Uit de practijk.
Practische wenken.
Indische Korte golf.
I 1
wie op de hoogte is, of door vele medici
op de hoogte gebracht werd, van het voor
treffelijke werk dat de daar opgeleide vroed-
vróuwen in zeer groote lagen van de bevolking
verrichten, begrijpt dit ook volkomen. Niet
érnstig en fel genoeg kan dan ook, naar de
meening van tallooze Amsterdammers tegen de
voorgenomen opheffing geprotesteerd worden.
En zij' wenschen dan ook zoowel dr. Heijer-
mans, de directeur van onzen G.G.D. als dr.
Meur er (die ook buiten zijn directeurschap van
de School als medicus èn als roeisport-traincr
en autoriteit uiterst populair is!) van harte
siicces toe met hun campagne tot behoud der
Instelling. Dr. Heijermans heeft onlangs uitge
rekend, dat bij sluiting van de school niet veel
meer dan een 3500 per jaar bezuinigd zou
worden en hij voegde daaraan toe: „Het is mij
eenvoudig onbegrijpelijk, dat men voor een
goede vijf en dertig honderd gulden per jaar
een krachtig levende instelling, die zooveel
voor de bevolking doet en waarbij de werkers
met liefde en toewijding zich geven, wil slui
ten". En zeker is dat niet alleen hèm onbegrij
pelijk! Des te onbegrijpelijker en ergerniswek-
kender wordt de zaak nog indien men verneemt
dat er, in tegenstelling met hetgeen men Am
sterdam ten dezen toedenkt, gedacht wordt
overuitbreiding van de Vroedvrouwen
school te Rotterdam Heeft soms de Rotter-
damsche ooievaar bij de heeren in Den Haag
zooveel streepjes op zijn Amsterdamschen col
lega voor. dat hij daar naar behooren en met
welwillendheid ontvangen en hier uitermate
grof bejegend moet worden? Waarom?
De slaap.
Kinderen kunnen ook fe veel slapen,
vooral 's zomers. Een zes- tot achtjarig
kind heeft voldoende slaap van
's avonds 8 uur tot 's morgens 7 uur.
Blijven liggen in bed, zonder dat de
kinderen slapen, maakt hen slap en lus
teloos. Dadelijk na het opstaan*moeten
zij gewasschen en aangekleed worden
en zoo mogelijk vóór het naar school
gaan in de buitenlucht vertoeven.
'Is het jaargetijde gunstig, dan slapen
zij met geopende vensters.
Indien men een stofje of insect in het
oog heeft gekregen, wrijve men, in
dien dit tenminste noodig is, het andere
oog. Het aangetaste oog maakt de be
weging mede en zal in vele gevallen,
datgene was men in het oog heeft ge
kregen. naar den ooghoek drijven,
waardoor men het gemakkelijk verwij
deren kan.
Bij hardnekkige gevallen moet het
ónder- of bovenlid van het aangetaste
oog voorzichtig omgekeerd worden,
hetgeen echter eenige handigheid ver-
eischt.
Verbinden van wonden.
Bij het verbinden van wonden of bij
het aanbrengen van pleisters moet de
grootste voorzorg in acht worden geno
men; het gedeelte der huid onder de
pleister en in de eerste plaats natuur
lijk de wond zelf, moeten anti-septisch
gereinigd worden.
Bij het afnemen der pleisters moet
wórdenom de grootste omzichtigheid
betracht worden, daar de wonden
gauw openrijten. Het afwasschen der
pleistersporen moet met alcohol en in
geen geval met benzine geschieden.
Kleine verwondingen.
Bij het picniccen in den zomer, zoo
wel als bij het zwemmen moet men
iedere kleine verwonding zorgvuldig
behandelen; snijwonden, zoowel als ge
wone schrammen of splinters. Wordt
dit niet gedaan en de wonde niet zeer
goed gezuiverd en verbonden, dan kan
men de grootste infectie krijgen. Voor
al moet ervoor gezorgd worden, dat de
wonde niet door aarde verontreinigd
wordt, daar zich hierin de zoozeer ge
vreesde bacillen van tetanus kunnen be
vinden.
„Geeft u mij den hoed twee dagen op
proef, ik wil toch eens zien of ze me
met zoo'n hoed op zullen aanspre
ken!"
