VERKOOPT UIT!
MEE
Rijk en geen geld.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
HEEREN-BAAI
DE VERHOUDING INDiE - NEDERLAND
Nr. 7148. EERSTE BLAD
ZATERDAG 23 JULI 1932
60ste JAARGANG
Het conflict tusschen Pruisen en het Rijk. - Hitier
aan het woord. - De ontwapeningsconferentie. - De
ministerswisseling in Italië.
HOOFDKANTOOR:
KONINGSTRAAT 67
FEUILLETON
OURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50voor
oegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.6ö;binnen-
<"h Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70
eblad iesp. 0.95, 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos.4ct.fr.p.p. 6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENT1ËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. by vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct.
Afleken-
de snelheid. oor het grootste gedeelte
.van Duitschland, n.1. het land Pruisen, is
de dictatuur ingesteld en voor Berlijn
met omgeving is de staat van beleg af
gekondigd. Waarschijnlijk zal deze ech
ter vandaag of morgen wel weer worden
opgeheven. Niettegenstaande dat, is de
spanning groot waarmee Duitschland de
De ministerwisseling in Italië. Musso
lini heeft de gewoonte anders te hande
len dan gewone stervelingen en hij kan
de wereld dan ook voor verrassingen
stellen, die haar verbaasd doen staan.
Den laatsten tijd houdt de dictator zich
overigens rustig en doet weinig van zich
spreken, in tegenstelling met eenige
jaren geleden, toen zijn besluiten en
maatregelen steeds weer tot verbazing en
niet begrijpen wekten.
Nu deze week kwam er het bericht van
een belangrijke ministerswisseling, waar
bij 0.111. de vervanging van den minister
van buitenlandsche zaken, Grandi. Men
fluisterde dat Mussolini bang was dat
Grandi hem over het hoofd zou groeien.
Omtrent deze plotselinge wijzigingen
verneemt de „Temps" uit Rome, dat zij
nï2L„HSt|eU,m'n'SSen hebben 111 cialisten er niet veel waardeering voor
i'kvir keepen en hebben hebben, zooals uit de berichten elders in
.Vp?lP°J»d m«t ouizelingwekken- dit blad overduidelijk blijkt. Ook Hitier
heeft zijn meening over den toestand
gezégd. Woensdagavond heeft hij te Bre
inen een redevoering gehouden, waarin
hij o.a. zeide, dat Duitschland op 31 Juli
een historischen datum tegemoet gaat.
Als 'men thans de N. S. D. A. P. als het
ware aan een inquisitie omtrent haar
- doeleinden wil onderwerpen, dan was ongetwijfeld ten dêele verklaard wordt
verkiezingen van den 31sten Juli tege- dat een miskenning van den toestand.door het streven, telkens weer nieuwe
moet gaat. Thans had veeleer de nationaal-socialistl- i menschen bij de uitvoering van de staats-
oe zal het antwoord van het kiezers-beweging aan de andere partiierj te vra-jtaak te betrekken. Inderdaad hebben de
coips zj]n op dezen zet in den verkie^gen, waartoe Duitschland in de afgeloo-1 nieuw benoemde ministers nog nimmer
zmgsstrijd van de rijksregeenng en welke pen dertien jaren gekomen was. Reeds aan de regeering deelgenomen. Aan den
houding zal deze aannemen, indien de 1 binnenkort zal wellicht het regiem-von f anderen kant was er al sinds November
uitslag niet overeenstemt met haar wen- Papen als zacht beschouwd worden, in! sprake van zekere herzieningen, zoodat
SCxf- viaaSt het „Hbl. vergelijking met wat men aan de natio- men de oorzaak van de huidige wijziging
.Niet alleen Duitschland zelf, maar ook naal-socialisten zal hebben. Dan zal de zeker niet uitsluitend aan gebeurtenissen
Kuiopa,1 dat zoo nauw betrokken is bij linkerzijde de rekening moeten vereffe-'in de binnen- en buitenlandsche politiek
geiegelde toestanden in het centrum van.nen voor de schade, die Duitschland in'van den laatsten tijd mag toeschrijven,
het pontinent, waaronder alléén het eco- de afgeloopen dertien jaar is toegebracht. Ook de Romeinsche correspondent van
nomisch herstel mogelijk wordt, wacht Zijn (Hitler's) vijanden hadden reden, om het blad herinnert er aan, dat de ge-
met bezorgdheid af, wat de naaste toe-hem te haten, want zoolang hij leefde, ruchten over de herziening van het mi-
komst thans zal brengen. zou hij het voor noodig houden, met denisterie al oud zijn. Later hoorde men,
Over de gebeurtenissen van de laatste tot dusver gevolgde methoden te breken,1 dat deze was uitgesteld met het oog op
dagen vindt men elders in dit blad ver-: opdat de Duitsche natie weer zou kun- de conferenties van Lausanne en Ge
schillende berichten. Hieronder laten we|nen leven. Hij was overtuigd, dat cit j nève. Inderdaad valt zij thans samen met
de tekst volgen van het den laatsten tijd reinigingsproces voltrokken zou worden het einde van de conferentie van Lau-
zooveel besproken artikel 48 van den| Elders zette hij o.m. uiteen: Wij be-sanne en met de pauze der ontwapenings-
Durtschen grondwet, waarvoor onze vinden ons op het oogenblik op het keer- conferentie.
