KANNEWASSER VERKOOPT UIT! Rijk en geen geld. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. Nr. 7152. EERSTE BLAD DINSDAG 2 AUGUSTUS 1932 60ste JAARGANG De Rijksdagverkiezingen voor Duitschland. - De nat.- socialisten behalen geen meerderheid. - Een rede van den Duitschen rijkskanselier tot het Amerikaansche volk. BADPAKKEN (wollen) De open-deur-politiek. Nederlands vleeschexport naar Frankrijk. FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel I 1.65; binnen land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indiö per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 8.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, Jl._. Modeblad resp. 1 0^5, f 1.25, 11.25, f 1.35. Lossenos.4ct.; Ir.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. De Rijksdagverkiezingen in Duitsch land hebben een verrassenden uitslag gebracht. Hitier heeft geen meerderheid behaald en dus zullen we bevrijd blijven van regeeringsexperimenten van de Na- tionaal-socialisten. De juiste uitslag van de verkiezingen is bij het schrijven van dit overzicht nog niet bekend, maar wel was reeds te zien, dat de Nationaal-socia- listen in verschillende districten, in ver gelijking met de Landdagverkiezingen, belangrijke winsten zouden boeken, waar tegenover echter ook groote verliezen stonden in andere districten, zoodat de toename van het stemmenaantal niet be langrijk zal zijn gestegen. De verliezen van de sociaal-democraten zijn ook niet De Duitsche Rijksdag-verkiezingen. De voornaamste partijleiders. Severinp. groot, terwijl het centrum (r..-k.) en de communisten flinke winsten boeken. De Berlijnsche corr. van de „Telegraaf" Brüninp. schreef Zondagnacht o.m. aan zijn blad over het voorloopig resultaat: Het voornaamste feit, dat deze verkie zingen hebben opgeleverd is het doodloo- pen der Hitlerbeweging. Voor de Hitle- rianen stond bij deze verkiezingen alles op het spel. Zij hadden een propaganda Huperiberp. ontwikkeld, zooals men die in Duitsch land nog nimmer heeft beleefd. Hitier verwachtte van deze verkiezingen, dat hij tenminste 46 pet. van alle kiezers achter zich zou krijgen. Dat is niet gebeurd. Als morgen alle definitieve cijfers bekend zijn, zal het blijken, dat hij het ten hoog ste tot 37 of 38 pet. der uitgebrachte stem men zal hebben gebracht. Dat is een im posant resultaat, maar het wijzigt den be- staanden politieken toestand in Duitsch land niet. Het wil met het derde rijk niet lukken. Hitier. doorslaggevenden invloed op den gang van zaken in Duitschland had verworven. Hitier heeft om een beeld uit den wereld oorlog te gebruiken, zijn Marne-slag be leefd. Hij heeft den definitieven storm loop beproefd, maar is terug geslagen. Zelfs samen met een zoo voorzichtigen bondgenoot als dr. Hugenberg is, kan hij aan het Duitsche parlementarisme zijn wil niet voorschrijven. Het is uiterst bevre digend dit te constateeren. Het was niet te overzien geweest, tot welke politieke avonturen het in Duitschland zou zijn ge komen, indien een politiek zoo onmondige partij a's de Hitlerianen dat zijn, een naar maat, model en kleur, keuze, a I 3,50. i Tennis- en Wandelsokjes a t l.lO. I Duitsche rijkskanselier heeft tot het (Alles eigen werk). 1 Amerikaansche volk gesproken, in den JAAP SNOR. nacht van Vrijdag op Zaterdag. Wij achten deze toespraak van Von Papen be langrijk genoeg om er een en ander uit te vermelden, omdat daarin ook weer eens naar voren komt de houding en de wenschen van Duitschland ten opzichte van het buitenland. Het is niet gemakkelijk voor een vreem deling de politieke ontwikkeling van Duitschland te doorzien, zoo zeide de rijkskanselier. Een bekend Amerikaansch schrijver, die het vorig jaar Duitschland bezocht, heeft gezegd, dat de Duitschers slechts in één ding eensgezind waren, n.1. in hun