VERKOOPT UIT! MEE Rijk en geen geld. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. HEEREN-BAAI DE VERHOUDING INDiE - NEDERLAND Nr. 7148. EERSTE BLAD ZATERDAG 23 JULI 1932 60ste JAARGANG Het conflict tusschen Pruisen en het Rijk. - Hitier aan het woord. - De ontwapeningsconferentie. - De ministerswisseling in Italië. HOOFDKANTOOR: KONINGSTRAAT 67 FEUILLETON OURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50voor oegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.6ö;binnen- <"h Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70 eblad iesp. 0.95, 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos.4ct.fr.p.p. 6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENT1ËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. by vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct. Afleken- de snelheid. oor het grootste gedeelte .van Duitschland, n.1. het land Pruisen, is de dictatuur ingesteld en voor Berlijn met omgeving is de staat van beleg af gekondigd. Waarschijnlijk zal deze ech ter vandaag of morgen wel weer worden opgeheven. Niettegenstaande dat, is de spanning groot waarmee Duitschland de De ministerwisseling in Italië. Musso lini heeft de gewoonte anders te hande len dan gewone stervelingen en hij kan de wereld dan ook voor verrassingen stellen, die haar verbaasd doen staan. Den laatsten tijd houdt de dictator zich overigens rustig en doet weinig van zich spreken, in tegenstelling met eenige jaren geleden, toen zijn besluiten en maatregelen steeds weer tot verbazing en niet begrijpen wekten. Nu deze week kwam er het bericht van een belangrijke ministerswisseling, waar bij 0.111. de vervanging van den minister van buitenlandsche zaken, Grandi. Men fluisterde dat Mussolini bang was dat Grandi hem over het hoofd zou groeien. Omtrent deze plotselinge wijzigingen verneemt de „Temps" uit Rome, dat zij nï2L„HSt|eU,m'n'SSen hebben 111 cialisten er niet veel waardeering voor i'kvir keepen en hebben hebben, zooals uit de berichten elders in .Vp?lP°J»d m«t ouizelingwekken- dit blad overduidelijk blijkt. Ook Hitier heeft zijn meening over den toestand gezégd. Woensdagavond heeft hij te Bre inen een redevoering gehouden, waarin hij o.a. zeide, dat Duitschland op 31 Juli een historischen datum tegemoet gaat. Als 'men thans de N. S. D. A. P. als het ware aan een inquisitie omtrent haar - doeleinden wil onderwerpen, dan was ongetwijfeld ten dêele verklaard wordt verkiezingen van den 31sten Juli tege- dat een miskenning van den toestand.door het streven, telkens weer nieuwe moet gaat. Thans had veeleer de nationaal-socialistl- i menschen bij de uitvoering van de staats- oe zal het antwoord van het kiezers-beweging aan de andere partiierj te vra-jtaak te betrekken. Inderdaad hebben de coips zj]n op dezen zet in den verkie^gen, waartoe Duitschland in de afgeloo-1 nieuw benoemde ministers nog nimmer zmgsstrijd van de rijksregeenng en welke pen dertien jaren gekomen was. Reeds aan de regeering deelgenomen. Aan den houding zal deze aannemen, indien de 1 binnenkort zal wellicht het regiem-von f anderen kant was er al sinds November uitslag niet overeenstemt met haar wen- Papen als zacht beschouwd worden, in! sprake van zekere herzieningen, zoodat SCxf- viaaSt het „Hbl. vergelijking met wat men aan de natio- men de oorzaak van de huidige wijziging .Niet alleen Duitschland zelf, maar ook naal-socialisten zal hebben. Dan zal de zeker niet uitsluitend aan gebeurtenissen Kuiopa,1 dat zoo nauw betrokken is bij linkerzijde de rekening moeten vereffe-'in de binnen- en buitenlandsche politiek geiegelde toestanden in het centrum van.nen voor de schade, die Duitschland in'van den