lezers allicht belangstelling zullen heb- punt van het Duitsche lot. Het gaat thans i Wat de politieke beteekenis van de
n: niet om het kabinet von Papen, maar herziening betreft, zegt de correspondent
„Als een Land de plichten die er vol- thans gaat de roep: Hier centrum en so-1 dat het verkeerd zou zijn het woord crisis
gens de Rijksgrondwet of volgens de sialisme en hier Duitsch nationaal-socia-te gebruiken, waarbij hij er aan herin-
wetten van het Rijk op rusten, niet ver- lisme. Dat zijn de beice wereldopvattin- nert, dat Mussolini al meermalen op de-
vult, kan de rijkspresident het daartoe gen, die met elkander strijden. Wanneer zelfde wijze te werk is gegaan. Het op-
met gewapende macht dwingen. j onze tegenstanders verklaren, dat de vallende acht ook hij het heengaan van
De rijkspresident kan als in het Duit- nat.-soc. geen andere partij naast zich Grandi en het feit dat Mussolini de por-
sche rijk de openbare veiligheid en orde willen dulden, hebben zij gelijk. Wij wil- tefeuille van buitenlandsche zaken weer
ernstig gestoord of in gevaar gebracht len, dat Duitschland eindelijk bevrijd in eigen handen heeft genomen. Dit feit,
worden, de maatregelen treffen die tot wordt van den vloek der 30 partijen
herstel van de openbare veiligheid -en
orde noodig zijn, desnoods door de ge
wapende macht te gebruiken
Tot dit
doeleinde mag hij tijdelijk de in de arti
kelen 114, 115, 117, 118, 123, 124 en 153
vastgelegde grondwettige rechten geheel
of ten deele buiten werking stellen.
Van alle maatregelen die de rijkspre
sident volgens alinea 1 of 2 van dit ar
tikel treft, moet hij den Rijksdag zonder
verwijl in kennis stellen. Op verlangen
van den Rijksdag moeten die maatrege
len weder opgeheven worden.
Zou uitstel gevaar opleveren, dan kan
de regeering van een Land voor haar
eigen geheel de in alinea 2 bedoelde
maatregelen treffen. Die maatregelen
treffen. Die maatregelen moeten op ver
langen van den rijkspresident of van den
Rijksdag worden opgeheven.
Dit alles wordt bij rijkswetgeving
nad'er geregeld."
De ontwapeningsconferentie. I11 de
algemeene commissie der ontwapenings
conferentie heeft de Russische gedele
geerde Litwinof Donderdag een amende
ment ingediend daartoe strekkende, dat
de algemeene commissie in de algemeene
inleiding der slotresolutie haar vasten
wil zou uitspreken tot een all-round be
wapeningsvermindering van tenminste
33 pet., zooals president Hoover had
voorgesteld.
