VERKOOPT UIT!
Rijk en geen geld.
j Versch gek
HOLLAND'S
BESTE KWALITEIT
Versch gekarnd met
allerfijnste
Roomboter onder
Rijkscontrêle.
Het prijsniveau Ottawa, Prof. Cassel etc.
NIEUWSBLAD VOOR L£N HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
60ste JAARGANG
Hen conflict in de Engelsche katoen-industrie. - De
conferentie te Ottawa en de economische wereldconfe
rentie. - De toestand tusschen China en Japan weer meer
gespannen.
De Duitsche Rijksdagzitting.
25 °/o alle
FEUILLETON
HELDERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulovvna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
fl.Modeblad resp. 10.95, f 1.25, fl.25, 11.35. Lossenos.4ct.fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ju.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct.
Er is een dreigend conflict in de Engel
sche katoen-industrie waarbij een hall
millioen arbeiders betrokken zijn. Mocht
het dus in ernst tot een staking komen
dan zal dit half millioen het leger van
twee millioen werkloozen in Engeland
komen versterken. In textielkringen hoopt
men nu nog dat minister-president Mac-
Donald zich met het conflict zal bemoeien
en het daardoor zal voorkomen worden.
Zijn persoonlijken invloed is natuurlijk
groot en al gelooft men niet dat hij de
beide partijen tot overeenstemming zal
kunnen brengen, hoopt men toch dat de
afgebroken onderhandelingen weer zullen
worden hervat.
In tal van fabrieken hebben de arbei
ders reeds thans als protest tegen de
loonsverlaging het werk neergelegd, en
deze afzonderlijke protestactie neemt
voortdurend in omvang toe, zoodat men
verwachtte, dat Donderdag weer 52.000
arbeiders minder in de weverijen zouden
werken dan Donderdag.
Op de textiel- en garenbeurs te Man
chester heeft het conflict een zeer ongun-
stigen invloed. Men vreest, dat men, in
dien het conflict niet vermeden kan wor
den, den geheelen handel zal verliezen
aan de concurrenten in het Verre Oosten.
Een nader bericht is verre van opwek
kend en geeft weinig hoop dat men het
conflict nog zal kunnen voorkomen. Het
luidt:
De staking in de katoenindustrie te
Preston in Lancashire is Donderdag of
ficieel begonnen. Slechts 8 van de 35 ka
toenspinnerijen konden volledig aan het
werk blijven. Toen de fabrieken op het
gewone uur openden, begaven zich tal-
looze arbeiders naar de fabriekspoorten
zonder er binnen te treden.
De conferentie te Ottawa en de econo
mische wereldconferentie. Het laatste
nieuws uit Ottawa is belangwekkend,
schrijft de „Nw; Rott. Crt." Terwijl Enge
land reeds tot overeenstemming gekomen
zou zijn met de andere leden van het Rijk,
is de strijd met Canada nog niet ten einde.
Engeland, zoo heet het, zal den uitvoer
van vleesch der dominions ter hulp
komen door den invoer van bevroren
vleesch uit andere landen te contingen
teeren. Dat Argentinië hierbuiten valt is
niet verwonderlijk; want door een derge
lijke maatregel tegen het Argentijnsche
vleesch zou voornamelijk Britsch kapi
taal, dat dezen handel in handen heeft,
worden getroffen. Hoe staat het nu echter
met de rechten op versch vleesch, dat
blijkbaar niet zou worden gecontingen-
teerd? Mogen wij optimistisch zijn?
Wij vernemen uit dat telegram ook, dat
er een speciaal meestbegunstigingsrecht
zal worden ingevoerd voor de leden van
het Britsche Rijk. Een voorkeur, die een
lid verkrijgt, zal vanzelf ook de anderen
ten goede komen.
Een uitweg uit het conflict over het al
dan niet belemmeren van den Russischen
invoer heeft men gezocht in bepalingen
tegen dumping, die niet tegen een bepaald
land maar tegen de heele buitenwereld
gericht zijn. Met dergelijke maatregelen
begeeft men zich op een terrein waar alle
omtrekken van uiterste vaagheid zijn, en
waar de grootste willekeur mogelijk is in
toepassing en niet-toepassing.