laatsten tijd mag toeschrijven, het pontinent, waaronder alléén het eco- de afgeloopen dertien jaar is toegebracht. Ook de Romeinsche correspondent van nomisch herstel mogelijk wordt, wacht Zijn (Hitler's) vijanden hadden reden, om het blad herinnert er aan, dat de ge- met bezorgdheid af, wat de naaste toe-hem te haten, want zoolang hij leefde, ruchten over de herziening van het mi- komst thans zal brengen. zou hij het voor noodig houden, met denisterie al oud zijn. Later hoorde men, Over de gebeurtenissen van de laatste tot dusver gevolgde methoden te breken,1 dat deze was uitgesteld met het oog op dagen vindt men elders in dit blad ver-: opdat de Duitsche natie weer zou kun- de conferenties van Lausanne en Ge schillende berichten. Hieronder laten we|nen leven. Hij was overtuigd, dat cit j nève. Inderdaad valt zij thans samen met de tekst volgen van het den laatsten tijd reinigingsproces voltrokken zou worden het einde van de conferentie van Lau- zooveel besproken artikel 48 van den| Elders zette hij o.m. uiteen: Wij be-sanne en met de pauze der ontwapenings- Durtschen grondwet, waarvoor onze vinden ons op het oogenblik op het keer- conferentie. lezers allicht belangstelling zullen heb- punt van het Duitsche lot. Het gaat thans i Wat de politieke beteekenis van de n: niet om het kabinet von Papen, maar herziening betreft, zegt de correspondent „Als een Land de plichten die er vol- thans gaat de roep: Hier centrum en so-1 dat het verkeerd zou zijn het woord crisis gens de Rijksgrondwet of volgens de sialisme en hier Duitsch nationaal-socia-te gebruiken, waarbij hij er aan herin- wetten van het Rijk op rusten, niet ver- lisme. Dat zijn de beice wereldopvattin- nert, dat Mussolini al meermalen op de- vult, kan de rijkspresident het daartoe gen, die met elkander strijden. Wanneer zelfde wijze te werk is gegaan. Het op- met gewapende macht dwingen. j onze tegenstanders verklaren, dat de vallende acht ook hij het heengaan van De rijkspresident kan als in het Duit- nat.-soc. geen andere partij naast zich Grandi en het feit dat Mussolini de por- sche rijk de openbare veiligheid en orde willen dulden, hebben zij gelijk. Wij wil- tefeuille van buitenlandsche zaken weer ernstig gestoord of in gevaar gebracht len, dat Duitschland eindelijk bevrijd in eigen handen heeft genomen. Dit feit, worden, de maatregelen treffen die tot wordt van den vloek der 30 partijen herstel van de openbare veiligheid -en orde noodig zijn, desnoods door de ge wapende macht te gebruiken Tot dit doeleinde mag hij tijdelijk de in de arti kelen 114, 115, 117, 118, 123, 124 en 153 vastgelegde grondwettige rechten geheel of ten deele buiten werking stellen. Van alle maatregelen die de rijkspre sident volgens alinea 1 of 2 van dit ar tikel treft, moet hij den Rijksdag zonder verwijl in kennis stellen. Op verlangen van den Rijksdag moeten die maatrege len weder opgeheven worden. Zou uitstel gevaar opleveren, dan kan de regeering van een Land voor haar eigen geheel de in alinea 2 bedoelde maatregelen treffen. Die maatregelen treffen. Die maatregelen moeten op ver langen van den rijkspresident of van den Rijksdag worden opgeheven. Dit alles wordt bij rijkswetgeving nad'er geregeld." De ontwapeningsconferentie. I11 de algemeene commissie der ontwapenings conferentie heeft de Russische gedele geerde Litwinof Donderdag een amende ment ingediend daartoe strekkende, dat de algemeene commissie in de algemeene inleiding der slotresolutie haar vasten wil zou uitspreken tot een all-round be wapeningsvermindering van tenminste 33 pet., zooals president Hoover had voorgesteld. Nadat de discussie over het eerste ge deelte van de resolutie geëindigd