KANNEWASSER VERKOOPT UIT! Rijk en geen geld NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. DE MACHTHEBBERS ACHTER DE SCHERMEN. ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1932 60sie JAARGANG De viering van den grondvvetsdag in Duitschland. - Er dreigt gevaar in de Engelsche textielindustrie. - De mislukte aanval op de Spaansche republiek. INVLOEDRIJKER DAN KONINGEN EN KEIZERS I WAAR DE WERELD GEREGEERD WORDT Onnoodig lijden. De mislukte opstand in Spanje. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, fl.25, f 1.35. Losse nos. 4ct.; fr.p.p. 6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. De vierinq van den qrondwetsdaq in Duitschland is, de tegenwoordige omstan digheden in aanmerking genomen, met vreugde gevierd en in alle rust en kalmte verloopen. De hoogste autoriteiten hebben er aan deelgenomen en overal werd druk gevlagd. Het spreekt vanzelf, dat er op dezen dag natuurlijk tal van speechen wor den gehouden en een van de belangrijkste redevoeringen was die van den minister van binnenlandsche zaken, von Gay], die met groote openhartigheid heeft gespro ken'over het standpunt van de regeering ten opzichte van de grondwet. Von Gayl heeft inderdaad waardig en indrukwekkend gesproken zegt de „Nw. Rott. Crt.": „Wij hebben geen andere-basis als uit gangspunt voor onzen opmarsch naar een staatkundig bestaan", heeft hij erkend. Het is uiterlijk opmerkelijk hem te hooren verkondigen, dat de grondwet van Weimar wel veranderd moet worden, doch tegelij kertijd de grondslag moet blijven van het ging van den minimumleeftijd voor kie zers, beteekent verzwakking van het radi cale element in Duitschland en vooral van de partij van Hitier. Instelling van een Senaat zou beteeken en: bescherming van de tegenwoordige regeering tegen de par lementaire macht, die nu meer dan eenige andere groep, de nationaal-soeialisten wil len doen gelden. Die Senaat zou mogelijk moeten maken wat Hindenburg op het oogenblik heet te willen: Een regeering buiten de partijen staande en niet alleen afhankelijk van den Rijksdag." Wordt Hitier rijkskanselier? leven van het Duitsche volk, en hem te vens die grondwet te hooren prijzen, om dat zij het Duitsche volk moeilijke tijden heeft helpen te boven komen. Voor de ge breken, die de politiek van het nieuwe Duitschland bleken aan te kleven, is niet alleen dè grondwet verantwoordelijk, zoo betoogde hij. Niet dat hij een wijziging van de grond wet bepleitte was het gewichtigste, maar dat hij die grondwet daarvoor als grond slag wilde behouden. Monarchisten en na tionaal-soeialisten zal hij met zijn woorden bitter hebben teleurgesteld en zelfs ge krenkt. Voor Hitier is van de hervormin gen, die von Gayl aanduidde, en die daar na ook door von Papen werden overge nomen, niets te verwachten. Een verhoo- Dreiqende stakinq in de Enqelsche tex tielindustrie. Naar Reuter uit Manchester meldt, heeft de algemeene raad van den bond van textielarbeiders besloten een al gemeene staking in de katoen-fabrieken aan te bevelen. Dit besluit is gevallen na afbreking der onderhandelingen met de patroons over een loonsverlaging en een weer te werk stelling van ontslagen ar beiders. De algemeene raad heeft geadviseerd steun te vragen aan den centralen raad van den textielarbeidersbond in de noor delijke graafschappen, die Maandag te Blackburn bijeenkomt, vóórdat aan het stakingsbesluit gevolg wordt gegeven. Een algemeene staking van arbeiders in de katoenindustrie in Lancashire zou bijna een kwart millioen arbeiders omvatten en zou kunnen leiden tot stopzetting van een aantal spinnerijen die eveneens bijna een kwart millioen arbeiders aan het werk hebben. Op de Spaansclie republiek is een mis lukte aanval qepleeqd, de eerste nadat ko ning Alfonso weggejaagd is. De ex-koning heeft er met „belangstelling" kennis van genomen, toen hij terugkwam van een jachtpartij. Het was een monarchistische beweging, waarvan de republikeinsche re geering al eenigen tijd mee op de hoogte was, vandaar dat