oneenigheid. Tot zekere hoogte is dit waar, maar als hij nu terug zou komen zou hij zien dat zij ook eensgezind zijn in hun verlangen naar orde en gezag. De gebeurtenissen der laatste weken hebben dit duidelijk bewezen. Duitschland is aan den rand van een burgeroorlog, door de onwettige activiteit van de radicalen van rechts en links. Het grootste gevaar veroorzaakten de commu nisten, die, wat ieder Amerikaansch hoor der met mij eens zal zijn, niet alleen een gevaar opleveren voor Duitschland, maar voor de geheele wereld. Het was hun ge lukt sterke strijdkrachten voor hun doel einden uit te rusten en geen regeering kan natuurlijk zulk een toestand dulden zonder haar gezag volkomen te verlie zen. Uit dien hoofde heeft president Von Hindenburg een rijkscommissaris voor Pruisen benoemd, waar het gevaar acuut was en nu twee weken na diens benoe ming heeft het volk de bedoeling begre pen en de orde is nergens meer verstoord. Ik leg er den nadruk op, dat deze benoe ming een volkomen tijdelijk karakter draagt. Zij is gevolgd om de menschen, die zich niet meer veilig voelden onder het staatsgezag, te sterken. Ik hoop, dat de uitslag der aanstaande verkiezingen de juistheid van deze maat regelen zal bewijzen. Nog één ding. Mijn regeering zal niet de hand reiken tot het vormen van eeni- ge soort van dictatuur. Maar Duitschland bevindt zich te midden van een groote evolutie. De eigenlijke oorzaak van al onze ellende is gelegen in het verdrag van Versailles, dat 12 jaar na den oorlog Duitschland nog steeds in een toestand van minderwaardigheid en ongelijkheid wil houden. Dit is onrecht tegenover onze jeugd, die niet inziet waarom zij moet lijden on der de gevolgen van dit verdrag. Vooral de partij van Hitier is bijzonder gevoelig op dit punt. Maar ook ik zeg, dat het iets ondragelijks is voor het Duitsche volk om thans nog geweerd te worden als gelijke uit den Raad der Volkeren. Ik ben over tuigd, dat het Amerikaansche volk met een grooten zin voor recht en vrijheid dit gevoel volkomen zal verstaan en ik doe een beroep op dit volk om samen, met Gods hulp, een betere wereld op te bou wen voor het algemeen welzijn. ONTWAPENING TER ZEE. Conferentie in September? De diplomatieke medewerker van de „Daily Telegraph" verneemt, dat een vijf-mogendheden-conferentie over ont wapening ter zee vooraf zal gaan aan de hervatting der ontwapeningsconferentie en waarschijnlijk begin September te Londen zal worden gehouden. Er is te dezer zake reeds onderhandeld tusschen de betrokken regeeringen. Frankrijk is geneigd de conferentie te beperken tot een conferentie van deskundigen, terwijl Amerika en Engeland wenschen, dat het doel der conferentie uitgebreider zal zijn. Zoo is Amerka voornemens Gibson als hoofdgedelegeerde af te vaardigen. GENERAAL MA GESNEUVELD. In een gevecht bij Charbin. Bij gevechten, die Zaterdag hebben plaats gehad te Ankoesjen ten noordwes ten van Charbin, tusschen Japansche troepen en troepen van generaal Ma Sjan-sjen is de generaal gedood. Ook tweehonderd man van Ma Sjan-sjen's garde zijn gedood. Het lijk van den gene raal is gevonden onder een aantal ge sneuvelde soldaten; het was doorzeefd van machine-geweerkogels en omringd door de lijken van leden zijner garde, die blijkbaar hebben gevochten tot zij door hun tegenstanders werden gedood. Regeringsverklaring. Batavia. De regeering heeft in den Volksraad verklaard, dat zij momenteel ernstig overweegt de opheffing van in voerrechten op garens, terwijl de oecono- mische commissie maatregelen beraamt om vervalsching van buitenlandsche weefsels te voorkomen, teneinde de in- heemsche industrie te beschermen. De re geering wenscht thans niet, en zal dit nooit wenschen, een kunstmatige waar devermindering van den gulden te be vorderen en stelt, wat betreft de handels politiek, de noodzakelijkheid in het licht van handhaving van de opendeur-poli tiek. Een politiek gericht op het in eigen be hoeften voorzien, zou den laagst moge lijken levensstandaard met zich brengen. DE ONTWIKKELING VAN INDIË'S INDUSTRIEELE LEVEN. Het oordeel van het Soer. Han delsblad. Soerabaja. Het Soer. Hbl. geeft een uit eenzetting over de geleidelijke ontwikke ling van het industrieele leven van Ned.