waren, zou over het amendement van Litwinof gestemd worden. Dat geloofde althans iedereen, maar Henderson legde het re glement van orde zoo uit, dat, indien amendementen worden ingediend, eerst gestemd zou worden over den voorge stelden tekst der resolutie zelf en eerst wanneer die officieele tekst verworpen was dan nog een stemming over de ui4i0„ amendementen zou plaats vinden. Een zelf dat de maatregelen van president onge.hoor||e «'^da^vriiwel118^^^enkel Hindenburg door de verschillende poli- frnendement het tot een stemming tieke partyen ook zeer verschillend be-ameiK|ement het tot een stemming oordeeld worden en dat b.v. de commu-^g/inof protesteerde dan ook scherp tegen deze methode van stemming, doch Henderson bleef bij zijn reglementsuit legging volharden. Het gevolg was, dat de algemeene inleiding van de resolütie- Benesj werd aangenomen met 30 tegen 5 stemmen en 16 stemonthoudingen, hoofdzakelijk van delegaties, die voor standers van Litwinof amendement wa ren, doch die ook niet uitdrukkelijk tegen den door Benesj voorgestelden tekst wilden stemmen. nisten, tegen wie ze in hoofdzaak zijn, er j fel tegen gekant zijn, terwijl ook de so- ECHTE FRIESCHE ^20-50cf. perons^J *yHelange van rijpe tabakken onmiddellijk na de conferentie van Lau sanne, zou tot op zekere hoogte een uiting van ontevredenheid kunnen zijn ten aanzien van de resultaten, niet op oeconomisch en financieel gebied, maar vooral op politiek terrein van de jongste internationale bijeenkomsten. De politiek van herziening van verdragen, die te Rome al sinds jaren bepleit wordt, is te Lausanne op geen enkel gebied geslaagd, terwijl Herriot er in geslaagd is, juist de tegenovergestelde stelling, die van de eerbiediging der verdragen, te laten be vestigen. Aan den anderen kant zijn het vergelijk tusschen Parijs en Berlijn op het gebied van de herstelbetalingen en tenslotte de overeenkomst van vertrou wen tusschen Frankrijk en Engeland, een harde slag geweest voor de Mussolini- aansche politiek van de laatste jaren. Men mag toch niet vergeten, dat de Duce de richting aangeeft van de buitenlandsche politiek, zoogoed als van de binnenland- sche. Hier moet den nadruk op gelegd worden, daar men daaruit kan concludee- ren, dat de Duce, nu hij nog meer recht streeks de leiding en het toezicht op de buitenlandsche politiek op zich heeft ge nomen, voornemens is de politiek derl laatste jaren nog scherper te accentu- eeren. GRANDI GEZANT TE LONDEN. Naar Reuter meldt, heeft de Italiaan- sche regeering Donderdag te Londen officieel laten vragen of Grandi persona grata zou zyn voor het ambassadeur schap. Het antwoord luidde bevestigend. BOLIVIË EN PARAGUAY. Staat van beleg in Bolivië. I11 geheel Bolivië is gisteren de staat van beleg afgekondigd in verband met heftige volksbetoogingen tegen Para guay. Verscherping van het geschil. Volgens een Havas-telegram uit La Paz heeft de regeering van Bolivië het aan bod van Columbië om in het geschil met Paraguay te bemiddelen, verworpen. Zy moet, naar verluidt, overtuigd zyn dat een minnelijke schikking toch onmogelijk zal blijken. De Boliviaansche minister van buiten- landsche zaken is inmiddels naar Wash ington vertrokken. CHINA EN JAPAN. De incidenten in Jehol. Volgens de Japansche lezing over de gevechten in Jehol zouden Chineesche troepen uit dat gebied hebben geschoten op Japansche vliegtuigen, die boven de stad Jehol vlogen. Niettegenstaande de geruchten, die in omloop zyn geweest over een ernstigen toestand in Mantsjoerye als gevolg van de gevangenneming van een Japanschen liaison-officier door Chineesche troepen, nu onlangs, wordt in een telegram uit Moekden betoogd, dat dit