Steeds sterker wordt de indruk, dat En
geland zich te Ottawa niet de handen
heeft willen laten binden voor de econo
mische wereldconferentie.
De berichten uit het Verre Oosten zijn
de laatste dagen allesbehalve rooskleurig
getint en doen vreezen dat het conflict
tusschen China en Japan nog lang niet
ten einde is en het begint er veel op te
gelijken dat we den toestand van Januari
van dit jaar weer terug zullen krijgen.
Dat alles is te wijten aan het optreden van
Japan in Mantsjoerije, dat zoo provocee-
rend is dat Washington deze dagen ge
zaghebbende waarschuwingen aan Japan
heeft doen hooren. De commissie-Lyton
gaat over twee weken over Siberië op weg
naar Europa. Zooals reeds eerder is be
richt zal het door deze commissie samen
gestelde rapport ongunstig voor Japan
uitvallen, en de Volkenbond moet in zijn
najaarsconferentie dit rapport behande
len.
De „Nw. Rott. Ctr." schrijft naar aan
leiding daarvan o.m.:
Met het oog op dit alles acht Japan het
blijkbaar het zekerst alvast voldongen
feiten te scheppen. Het heeft generaal
Moeto tot speciaal Japansch gevolmach
tigde in Mantsjoerije benoemd. De Chi-
neesche minister van buitenlandsche
zaken overdrijft wellicht niet al te zeer als
hij dit de belangrijkste gebeurtenis noemt
sedert de bezetting van Mantsjoerije door
Japan. Immers, die benoeming lijkt merk
waardig veel op de aanstelling van ver
tegenwoordigers van hun gezag in Tunis
en Marokko noemen. Deze heerschers in
beide protectoraten ressorteeren onder
„Daden" van hedendaagsche politici.
het departement van buitenlandsche
zaken. Op die wijze wordt de fictie ge
handhaafd dat zij slechts vertegenwoordi
gers van Frankrijk zijn bij bevriende vor
sten, terwijl zij in werkelijkheid een vol
strekt gezag uitoefenen.
Dat de Japanners ongeveer hetzelfde
bedoelen, blijkt uit het ontwerp-verdrag
tusschen Japan en Mantsjoerije.
De volkomen voogdij wordt in het bi
zonder uitgedrukt door twee bepalingen
zegt het blad verder Japan krijgt
de politie en de landsverdediging in han
den. En de Japansche „medewerkers"
der Mantjoerijsche regeering zullen nooit,
tenzij natuurlijk door Japan, kunnen
worden afgezet.
Het wordt nu weer belangwekkend wat
Amerika van dit ontwerp zegt. Dat kan
heel moeilijk hiertegenover een struis
vogelpolitiek voortzetten. Want dit ont
werp, dat Japan tastbare voordeelen ver
schaft boven andere volken en de open
deur in Mantsjoerije met een klap dicht
slaat, is zoo duidelijk mogelijk in strijd
met het verdrag van Washington van
1922, dat door Amerika, Japan, de ver
dere zeemogendheden (en o.a. ook door
Nederland) onderteekend is.
Als hier nog wordt bijgevoegd dat het
bedoelde verdrag, dat in Amerika van
vitaal belang geacht werd en wordt, be
gint met een afspraak der deelnemers
om „de souvereiniteit, de onafhankelijk
heid, alsmede de onschendbaarheid van
het grondgebied en de administratieve on
schendbaarheid van China te eerbiedi
gen", dan heeft de lezer een voorstelling
ervan, hoe men het nieuwe ontwerp-ver
drag tusschen Japan en Mantsjoerije te
Washington moet beschouwen.
