KANNEWASSER
VERKOOPT UIT!
Rijk en geen geld.
BLUE BAND - Hollands beste
kwaliteit - is slechts „iets"
duurder dan andere soorten.
Versch gekarnd met 25%
allerfijnste Roomboter
onder Rijkscontrole.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buiiemlandsch overzicht.
IMr. 7155. EERSTE BLAD
DINSDAG 9 AUGUSTUS 1932
60ste JAARGANG
De voortzetting van den burgeroorlog in Duitsch-
land - L)e Iersche kwestie nog verre van een op
lossing. - De conferentie te Ottawa. - De nasleep van
de Kreugeralfaire voor Zweden.
Bolivia en Paraguay.
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f l._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, fl.25, fl.35. Losse nos. 4 ct.f r. p. p. 6 ct!
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De burgeroorlog in Duitschland duurt
Voort, na eenige dagen van rust door de
verkiezingen volgen de aanslagen elkaar
nu weer regelmatig op. Deze kunnen on
mogelijk alle geweten worden aan de com
munisten, doch komen voor een groot deel
op rekening van de nationaal-socialisten,
en dat schijnt voor de regeering een rede
te zijn om er niet al te krachtig tegen op
te treden. Op zijn Nieuwediepsch zou men
zeggen, ze knijpen hem voor de nazi's.
De Nw.-Rott. Crt. schrijft daarover
o.m.:
Zonder eenigen twijfel zou de regeering
beslister hebben toegetast als de terreur
maar van één kant, en wel van dien der
communisten gekomen was: want het is
onmiskenbaar dat zij schroom heeft voor
daden die haar met de nationaal-socialis
ten in conflict kunnen brengen. Deze
eischen nu een bevoorrechte behandeling
voor hun eigen terroristen. Het moet, vol
gens hen, niet hetzelfde zijn door wien een
daad wordt gepleegd, door een nazi of
door een communist. Immers de eerste
verricht zijn wandaad tot heil van orde
en vaderland, .terwijl de communist slechts
booze doeleinden ermede nastreeft. Deze
kwestie is zeer acuut geworden door de
terroristische misdaden te Koningsbergen.
De daders zijn nu bekend en daarmede
hun betrekkingen tot de nationaal-socialis
ten. Wellicht ware zonder dit incident de
bestrijding van de terreur nu wat vlotter
van stapel geloopen.
Men kan den indruk krijgen, dat er in
de wereld der regeering zelf niet vol
maakte eenstemmigheid heerscht.
De toestand is in Duitschland dus alles
behalve glashelder en wordt door de aan
slagen nog meer vertroebeld. Wanneer
tal er een eind aan komen?
De Iersche kwestie levert voor de En-
gelsche regeering nog altijd heel wat kop
zorgen op, de weinig toeschietelijke hou
ding van De Valera is oorzaak, dat men
nog verre van een oplossing is.
De Londensche corr. van de „Nw. Rott.
Crt." seinde Zaterdag aan zijn blad:
De Valera heeft nu, weer met steun
van de Labourparty, de gevraagde 2 mil-
lioen pond binnen, bestemd als fonds om
den economischen oorlog te financieren.
Echter heeft de leider van de Iersche La
bourparty thans ernstige critiek op De
Valera's beleid laten hooren. Volgens de
oppositie drijft deze het land rechtstfeeks
naar een revolutie. Belangwekkend is De
Valera's erkenning, dat hij geenerlei voor
uitzicht ziet op het veroveren van alter
natieve afzetgebieden. Volgens hem is dit
de waarheid, maar hij meent nochtans,
dat het de moeite waard is zich een reus
achtige inspanning te getroosten om hem
toch te verkrijgen. Hij gaf toe, dat zijn
mandaat hem niet toelaat verdere constitu-
tioneele stappen te ondernemen zonder
het volk te raadplegen. Terecht critiseer-
de hij overigens de uitlating van den Brit-
schen minister Inskin, volgens wien de
mensch niet kan scheiden, wat God aan
eengevoegd heeft en die daarbij aan Gr.-
Brittannië en Ierland denkt, als onzin.