(„Götz").
i
Geen barsten bij het koken
van eieren.
Om het stukgaan van eieren bij het
koken te voorkomen, geeft men met
een fijne naald een klein prikje in de
schaal. Het spreekt vanzelf, dat dit
heel voorzichtig moet geschieden.
Zijden kousen.
Zijden kousen kunnen ons soms- be
geven, doordat een steek aan den bo
venkant loslaat en in een minimum van
tijd tot den enkel is doorgeschoten. Hoe
wel men deze steken tegenwoordig in
verschillende zaken machinaal kan
laten opnemen, is het voorkomen van
steken vallen beter. Men stikke hiertoe
een paar cm van den bovenkant af
eenige rijen op de machine; de steken
zitten vast en zullen niet vallen.
Hard worden van zout.
Zout is een mineraal, dat de eigen
schap heeft, vocht tot zich te trekken.
Vaak geschiedt het na regenachtige
dagen, dat de zoutstrooier geen zout
doorlaat en openen wij deze, dan zien
wjj, dat het zout in harde stukken bij
een gehouden wordt. We voorkomen
dit euvel, door enkele rijstkorrels bij
het fijne zout te doen, die het vocht tot
zich trekken, waardoor het zout gemak
kelijker gestrooid kan worden.
("Nadruk verboden).
BRIDGE.
Vroeger werd het kaartspel in hoofd
zaak door oudere menschen beoefend,
maar tegenwoordig heeft men ontel
bare bridgeclubjes van jonge vrouwen,
ja zelfs van jonge meisjes. Het bridgen
beheerscht alles en vaak tot vervelens
toe hoort men na het spel niets anders
dan uitleggingen over al of niet goed
spelen of bieden. Gelukkig wordt „en
passant" de maag niet vergeten en, hoe
wel vaak gedachteloos, voorzien van
allerlei snoeperijen.
Vroeger werd veel meer tijd aan al
lerlei andere bezigheden besteed: hand
werken werden met veel geduld ge
maakt, boeken besproken, ijverig piano
gestudeerd. Helaas is dit instrument,
ook door de steeds toenemende radio
toestellen, zeer op den achtergrond ge
raakt.
De radio verdrong de muziekinstru
menten en het bridgen vaak de gezel
ligheid. Is dit laatste misschien een
gevolg van gebrek aan discours en al-
gemeene ontwikkeling?
„Hallo zeg, kunt u niet een beetje sneller rijden?"
„Als ik te langzaam rijd, gaat u maar te voet!"
„Ja, maar zoo vlug bedoel ik het nou weer niet!"
(„Berlinske Tidende").
Wie vroeger in den goeden ouden
tijd, die nog niet eens zoo heel lang
geleden is, over Indië sprak, dacht on
willekeurig aan een groot mooi land,
vol bloemen, moois en interessants en
volgoud. Goud en geld hoorde bij
Indië, zoo goed als de hitte en als men
het daarover had, dacht en zei men:
„Nu ja, op het heetst van den dag
slapen de menschen daar".
Men is wel zóó ver, dat men weet
dat dit absoluut niet het geval is, dat
al die dingen beginnen met: „Er was
eensnet als de prachtige sprook
jes uit onzen kindertijd en dat sommige
van die sprookjes zelfs nooit hebben be
staan: dat van het slapen zeker niet.
Alleen de Gouvernementsambtenaren
zijn zoo fortuinlijk om om twee uur
thuis te komen en na het eten te kun
nen gaan slapen. Gewone handelslie
den, menschen van ondernemingen en
het gros werkt den heelen dag door:
van zes of iets later tot vijf, of óók iets
laterMaar zulke dingen zijn niet
nieuw nu men zich wat meer verdiept
in Indië en het leven daar, waarvan
de meesten zoo'n wonderlijke en schee-
ve voorstelling hebben.
Er komen films en lezingen over dat
verre land, waar zoovelen familie en
kennissen hebben en men neemt de
moeite, er iets meer van te lezen en te
hooren, wat nuttig en noodig is.
Dat het goud er allesbehalve meer op
den weg ligt, weet men wel en dat men
in Indië momenteel zwaar zucht onder
den belastingdruk, den crisistoeslag
daarop en onder de malaise, kan men in
elke krant lezen. De toestand is er zeer
zeker ernstig door de duizenden ont
slagen en het feit, dat het voor een
Europeaan iets vreeselijks is om in den
kampong te wonen.