de overval niet onver wachts kwam en men direct krachtige maatregelen kon nemen om den opstand te onderdrukken, en met succes. Het „Hbl." schrijft er o. m. over: De poging van een groepje generaals om, gebruik makende van de in breede kringen heerschende ontevredenheid over het beleid van de linksrepublikeinsche re geering, het republikeinsche regime als zoodanig een voetje te lichten, is falikant uitgeloopen en men moet zich afvragen hoe het mogelijk is, dat een generaal van het formaat van een Sanjurjo zich heeft laten vinden voor zulk een uiterst riskante Borah tot Marianne: „Als u de helft van moet u mij de helft daarvan geven!" de schulden wilt kwijtschelden, („Le Rire"). onderneming en daarvoor zijn persoon heeft ingezet. Het voornaamste resultaat van deze re actionaire „revolutie" zal wel zijn, dat de republikeinen van diverse pluimage zich thans nauwer aaneensluiten, nu zii een kleine waarschuwing hebben gehad, dat het rechts-revolutionaire gevaar niet ge heel denkbeeldig is te achten door onzen reizenden correspondent ANTON E. ZIEG FIELD. De wereldcrisis heeft een eigenaardig gevolg gehad; zij heeft een voor een alle personen en machten, die als de stuwen de krachten der wereldgeschiedenis van hun tijd, er altijd naar streven om zich op den achtergrond te houden en zich in een geheimzinnig waas te hullen, op den voorgrond gebracht. Toch zijn er ook thans nog selfmade- men, die heerschen, zonder dat wij iets naders van hen weten. Zoowel van de be kenden als van de onbekenden heeft onze medewerker, Anton E. Ziegfield, er eenige op zijn wereldreizen bezocht. Van hun loopbaan en hun tegenwoordigen in vloed, van hun pressie op den loop der wereldgeschiedenis, van hun rol in het wereldgebeuren, wordt in dit artikel een en ander verteld. Het gebouwtje in Wallstreet. Wallstreet 23, op een hoek van de be roemde Broadway staat een klein huis. Een ingang, door twee zuilen ^nhrand. Daarboven staat in eenvoudige letters: „J. P. Morgan Sons". Hier heerscht dus de machtigste en misschien ook rijkste man ter wereld, dit kleine huis geldt als het financieele centrum der aarde. My stieke voorstellingen zijn aan den naam Morgan verbonden. Hij heeft den franc gered, hij kan oorlogen ontketenen, hij kan vrede brengen. Morganzelfs een kind kent zijn naam. Maar men denkt niet aan de dikwijls nog machtiger lieden in het donker op den achtergrond. Morgan heerscht niet alleen! Een handjevol an deren houden de draden in handen, één dozi,jn, misschien twee dozijn deelen met Morgan in het regentschap der wereld. Opkomen, achteruitgaan, duizeling wekkende hoogten en vergeten. Welser, Fugger, de Rothschilds. En daarnaast namen als Mitaud, Lord Bearstead Hebt ge er reeds van gehoord? Bijna on bekenden bezitten tegenwoordig bijna ongehoorde macht, zijn invloedrijker dan keizers en koningen waren. Azië1000 millioen menschen, die langzaam ontwaken, die met de niet tegen te houden kracht van lawinen zich uit breiden. 1000 millioen menschen.... en een handjevol menschen slechts, een fa milie slechts, die dit handjevol be- heerscht. Dat zijn de Mitsuis. Heeft u ooit hun naam gehoord? Hachiroemon Mitsui, de heerscher over het groote Japansche industrie- en bankconcern heeft kortge leden het inwijdingsfeest gevierd van het nieuwe kantoorgebouw in Tokio. Het is een paleis, dat 30 millioen yen kostte, 36 millioen gulden ongeveer. Een wolken krabber temidden van het wolkenkrab berskwartier. Expresse-liften, staal, glas, beton, zooals in New York. Veel licht, metalen meubels, aardbevingzekere fun deering. En dit reuzenhuis werd volgens de oude zeden door de Shintopriesters in gewijd. Visch en olie werden geofferd, de oude gongs klonken door het huis en Hachiroemon Mitsui bad voor zijn voor vaderen. Mitsui, dat belichaamt in Azië allen rijkdom, dien men zich kan droo- men. Geen groot schip, geen magazijn en geen kolenmijn, geen bank en geen wa renhuis van eenigen omvang, dat niet de drie letters M. B. K. zou dragen. Dat wil zeggen: Mitsui, Bussan Kaisha, Mitsui's Handelmaatschappij. Deze wordt geleid door Baron Hachiroemon en zijn zoon. M. B. K. heerscht in Japan en op Korea, in de vlakten van China en Mantsjoereij. M. B. K. staat op de drie millioen petro leumlampen, die de Mitsui's voor de helft van den kostprijs in China verkochten om daar een markt voor hun petroleumbi-qn- nen te vormen. Zij deden dit lang voor de Standard Oil. Baron Mitsui ontvangt zijn gasten gezeten achter een volkomen leege schrijftafel. Hij is een kleine grijsharige Japanner. En ondanks de verscheiden heid der rassen, ondanks de belachelijk heid van de vergelijking: hij lijkt op den filmspeler Adolphe Menjou. Hetzelfde snorretje, dezelfde schuinopgetrokken wenkbrauwen. Alleen draagt de baron een bril zonder randen. In 1602 opende een van de voorvade ren van Mitsui een pandhuis. Een onder neming, waaraan ook andere families hun grootheid te danken hebben. Spoedig werd het pandhuis uitgebreid met een handel in specerijen en Saké-wijn. De zaak heette: In den vorst van Echigo, om dat dit de titel was van de voorouders van Tobuké. De oudste zoon van Tobuké ging naar Yedo, zooals Tokio destijds heette en handelde in stoffen. De onder neming van Mitsui begon bijna op dezelf de wijze als die der Fuggers in Europa, met het eenige verschil, dat de onderne ming der Mitsui's nog bestaat. Dit is een van de groote onbekenden. Maar ook midden in Europa heerschen mannen, die bijna niemand kent. Dannie Heinemann bijv., de leider der „Sofina", de „Société financière et d'entreprises industriecles" in Brussel, die met de Gb- neral Electric achter zich, de almachtige electriciteitsmaatschappij onder directie van Owen Young, die op zijn beurt weer Morgan achter zich heeft, een wijdver takt concern leidt, waarin bedrijven van bijna niet voor te stellen kapitaalkracht zijn vereenigd. Dannie Heinemann is de tegenstander van Löwenstein geweest de bankier met de sprookjesachtige carrière, die uit een vliegtuig verdween en van wien men tot op het huidige oogenblik niet weet hoe hij stierf en of hij stierf Dannie Heinemann was ten tijde van Rathenau een eenvoudig ingenieur bij de A. E. G. En is op het oogenblik de rech terhand van Loucheur, den voormaligen minister, chef van Thomson Houston in Frankrijk. Het vermogen van Heinemann wordt op 100 millioen dollar geschat. Zijn macht wordt door geen enkele andere in de Europeesche electriciteits-industrie overtroffen. En toch kent bijna niemand zijn naam. En dan: Daar zijn de onbekenden der Londensche City. Tot voor kort nog de geldmarkt van de geheele wereld. Het hart van een wereldrijk. In dit gewirwar van stegen en gangen, hier in de hon derdduizenden kantoren loopen nog steeds vele draden der wereld samen. Hier werkt een geweldige macht. Een millioen man personeel gemiddeld. En een handjevol weer, dat heerscht. Twee, drie menschen weer, die in een mystiek- duister verscholen blijven, wier macht en wier rijkdom zoo groot is, dat zij in de wolken zwevende aan den blik van het groote publiek onttrokken blijven. Lord Bearstead bijvoorbeeld behoort hiertoe. Men spreekt nauwelijks van Lord Bearstead. Zelfs in Engeland zal van de honderd menschen er nauwelijks één weten wie hij is en wat hij gedaan heeft. Hij heeft Engeland de voorpoststelling in de toekomstige petroleumzaken ver zekerd. De petroleumbronnen van Rockefeller vloeien en brengen elke seconde goud binnen. De firma's van Bearstead echter bezit ten alle bronnen der toekomst, in alle vier werelddeelen behooren de geweldige nog niet ontgonnen petroleumbronnen aan hen. Velden, die veertien maal zoo rijk zijn als alle Amerikaansche tezamen ge rekend. Zijn kunst is het onderhandelen, het samenbrengen van tegenstanders, het samenknoopen van belangen. Hoe deze man leeft, hoe hij eruit ziet? Hij draagt zijn cylinder zooals nog vele andere leiders der City die dagelijks dragen, hij heeft meestal een donker grijze overjas met zijden revers aan en een boord, die de breede hals niet be moeilijkt. Zijn