Ook de Engelsche minister van bui-
tenlandsche zaken, sir John Simon, heeft
over het geschil tusschen Engeland en
Ierland gesproken en heeft daar o. m. van
gezegd:
De wezenlijke elementen van de kwes
tie van de grondannuïteit, zoo zeide hij,
waren zeer eenvoudig. De annuïteiten
waren gegrond op werkelijke transacties
van Iersche boeren, die hun pachthoeven
hadden willen koopen. De Engelsche re
geering leende van particulieren geld,
waarmee het land is gekocht, en waar
borgde de terugbetaling, erop vertrou
wend, dat regelmatig de termijnen, die
rente en aflossing vertegenwoordigden,
zouden worden voldaan. De annuïteiten
vertegenwoordigden dus de middelen,
waardoor honderdduizenden Iersche pach
ters eigenaars van hun boerderijen ge
worden zijn tegen voldoening van ter
mijn, die weinig hooger waren dan de
helft van de pacht, die zij vroeger hadden
moeten betalen. Voordat De Valera aan
de regeering kwam, in de regeering van
den Ierschen Vrijstaat de annuïteiten van
de schuldplichtigen en maakte ze over
aan de commissarissen van de Engelsche
openbare schuld, die ze weer over de
geldschieters distribueerde. In 1926 heeft
de Iersche regeering deze verplichting
nog eens uitdrukkelijk erkend. Maar De
Valera, die nog immer de termijnen van
de Iersche landbouwers int, beweert, dat
de verplichting, om ze over te betalen,
niet bestaat, zoodat de Engelsche regee
ring genoodzaakt is geweest, uit eigen
middelen het geld te vinden, om de geld
schieters te betalen.
De conferentie te Ottawa geeft de En
gelsche regeering ook nogal hoofdbrekens.
Uit berichten van de correspondenten
van de groote Londensche bladen te Ot
tawa blijkt, dat de groote moeilijkheden
voor deze conferentie nu begonnen zijn,
al gelooven zij wel, dat er wel iets goeds
tot stand zal komen.
De correspondent van de Times" er
kent, dat de aanvankelijke voorspellingen
van al het goeds, dat Groot-Brittannië van
Bennett's voorstellen ondervinden zou,
veel te optimistisch waren, en zegt, dat de
officieele berekeningen van de Canadee-
sche economische raadslieden op niet
meer dan een uitbreiding van den Brit-
schen invoer van 11 millioen pond per
jaar komen. Die raadslieden zeggen daar
echter bij, dat, om het zoover te brengen,
de Britsche nijverheid zich hard moet in
spannen en haar afzetmethoden verande
ren. Zelfs dan meenen de Britsche des
kundigen, volgens denzelfden correspon
dent, dat de uitbreiding van den Britschen
handel op Canada lang niet zelfs op het
laatste van Canadeesche zijde genoemde
cijfer geschat kan worden. Men spreekt
in Canada b.v. van een uitbreiding van
den Britschen ijzer- en staalafzet met 8
millioen pond. De Britsche deskundigen
kunnen echter geen uitbreiding tot meer
dan 2 millioen pond voorzien, en in den
tegenwoordigen tijd zou zelfs dat onmoge
lijk wezen. Ook op ander gebied achten
zij de Canadeesche cijfers onverdedigbaar
hoog. Tevens is het duidelijk dat Bennett's
kabinet voor de Britsche textielnijverheid
geen serieuse verhooging van haar afzet
gebied in Canada op het oog heeft.
Ook het Hbl. sprak er over, dat de con
ferentie in het beslissend stadium is ge
komen. Het blad zegt:
Men begint er zich grondig rekenschap
van te geven, dat eventueele voordeelen
voor de industrie op de dominiale markten
in de eerste plaats betrekkelijk gering
zullen zijn, en dat deze, onder de verwach
ting blijvende, voordeelen bovendien nog
duur betaald zouden moeten worden. Met
het gevolg, dat de critische stemmen in
Engeland beginnen te overwegen.