incident thans op bevredigende wijze is geregeld, en dat de Japanners niet voornemens zyn, tot bepaalde maatregelen over te gaan. Geleidelijk ontstaat er een groote be langstelling voor de regeling der econo mische betrekkingen tusschen Indië en Nederland. Dit is logisch en er is boven dien niets tegen te zeggen, wanneer de kwestie tenminste niet eenzijdig wordt bezien. In zekeren zin is het een tacti sche fout, dat Twente ijvert 0111 die ver houding te regelen, omdat een ieder weet, dat Twente een groot belang heeft bij het heroveren van de Indische markt. Het vraagstuk IndiëNederland staat op zichzelfis een aangelegenheid, die men uit een ruim hoekpunt moet bezien en dan ook alleen kans op slagen heeft. Zoodra men het koppelt aan een Neder- landsch speciaal belang, is de zaak al voor een groot deel verloren. Trouwens wy zouden het volkomen kunnen begry- ben, wanneer Indië zich zeer terughou dend zou betoonen, als het Nederlandsche eigenbelang teveel om den hoek zou komen kijken. Wij zouden er het meest voor voelen, wanneer een Nederlandsch Ottowa tot stand zou komen. Wanneer wy den loop der economische maatschappij juist in zich, dan moet men rekening houden met een verder voortschrijdende National- wirtschaft. Maar dan heeft ook Neder land te waken zyn binnenlandsche markt zooveel mogelijk te reserveeren voor zijn eigen bedrijfsleven. Het hangt er alleen maar van af, wat men onder de binnen landsche markt verstaat. Tot nu toe heb ben wy nog niets anders bemerkt dan zorg voor het Nederlandsche belang; de doorsnee-Nederlander denkt in zijn nood niet aan Indië en dit zal natuurlijk in In dië niet sympathiek aandoen. Wanneer er in Indië stemmen zouden opgaan die opnieuw zouden wijzen op het feit, dat Nederland het Indische gebied alleen be schouwt als een bron van verdiensten, dan zouden deze volkomen gelijk hebben. Wij en hiermede bedoelen wij de Nederlanders in Nederland, niet de Ne derlanders in Indië, die over het alge meen hart. voor het tropenland hebben verkregen hebben iets goed te maken ten opzichte van Insulinde. Het is nu de tijd om daartoe over te gaan; een wer kelijke band in het wederzydsche belang te gaan vormen en komt deze tot stand, dan heeft ook de crisis in de betrekkin gen met Indië opbouwend werk verricht. Indië en Nederland hebben hunne eco nomische verhoudingen deugdelijk te regelen.... daarmede is het vraagstuk nog niet begrensd. Want ook Suriname en Curagao hebben recht om te worden opgenomen in de Nederlandsche Natio- nalwirtschaft. Er zal dus een conferentie moeten worden bijeengeroepen, waar alle belanghebbenden, vrij in hun doen en laten, uit alle deelen van Nederland en zijn overzeesche gebieden tezamen ko men om het Nederlandsche vraagstuk aan alle kanten te bezien en dienovereenkom stig maatregelen te nemen. Het zou kun nen gebeuren, dat Indië het verkieslijk zou vinden, geheel vrij te blijven, zijn economische belangen zelfstandig te be hartigen en de leuze te huldigen van; „Indië voor Indië". Daarbij zou natuur lijk onderlinge regelingen kunnen wor den gemaakt, die steunen op wederkee- righeid. Het gaat niet aan om bijv. een gunstig tarief in Indië te maken voor de Nederlandsche textiel-goederen en de Java-suiker niet te doen deelen in de voordeelen, die onze bieten cultuur ge niet. Het gaat niet aan om Nederlandsche producten te bevoordeelen en een hoog tarief in Nederland voor de thee te hand haven. Wij staan ongetwijfeld, ook wat onze economische koloniale politiek betreft, op een kerpunt. Slechts weinigen zien dit, doch het feit, dat Japan meer en meer onze nijverheidsproducten aan het ver dringen is, spreekt boekdeelen. Dit is geen incidenteel