blik is heidér, zijn mond steeds een weinig geopend. Scherpe bril- leglazen en een snor. Lord Bearstead zegt niets over zijn werk, trouwens hij spreekt over hef' algemeen zeer weinig. Ook „Who's Who", het groote naslag werk voor alle grooten dezer aarde, zegt bijna niets over hem. „Bearstead, Vis- count, Marcus Samuel" staat daar. In 1853 in Whitechapel als zoon van ortho doxe joden geboren. Hoofdorganisator van de Engelsche Oliebelangen (Royal Dutch Shell groep) 1902 Mayor of Lon- don. 1921 Peerage (Lord Bearstead) 1924 Viscount Olie, dat is tegenwoordig de voornaam ste grondstof der wereld. De stille, mach tige, onophoudelijke strijd tusschén En- Als iedere beweging u pijn doet, als pijn in de lendenen, urinestoornissen, hoofdpijn, dui zeligheid en rtjeumatische pijnen uw leven tot een last tnaken en gij uw werk moet laten lig gen, wordt gij gewaarschuwd, dat de organen van uw rug niet behoorlijk werken. Waarom wilt gij noodeloos lijden aan rheu- matiek, spit, waterzucht of blaaszwakte? Gebruik Foster's Rugpijn Pillen bij het eerste waarschuwende teeken der organen, welke de urine afscheiden en zoodoende ds onzuiverheden uit het bloed filtreeren. Fos ter's Pillen heelen en versterken deze ver zwakte organen, zoodat de onzuiverheden, welke zich anders ophoopen en afzetten en zoodoende eindelooze pijn en ongemak ver oorzaken, afgevoerd worden. In alle deelen van Holland hebben dankbare personen hun levenslust herwonnen, dank zij Foster's Pillen. Bij alle drogisten enz. 4 1.75 per flacon. geland en Amerika gaat om de olie. „Of men het geld bezit, of slechts con troleert", zei eens John J. Rascob, de vroegere president van de General Mo tors, „blijft hetzelfde. De machtigste lie den zijn de bankdirecteuren, die zelf ten hoogste een dozijn millioen bezitten, maar een stroom van honderd millioen kunnen besturen en over de deposito's van hun ondernemingen beschikken..."- (Slot volgt). Volgens de thans uit Madrid inkomen de officieele berichten is de militaire op stand, die zijn kern te Sevilla scheen te hebben, waar de populaire generaal San jurjo zelfs reeds de samenstelling van een nieuw ministerie had bekend gemaakt, waarvan hij zelf het hoofd was, bedwon gen. Het ministerie van binnenlandsche zaken heeft verklaard, dat het thans over al rustig is. De gewezen koning is, eveneens vol gens een officieele mededeeling, niet bij den opstand betrokken geweest. Koning Alfons bevindt zich in Tsjechoslowakije, zijn kinderen zijn op een zomerreis in Ierland. Generaal Sanjurjo in hechtenis genomen. Belga seint uit Madrid: Het ministerie van binnenlandsche zaken deelt mede, dat generaal Sanjurjo, generaal Herraiz, luitenant-kolonel Este- ran en kapitein Sanjurjo, zoon van den generaal, in de buurt van Sevilla in hech tenis zijn genomen. Te Sevilla. Te Sevilla hebben de opstandelingen zich overgegeven. De regeering heeft ter onderdrukking van den opstand troepen ter sterkte van ongeveer 15.000 man naar Sevilla gezon den. De militaire rechtbanken zijn reeds Woensdag bijeengekomen om de gear resteerde leiders der opstandelingen te veroordeelen. De Sevilliaansche vakverbonden heb- Wil meneer de directeur zoo vrien delijk zijn en dit einde van de centi- metermaat vasthouden, dan zal ik met het andere eind omloopen ik ben direct terug. („Vart Hem"). FEUILLETON door E. PHILLIPS OPPENHEIM. 32) „Maar denk er 0111, ik vind het een schandelijke verkwisting", zeide ze nog eens bestraffend. Plotseling stond Bliss zijn leven van zes maanden geleden voor den geest. Hij lachte en sloot even zijn oogen. Afkeu rend keek ze hem aan. „Ik meen het heusch," hielud ze aan, „En nu moet je me eens vertellen,, wat je op het oogenblik uitvoert en wat je ver dient". „Op het oogenblik ben ik chauffeur bij de Sun motor Company op een salaris van dertig shilling in de week", zeide hij lachend. „Maar daar ik het genoegen heb om vijf shilling in de week te mogen af dragen aan mijn lieven engel van een meesterknecht, is mijn netto salaris