- Indië. De schrijver constateert, dat Indië na eeuwen van succesvolle bearbeiding en na uitlevering van reusachtige win sten nog zoo arm is als de bekende kerk rat, hetgeen beter dan een keur van op merkingen aantoont hoe noodzakelijk de opbouw yan Indische bedrijven is. Het blad betoogt, dat „Holland niet alleen geen recht heeft op eenig offer van Indië, doch zelfs verplicht is mede te werken aan den uitbouw eener constructie, welke het mogelijk maakt, dat meer kapitaal met zijn winsten in Indië blijft. Aan dé andere zijde moet men geen dualisme HollandIndië scheppen, doch ook op commercieel gebied het beginsel der rijkseenheid hooghouden." Het blad ci teert uit het jaarverslag der Javasche Bank: „Onder geen voorwaarde mogen in het belang van Holland maatregelen worden getroffen, welke in het nadeel van Indië zouden kunnen zijn." „Onze koloniale politiek wordt zeker niet be- heerscht door de actie van Hollandsche fabrikanten en arbeiders, die hun prach tige sociale positie met ziekte-, ongeval len- en ouderdomsverzorging zouden wil len handhaven ten koste van Kroino, dien rustigen armoelijder, die niet altijd een baadje kan koopen en wiens sociale rech ten voornamelijk omvatten: vrij zon en frissche lucht." Het blad concludeert dat een construc tieve wijziging van onze zuiver fiscale douanetarieven de aandacht vraagt, ter wijl Indië niet mag toelaten dat levens vatbare bedrijven in Indië door abnor male methoden worden doodgedrukt. AANKOOPEN DOOR DE INTENDANCE. Volksraadcritiek. Wederom is in de af deelingen van den Volksraad critiek uitgeoefend op de werk wijze van de intendance bij den aankoop van levensmiddelen. De contracten wor den in het jaar, voorafgaande aan dat, waarin de levering moet geschieden, af gesloten tegen prijzen, welke op het mo ment van het aangaan der overeenkomst gelden, tengevolge waarvan het leger de laatste jaren exorbitant hooge prijzen voor levensmiddelen e.d. heeft moeten betalen. Aangezien de voedinggelden, welke aan hen, die buiten de kazerne wonen, worden toegekend, verband hou den met die prijzen, zijn ook die gelden den laatsten tijd te hoog geweest. Ge vraagd werd, of het niet mogelijk is, zoo danige contracten af te sluiten, dat elke maand de prijzen zullen worden vastge steld naar den geldenden marktprijs. DE DERDE KRUISER. markt gedrukt wordt en de winstmarge voor die exporteurs automatisch wordt vergroot, wat voor de schapenhouders dubbel schadelijk is, omdat de prijzen voor het binnenlandsch verbruik daar door ook lager zijn; 3. dat schapen, in 1931 geboren, niet bij deze exporteurs in aanmerking ko men voor export, zoodat hiervoor alweer schade voor de schapenhouders ont staan is. Is de minister bereid een en ander be ter te regelen, zoodat a. de export niet voor het grootste deel in handen van slechts enkele personen blijft; b. eerst de schapen, in 1931 geboren, geëxpor teerd worden; 3. door het bepalen van een vaste winstmarge voor de export schapen, de exporteurs geen belang heb ben bij een dalenden marktprijs. Wil de minister ook mededeelen hoe groot het kwantum is, dat uitgevoerd mag worden in het derde kwartaal? RADIO-RAAD. Regeeringstoelichting. In de M. v. A. nopens de marinebe- grooting lezen wij: De opinie van de leden, welke meen den, dat de z.g. derde kruiser niet kan worden gemist, sluit zich geheel aan bij het groote gewicht, dat het opperbestuur getoond heeft aan