haar kleine scheve oogjes küken snel van den een naar den an der Zii glimlacht stil voor zich heen, terwijl zij de koffie aan den kook brengt. Intusschen beginnen enkelen van ons, die goede stemmen hebbe een lied te zingen. Dat doet de Lappen plezier. Nauwelijks zichtbaar wiegen zij met het bovenlijf, zij kijken elkaar glimlachend aan en hun oogen schit teren; ze doen als blijde kinderen. Als het lied uit is, zegt Nils Kansa: „Meer zingen, meer zingen! Zoo wordt een groot aantal liederen ten gehoore gebracht in een bonte volg orde, vroolijke en zwaarmoedige. De laatste schijnen de Lappen het best te bevallen. Tijdens de pauze wordt op een klem plankje de koffie rondgediend in het eenige kopje, dat de menschen bezit ten, met een heel klein suikerpotje er naast. Het kopje voelt kleverig aan, maar wij willen de vriendelijke men schen niet beleedigen en drinken wat van de koffie. Wie wil, kan ook „laibi krijgen, een soort platte ronde brood jes, die in het tentvuur gebakken wor den. Met iets royaals in zijn gebaar werpt Nils een paar laibi op den grond in het midden van de tent. Het is een donker, grof, taai baksel; daar zou men overheen kunnen komen, maar als de huismoeder met haar allesbe halve schoone duimen in het houten boternapje graait en een klompje over de broodjes uitstrijkt altijd nog met haar duimen dan moet men wel ergen honger hebben om het naar binnen te krijgen. Het ijs is nu gebroken. Wij komen op het eigenlijke doel van ons bezoek, wij wilden n.L eens rendiermelk proe ven. Boven in de tent, bij de opening, waar de rook door ontwijkt, hangen darmen en magen van rendieren, ge vuld met rendiermelk. Zoo wordt de kaas gemaakt, die .voor de Lappen een belangrijk ingrediënt van hun winter- vooraad vormt. Elk gezin mag tijdens zijn oponthoud op Noorsch gebied twee geiten houden en 's zomers wordt de geitenmelk ook gedronken, 's Win ters wordt in paats daarvan rendier kaas in de koffie geraspt, waardoor een smakelijke drank verkregen wordt. Toen dit alles verteld was, vroegen wij, of wij rendierenmelk konden koo- pen. Dat kon natuurlijk, maar daar voor moesten eerst de dieren uit het gebergte worden gehaald. En dat kostte geld.Na heel veel over en weer praten waren de onderhandelingen be ëindigd en toen zouden de dieren ook komen, als was het een warme dag geworden dan komen zij n.1. bij voorkeur niet naar beneden. Wij wachtten eenige uren en toen kwamen inderdaad de rendieren aan, een grijze kudde, begeleid door herders en blaf fende honden. Ze werden gedreven in een omheining, waarbinnen zeker wel voor een paar duizend rendieren paats was. Een herder wierp een lasso uit en haalde een van de dieren naar bui ten en de oude Sara ging erheen en stootte om de uiers van het dier heen, zoodat dit meende, dat er een kalf was, dat dorst had. Toen bleef het rendier rustig staan, terwijl in de groote hou ten schaal, die de vrouw met de lin kerhand onder de uiers hield, de druppels melk neervielen. Er is geen sprake van een doorloopende straal, zooals bij het melken van een koe en j de hoeveelheid melk was tenslotte ook niet grooter dan de inhoud van een klein kopje. Met de melk vielen ook de haren in de nap, doch de vrouw vischte ze er met groote handigheid weeruit, waarna zij telkens snel haar hand aflikte. Om haar mond begon zij er steeds viezer uit te zien, doch de binnenzijde van duim en wijsvinger der rechterhand werd eindelijk schoon. Onze trek in rendiermelk verdween echter volkomen; dit kostbare vocht werd ons trouwens niet eens aange boden. Er scheen een misverstand in het spel te zijn en wij deden geen moeite, om het op te helderen. En na niet te langen tijd spraken wij de af scheidsgroet uit: „Huivaste, huivaste!" Hij: Zou je dien knoop nog eens aan m'n jas willen zetten, vrouwtje? Zij: Ja zeker man. Maar zou je dien kleermaker er niet eens op attent maken, dat hij de knoopen