De gevolgen van de Kreugeraffaire
voor de Zweedsche regeering, zijn van
niet te onderschatten beteekenis. In ons
I nummer van Zaterdag hebben we nog
meegedeeld dat er in Zweden een spoed-
kabinetsraad was bijeengeroepen, waarin
belangrijke beslissingen zouden vallen.
Welnu, wij kunnen nu meedeelen, dat
premier Ekman is afgetreden. Door den
i koning is de minister van financiën tot
premier benoemd. Het aftreden staat in
verband met de geruchtmakende Kreuger
affaire.
In een communiqué tracht Eikman de
houding, welke hij tegenover Ivar Kreuger
had aangenomen, te rechtvaardigen. Hij
deelt o.a. mee, dat hij begin van dit jaar
een brief van Kreuger had ontvangen uit
New York. Kreuger schreef daarin, dat
hij een groote leening had weten te ver
krijgen, waardoor „alle moeilijkheden wa
ren opgeheven„Niemand, zoo betoogt
Ekman dan in zijn communiqué, pleegt de
dingen verkeerd voor te stellen om geld
kwijt te raken". Hij had dan ook volkomen
vertrouwen gesteld in Kreuger's verzeke
ringen en met een gerust geweten het geld
aangenomen, dat de lucifer-magnaat hem
deed toekomen.
Paraguay heeft het voorstel van de
Pan-Amerikaansche Unie tot bijlegging
van het conflict met Bolivia zonder voor
behoud aangenomen.
Bolivia daarentegen heeft het bemidde
lingsvoorstel van de hand gewezen en
verklaard, dat het het Chaco-conflict eerst
dan als geëindigd zal beschouwen, wan
neer Bolivia een toegang tot de Paraguay-
rivier en daardoor tot zee krijgt.
Overigens beweert Bolivia dat zijn
leger zich in het Chaco-gebied op Bolivi-
aanschen grond bevindt.
Blijkens een bericht uit Asuncion, het
welk te Buenos Aires was ontvangen, heb
ben de Boliviaansche troepen een aanval
gedaan op het grensfort „President
Ayala".
DE KOLENSTAKING IN BELGIË
DUURT VOORT.
Het buitengewone nationale mijnwer
kerscongres heeft, na langdurig beraad
slaagd te hebben over de voorstellen van
den minister van Arbeid, besloten, de
oorspronkelijk gestelde doeleinden, waar
voor de mijnwerkers in staking zijn ge
gaan, te handhaven. Gezien echter het
feit, dat de maatregelen, welke de regee
ring wil invoeren, geen onmiddellijke uit
werking kunnen hebben, verklaren de
mijnwerkers zich bereid, een eventueele
nieuwe overeenkomst op 1 September a.s.
te laten ingaan. Met op twee na algemee-
ne stemmen werd besloten, dat met in
gang van Maandag a.s. in alle kolenbek
kens zal worden gestaakt.
CHINA EN JAPAN.
De toestand bij Inkau.
Volgens een radiobericht uit Inkau
wordt de stad door Chineezen belegerd.
In verschillende deelen der stad hebben
Chineezen brand gesticht. Twee Japan-
sche eskaders bommenwerpers zijn opge
stegen, om de Japansche troepen te on
dersteunen. De gevechten duren voort.
UIT DE TEXTIELNIJVERHEID.
150 arbeiders ontslagen.
Wegens slapte in het bedrijf is vorige
week aan 150 ongehuwde arbeiders bij de
Kon. Stoomweverij te Nijverdal ontslag
aangezegd.
VERKORTING VAN DEN
ARBEIDSTIJD.
Het dagelijksch bestuur van het Neder-
landsch Verbond van Vakvereenigingen
schrijft:
Op Vrijdag 22 Juli heeft een delegatie
van het N.V.V. een bespreking gehad met
den minister van oeconomische zaken en
arbeid over het vraagstuk der arbeidstijd
verkorting.