Wij kunnen slechts hopen zegt het
blad aan het einde van dit artikel dat
de ervaringen, die Japan in Februari in
Sjanghai heeft opgedaan, het tot voor
zichtigheid zullen nopen, anders kon het
verre Oosten en de geheele wereld van
den Grooten Oceaan opnieuw een gevaar
lijke periode tgemoet gaan.
muniste. Mevrouw Zetkin in 75 jaar oud
en sinds 1920 lid van den Rijksdag. In
den Rijksdag is de oude dame, die sinds
enkele jaren met voorliefde te Moskon
vertoeft in het algemeen zelden gezien.
Men heeft haar trouwens slechts bij
hooge uitzondering te hooren gekregen,
maar als zij op het spreekgestoelte ver
scheen, heerschte er steeds stilte in de
zaal.
30 Augustus bijeengeroepen.
Men meldde Donderdagavond uit Ber
lijn:
Na hedenochtend een onderhoud met
den rijkskanselier te hebben gehad, heeft
president Loebe den nieuwen Rijksdag
tegen 30 Augustus namiddags 3 uur
bijeengeroepen. Het is waarschijnlijk, dat
Clara Zetkin de eerste vergadering in
elk geval zal openen, daarna zal een
voorloopig bureau worden geconsti
tueerd. Indien zich incidenten voordoen,
zal de vergadering onmiddellijk daarop
reeds worden gesloten. De verkiezing
van het presidium zou op de agenda van
de tweede vergadering staan.
Het ligt in de bedoeling van de rjjks-
regeering nog voor het bijeenkomen van
den Rijksdag eenige maatregelen, welke
tot haar nieuwe programma behooren,
uit te vaardigen. Het heele programma
zal echter, alvorens in werking te treden,
ter kennis van den Rijksdag worden ge
bracht.
Van bevoegde zijde wordt nog lnede-
gedeeld, dat bij de jongste besprekingen
tusschen de rijksregeering en den pre
sident van de Rijksbank een zekere toe
nadering tot stand is gekomen.
De nationaal socialisten vinden het erg
onaangenaam, dat de eerste vergadering
van het nieuwe parlement, waarin zij
buitengewoon sterk vertegenwoordigd
zijn, zal worden geopend door een com
De crisis duurt volgens velen lang, doch
anderen gelooven niet meer, dat we in een
gewone crisis leven. Wij zijn in een maat
schappelijke overgangsfase naar iets ge
heel andersbeweren de laatsten we
bewegen ons op het oogenblik niet in de
gewone conjunctuurs-wisseling en zij, die
een herstel vermeenen te moeten zoeken
volgens de lijnen, d'iie de economie dooi
den loop der decennia heeft weten te trek
ken, vergissen zich en snellen rond in een
doolhof, waaruit zij nimmer den weg zul
len kunnen vinden.
Vandaar de verschillende theorieën,
welke er bestaan en de veelzijdige maatre
gelen, die worden voorgesteld om uit de
impasse te geraken. In Ottowa heeft men
ook de kwestie van het prijsniveau bespro
ken; men wil dit omhoog voeren, teneinde
deze in overeenstemming te brengen met
de factoren van vitaal belang, welke nog
niet beïnvloed zijn door de crisis, tenmin
ste niet in die mate, dat van aanpassing
zou kunnen worden gesproken. De loonen,
alhoewel gedaald, zijn niet in verhouding
tot de waardestijging van het geld.het
zelfde is het geval met de pachten, renten,
huren, terwijl ten slotte de pyramide van
schulden nog niet afdoende gesaneerd is.
Telkens vallen tal van uitgeputten ten
offer van de faillissementswet en het zal
niet lang meer duren, of de meeste men
schen zullen niet meer geheel en al aan
hunne verplichtingen kunnen voldoen.
Wanneer de prijzen stijgen, dan zullen
deze problemen vanzelf weg vallen, den
ken zü, die met hun voeten nog in het ver
leden staanwanneer het maar gelukt om
die aanpassing naar boven te bereiken,
dan is al het leed geleden., dan kan de
wereld haar oude richtlijnen weer ter hand
nemen. Zoo denkt ook Prof. Cassel, die de
huidige crisis slechts als monetair pro
bleem ziet en den geldnevel verantwoor
delijk stelt voor het leed, dat alom geleden
wordt. Ten deele heeft deze professor van
erkende bekwaamheid gelijk; in den kern
echter slaat hü de plank even hard mis als
zoovele collega's van mindere beroemdheid.
