Rijk en geen geld.
IS ALTIJD
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenfandsch overzicht.
OOK VOOR DAMES
Nr. 7165. EERSTE BLAD
DONDERDAG 1 SEPTEMBER 1932
60ste JAARGANG
Dc Rijksdag geopend door de communiste Clara
Zetkin. - Von Schleicher over Duitschland's veiligheid. -
De staking in Lancashire een bedenkelijk verschijnsel. -
KONINGSTRAAT 7
Effecten Coupons
De crisis belicht tal van eigenaardigheden....!
De besprekingen te Neudeck.
FEUILLETON
40)
HELDERSCHE COURANT
Mi s-8»
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wielingen en Texel f 1.65; binnen
land 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
1.— Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos.4ct.fr.p.p.Gct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction,
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De Duitsehe Rijksdag is Dinsdag ge
opend door de communiste Clara Zetkin,
waarvoor begrijpelijkerwijs groote be
langstelling was, en hoe men ook over de
vertooning denkt, men moet respect heb
ben voor de energie van deze 75-jarige
vrouw, die met een ziek lichaam van
Rusland naar Duitschland is gekomen om
de presidentszetel te kunnen innemen en
eens fijn te kunnen zeggen wat er op haar
hart ligt. 't Is overigens een droevige ver
tooning geworden. Wij ontleen en er over
aan het verslag in de Nw. Rott. Crt. o.m.:
Op slag van drie beginnen de sirenes
in het gebouw te huilen en de afgevaar
digden nemen snel hun plaatsen in. Door
de deur der linkerzijde nadert, gesteund
door twee vrouwelijke afgevaardigden,
zich met moeite voortbewegend, Clara
Zetkin. Zij wordt behoedzaam de treden
naar het voorzittexsgestoelte opgeleid. De
communisten staan op, brengen haar in
een spreekkoor hulde en stooten te harer
«ere een driewerf „rood front" uit.
Op de rechterzijde, die geheel gevuld is
door de nationaal-socialisten in hun kleu
rige of zwarte uniformen, verroert zich
geen vin. Clara Zetkin blijft staan met de
eene hand op de voorzitterslessenaar en j
met de andere op een krukstok. Het kost
de oude zieke vrouw zichtbaar moeite om j
de bel in beweging te brengen. Zij merkt i
blijkbaar zelf, dat het niet al te best gaat
en luidt dan nog eens over, ditmaal over-
dreven lang.
Het was een intens zielige aanblik.
Hartverscheurend werd het echter, toen
zij begon te spreken heel langzaam en
voorzichtig kwam woord voor woord er
uit, maar haar stem sloeg elk oogenblik
Over en ondanks de versterking door de
luidsprekers was het buitengewoon moei
lijk er iets van te verstaan.
Na het uitspreken van de gebruikelijke
formules, welke dienen om uit te maken
of inderdaad geen ouder lid aanwezig is,
hield nu de ouderdomspresidente een
redevoering die niet minder dan drie
kwartier duurde. Zij begon met de werk
loosheid en haar gevolgen en haar oor
zaken, noemde de tegenwoordige regee
ring een exponent van het grootkapita
lisme. De drijfkracht is de generale staf
van de rijksweer.
De noodverordeningen verdienen hun
naam in zooverre terecht als zij den nood
helpen vermeerderen. De maatregelen
der regeering gaan in zigzaglijn. Zij ge
ven blijk van hopeloos dilettantisme. Na
de regeering krijgen achtereenvolgens de
„fascistische moordenaars", het burger
lijke liberalisme en de reformatorische
sociaal-democraten er van langs en de
perrorartie is een aanprijzing van extra
parlementaire actie van de massa en een
verheerlijking van Sovjet Rusland.
Daar de oude vrouw steeds veelvuldiger
mislukte pogingen deed om met verhef
fing van stem te spreken, met het gevolg
dat er slechts een onbepaald gefluister en
gegil te hooren was trad er algemeen op
lichting in, toen deze pijnlijke vertooning
eindelijk gedaan was. Het trok de aan
dacht, dat tijdens deze redevoering de
nationaal socialist Goering met de katho
lieke leiders Kaas, Leicht en Brüning aan
het fluisteren waren.
Zooals reeds aangekondigd was, ging de
Rijksdag tegen de gewoonte, onmiddellijk
na het afroepen van (le namen over tot de
verkiezing van den eersten president. Met
867 stemmen van de 583 geldige stemmen
werd d© nationaal-socialist Goering geko
zen, waarna de stemming volgde voor den
eerste-vice-president. Na eenige stemmin
gen werd daarvoor met 364 stemmen ge
kozen verklaard het centrumlid Esser.
Von Schleicher over Duitschlands vei
ligheid. Over dit onderwerp is niet het
eerste woord gesproken door den minister
van de rijksweerbaarheid, von Schleicher,
en dan wordt door hem altijd het stok
paardje bereden van de geliikgerechtigheid
van Duitschland. De minister heeft nu de
ontwapeningsconferentie onderhanden ge
nomen in een artikel in den „Heimats-
dienst". Het spreekt vanzelf dat v. Schlei
cher over het resultaat van deze conferen
tie niet erg te spreken is. Hij stelde twee
vragen, die wij hier laten volgen:
Wat werd in dit half jaar voor de ont
wapening bereikt, en in hoeverre werd
met de geliikgerechtigheid rekening ge-
Ontdoet men het eerste deel van het be
sluit van 23 Juli 1932 van de bijkomstig
heden, dan blijft er over, dat een werke
lijke vermindering tot stand zal komen en
dat het eigenlijke doel de vermindering dei-
aanvalsmiddelen is. Waren dertien jaar
nooöig om als doel de vermindering der
aanvalsmiddelen te stellen, nadat de ont
wapeningsspecialisten der mogendheden
in de vredesverdragen met geen woord van
vermindering van aanvalsmiddelen repten?