den bouw van dezen reserve-kruiser te hechten. Het feit, dat onder de huidige omstan digheden slechts één der beide kruisers in de vaart is, kan naar het oordeel der regeering bezwaarlijk als een argument tegen den aanbouw van den reserve kruiser worden aangevoerd. Integendeel is zij van meening, dat waar de ervaring heeft gelêerd hoezeer het vereischte pe riodiek onderhoud der uitgebreide tech nische installaties aan het gelijktijdig in de vaart brengen der beide kruisers in den weg staat, hieruit ten duidelijkste blijkt, dat om over twee kruisers te kun nen beschikken een reserve-kruiser niet gemist kan worden. Voor 90 procent in handen van vijf of zes personen. Het Tweede-Kamerlid Braat heeft aan den minister van Economische Zaken en Arbeid gevraagd of het hem bekend is: 1. dat de vleeschexport naar Frankrijk voor 90 van het voor dien uitvoer toe gestane kwantum in handen is van vijf a zes personen: 2. dat de prijsdaling van de schapen hier te lande veroorzaakt wordt, doordat deze exporteurs de markt in handen heb ben en op de markten slechts door één hunner laten aankoopen, zoodat de scha penhouders gedwongen zijn, elk door hem geboden bod té aanvaarden, waardoor de De nieuwe voorzitter. Bij K. B. is benoemd tot lid, tevens voorzitter, van den Radio-raad en tot lid, tevens voorzitter, van de Radio-Omroep- controlecommissie, de heer H. van Boeyen, lid van Ged. Staten van Zuid- Holiand te Voorburg. De heer Van Boeyen werd 23 Mei 1889 te Putten (Geld.) geboren, hij is dus 43 jaar oud. Hij is van christelijk-histori- sche richting. Sinds 1923 is hij lid van Prov. Staten van Zuid-Holland; lid van Ged. Staten sedert 1925. In de vacature-De Visse^ als voorzit ter van de algemeen programmacommis sie zal nog moeten worden voorzien. DE NOOD IN DEN GROVEN TUINBOUW. De verdeeling van de tweede 700.000 rentelooze voorschot ten. Men meldt uit Langendijk aan de „Nw. Rott. Crt.": Bij 49 gemeentebesluiten in de tuin bouwgebieden van West-Friesland is van den betrokken minister bericht ontvan gen, dat de verschillende maatr.-gelert kunnen worden getroffen in verband met de beschikbaarstelling van de tweede 700.000 als rentelooze voorschotten aan noodlijdende tuinders. Had men aanvan kelijk verwacht, dat nu weer allen, die noodlijdend zijn, voor de uitkeering van een renteloos voorschot in aanmerking zouden komen, thans blijkt, dat dit niet het geval is. Alleen zij, die van de etrste Voor slechte spijsver tering en verstopping zijn Poster's Maagpil- ien het middel bij uit nemendheid Zij pur- geeren niet heftig, doch werken zacht en zonder krampen. Houdt steeds een flacon bij de hand. Alom oerkrijgbaat b 0.65 p. flacon. FOSTER'sMAAGPIHEN door E. PHILLIPS OPPENHE1M. 27) Achtereenvolgens haalde Bliss een hoogen hoed, een wit zijden boordbe- schermer en een paar wit zeemleeren handschoenen uit een koffer, welke naast hem openstond. „Waar bent u van plan naar toe te gaan, mijnheer?" vroeg inrs. Heath. „Wat een mooie kleeren." „Ik ben van plan mijn geluk te gaan beproeven, mrs. Heath", antwoordde Bliss. „Ik ga vanavond kennis maken met een wereld, die me tot dusver volkomen on bekend was." „Nou, in elk geval hoop ik, dat u geluk zult hebben in uwn nieuwe betrekking, mijnheer, wat het dan ook moge zijn", zeide mrs. Heath, terwijl ze nu den derden keer het theeblad opnam, met het plan om nu werkelijk weg te gaan. „Als ik had geweten, dat u zoo uit zou gaan, dan had ik wat beters dan alleen thee en brood bovengebracht." ,,'t Is zoo heel goed geweest, mrs. Heath", antwoordde Bliss, terwijl hij ach ter haar aan naar de trap liep, „als ik vanavond bof, dan krijg ik over een paar uur een gratis souper." Op den hoek van de straat stapte Bliss in de autobus, welke hem naar Leicester Square bracht, zoodat het nog even voor negenen was, toen