Nadat de discussie over het eerste ge
deelte van de resolutie geëindigd waren,
zou over het amendement van Litwinof
gestemd worden. Dat geloofde althans
iedereen, maar Henderson legde het re
glement van orde zoo uit, dat, indien
amendementen worden ingediend, eerst
gestemd zou worden over den voorge
stelden tekst der resolutie zelf en eerst
wanneer die officieele tekst verworpen
was dan nog een stemming over de
ui4i0„ amendementen zou plaats vinden. Een
zelf dat de maatregelen van president onge.hoor||e «'^da^vriiwel118^^^enkel
Hindenburg door de verschillende poli- frnendement het tot een stemming
tieke partyen ook zeer verschillend be-ameiK|ement het tot een stemming
oordeeld worden en dat b.v. de commu-^g/inof protesteerde dan ook scherp
tegen deze methode van stemming, doch
Henderson bleef bij zijn reglementsuit
legging volharden. Het gevolg was, dat
de algemeene inleiding van de resolütie-
Benesj werd aangenomen met 30 tegen
5 stemmen en 16 stemonthoudingen,
hoofdzakelijk van delegaties, die voor
standers van Litwinof amendement wa
ren, doch die ook niet uitdrukkelijk
tegen den door Benesj voorgestelden
tekst wilden stemmen.
nisten, tegen wie ze in hoofdzaak zijn, er j
fel tegen gekant zijn, terwijl ook de so-
ECHTE FRIESCHE
^20-50cf. perons^J
*yHelange van rijpe tabakken
onmiddellijk na de conferentie van Lau
sanne, zou tot op zekere hoogte een
uiting van ontevredenheid kunnen zijn
ten aanzien van de resultaten, niet op
oeconomisch en financieel gebied, maar
vooral op politiek terrein van de jongste
internationale bijeenkomsten. De politiek
van herziening van verdragen, die te
Rome al sinds jaren bepleit wordt, is te
Lausanne op geen enkel gebied geslaagd,
terwijl Herriot er in geslaagd is, juist de
tegenovergestelde stelling, die van de
eerbiediging der verdragen, te laten be
vestigen. Aan den anderen kant zijn het
vergelijk tusschen Parijs en Berlijn op
het gebied van de herstelbetalingen en
tenslotte de overeenkomst van vertrou
wen tusschen Frankrijk en Engeland, een
harde slag geweest voor de Mussolini-
aansche politiek van de laatste jaren. Men
mag toch niet vergeten, dat de Duce de
richting aangeeft van de buitenlandsche
politiek, zoogoed als van de binnenland-
sche. Hier moet den nadruk op gelegd
worden, daar men daaruit kan concludee-
ren, dat de Duce, nu hij nog meer recht
streeks de leiding en het toezicht op de
buitenlandsche politiek op zich heeft ge
nomen, voornemens is de politiek derl
laatste jaren nog scherper te accentu-
eeren.
GRANDI GEZANT TE
LONDEN.
Naar Reuter meldt, heeft de Italiaan-
sche regeering Donderdag te Londen
officieel laten vragen of Grandi persona
grata zou zyn voor het ambassadeur
schap. Het antwoord luidde bevestigend.
BOLIVIË EN PARAGUAY.
Staat van beleg in Bolivië.
I11 geheel Bolivië is gisteren de staat
van beleg afgekondigd in verband met
heftige volksbetoogingen tegen Para
guay.
Verscherping van het geschil.
Volgens een Havas-telegram uit La Paz
heeft de regeering van Bolivië het aan
bod van Columbië om in het geschil met
Paraguay te bemiddelen, verworpen. Zy
moet, naar verluidt, overtuigd zyn dat een
minnelijke schikking toch onmogelijk zal
blijken.
De Boliviaansche minister van buiten-
landsche zaken is inmiddels naar Wash
ington vertrokken.
CHINA EN JAPAN.
De incidenten in Jehol.
Volgens de Japansche lezing over de
gevechten in Jehol zouden Chineesche
troepen uit dat gebied hebben geschoten
op Japansche vliegtuigen, die boven de
stad Jehol vlogen.
Niettegenstaande de geruchten, die in
omloop zyn geweest over een ernstigen
toestand in Mantsjoerye als gevolg van
de gevangenneming van een Japanschen
liaison-officier door Chineesche troepen,
nu onlangs, wordt in een telegram uit
Moekden betoogd, dat dit incident thans
op bevredigende wijze is geregeld, en
dat de Japanners niet voornemens zyn,
tot bepaalde maatregelen over te gaan.