Wij hebben op het moment van alles;
over-productie en onder-consumptie., fou
ten in de geldcirculatie en in de distri
bueering van het goud., politieke tegen
stellingen, die de situatie uiterst verward
maken., werkloosheid in tot nu toe onge
kende mate, want meer dan 70 millioen
werken willende menschen moeten uit het
productie-proces zijn gedrongen., econo
mische wereldoorlog en krachtig ontlui
kend nationalisme.over-industrialisatie,
omdat elk land daarin een geneesmiddel
meent te zien voor de zw-aar zieke maat
schappij.. maar tusschen dat alles vlecht
zich door de gedachte: „Wij menschen,
kunnen niet bestaan zonder de grootst
mogelijke solidariteit., wij mogen niet
meer de „majesteit" van het individu be
zingen.. wij moeten de handen in elkan
der slaan en elkander beter leeren begrij
pen". Wij stijgen geleidelijk naar een veel
hooger intellectueel peil; wij verheffen
ons staag en er komt geen nieuwe pauper-
groep opzetten, zooals dit vroeger steeds
het geval was. Toen de adel en de geeste
lijkheid destijds hun maatschappelijke
voordeelen moesten prijsgeven onder den
druk der omstandigheden, kwam de
derde stand met heel andere opvattingen
dan die der toenmalige traditie; toen de
derdie stand zich had opgewerkt, kwam de
proletarische massa, maar nu ook deze
bezig is zich omhoog te werken, is er geen
nieuwe groep, die haar plaats inneemt.
Vandaar de afwezigheid van wat „revo
lutie" genoemd wordt. Wij ijveren allen
voor iets nieuws, een consolideering, wat
tot nu toe bereikt is in de richting van het
algemeene belang. De vijand, die vroeger
in ons midden ontstond en niet schroomde
zelfs door broedermoord, op het kussen
te komen, dreigt op het oogenblik niet
meer, want er is iets om ons op die oude
wijze te belagen. Het is nu het Oosten, dat
op de zwakke plekken van het Westen
per&pond
BLUE BAND
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
35)
Den volgenden morgen bii zijn komst
werd hem gezegd, d'at hij op kantoor moest
komen. Toen hij, na geklopt te hebben,
binnen ging, vond hij daar denzelfden fat-
terigen jongeman op den rand der tafel
zitten; zooals gewoonlijk had hij zijn on
misbare sigaret in den eenen hoek van
zijn mond, maar als kenteeken dat hij nu
„in functie" was, had hij een linnen stof
jas over zijn overigens keurig colberteos-
ituum aangetrokken.
„TJ heeft me laten roepen, mijnheer?
vroeg Bliss.
De jonge man vouwde de krant, welke
hii aan 't lezen was, zorgvuldig diicht en
legde haar op tafel.
„Jij bent toch de chauffeur, die gister
avond met de zes cylinder bent uitgeweest,
is 't niet?"
„Ja, mijnheer".
„Je hebt Sir James Alroyd1 naar Walton
gebracht en weer terug",,
„Ja, mijnheer".
„Wat heb je daarna gedaan?"
„Toen is me iets heel eigenaardigs over
komen, mijnheer", antwoordde Bliss. „In
Harleystreet werd ik aangeroepen door
een man, die me vijf pond aanbood, als ik
hem ergens naar toe wilde brengen.
Toen
„Weet je niet, dat het onzen chauf
feurs ten strengste verboden is, om op
die manier passagiers aan te nemen?"
viel de jonge man hem in de rede. „Toen
je Sir James Alroyd thuisgebracht had,
had meteen naar de garage moeten ko
men."
„Omdat er nogal veel geld aan vast
zat, dacht ik dat het niet hinderde," ver
ontschuldigde Bliss zich.