verschijnsel, afhankelijk van de lage loonen en het gemis aan sociale wetten, die de Oostersche landen kenmerken. Het is een kwestie van eco nomische omwenteling, die men door een preferentieeltarief niet ongedaan kan maken. Nimmer is de eigenschap dei- struisvogels om ukij kof i* zaad >e steken zoo duidelijk naar voren gekoma» dan juist in deze tijden. Het is nu de g* gewone manier van doen geworden. Dn leidende staatslieden brengen deze me thode elk moment in practijk en ook onze zakenmannen gaan die richting uit. Op die manier komen wy er niet. Wij moe ten ons Ottowa hebben, al zyn de gebie den, waarmede wy te onderhandelen heb ben, heel wat kleiner dan de Britsche. Op die conferentie dienen alle vraagstuk ken van economischen aard naar voren te komen.... munt, bankwezen, geld markt, handelindustrie etc. De tarief kwestie zal onder de oogen moeten woor den gezien, terwijl de vraag, of Neder land consuls in Indië moet benoemen om de aanraking met Indië te versterken, zal moeten worden uitgemaakt. Het Nederlandsche Ottowa zal relatief even belangrijk kunnen worden als het Britsche, want de voornaamste in- dustrieele landen in de wereld vinden in ons Indië en ook in Nederland een ge waardeerd afzetgebied. Een speciale re geling tusschen moederland en Koloniën zal den internationalen handel ten on gunste wijzigen en dit is ongetwijfeld een kwestie, die men niet lichtvaardig mag aansnijden. DE KONINGIN IN ZWITSERLAND. De Koningin houdt thans verblijf te Zinal in het Zwitsersche kanton Wallis, in het hotel Des Diablons. Het weer is daar minder gunstig, maar toch kon de Koningin in de omge ving enkele tochten maken. Hare Majes teit sehidert ook dikwijls. BIJ HET STANDBEELD VAN MICHIEL ADRIAANSZ. DE RUYTER. Uit Vlissingen meldt men aan de Nw. Rott. Crt.: De Zweedsche marine-attaché, te Pa rijs, tevens geaccrediteerd in Den Haag, heeft oefeningen van de marine te Vlis singen bijgewoond- Donderdagmorgen heeft deze attaché een krans gelegd bij het standbeeld van Michiel Adriaansz. de Ruyter, waarbij hy een toespraak in het Nederlandsch heeft gehouden. Daarna hebben gesproken de burge meester van Vlissingen en kapitein ter zee Ruh, ondercommandant van de ma rine. De plechtigheid werd besloten met het spelen van het Wilhelmus door de kleine marinekapel. ONTSLAG BIJ DE SPOORWEGEN WEGENS HET BEREIKEN VAN DEN 65-JARIGEN LEEFTIJD. Meten met twee maten? Het. Tweede Kamerlid Hermans heeft tot den minister van waterstaat de vol gende schrifelijke vragen gericht: Is het juist, dat de hoofdingenieur, chef van den dienst van tractie, bij de door E. PHILLIPS OPPENHEIM. 28) „Hier is een meneer met je overjas," riep ze naar achteren. „Hy moet je effe spreken." Bliss liep de gang door naar den win del. In de gang kwam hy mrs. Mott tegen, die weer op weg was naar haar ontbijt. „Wat zoo iemand nou in Covent Gar den te maken heeft, daar ken ik met mijn domme verstand niet by," merkte ze in 't voorbijgaan op. ,,'n Sjieke vent om te zien." Bliss ging den winkel binnen. Te mid den van den ontredderden rommel van het voorhuis stond een jonge man, die het enthousiasme van mrs. Mott volkomen rechtvaardigde. Hy had de overjas van Bliss over zyn linkerarm. Voor de deur stond een groote auto te wachten. „Als u Bliss heet," zeide de jonge man, „dan geloof ik, dat ik hier uw overjas heb." Bliss knikte. „Ik hoop," zeide hy, onwillekeurig een weinig zachter sprekend, „dat de dame in quaestie veilig thuisgekomen is." De jonge man zocht in zyn vestzakje. %)deiyk haalde hij een ineengevouwen stukje papier eruit - .