Geleidelijk ontstaat er een groote be
langstelling voor de regeling der econo
mische betrekkingen tusschen Indië en
Nederland. Dit is logisch en er is boven
dien niets tegen te zeggen, wanneer de
kwestie tenminste niet eenzijdig wordt
bezien. In zekeren zin is het een tacti
sche fout, dat Twente ijvert 0111 die ver
houding te regelen, omdat een ieder weet,
dat Twente een groot belang heeft bij het
heroveren van de Indische markt. Het
vraagstuk IndiëNederland staat op
zichzelfis een aangelegenheid, die
men uit een ruim hoekpunt moet bezien
en dan ook alleen kans op slagen heeft.
Zoodra men het koppelt aan een Neder-
landsch speciaal belang, is de zaak al
voor een groot deel verloren. Trouwens
wy zouden het volkomen kunnen begry-
ben, wanneer Indië zich zeer terughou
dend zou betoonen, als het Nederlandsche
eigenbelang teveel om den hoek zou
komen kijken.
Wij zouden er het meest voor voelen,
wanneer een Nederlandsch Ottowa tot
stand zou komen. Wanneer wy den loop
der economische maatschappij juist in
zich, dan moet men rekening houden met
een verder voortschrijdende National-
wirtschaft. Maar dan heeft ook Neder
land te waken zyn binnenlandsche markt
zooveel mogelijk te reserveeren voor zijn
eigen bedrijfsleven. Het hangt er alleen
maar van af, wat men onder de binnen
landsche markt verstaat. Tot nu toe heb
ben wy nog niets anders bemerkt dan
zorg voor het Nederlandsche belang; de
doorsnee-Nederlander denkt in zijn nood
niet aan Indië en dit zal natuurlijk in In
dië niet sympathiek aandoen. Wanneer
er in Indië stemmen zouden opgaan die
opnieuw zouden wijzen op het feit, dat
Nederland het Indische gebied alleen be
schouwt als een bron van verdiensten,
dan zouden deze volkomen gelijk hebben.
Wij en hiermede bedoelen wij de
Nederlanders in Nederland, niet de Ne
derlanders in Indië, die over het alge
meen hart. voor het tropenland hebben
verkregen hebben iets goed te maken
ten opzichte van Insulinde. Het is nu de
tijd om daartoe over te gaan; een wer
kelijke band in het wederzydsche belang
te gaan vormen en komt deze tot stand,
dan heeft ook de crisis in de betrekkin
gen met Indië opbouwend werk verricht.
Indië en Nederland hebben hunne eco
nomische verhoudingen deugdelijk te
regelen.... daarmede is het vraagstuk
nog niet begrensd. Want ook Suriname
en Curagao hebben recht om te worden
opgenomen in de Nederlandsche Natio-
nalwirtschaft. Er zal dus een conferentie
moeten worden bijeengeroepen, waar alle
belanghebbenden, vrij in hun doen en
laten, uit alle deelen van Nederland en
zijn overzeesche gebieden tezamen ko
men om het Nederlandsche vraagstuk aan
alle kanten te bezien en dienovereenkom
stig maatregelen te nemen. Het zou kun
nen gebeuren, dat Indië het verkieslijk
zou vinden, geheel vrij te blijven, zijn
economische belangen zelfstandig te be
hartigen en de leuze te huldigen van;
„Indië voor Indië". Daarbij zou natuur
lijk onderlinge regelingen kunnen wor
den gemaakt, die steunen op wederkee-
righeid. Het gaat niet aan om bijv. een
gunstig tarief in Indië te maken voor de
Nederlandsche textiel-goederen en de
Java-suiker niet te doen deelen in de
voordeelen, die onze bieten cultuur ge
niet. Het gaat niet aan om Nederlandsche
producten te bevoordeelen en een hoog
tarief in Nederland voor de thee te hand
haven.
Wij staan ongetwijfeld, ook wat onze
economische koloniale politiek betreft, op
een kerpunt. Slechts weinigen zien dit,
doch het feit, dat Japan meer en meer
onze nijverheidsproducten aan het ver
dringen is, spreekt boekdeelen. Dit is
geen incidenteel verschijnsel, afhankelijk
van de lage loonen en het gemis aan
sociale wetten, die de Oostersche landen
kenmerken. Het is een kwestie van eco
nomische omwenteling, die men door een
preferentieeltarief niet ongedaan kan
maken. Nimmer is de eigenschap dei-
struisvogels om ukij kof i* zaad >e
steken zoo duidelijk naar voren gekoma»
dan juist in deze tijden. Het is nu de g*
gewone manier van doen geworden. Dn
leidende staatslieden brengen deze me
thode elk moment in practijk en ook onze
zakenmannen gaan die richting uit. Op
die manier komen wy er niet. Wij moe
ten ons Ottowa hebben, al zyn de gebie
den, waarmede wy te onderhandelen heb
ben, heel wat kleiner dan de Britsche.