vijI- en-twintig shilling. En de vent verdient zelf nota bene vier pond tien shilling in de week". „Wat een mispunt!" „Maar", ging hij voort, „we moeten niet vergeten, dat we tenminste een be trekking hebben en daardoor een dak bovqp het hoofd". „Het schijnt wel, dat sommige men- gchen het altijd moeilijk moeten heb ben'-', zuchtte ze. „Zoo nu en dan over dondert het je gewoonweg. Als je eens nagaat, dat er voor ons eigenlijk maar twee dingen mogelijk zijn: of je hebt een betrekking en daardoor eten en dinken, of je hebt geen betrekking en dan heb je ook niets, geen eten en geen dak boven je hoofd. Weet je wel, dat ik nog net zeven shilling in mijn zak had, toen ik deze be trekking kreeg?" „Maar waarom ben je bij rnr. Masters vandaan gegaan?" „Hfj wou met alle geweld met me trou wen," zeide ze rustig. „En ik ik kon 't gewoonweg niet." „Waarom niet?" vroeg hij schor. Frances hief het hoofd op en keek hem aan. Even daarna had hij onder het ta feltje door haar hand gegrepen, 't Was, alsóf het kleine restaurant er plotseling heel anders uitzag; door hun eigen ge- luksstemming werd het in een paradijs van warmte en licht herschapen. In wer kelijkheid was het zaaltje heel poovertjes, bestonden de gasten hoofdzakelijk uit dat speciaal soort menschen, dat met den ver zamelnaam „Bohémiens" wordt aange duid. Aan het tafeltje naast hen zat een man, die een mandoline te voorschijn had gehaald en er nu, terwijl hij achterover in zijn stoel was gaan zitten en zijn oogen in de verte schenen weg te droomen, een eigenaardig tinkelende muziek aan ont lokte. De andere gasten waren bijna allen menschen, die even waren komen eten, voordat ze weer aan 't werk moesten variété-artisten, waarvan de meesten nog een avond hard werken voor den boeg hadden, schouwburg-suppoosten en een collega van Bliss. Geen van de gasten had dat air van uitzijn, dat men in de voor name restaurants zoo veelvuldig aantreft, voor hen was het eten buitenshuis een deel van den gewonen gang van zaken. En toch leek het Frances en Bliss, terwijl ze daar had in hand aan hun tafeltje za ten, dat die geheele omgeving volmaakt was. „Dus nu ben je chauffeur," trachtte ze het gesprek te beginnen, terwijl de kell- ner den volgenden „gang" op tafel zette. „Ik ben bang, dat je nogal van variatie houdt.eerst was je reiziger, toen por tier bij dien eigenaardigen ouden heer mr. Cockeril. wat ben je eigenlijk nog meer geweest?" „Hulp in een groentenwinkel," voltooi de hij haar opsomming. „En dat zou zijn succesbetrekking geweest zijn, als mijn voorganger niet weer onverwacht was komen opdagen." Frances zuchtte. „Ik geloof, dat je erg onpractisch bent," zeide ze ernstig. „Dat kan ik niet tegenspreken," moest hij toegeven, „maar van vanavond af ben ik van plan mijn leven te beteren." „Iemand van jouw opvoeding," ging ze streng door, „moest hoogere aspiraties hebben dan chauffeur te zijn op een sala ris van dertig shilling in de week." „Vergeet de fooien niet," zeide hij op gewekt. „Deze week heb ik zes shilling aan fooien bijverdiend." „Volgens mijn opinie," zeide ze heel ernstig, „zijn fooien beneden je waardig heid." Overbluft keek hij haar een oogenblik aan. „Voor ons zijn fooien iets heel ge woons," stelde hij haar gerust. „Zoo iets als een dankoffer, dat de menschen veilig en wel op de plaats van bestemming zijn aangeland." Frances schoot in den lach. Het leek wel alsof er gedurende dat laatste halfuur een veel intiemere verhouding tusschén hen beiden ontstaan was. „Nu moet je me toch eens eerlijk ver tellen," zeide Frances, „waarom je bij mr. Masters vandaan gegaan bent, nadat je hem zoo vooruit geholpen had. Denk eens aan de positie, die je had kunnen heb ben," ging ze neerslachtig voort, „wat zou alles dan nu anders geweest zijn." Bliss boog zich iets tot haar over. „Ik zal je eerlijk de waarheid zeggen. Het geld, dat ik voor het slagen van mijn plan noodig had, heb ik geleend van mijn ergsten vijand, onder de voorwaarde, dat ik op geen manier er persoonlijk van