--j. „U zoudt ons een groot genoegen doen," zeide hy heel rustig als u het voorval vanmorgen zoudt willen verge ten. De jonge dame laat u nog wel be danken. Deze kleinigheid heeft ze me voor u meegegeven." Biss wierp zyn overjas op een kist met uien en stak de handen in zyn zak. De toon van het jonge mensch was heel beleefd, heel vriendelijk zelfs geweest, maar toch had hy, misschien zonder het te weten, het verschil in hun beider maatschappelijke positie duidelijk doen uitkomen. „Dank u wel, mijnheer," antwoordde Bliss, „maar u behoeft me niet te be- tcilên Sprakeloos van verbazing keek de jonge man hem aan. „Maar myri beste kerel," zeide hy ein delijk, „je hebt je werk in den steek moe ten laten; het is werkelijk niet meer dan billijk, dat je daarvoor een vergoeding aanneemt. Misschien heb je het niet ge zienmaar het gaat hier om vijftig pond." Nog geen jaar geleden had Bliss een even groote sojn als douceurtje aan den chef van Carlton gegeven. Het was dus niet te verwonderen, dat er geen spier op zijn gezicht vertrok. ,Dit is geen dienst," antwoordde hy rustig, „waarvoor ik betaling aannemen kan. Daarbij komt nog, dat ik veel te vroeg voor mijn werk was. U kunt dus wel begrijpen, dat ik met het meeste ge noegen. de jonge dame geholpen hebt. Heel langzaam stak het jonge mensch het bankbiljet weer in zijn zak, terwijl hij ondertusschen Bliss van 't hoofd tot de vueteu opnam. „Ik ben toch wel aan het goede adres?" vroeg hij eindelijk. „U moet me maar niet kwalijk nemen, maar ik vind het een beetje vreemd, dat iemand in uw positie vijftig pond weigertMisschien ver trouwt u het niet," ging hij snel voort, „maar daar is heusch geen reden voor. Die quaestie van vanmorgen is volkomen afgehandeld. Naar alle waarschijnlijkheid wordt het niet eens bekend." „Neen, dat is de reden niet," antwoord de Bliss, „ik vind nu eenmaal, dat zulk een dienst geen betaling noodig maakt en ik ben ook stellig van plan niets aan te nemen. Voor mij is 't genoeg, dat de jonge dame veilig thuis gekomen is." In de houding van het jonge mensch kwam een kleine, nauwelijks merkbare verandering. Met een prettig gebaar stak hij Bliss de hand toe. „Ik begry'p er niets van," zeide hij.eer lijk, „waarom iemand als u knecht in een groentenwinljel is. Kan ik u misschien op een andere manier van dienst zijn? Ik ge loof wel, dat ik u aan werk zou kunnen helpen, dat beter geschikt voor u was." Glimlachend schudde Bliss van neen. „Neen dank u, ik heb het hier heel goed." In de grootste verbazing keek het jonge mensch rond in de meer dan armoedige omgeving. „In elk gevalbegon hy aarzelend. „Ik zou het heel prettig vinden," viel Bliss hem in de rede, „als u my wilde zeg gen, dat de quaestie van vanmorgen niet iets was, dat. „Natuurlijk wil ik 't u vertellen, zeide de jonge man impulsief, „met 't meeste genoegen zelfs. „Myn zuster en ik wonen in Grosvenor Square. Zij is Lady Margaret Braydon, ik ben Geoffrey Braydon. Nu gaf moe der gisteravond een bal masqué en wij verveelden ons allebei dood. Toen ver telde ik Meg op een onbewaakt oogenblik, dat ik zoo graag naar een bal had willen gaan, dat in Covent Garden gegeven werd en toen ze dat eenmaal wist, heeft Meg net zoo lang aangehouden, totdat we er samen in een auto naar toe zyn gegaan. Ze zei, dat ze graag eens wilde zien, hoe het in zoo'n omgeving toeging. Natuur lijk was het een groote stommiteit. Toen we er een tijdje waren, zag ik dat Meg voortdurend gevolgd werd door drie vreemde lui. Dadelijk toen ik dat merkte, heb ik Meg apart genomen en gezegd, dat we onmiddellijk naar huis moesten gaan. Maar juist op dat oogenblik was er een opstootje. De een of andere dief had een armband gestolen van een vrouw, die vlak bij ons stond en dat mensch greep Meg by den arm en zei, met het kalmste gezicht ter