hij, heel op zijn ge mak, „the Empire" kwam binnenstappen. Midden in de promenade ging hij aan een tafeltje zitten en begon met een ge heel nieuwe belangstelling de gezichten van de heen en weer slenterende bezoe kers te bestudeeren. Hij trachtte ze, ge holpen door zijn pas verworven kennis, bij een van de twee groepen, schapen of neutralen, in te deelen. Onder neutralen verstond hij menschen, die niet voor scheren in aanmerking kwamen. Onder al de wandelaars was er maar één, een jonge man, dien hij zonder eenige aar zeling onder de eerste categorie kon rangschikken. Het was een lange, stevige jongen met een blozend, rond gezicht. Zijn kleeding bestond uit een rokcostuum, een hoogen zijden, welke blijkbaar tegen den draad in geschuierd was, een overhemd, waarvan een knoopje voortdurend nei ging vertoonde om te verdwijnen en een zwart confectie-dasje. Hij had geen hand schoenen aan, zijn handen waren rood en verweerd. Zijn houding liet alles te wen schen en wat het ergste was, hij rookte Virginia sigaretten! Na heel wat ge manoeuvreer kwam Bliss vlak achter hem staan, toen hij bij de sigaren-kiosk een heel dure sigaar aan het uitzoeken was. Op dat oogenblik kwam het lot Bliss te hulp. Toen de jonge man zich onhandig omkeerde, stootte hij bij ongeluk tegen den arm van Bliss, waardoor zijn sigaar brak. „Pardon, dat was mijn schuld," zeide Bliss. „Wilt u voor mijn rekening een nieuwe koopen?" „Neen, dat kan ik niet accepteeren", antwoordde de jonge man. „O, maar u moet het werkelijk toestaan, dat ik mijn onhandigheid goed maak," ging Bliss voort, terwijl hij ondertusschen zelf een sigaar uitzocht. „Ik geloof, dat deze u wel bevallen zal, als u tenminste niet aan een speciaal merk gewend bent.... De voorstelling beteekent niet veel, vindt u wel?" Eerst leek het of deze eerste poging, van Bliss schipbreuk zou leiden. De jongt man was zeer gereserveerd; na een paar beleefdheidsfrazen maakte hij een be weging, alsof hij weg wilde gaan. Maar plotseling veranderde hij van gedachten. „Voelt u er wat voor om te gaan zit ten?" vroeg hij. „Ik heb twee loge plaatsen, oorspronkelijk waren ze bedoeld voor mij en voor mijn vriend, maar mijn vriend is niet gekomen". Zonder een oogenblik te aarzelen nam Bliss de invitatie aan. Toen ze zaten, gaf de jonge man zijn kaartje aan Bliss en na verloop van korten tijd nam het ge sprek een meer vertrouwelijke wending. De naam van den jongen man was Sturgess, zijn vader had een fabriek van tricot-goederen in the Midlands; hij was voor zaken in Londen en daar er toe vallig een groote voetbalmatch in het Crystal Palace was, had hij meteen van de gelegenheid geprofiteerd om die bij te wonen. Hij was heel zelden in Londen geweest, maar wilde de stad graag leeren kennen. Zonder eenige aarzeling nam hij de invitatie van Bliss aan, om samen ergens te gaan soupeeren. Zooals gewoonlijk het geval is met buitenlui, die voor een paar dagen in stad zijn, was hij gedurende den maaltijd heel druk en luidruchtig. Maar toen de lichten één voor één werden uitgedraaid, begon hij zijn opgewektheid te verliezen. „Ik vind Londen een vervelende stad," viel hij uit, „na half een is er niets meer te doen. Dan moet u in Parijs komen! Kent u Parijs?" „Ja, ik ben er een of tweemaal ge weest," vertelde Bliss hem. ,,'t Is er ver duiveld leuk, maar Londen is ook zoo kwaad niet, als je den weg maar weet." „Maar hoe kan je nu van iemand, die maar één keer per maand in Londen komt, verwachten, dat hij den weg weet," mompelde de jonge man. „Wel, waar zoudt u zin in hebben?" vroeg Bliss. „Zoudt u zin hebben om naar een gemengde bridge-club te gaan, waar eiken avond een paar verduiveld mooie vrouwen komen spelen. Zelfs als u geen kaart speelt, is het toch wel genoegelijk om er eens rond te kijken; in elk geval kunnen we er