Op die conferentie dienen alle vraagstuk
ken van economischen aard naar voren
te komen.... munt, bankwezen, geld
markt, handelindustrie etc. De tarief
kwestie zal onder de oogen moeten woor
den gezien, terwijl de vraag, of Neder
land consuls in Indië moet benoemen om
de aanraking met Indië te versterken, zal
moeten worden uitgemaakt.
Het Nederlandsche Ottowa zal relatief
even belangrijk kunnen worden als het
Britsche, want de voornaamste in-
dustrieele landen in de wereld vinden in
ons Indië en ook in Nederland een ge
waardeerd afzetgebied. Een speciale re
geling tusschen moederland en Koloniën
zal den internationalen handel ten on
gunste wijzigen en dit is ongetwijfeld
een kwestie, die men niet lichtvaardig
mag aansnijden.
DE KONINGIN IN ZWITSERLAND.
De Koningin houdt thans verblijf te
Zinal in het Zwitsersche kanton Wallis,
in het hotel Des Diablons.
Het weer is daar minder gunstig,
maar toch kon de Koningin in de omge
ving enkele tochten maken. Hare Majes
teit sehidert ook dikwijls.
BIJ HET STANDBEELD VAN
MICHIEL ADRIAANSZ. DE RUYTER.
Uit Vlissingen meldt men aan de Nw.
Rott. Crt.:
De Zweedsche marine-attaché, te Pa
rijs, tevens geaccrediteerd in Den Haag,
heeft oefeningen van de marine te Vlis
singen bijgewoond-
Donderdagmorgen heeft deze attaché
een krans gelegd bij het standbeeld van
Michiel Adriaansz. de Ruyter, waarbij
hy een toespraak in het Nederlandsch
heeft gehouden.
Daarna hebben gesproken de burge
meester van Vlissingen en kapitein ter
zee Ruh, ondercommandant van de ma
rine.
De plechtigheid werd besloten met het
spelen van het Wilhelmus door de kleine
marinekapel.
ONTSLAG BIJ DE SPOORWEGEN
WEGENS HET BEREIKEN VAN DEN
65-JARIGEN LEEFTIJD.
Meten met twee maten?
Het. Tweede Kamerlid Hermans heeft
tot den minister van waterstaat de vol
gende schrifelijke vragen gericht:
Is het juist, dat de hoofdingenieur,
chef van den dienst van tractie, bij de
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
28)
„Hier is een meneer met je overjas,"
riep ze naar achteren. „Hy moet je effe
spreken."
Bliss liep de gang door naar den win
del. In de gang kwam hy mrs. Mott tegen,
die weer op weg was naar haar ontbijt.
„Wat zoo iemand nou in Covent Gar
den te maken heeft, daar ken ik met mijn
domme verstand niet by," merkte ze in
't voorbijgaan op. ,,'n Sjieke vent om te
zien."
Bliss ging den winkel binnen. Te mid
den van den ontredderden rommel van
het voorhuis stond een jonge man, die
het enthousiasme van mrs. Mott volkomen
rechtvaardigde. Hy had de overjas van
Bliss over zyn linkerarm. Voor de deur
stond een groote auto te wachten.
„Als u Bliss heet," zeide de jonge man,
„dan geloof ik, dat ik hier uw overjas
heb."
Bliss knikte.
„Ik hoop," zeide hy, onwillekeurig een
weinig zachter sprekend, „dat de dame
in quaestie veilig thuisgekomen is."
De jonge man zocht in zyn vestzakje.
%)deiyk haalde hij een ineengevouwen
stukje papier eruit - .--j.
„U zoudt ons een groot genoegen
doen," zeide hy heel rustig als u het
voorval vanmorgen zoudt willen verge
ten. De jonge dame laat u nog wel be
danken. Deze kleinigheid heeft ze me
voor u meegegeven."
Biss wierp zyn overjas op een kist
met uien en stak de handen in zyn zak.
De toon van het jonge mensch was heel
beleefd, heel vriendelijk zelfs geweest,
maar toch had hy, misschien zonder het
te weten, het verschil in hun beider
maatschappelijke positie duidelijk doen
uitkomen.