De meeningen over al of niet naar
Holland komen, zijn zooals alle mee
ningen zeer verdeeld. Velen vinden
het verstandiger als men, eenmaal ont
slagen, en bijna zonder middel van be
staan, in Indië blijft, omdat het leven
daar natuurlijk goedkooper is, als men
tenminste op zoo'n onderneming of in
het gehuurde of aangewezen huis
gratis kan blijven wonen; vrij dokter,
erfkoelie, water en licht heeft en de
Hollandsche vrouw zelve de handen
heel erg uit de mouwen steekt, zelf
kookt, wascht, strijkt, het huishouden
doet en alles, zoodat voor bedienden
niets hoeft te worden uitgetrokken. Men
kan er van rijst leven, met een kleinig
heid erbij en het eten is op Java mo
menteel goedkoop. Op de Buitenbezit
tingen nog steeds niet, daar blijft alles
duurder omdat het van zoover moet
komen en er niet zooveel concurrentie
is. Men kan zich in Indië goedkoop
kleeden, omdat er niet het afwisselen
der seizoenen is, maar vooral op groote
plaatsen is zoo'n leven haast ondoen
lijk. Men kan de kinderen niet op
school laten, omdat de afstanden te
groot zijn om te loopen en de werkloo-
ze Europeanen niet zoo maar geld voor
fietsen of taxi's, tram of karretje te
missen hebben, terwijl schoolkinderen
nu eenmaal goed voor den dag moeten
komen en dan veel kleeren moeten be
zitten, die gauw slijten door het transpi-
reeren en dagelijks wasschen. Schoe
nen moeten er zijn, schoolbehoeften,
eten en dat alles kost geld, dat afschu
welijke geld.
/Voor een Europeesche vrouw is het
bovendien een heel ding om alles zelf
te doen in zoo'n afmattende tempera
tuur, te kampen met tropenziekten en
voor een man is het deprimeerend en
vreeselijk den heelen dag rond te loo
pen en op werk te wachten.
Voor de kinderen die met hun ouders
in een kampong terecht komen, betee-
kent dat onherroepelijk ondergang; ze
zakken wanhopig omdat het kampong
leven voor Europeanen volkomen on
geschikt is en de vloek der werkeloos
heid is daardoor in het vroegere Goud
land nog erger, in het land van zon en
weelde, waar men ver af is van familie
en vrienden.
Maarnaar Holland komen met
een heel gezin, intrekken bij familie,
is óók geen ideaal en veel families zijn
daarvoor ook niet te vinden. Ze huldi
gen het principe, dat elk maar voor zich
moet zorgen en bevestigen den regel,
dat men veel vrienden heeft in voor
spoed, maar dat vrienden in den nood...
De naastenliefde is bij de meesten niet
zoo héél groot en het „elk voor zich"
prijkt in het wapenschild der meesten,
zoodat het voor de ontslagenen uit het
oude Goudland bitter erg is en men
zich dikwijls afvraagt waar het heen
moet met alles en allen. Daarom: we
moeten denken aan de bewoners van
onze mooie Koloniën en de handen in
eenslaan, waarvoor de Alg. Yer- va"
Jonge Mannen het voorbeeld in heeft
gegeven gelukkig. Want anders wordl
de toestand nog erger en de gevolgen
niet te overzien. De gevolgen voor al
die Hollandsche kinderen vooraL
Heeft elk kind geen rechten en doel
goed voorbeeld niet goed volgen?
Verhip wat is het warm. Maar dat komp
door het mooie weer. Nou dat hebben we toch
wel hé de laatste dagen en nou kenne we lek
ker naar het strand en daar is het ook wel
lollig. Want hier magge ze nog allemaal bij
elkaar spele en dat mag in andere plaatsen
niet. Daar moeten de bokken van de geiten zeg
m'n vader en toen ik aan m'n zuster vroeg wat
nou wel een geit is, of liever gezeg wat m'n
vader nou wel met die bokken en die geiten
bedoelde toen zeg ze weer wat tegen me, maar
dat zal ik maar niet in de krant schrijve want
anders leere jullie allemaal veels te gekke
woorden.