Ten aanzien van de groepen, welke nog
niet onder de Arbeidswet vallen of waar
op de 48-urige werkweek nog niet van
toepassing is verklaard, zei de minister,
dat hij onder de huidige oeconomische om
standigheden bezwaar had te voldoen aan
het verzoek van het N.V.V. om den ar
beidstijd voor deze groepen in elk geval
tot 48 uur terug te brengen.
Wat den wensch tot verkorting van den
arbeidstijd beneden 48 uur, eventueel tot
40 uur, per week betreft, deelde de mi
nister mee, dat hij tegenover het denk
beeld, om door een betere verdeeling van
den arbeid tot vermindering van de werk
loosheid te komen, niet afwijzend stond.
Hij achtte het vraagstuk uit een moreel
oogpunt in verband met de groote en
langdurige werkloosheid van bijzonder
belang.
Men was het er over eens, dat verschil
lende punten, met deze zaak verband hou
dende, o.a. ook het loonvraagstuk, nog
nader moesten worden besproken en on
derzocht.
De minister heeft toegezegd, zich in
verbinding te zullen stellen met vertegen
woordigers van de werkgevers, om na te
gaan, hoe over het vraagstuk in die krin
gen wordt gedacht.
DE MACHINALE ARBEID IN DEN
WIERINGERMEERPOLDER.
Oorzaak van werkloosheid.
Men schrijft aan de „Nw. Rott. Crt,":
Tengevolge van ontslagen in de Wie-
ringermeer begint de werkloosheid in de
randgemeenten onrustbarende vormen
aan te nemen, vooral ten gevolge van het
feit, dat zich hier vele gezinnen uit an
dere provincies definitief hebben geves
tigd. Reeds heeft zich een comité ge
vormd, bestaande uit de burgemeesters
van Wieringen, Medemblik en Hoogwoud,
dat met behulp van de regeering zal
trachten een oplossing te vinden om uit
dezen noodtoestand te geraken.
In de Wieringermeer wordt zooveel
mogelijk arbeid machinaal verricht, omdat
de kosten slechts 5.per ha bedragen,
tegenover 75 a 80 bij handenarbeid.
Mne wenscht nu, dat de regeering in die
meerdere kosten zal bijdragen om handen
arbeid mogelyk te maken.
DE NOOD IN DEN WEST-F RIESCH EN
TUINBOUW.
Wanneer uitbetaling van de
rentelooze voorschotten?
Het Tweede Kamerlid IJzerman heeft
tot den minister vaji oeconomische zaken
en arbeid de volgende schriftelijke vraag
gericht:
Is het den minister bekend, dat velp
tuinders in West-Friesland reikhalzend
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
80)
een superieuren glimlach schudde
Mr.Fancourt het hoofd.
0c'i, die anonieme inlichtingen,"
zuchtte hij. „ik geloof, dat diezelfde
praatjes van elke bridge-club verteld
worden, waar de inzet hooger is dan een
hahe crown per honderd punten. Enfin,
u heeft zich nu zelf kunnen overtuigen,
Inspecteur; als u wat gebruiken wilt,
voordat u weggaat, zegt u het dan maar
gerust aan den kellner. U vindt 't zeker
*el goed, dat ik met mijn spel doorga?"
Zonder iets te antwoorden, keerde de
Inspecteur zich om en begon nog eens,
Ijeel nauwkeurig, de kamer te doorzoeken.
Daarna ging hij naar de deur.
,,'t Spijt me, dat ik uw spel onderbro
ken heb," zeide hij toen kortaf. „Goeden
avond, dames en heeren."
De beide rechercheurs verlieten de ka
nier. Even daarna hoorden de aanwezi-
Ïen de deur van het „kantoor" dichtgaan,
let een zucht van verlichting wierp de
prins de kaarten neer.
„Zoo, nu kunnen we weer doorgaan,"
eeide hij tevreden.
Maar inr. Fancourt schudde van neen.
,,'t Spijt me heel erg, Hoogheid," zeide
hij, „maar ik geloof niet, dat we dat van
nacht mogen riskeeren. Als u op een an
deren avond terug wilt komen, willen we
u graag „revanche" geven."