mocht profiteeren." „Van je ergsten vijand heb je het ge leend," herhaalde ze verbaasd. „Wat be zielde hem, 0111 het jou te geven?" „De man had nu eenmaal zekere ver plichtingen aan me," legde Bliss haar uit. „die hij met geen mogelijkheid kon negeeren. Je kunt me gelooven, als ik je zeg, dat die vijfhonderd pond voor hem evenveel beteekenden als een penny voor ons. Hij is een type, dat in een royale bui dikwijls zulke sommen weggeeft, zonder er iets van te merken." „Zoo nu en dan," zeide ze, terwijl ze hem strak aankeek, „ben ik bang, dat je niet heelemaal goed bij je hoofd bent." „Wel, gewoonlijk ben ik er zeker van," lachtte Bliss, ..Neem vanavond bijvoor beeld. Hier in dat kleine restaurant, ter wijl mijn eenige bezitting, een paar shil ling is en de kleeren die ik aanheb, heb ik een gevoel, ik in het paradijs zit. Wat is er?" Met een ruk draaide hij zijn hoofd om. Zonder dat ze het gemerkt hadden, was een mager jongmensch, gekleed in een onsmakelijk uitziend werkpak, hun tafel tje genaderd. Terwijl hij de boodschap overbracht, leunde hij vertrouwelijk over Bliss heen. ,,'t Spijt den baas heel erg," begon hij met een schorre stem, „maar twee lui zijn d'r ziek en George moest met een wagen naar Yorkshire. Hij is daarnet op gescheld en nou moet jij rijden." Bliss knikte. „Over vijf minuten zal ik zorgen er te zijn," beloofde hij.' De man verdween met een grijns, die zijn sympathie moest uitdrukken. „Ik moet weg," mopperde Bliss. „De menschen daar in de garage houden er niet de minste rekening mee, dat ik mijn vrijen avond heb." „Daar is nu eenmaal niets aan te doen," antwoordde Frances, terwijl ze haar handschoenen aantrok. „Wil je daar even blijven zitten?' vroeg hij. „Ik wil je goed in me opnemen, zooals je nu bent." De man met de mandoline was weg gegaan, maar aan den anderen kant van het kleine zaaltje zat een groep jongelui, waarvan een een viool te voorschijn had gehaald, waarop hij zacht zat te tokkelen. Het zaaltje was nu stampvol, de atmos feer was een zuivere mengeling van geuren, waarvan tabaksrook en een ge- braden-vleesch-en-uien-luchtje wel de twee hoofdbestanddeelen waren. En 't was in zulk een milieu, dat Bliss voor het eerst bewust de vrouw zag, door wie hij een geheel nieuw gevoel had leeren ken nen. Ze was een slank en mooi gebouwd meisje, wat door haar slechtzittend con- fectie-mantelcostuum slechts ten deele verborgen werd. Achter tegen die blanke huid van haar mooi geronden hals lag een donkere krul, welke uit het zware ge vlochten kapsel ontsnapt was. Weliswaar zag ze wat bleek, maar haar karakteris tieke wilskrachige mond sprak elke ge dachte aan ziek zijn tegen. Ze had groote, heldere oogen, waarmee ze hem nu plot seling half-lachend, half-verontwaardigd aankeek, toen ze zijn blik ontmoette. „Hoe durf je me zoo aankijken," pro- tersteerde ze. „Nog heel eventjes," vroeg hij smee- kend. Hij keek naar haar eenvoudig zwart- vilten hoedje met zijn eenigszins ver bogen rand, dat als eenige versiering een klein verregend bosje viooltjes had. Daarna keek hij naar haar handschoe nen, welke ze juist aan 't dichtknoopen was; wat waren ze teekenend met hun vele stoppen! Hij keek zelfs naar de een voudige rijglaarzen met hun dikke zolen, waarvan de een met een zoogenaamd onzichtbaar lapje prijkte. Nu lachte ze vrijuit, waai'door eeen rij tanden te zien kwam, die Maisie Linden haar benijd zou hebben. „Ik denk er niet aan, 0111 nog langer te blijven zitten," zeide ze quasi verontwaar digd, terwijl ze meteen opstond. Bliss volgde haar voorbeeld. In zijn overmoedige bui drukte hij den kellner, die hem gedienstig in zijn jas hielp, stilletjes six pence in de hand met het prettige gevoel, dat hij eigenlijk iets deed, wat niet mocht. „Wees maar niet boos," zeide hij lachend, terwijl hij met Frances de deur uitging, „ik wou je alleen maar eens goed opnemen, zoodat ik me later precies zou kunnen herinneren, hoe je er op dat oogenblik uitzag." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1