„Dank u wel, mijnheer," antwoordde
Bliss, „maar u behoeft me niet te be-
tcilên
Sprakeloos van verbazing keek de
jonge man hem aan.
„Maar myri beste kerel," zeide hy ein
delijk, „je hebt je werk in den steek moe
ten laten; het is werkelijk niet meer dan
billijk, dat je daarvoor een vergoeding
aanneemt. Misschien heb je het niet ge
zienmaar het gaat hier om vijftig
pond."
Nog geen jaar geleden had Bliss een
even groote sojn als douceurtje aan den
chef van Carlton gegeven. Het was dus
niet te verwonderen, dat er geen spier
op zijn gezicht vertrok.
,Dit is geen dienst," antwoordde hy
rustig, „waarvoor ik betaling aannemen
kan. Daarbij komt nog, dat ik veel te
vroeg voor mijn werk was. U kunt dus
wel begrijpen, dat ik met het meeste ge
noegen. de jonge dame geholpen hebt.
Heel langzaam stak het jonge mensch
het bankbiljet weer in zijn zak, terwijl hij
ondertusschen Bliss van 't hoofd tot de
vueteu opnam.
„Ik ben toch wel aan het goede adres?"
vroeg hij eindelijk. „U moet me maar niet
kwalijk nemen, maar ik vind het een
beetje vreemd, dat iemand in uw positie
vijftig pond weigertMisschien ver
trouwt u het niet," ging hij snel voort,
„maar daar is heusch geen reden voor.
Die quaestie van vanmorgen is volkomen
afgehandeld. Naar alle waarschijnlijkheid
wordt het niet eens bekend."
„Neen, dat is de reden niet," antwoord
de Bliss, „ik vind nu eenmaal, dat zulk
een dienst geen betaling noodig maakt
en ik ben ook stellig van plan niets aan
te nemen. Voor mij is 't genoeg, dat de
jonge dame veilig thuis gekomen is."
In de houding van het jonge mensch
kwam een kleine, nauwelijks merkbare
verandering. Met een prettig gebaar stak
hij Bliss de hand toe.
„Ik begry'p er niets van," zeide hij.eer
lijk, „waarom iemand als u knecht in een
groentenwinljel is. Kan ik u misschien op
een andere manier van dienst zijn? Ik ge
loof wel, dat ik u aan werk zou kunnen
helpen, dat beter geschikt voor u was."
Glimlachend schudde Bliss van neen.
„Neen dank u, ik heb het hier heel
goed."
In de grootste verbazing keek het jonge
mensch rond in de meer dan armoedige
omgeving.
„In elk gevalbegon hy aarzelend.
„Ik zou het heel prettig vinden," viel
Bliss hem in de rede, „als u my wilde zeg
gen, dat de quaestie van vanmorgen niet
iets was, dat.
„Natuurlijk wil ik 't u vertellen, zeide
de jonge man impulsief, „met 't meeste
genoegen zelfs.
„Myn zuster en ik wonen in Grosvenor
Square. Zij is Lady Margaret Braydon,
ik ben Geoffrey Braydon. Nu gaf moe
der gisteravond een bal masqué en wij
verveelden ons allebei dood. Toen ver
telde ik Meg op een onbewaakt oogenblik,
dat ik zoo graag naar een bal had willen
gaan, dat in Covent Garden gegeven werd
en toen ze dat eenmaal wist, heeft Meg
net zoo lang aangehouden, totdat we er
samen in een auto naar toe zyn gegaan.
Ze zei, dat ze graag eens wilde zien, hoe
het in zoo'n omgeving toeging. Natuur
lijk was het een groote stommiteit. Toen
we er een tijdje waren, zag ik dat Meg
voortdurend gevolgd werd door drie
vreemde lui. Dadelijk toen ik dat merkte,
heb ik Meg apart genomen en gezegd,
dat we onmiddellijk naar huis moesten
gaan. Maar juist op dat oogenblik was er
een opstootje. De een of andere dief had
een armband gestolen van een vrouw, die
vlak bij ons stond en dat mensch greep
Meg by den arm en zei, met het kalmste
gezicht ter wereld, dat mijn zuster den
armband gestolen had. Nu wilde het on
geluk, dat die bewuste armband op den
grond lag, vlak bij de plek waar wij ston
den. Toen ik dat zag, begreep ik wel, dat
we er niet zoo gemakkelijk af zouden
komen. Meteen werd Meg door twee lui
by de armen gepakt. Ze zeiden, dat ze er
de politie bij zouden halen. Den een sloeg
ik tegen den grond en de ander viel over
mij heen, zoodat Meg weg kon komen.