Gedurende een oogenblik leek het,
alsof de prins zijn drift niet zou kunnen
bedwingen.
„En dat noemen ze nu vrije burgers
zijn," mopperde hij, terwijl hij zijn
chèqueboek uit zijn zak haalde.
Ofschoon Bliss het een allergenoege-
lijksten avond had gevonden, kwam hij
toch den volgenden morgen met een zeer
terneergeslagen gezicht het kantoor van
Mr. Fancourt binnenwandelen. Zijn
patroon bekeek hem met een verbaasd
gezicht van top tot teen, hetgeen niet te
verwonderen was, daar zijn nieuwe disci
pel zijn oude plunje, waarin hij gister
morgen op bezoek was gekomen, weer had
aangetrokken.
„Ik heb stierlijk het land', bekende
Bliss, „maar ik ben vannacht tot een ont
dekking gekomen".
„En die is?" vroeg Mr. Fancourt, in t
minst niet verwonderd.
„Ja, dat kan ik u eigenlijk niet vertel
len", verklaarde Bliss openhartig. „Het
eenige wat ik weet, is, dat ik er niet mee
door kan gaan, en het gekste is, dat mijn
sympathie, gisteravond ten minste, geheel
en al aan den kant van de scheerders
was".
„Gewetensbezwaren, hè?"
Bliss knikte.
„U kunt het ouderwetsch of bespottelijk
noemen", zeide hij, „maar het wou me
vannacht niet met rust laten. Daarom heb
ik vanmorgen mijn nieuwe kleeren maar
weer ingepakt en ze naar Poullet terug
gebracht. Het geld, dat ik van u gekre
gen heb, beschouw ik als verdiend, vindt
u niet?"
„Natuurlijk", stemde Mr. Fancourt toe.
„Het spijt me, dat je weg gaat".
Hij zuchtte even, maar keek Bliss toen
plotseling scherp aan.
„Waarschijnlijk kunnen we wel op 3e
discretie rekenen?" vroeg hij toen.
„Natuurlijk, volkomen", stelde Bliss
hem gerust.
Mr. Fancourt knikte tevreden en bleef
even voor zich uit kijken. Toen, alsof hij
zich plotseling iets herinnerde, deed hij
een greep in een groote doos sigaretten,
welke naast hem stond en overhandigde ze
aan Bliss.
„Het geweten van een mensch", zeide
hij mediteerend, „is sterker dan de meeste
dingen... behalve honger! Ik hoop, dat u
hier bij me terug zult komen, als u me
weer noodig heeft".
HOOFDSTUK XIV.
Mrs. Heath begon langzamerhand in
ernst boos te worden op haar commen
saal. Dien morgen stapte ze zijn kamer
binnen met een ontbijt, dat hij niet besteld
had en een uitdrukking op haar gezicht,
die niet veel goeds voorspelde. Met een
resoluut gebaar zette ze het blad met het
ontbijt voor hem neer.
„Ik heb u alleen om een kop thee ge
vraagd, Mrs. Heath", verweet Bliss haar
zacht, terwijl hij met moeite zijn oogen
van het gebakken spek afhield.
„Wat u gevraagd heeft, kan me niets
schelen, mijnheer", zeide ze flink. „Wat ik
heb bovengebracht moet u opeten en daar
mee basta. Ik heb nog nooit zoo'n onzin
gezien, den heelen dag loopt u naar werk
te zoeken, zonder eten in uw maag. Ik zal
u eens wat zeggen", ging ze voort
blijkbaar had ze al haar moed bijeenge
raapt om hem eens flink de waarheid te
zeggen „zoo nu en dan begrijp ik niets
van u, mijnheer. Ik heb nogal een goeden
kijk op de menschen en bij mijn vroegere
commensaals wist ik meestal dadelijk wat
voor vleesch ik in de kuip had, maar bij u
kan ik er geen hoogte van krijgen. Een
dag of vier geleden was u ineens piekfijn
aangekleed en leek u precies een echte
heer. En nou? Uw kleeren zijn weg, u
heeft geen cent op zak en om geen schul
den te maken, probeert u van de lucht te
leven. Grooter dwaasheid heb ik van me
leven nog niet meegemaakt. Een kind kan
zien, dat u goed gevoed moet worden. U
zult me dus een groot genoegen doen, als
u dat ontbijt zoo gauw mogelijk opeet".