er wat vas ter aanzet, het is nu al de derde maal, dat ik dezen knoop er aanzet! INITIATIEF EN RECLAME. Wanneer men handel drijft 'n een artikel dat „uit den jd" raakt gaat het niet aan .it zonder meer met een zucht te constateeren. Men zoeke, integendeel, naar een ander artikel dat men met succes kan verkoopen. Een voorbeeld van energie en vin dingrijkheid in bovengenoemde opzich ten wordt geleverd door een ons be kende firma. Vóór den oorlog handel de hij voornamelijk in fornuizen. Met de komst van gasfornuizen en electri- sche fornuizen raakte hun artikel op den achtergrond. Toen zij dit inzagen, hadden echter twee andere firma's hen de beste agentschappen voor de elec- trische en gasfornuizen voor den neus weggekaapt. De Directie beloofde zich zelf, dat zooiets hen niet voor de tweede maal zou overkomen. Maar intusschen moest er rekening gehouden worden met de feiten zooals die waren. Een van de firmanten kreeg een uitstekende ingeving: een in de puntjes ingerichte reparatie-inrichting te openen voor electrische- en gasfor nuizen. Hiermee had de firma groot succes. Zij had in de tijd van de gewone foruizen haar klanten steeds uitstekend bediend, zoodat deze gaarne bij hen terugkwamen, nadat de opening van de nieuwe reparatie-inrichting hen op een smaakvolle reclamekaart was medege deeld. Maar nu wilde de firma vervolgens zelf de eerste zijn om een nieuw pro duct in den handel te brengen. Drie maanden na het openen van de nieuwe reparatie-inrichting bracht zij het waterglas als middel om eieren te conserveeren, in den handel. Geduren de den heelen oorlog waren er in dat product uitmuntende zaken te doen. Maar, ,na den oorlog verflauwde de belangstelling van het publiek in water glas aanmerkelijk. Nu kwam het er op aan, iets nieuws te vinden. Een jonge energieke meesterknecht was reeds eenigen tijd bezig proeven te nemen met een product om daken waterdicht te maken. Daar zat zeer zeker iets in, dus interesseerde de firma zich voor deze proeven en stelde er ook geld voor beschikbaar. Na eeni gen tijd was het nieuwe product vervol maakt, en beantwoordde het aan alle eischen. Nu ging het erom, een pak kende reclame te vinden, liefst een die meteen het bewijs leverde voor de bruikbaarhe.d van het product. Men probeerde een en ander. Het bleek dat de nieuwe vinding zelfs in staat was een zakdoek waterdicht te maken. Dit was een heel sterk bewijs, kan men zich iets poreusers voorstellen dan een zak doek met zijn tallooze onzichtbare gaat jes!? Een zakdoek werd gedrenkt in de waterdichtmakende stof, daarna werd er water op geschonken terwijl men de vier punten bij elkaar hield. Het water bleef erin staan als in een kopje! Vervolgens maakte men van de proef met de zakdoek fotografische op namen. Eerst een opname van een on- geprepareerden zakdoek, waar het water natuurlijk onmiddellijk doorliep. Vervolgens een opname van precies dezelfde proef, genomen met een ge- prepareerden zakdoek. Wanneer- het nieuwe product zelfs een zakdoek waterdicht maakte moest dit het publiek er wel van overtuigen, dat ook het meest tot lekken geneigde dak daarmee waterdicht gemaakt kon worden. In de tekst van de reclame werd nog vermeld dat de firma gaarne bereid was om aan belangstellenden de proef met den zakdoek te demonstreeren. Weldra regende het belangstellen den, en bestellingen niet minder. Energie en Initiatief en doeltreffen de reclame zijn de factoren om in den handel te slagen! Dr. Jos. de Cock. (Nadruk verboden). Muzikaal gevoel. Dochter (op een concert): Hoe prachtig! In dit gedeelte drukt de com ponist het vurig verlangen naar geluk uit! Moeder (een oogenblik later, zuch tend): En nu klaagt hij over het droevig lot van zooveel menschen. Papa (als de pauken opeens invallen): En nu wordt er een versoh vaatje bier aangesproken. llUUtllll. lanu-i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 14