wereld, dat mijn zuster den armband gestolen had. Nu wilde het on geluk, dat die bewuste armband op den grond lag, vlak bij de plek waar wij ston den. Toen ik dat zag, begreep ik wel, dat we er niet zoo gemakkelijk af zouden komen. Meteen werd Meg door twee lui by de armen gepakt. Ze zeiden, dat ze er de politie bij zouden halen. Den een sloeg ik tegen den grond en de ander viel over mij heen, zoodat Meg weg kon komen. Iedereen liep nu naar den ingang en daardoor lukte het mij om op straat te komen, maar Meg was nergens te vinden, ze was zeker een anderen kant opgegaan. Gelukkig kwam ze, dank zij uw goede hulp, thuis, voordat iemand iets van onze afwezigheid gemerkt had. Anders zou den de gevolgen niet te overzien geweest zyn,_ want ik ben er bijna zeker van, dat Meg herkend was door een van die kerels, zoo'n echt ongunstig type, van wien ge zegd wordt, dat hy menschen geld af perst. Een uur lang heb ik nog naar Meg gezocht, maar ik moest zelf heel voorzich tig zijn, omdat de man, dien ik tegen den grond geslagen had, er nogal leelijk aan toe was, zoo erg, dat ze hem op een bran card hebben moeten wegbrengen. Daar na heb ik naar huis getelefoneerd en ge vraagd of een van de bedienden, dien ik kon vertrouwen, aan de telefoon wilde komen. Van hem hoorde ik toen, dat Meg al een heelen tyd thuis was en naar bed was gegaan; toen ben ik natuurlijk ook zoo gauw mogelijk naar huis gegaan. Hier hebt u het heele verhaal. Toen ik thuis kwam, heeft ze me verteld wat u voor haar gedaan had. U kunt wel be grijpen, dat we u ons heele leven lang dankbaar zullen blijven, mr. Bliss." „Dat komt wel in orde," zeide Bliss lachend. „U vindt het zeker wel goed, als ik nu weer aan mijn werk ga? Er is nog heel wat te doen en mijnpatrones is nog al kort aangebonden." „Nee maar, dat wordt toch al te dol," verklaarde lord Geoffry. „Ga liever met my mee, dan zal ik u aan wat anders hel pen, op ons buiten in Hiltshire kunnen we tl best gebruiken." Lachend schudde Bliss van neen, ter wijl hij zijn bezoeker tegen wil en dank naar de deur bracht. „U zult zien," zeide hij bij het afscheid „dat ik u nog eens aan uw belofte kom herinneren. Goeden morgen." „Nou dat het ook lang geduurd," mop perde mrs. Mott toen Bliss de keuken weer binnenkwam. „Alles is steenkoud geworden, behalve het laatste stukje spek, dat heb ik opgewarmd." „Dank u wel, maar ik heb werkelijk geen trek meer," verklaarde Bliss. „Ga daar nou zitten," hield mrs. Mott aan, „en eet dat stukkie spek op meteen liet ze het op zijn bord glijden en drink dat koppie koffie leeg. Daarna kunnen we den boel samen afladen en dan zal ik je meteen laten zien, hoe je moet sortee- 'ren. Ik heb zitten denken," ging ze voort, terwijl ze nog een extra klontje suiker in zijn koffie deed. „dat we best een van die leegloopers kunnen huren, om den boel rond te brengen, dan kan jij me meer in den winkel helpen, 't Is een goed beklant zaakie," ging ze iets zachter voort, „en hard werken behoef je ook niet. Meestal bennen we voor zevenen klaar, zoodat we in vrede onze boterhammen kunnen eten en daarna kennen we altijd nog zien wat we doen. Ik vind dat iedereen recht het op een verzetje, als ie den heelen dag hard gewerkt heeft en als je 't mij vraagt," ging ze vertrouwelijk door, „voel ik me een heel ander mensch, nou m'n man der vandoor is. Altijd was ie stomdronken en als ie iemand zag met een rok an, al was ze zoo leelijk als de nacht en zoo mager als een boonenstaak, stelde ie zich an, oftie gek geworden was. 't Is een opluchting, zoo waar als ik hier sta," was haar eindconclusie, „en als ik zin heb.O, die vervloekte winkelbel!" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1