En d'r is van de week ook weer van alles te
doen gewees op het strand en toen er strand-
fees was en dat was ook wel aardig en de
matroze zijn nou allemaal weg die zijn met
vacantie en nou zie je de meissies allemaal al
leen in de stad loopen en nou lagge ze ook
veel meer as anders, maar waarom ze dat nou
allemaal doen dat weet ik niet.
Weet u wat ik nou zoo vervelend vind, dat
van al die komkommers zoo as ze dat bij de
krant noemen, want nou gebeurt er niks en as
d'r wat gebeurt dan schrijve ze d'r maar een
heel groot stuk over, dat doen ze zeker omdat
de komkommers ook zoo lang zijn, want anders
zopwen ze dat allemaal geen komkommertijd
noemen hé.
En de O 13 is ook weer teruggekomen en
die is heel ver weg geweest. En ik heb d'r ook
een hoop foto's van gezien en daar hadden al
die mensche hun pakkie uitgetrokken, en de
officieren ook want die liepen allemaal in hun
hemp vanwege de warmte en ook die dikke
lange proffessor heb dat gedaan maar wat zou-
wen nou al die matroze hebbe moeten doen
toen al die meheere in hun hemp liepen. Dan
hebbe die officieren toch niet die jas met die
strepen aan hé nou dan kenne ze toch ook niet
zien of dat wel officieren waren, wat zouwe
ze nou gedaan hebbe, alleen maar dag meheer
gezeg hebben en meteen de mus afgenome heb
ben net zoo as Wimpie dat doet.
En ze hebbe ook gedoke en nog wel een
heele hoop keere en de kok die ze hadde die
heb ook taarten gebakt omdat d'r een jarig
was en heb u ze wel eens op een film met een
taart gezien. Nou dat heb ik gedroomp maar
dat zal ik maar niet schrijven want anders
worde al die mensche vast en zeker kwaad en
dat zou ik niet wille want as je in de krant
schrijf dan mag je wel schrijven, maar je mag
de menschen niet kwaad maken. As je dat nou
wil weten dan moeten jullie ook maar eens naar
de bioscoop gaan maar dan moeten jullie gaan
as d'r een een taart in de ander z'n gezig laat
vallen want anders weet je nog niet wat ik nou
bedoel met wat ik gedroomp heb.
Maar nou zijn ze d'r weer en net nadat ze
daar uit dat land of liever van die eilanden
weg waren toen is de aarde daar gaan beven
en dat is niet prettig. As zullie dat nou maar
niet gedaan hebbe want ze kenne toch bes
ergens tegen opgevare zijn toen ze onderwater
zaten en die meneer die ook een proffessor is
maar dat is d'r een in België, die is nou de
lucht in gegaan en nou zeg die meneer van de
krant datte die al 10000 meter hoog is. Maar
vind u dat nou ook niet gek, dat het juis alle
maal van die proffessoren moeten weze, die zoo
hoog in de lucht gaan en ook onder water.
Maar m'n vader zeg, datte hij ook wel eens
onder water is gewees een paar jaar geleden,
toen is die in Frankrijk en in Duisland op va
cantie gewees en toen ik 'm vroeg of dat dan
een mooie boot was waarin ie onder water is
gewees toen zeg ie tegen me dat ie heelemaa!
niet in een boot onderwater is gewees en toen
ik 'm vroeg hoe dat mogelijk is want as je toch
onder water gaat dan moet je toch in een boot
gaan zitte toen zei m'n vader dat ik m'n mond
houwe moet omdatte zoo'n aap niet alles hoef
te wete en toen ben ik maar naar Heintje ge-
loopen en die zei datte de manne wel eens meer
onder wat. blijve maar wat dat nou precies
beteekt dat wis ie ook niet. Dat komp zeker
van de warmte, want warm is het wel hé en
dat is maar goed ook want dan kenne die men
sche die aan het strand zijn en van alles ver»
koope veel geld verdiene en as ze dat nl€#
doen dan krijge we maar werrekeloozen en die
gaan toch maar stake net as op andere plaat
sen. Nou ik moet nou weer ophouwe, want -"r
ken niks meer bij. Dag hè, tot de volgt ie
week zalle we dan maar weer zegge