Zonder verder tegen te stribbelen, ging
Bliss zitten.
„U weet niet hoe aardig ik dat vind,
Mrs. Heath", zeide hij dankbaar, terwijl
hij een ernstig gemeenden aanval op het
gebakken spek deed. „Wanneer ik..."
„Loopt u den tijd nu niet vooruit, mijn
heer", viel Mrs. Heath hem in de rede.
„Ik geloof stellig en zeker, dat u alles zal
doen wat u kan, maar 't is zoo klaar als de
dag, dat u niet gewend bent om uw eigen
brood te verdienen, en voor uw slag men
schen is het hard, heel hard als ze er
ineens mee moeten beginnen. Op de be
nedenste verdieping woont een .jonge
kerel, die pas een plaats als chauffeur er
gens heeft gekregen", ging ze voort, „het
zou me niets verwonderen als ze u ook
konden gebruiken, met al dat autogedoe
langs de straat".
„Dat is een kapitaal idee, Mrs. Heath",
riep Bliss uit. „Dadelijk na het ontbijt,
zal ik even naar Long Acre gaan".
„Ik hoop, dat u geluk mag hebben, mijn
heer", zeide Mrs. Heath hartelijk.
Een uur later stapte Bliss een van de
grootste garages in Long Acre binnen.
Hij werd te woord gestaan door een keu
rig gekleed jongmensch, die met zijn han
den in zijn zakken en een sigaret bunge
lend in zijn eenen mondhoek, verveeld
heen en weer liep te slenteren. Met een
superieur air hoorde hij Bliss aan; toen
schudde hij onverschillig van neen.
„Geen sprake van", verklaarde hij kort
af. „We hebben al poetsers te veel en op
het kantoor is ook geen plaats open. Het
eenige wat we noodig hebben zijn chauf
feurs".
Bliss was al bijna bij de deur, toen hij
zich plotseling herinnerde, dat hij vroe
ger dikwijls zelf zijn wagen bestuurd had.
Hij kon met een gerust geweten zeggen,
dat hij een goed chauffeur was. Met een
ruk draaide hij zich om.
„Ik kan heel goed met een auto omgaan,
mijnheer", zeide hij snel. „Zoudt u me als
chauffeur kunnen gebruiken?"
„Voor wie heb je gereden?"
„Voor mezelf", antwoordde Bliss met
een terneergeslagen gezicht. „Ik heb vroe
ger zelf een auto gehad".
De jonge man bekeek Bliss van top tot
teen. Daarna wees hij naar een landau-
lette, welke midden in de reusachtige
garage stond.
„Sla den motor van dien wagen dan
maar eens aan", zeide hij bevelend, „en
breng hem, achteruit rijdend, op zijn
plaats, stand no. 7, tusschen den omnibus
en die groote Napier daar".
Tot zijn groote verbazing lukte het Bliss,
die order uit te voeren zonder ook maar
een fout te maken. De jonge man haalde
een fluitje uit zijn zak en blies er op. Even
daarna ging de deur van de werkplaats
open en kwam de voorman de garage bin
nenstappen.
„Je moet even meegaan om te zien, of
dit jongmensch hier behoorlijk kan rij
den", zeide de jonge man. „Als dat zoo is,
zorg dan, dat hij een rijbewijs krijgt en
zet hem op de lijst".
Daarna keerde hij zich onverschillig
om en wandelde weg.
Bliss, die al dien tijd had staan beden
ken, waar hij het jonge mensch toch meer
gezien had, herinnerde zich plotseling
met een schok, dat hijzelf nog geen vijf
maanden geleden, hier op dezelfde plaats
van hetzelfde jongmensch een auto van
duizend pond gekocht had.
„Bij wien ben je chauffeur geweest?"
vroeg de voorman.
(Wordt vervolgd.)
»•»-