„Het heeft heel erg gehinderd," was
het kalme antwoord. „Ten eerste was je
passagier een van de beruchtste dieven.
Wij houden er niet van, dat onze naam
op zulk een manier in de kranten komt.
Ten tweede heb je een van onze voor
schriften, om nooit onbekende passa
giers op te nemen, genegeerd. Als resul
taat kan je naar 't kantoor gaan om je
geld te halen. Hier kunnen we je niet
langer gebruiken. En. dan nog iets
„Ja, mi,jnheer."
„Vanmorgen heb je op kantoor een
bankbiljet van vijf pond voor do huur
van de auto afgegeven. Als je soms nog
zoo een in je zak mocht hebben, dan doe
je 't beste óm het maar te verbranden."
„Wat, zijn ze valsch?" vroeg Bliss ver
schrikt.
„Zoo valsch als 't maar zijn kan, was
het ni,jdige antwoord. „Je doet 't ver
standigst als je geen pogingen waagt om
't gewisseld te krijgen. Je geld krijg je
op kantoor uitbetaald."
Ten teeken, dat het onderhoud geëin-
digd was, vouwde het jonge mensch de
krant weer open en begon te lezen. Met
een gevoel, alsof er lood in zijn schoe
nen zat, ging Bliss naar de garage, waar
hij zich verkleedde. Vijf minuten daarna
kwam hij het kantoor uit met vijf en der
tig shilling plus een valsch bankbiljet
van vijf pond in zijn zak en wandelde
langzaam Long Acre af, om zich voor de
zooveelste maal bij het groote Londen-
sche leger van werkloozen te voegen.
HOOFDSTUK XVI.
„Zoo langzamerhand begin ik tot de
conclusie te komen," zeide Frances, >J|at
het ongeluk jou speciaal moet hebben."
„Dat zou je anders op het oogenblik
niet zeggen," antwoordde Bliss lachend,
terwijl hij haar veelbeteekenend aankeek.
Ze zaten tezamen in een klein cafétje
in Drury Lane, een paar dagen na zijn
onverwacht ontslag bij de Sun Motor
Works. Toen Frances dat antwoord
hoorde, fronste ze haar wenkbrauwen en
keek hem bestraffend aan.
„Je zult me toch gelijk moeten geven,"
ging ze door. „Eerst had je met gemak
de compagnon van mr. Masters kunnen
worden, als je niet zoo'n gekken vriend
had gehad, die je alleen onder zulke be
spottelijke voorwaarden wilde helpen.
Daarna ben je in dienst gekomen van
dien dwazen ouden heer mr. Cockern,
die je natuurlijk weggestuurd heeft toen
je het met zijn opvatting over plezier
niet bleek eens te zijn. Vervolgens ben
jjj bn die groentenjuffrouw in Poplar ge
komen; daar had je kunnen blijven, als
haar man niet plotseling was komen op
dagen. Dat zijn al drie betrekkingen. En
1 1.. Hl! n
Sun Motor Works ben je warempel bin
nen een week al weer ontslagen, en de
zen keer, volgens mij, heelemaal buiten
je schuld. Ik zal je nu nog één kansje
geven."
Voorzichtig maakte ze een klein zwart
varkentje van haar armband los, bekeek
het nog even van alle kanten en schoof
het toen over de tafel naar hem toe.
„Hier" zeide ze. „Dat mag jij hebben,
maar stop het vooral goed weg, dat je
't niet verliezen kan."
Lachend stak hij het kleine zwijntje in
zijn vestzakje.
„Ziezoo, nu hebben wij het lang genoeg
over mij gehad," zeide hij toen, „nu ben
jij aan de beurt. Je heb toegegeven, dat
je het met je tegenwoordige betrekking
niet erg getroffen hebt, terwijl je het bij
mr. Masters zoo goed had als je maar
wenschen kon."