wat te drinken krijgen." „Graag", stemde de jonge man enthou siast. toe. „Ik heb wel eens 't een en ander over dat soort clubs gelezen." „Veel te gemakkelijk," zeide Bliss zachtjes tegen zichzelf. De bridge-club was voor Bliss zelf ook een verrassing. Ze werden ontvangen door een zeer deftig uitziend, eenvoudig gekleed portier, die hen naar binnen ge leidde, waar een nog deftiger uitziende major-domo, die Bliss, tot diens niet ge ringe verbazing, met de beleefde fami liariteit van een ouden bekende begroette, den nieuwen gast het vreemdelingenboek voorlegde, met het verzoek om daarin voluit zijn naam te schrijven. De speelkamer maakte een deftigen in druk met haar sobere tinten en een voudige meubelen. Toen de beide jonge mannen binnenkwamen, waren er vier tafeltjes bezet. Bij een van de tafMtj^s zat als toeschouwster een elegante, in 't zwart gekleede vrouw, die Bliss toen hij naderbij kwam, de hand toestak. „Komt u hier bij me zitten, mr. John son, dan kunnen we wat praten", zeide zij, „wilt u uw vriend even voorstel len?" Gelukkig herinnerde Bliss zich op dat oogenblik, dat mr. Fancourt hem dien morgen over een mrs. Fortescue had gesproken, en terwijl hij zichzelf in wendig feliciteerde met zijn goed geheu gen, stelde hij mr. Sturgess voor. In het eerst was de jonge man weer eenigszins gereserveerd, maar het duurde niet lang of mrs. Fortescue, die buitengewoon vriendelijk tegen hem was, had hem vol komen op zijn gemak gesteld. „Heeft u lust om te spelen?" vroeg Bliss aan zijn nieuwen vriend. „Ja, graag", antwoordde Sturgess. „Speelt u mee?" vroeg hjj toen, zich tot mrs. Fortescue wendende, die glim lachend van neen schudde. „Ik heb vanavond niet veel lust", legde ze uit. „Ik ben vandaag naar de courses geweest en dan heb ik 's avonds altijd hoofdpijn. Maar als u zin heeft om te spelen, gaat u dan gerust uw gang". „Ik wil heel graag", verklaarde de jonge man. „Maar dan alsjeblieft niet zoo'n tam spelletje". „We spelen hier nooit hoog", zeide mrs. Fortescue, terwijl ze zich iets tot haar nieuwen bekende overboog, „en, tenzij n een heel sterke speler bent, zou ik u niet aanraden, om hooger te gaan dan de speelvoorschriften van de club zijn. U moet rekening ermee houden, dat het hier bijna allemaal heel sterke spelers zijn, die eikaars methoden door en door kennen". Mr. Sturgess keek haar een oogenblik onzeker aan, het leek wel, of dit antwoord iets inhield, dat hij niet verwacht had. „Vanavond, aan een souper heb ik nog tegen onzen vriend hier, mr. Johnson, ge zegd, dat ik van de speelgelegenheden in Londen heel weinig afweet", zeide hij toen. „Ik kom van Leicestershire. Als het mogelijk is, zou ik dolgraag eens een echte speelclub zien, ik bedoel een club, waar baccarat en zoo gespeeld wordt. Je leest er zooveel van in de kranten, maar tot dusver is het me nog nooit gelukt, iemand te ontmoeten, die me in zoo'n ge legenheid zou kunnen introduceeren". Mrs. Fortescue keek eenigszins ver toen langzaam haar kant op. „Ik voor mij geloof, dat die dingen meer in de verbeelding van de heeren journalisten bestaan", zeide ze toen lang zaam. „Hallo Jimmy, heb je zin in een robber?" Terwijl ze sprak, was mr. Fancourt het zaaltje binnen gekomen; bij haar woor den bleef hij eerst even staan en kwani toen langzaab haar kant op. „Ik heb niet veel zin", zeide hij toen, terwijl hij Bliss nonchalant goeden dag toeknikte. „Maar als jullie een vierden man noodig hebben, wil ik wel mee spelen". Toen Bllss zijn nieuwen vriend uit Lei cestershire voorstelde, viel het hem op, dat Mr. Fancourt niet bepaald voor komend was. „Mr. Sturgess voelt niet veel voor bridge", zeide Bliss. „Hij wil liever bac carat of zoo iets spelen". Mr. Fancourt keek den jongen man eens aan en glimlachte even. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1