Iedereen liep nu naar den ingang en
daardoor lukte het mij om op straat te
komen, maar Meg was nergens te vinden,
ze was zeker een anderen kant opgegaan.
Gelukkig kwam ze, dank zij uw goede
hulp, thuis, voordat iemand iets van onze
afwezigheid gemerkt had. Anders zou
den de gevolgen niet te overzien geweest
zyn,_ want ik ben er bijna zeker van, dat
Meg herkend was door een van die kerels,
zoo'n echt ongunstig type, van wien ge
zegd wordt, dat hy menschen geld af
perst. Een uur lang heb ik nog naar Meg
gezocht, maar ik moest zelf heel voorzich
tig zijn, omdat de man, dien ik tegen den
grond geslagen had, er nogal leelijk aan
toe was, zoo erg, dat ze hem op een bran
card hebben moeten wegbrengen. Daar
na heb ik naar huis getelefoneerd en ge
vraagd of een van de bedienden, dien ik
kon vertrouwen, aan de telefoon wilde
komen. Van hem hoorde ik toen, dat Meg
al een heelen tyd thuis was en naar bed
was gegaan; toen ben ik natuurlijk ook
zoo gauw mogelijk naar huis gegaan.
Hier hebt u het heele verhaal. Toen ik
thuis kwam, heeft ze me verteld wat u
voor haar gedaan had. U kunt wel be
grijpen, dat we u ons heele leven lang
dankbaar zullen blijven, mr. Bliss."
„Dat komt wel in orde," zeide Bliss
lachend. „U vindt het zeker wel goed, als
ik nu weer aan mijn werk ga? Er is nog
heel wat te doen en mijnpatrones is
nog al kort aangebonden."
„Nee maar, dat wordt toch al te dol,"
verklaarde lord Geoffry. „Ga liever met
my mee, dan zal ik u aan wat anders hel
pen, op ons buiten in Hiltshire kunnen
we tl best gebruiken."
Lachend schudde Bliss van neen, ter
wijl hij zijn bezoeker tegen wil en dank
naar de deur bracht.
„U zult zien," zeide hij bij het afscheid
„dat ik u nog eens aan uw belofte kom
herinneren. Goeden morgen."
„Nou dat het ook lang geduurd," mop
perde mrs. Mott toen Bliss de keuken
weer binnenkwam. „Alles is steenkoud
geworden, behalve het laatste stukje spek,
dat heb ik opgewarmd."
„Dank u wel, maar ik heb werkelijk
geen trek meer," verklaarde Bliss.
„Ga daar nou zitten," hield mrs. Mott
aan, „en eet dat stukkie spek op meteen
liet ze het op zijn bord glijden en drink
dat koppie koffie leeg. Daarna kunnen
we den boel samen afladen en dan zal ik
je meteen laten zien, hoe je moet sortee-
'ren. Ik heb zitten denken," ging ze voort,
terwijl ze nog een extra klontje suiker in
zijn koffie deed. „dat we best een van die
leegloopers kunnen huren, om den boel
rond te brengen, dan kan jij me meer in
den winkel helpen, 't Is een goed beklant
zaakie," ging ze iets zachter voort, „en
hard werken behoef je ook niet. Meestal
bennen we voor zevenen klaar, zoodat we
in vrede onze boterhammen kunnen eten
en daarna kennen we altijd nog zien wat
we doen. Ik vind dat iedereen recht het
op een verzetje, als ie den heelen dag
hard gewerkt heeft en als je 't mij
vraagt," ging ze vertrouwelijk door,
„voel ik me een heel ander mensch, nou
m'n man der vandoor is. Altijd was ie
stomdronken en als ie iemand zag met
een rok an, al was ze zoo leelijk als de
nacht en zoo mager als een boonenstaak,
stelde ie zich an, oftie gek geworden was.
't Is een opluchting, zoo waar als ik hier
sta," was haar eindconclusie, „en als ik
zin heb.O, die vervloekte winkelbel!"
(Wordt vervolgd.)