„Och, iedereen heeft wel van die ver
velende dagen," zuchtte ze. „Neen, dank
je, geen koffie vanavond. Je weet heel
goed, dat we het geen van beiden kun
nen betalen."
Met een gezicht alsof hij haar besluit
eigenlijk maar half goed vond, betaalde
hij voor het eten; daarna gingen ze naar
buiten.
„Luister eens," zeide Frances, toen ze
den kant van The Strand opwandelden,
„dit is onze laatste fuifavond. Zoolang jij
geen betrekking hebt, mogen we geen
geld voor extra dingen uitgeven."
„Extra dingen," protesteerde hij. „Weet
je wat ik zooeven betaald heb? Twee shil
ling en vier pence."
.Daar gaat het niet onj. Vertél me lie-
mfje net iets goeds had gevonden bij dever eens, hoeveel geld je nog over hebt."
Bliss haalde al zijn geld uit zijn broek
zak en telde het onder 't voortoopen.
„Elf shilling en een penny en voor
mijn kamer heb ik al tot aanstaanden
Zaterdag betaald."
„Wat, niet langer dan tot aanstaanden
Zaterdag?" riep ze verontwaardigd uit.
„Wat denk je eigenlijk wel? De betrek
kingen liggen nogal opgeschept, 't Is
schande, dat je nooit iets overgespaard
hebt. Waarom heb je het eigenlijk nooit
gedaan?"
„Dat. dat weet ik niet," antwoordde
hij beschaamd; „ik. ik, ik heb er nooit
aan gedacht."
„Weet je wat ik vind," zeide ze heel
ernstig. ,jZoo lang deze omstandigheden
voortduren moesten we ons ritje ook maar
achterwege laten.
„Wat," zeide Bliss met groote oogen.
„En je had beloofd, dat je mee zou gaan,
als ik geen Medoc aan tafel bestelde.'
Onzin, hoor! We gaan langs Piccadilly,
daar is het op het oogenblik op zijn volst
en dan nemen we voor de goedkoopte
een paardentram. Kom, laten we deze
nemen; voorop zijn nog een paar leege
plaatsen."
Ze klommen boven op een omnibus,
die juist langs The Strand kwam aansuk
kelen. De aanblik, welken Londen dien
dag bood, was een geheel andere dan een
week geleden, toen de stad door het
gure, natte weer in het meest onherberg
zame oord ter wereld herschapen ge
weest was. Op dezen eersten zomerschen
dag, met zijn wazig blauwen hemel, was
alles veranderd. Op de hoeken van de
straten stonden de bloemverkoopers met
hun vaste stalletjes. Overal zag men
lichte japonnen, hier en daar zelfs al een
strooien hoed, las een voorbode van den
naderenden zomer. Het weer was zwoel-
warm, bijna drukkend. In de verte bij
het Park leek het wel, of de knoppen
van de boomen met kracht waren open
gebroken, teer groen schemerden de
olmen door de nog kale plantanen heen.
Nu en dan bracht de wind den zwaren
geur van voorjaarsbloemen mee. En bo
ven hun hoofd, vooral aan den oostkant,
waar de hemel al donker begon te wor
den, werden de sterren een voor een
zichtbaar. Diep in gedachten keek Fran
ces naar den voortdurenden stroom van
rijtuigen en auto's, met dames en heeren
in avondcostuum. Bij het voorbijrijden
van de volle restaurants zagen ze telkens
weer groepjes lachende en pratende men
schen, die daar te midden van die luxu
eus ingerichte omgeving met hun vele
lampjes en zachte tinten gezellig zaten
te diiieeren. Plotseling greep Frances
haar metgezel bij den arm.
„Waarmee hebben al die menschen
zulk een leven verdiend?" vroeg zij
heesch, in één opstand tegen een zoo
groote onbillijkheid.
Door het onverwachte van de vraag
werd Bliss een oogenblik overbluft.
Daarna keek hij haar gedurende een paar
oogenblikken oplettend aan; 't was dan
ook een groote bijzonderheid, dat zij
zich over zulke gevoelens uitte.
(Wordt vervolgd.)