Vervolgens gaat von Schleicher na, wat
bij het besluit van 23 Juli 1932 betreffende
de luchtaanvallen., de bewapening te land
en ter zee is vastgesteld.
Vermelden wii nog het feit, zoo vervolgt
Schleicher, dat de resolutie niets positiefs
zegt over den Duitschen eisch tot gelijkge
rechtigdheid, dan is de basis voor een
eindoordeel gelegd: de eerste periode der
ontwapeningsconferentie heeft geen merk
baren stap in de richting eener algemeene
ontwapening opgeleverd. De resolutie van
23 Juli laat niet slechts de geliikgerechtig
heid achterwege, maar beoogt veeleer het
voortduren van de bijzondere behandeling
der staten afzonderlijk. De nationale vei
ligheid van Duitschland blijft op ondra
gelijke wijze bedreigd.
De Dmitsche regeering heeft uit deze
ontwikkeling der gebeurtenissen de eenig
mogelijke consequentie getrokken, n.1.
door de resolutie van 23 Juli van de hand
te wijzen en haar verdere medewerking
van de erkenning van het beginsel der ge
liikgerechtigheid afhankelijk te maken. Zij
heeft daarmede den weg der nationale eer
er: internationale gerechtigheid betroden.
Ten slotte bespreekt von Schleicher zijn
mededeeling, dat een reorganisatie van het
Duitsehe leger noodzakelijk zou worden
indien de mogendheden het vervullen
harer ontwapeningsbeloften verder zouden
weigeren.
Von Schleicher besluit: De oplossing
der quaestie moet in de naaste toekomst
worden gevonden. Want zii is niet slechts
een eere-quaestie voor het- Duitsehe volk,
maar ook een levensnoodzake 1 i.jkheld voor
de geheele wereld, voor welke de vrede
slechts op den grondslag van het vertrou
wen, het recht en de vrijheid kan gedijen.
De staking in de weverijen in Lan
cashire is in vele opzichten een beden-
NederUsche Middenstandsbank
KANTOOR DEN HELDER
kelpk verschijnsel zegt de „Nw. Rott.
Crt." Het ergst zijn natuurlijk de onmid
dellijke en economische gevolgen.
In dezen tijd van gedwongen teren op
de gemeenschap van millioenen, die dooi
de malaise buiten het proces der voort1
bron ging gehouden worden, is het dubbel
drukkend wanneer nog weer de broodwin
ners van een half millioen menschen, voor
wie er nog werk bestaat, ten gevolge van
een loongeschil de voortbrenging staken
en medewerken aan het opteren van de
economische en financieele substantie dei-
natie. En hiertoe beperken zich niet de
noodlottige gevolgen van de staking. Stil
stand der weverijen moet ook stilstand dei-
spinnerüen meebrengen. Het is ontmoedi
gend voor de werkgevers en werknemers
in dat vak, die eveneens bezig zijn moei
lijke onderhandelingen te voeren over een
verlaging der loonen, dat al hun moeite
vergeefs zal zijn wanneer de staking in de
weverijen haar voortgang neemt. Ook le
vert de" staking gevaar op voor een blij
vend verlies van afzetgebied voor Enge-
and. De omstandigheden zijn toch reeds
iieel moeilijk voor het textielbedrijf. Vooral
n het Oosten ziet de westersehe textiel
nijverheid zich voortdurend heviger be
stookt door de goedkooper werkende en
steeds in technisch prestatievermogen
groeiende Japansche concurrentie. Door
inkrimping van de markt voor in Europa
geweven stoffen wordt de wedijver tus-
schen de westersehe producenten van ver
schillende nationaliteit op het voor hen
overgebleven gebied ook weer scherper.
Het kost kracht aan de nationale textiel-
industriën in Europa om zich op de heen
te houden, bovenal in dezen tijd. Het is
dus begrijpelijk dat vele Engelschen deze
staking als een nationale ramp beschou
wen.
Bijzonder ontmoedigend zün de recht-
streeksche oorzaken van de staking, de
omstandigheden' waaronder zü ontstond
en allerlei verschijnselen, die we daarbij
kunnen waarnemen; want verwarring en
ontbinding zijn kenmerken daarvan. Dat
ii dezen tüd een loonstrijd ontstaat, vooral
in een land als Engeland, waar het geld
met bijna 30 pet. van zün waarde gedepre-
cieerd is, zal men, hoezeer men de licht
zinnigheid ervan ook veroordeelen moge,
niet onbegrijpelijk kunnen noemen; op
merkelijk echter is het gebrek aan samen
hang, tucht en activiteit, dat aan verschil
lende kanten aan den dag is en wordt
gelegd1.
Het blad besluit met te zeggen: Nog
hebben de Engelsche bladen hoop op het
inzicht der betrokkenen, dat het beter is
ten halve te keeren, dan ten heele te
dwalen.
CHINA EN JAPAN.
Japansche vlieghaven door Chl-
neezen In brand gestoken.
Uit Tsjantsjoen wordt gemeld:
Chineesche vrijbuiters zagen gisteren,
niet ver van Moekden, kans om, onder
dekking van de duisternis en gekleed in
donkere kleeren, in een groep van onge
veer honderd man de bewaakte zone bin
nen te komen en eenig loodsen met Ja
pansche vliegtuigen in brand te stoken.
Ook het radiostation in Noord-Mantsjoe-
rije werd door de Chineezen ernstig be
schadigd. De vrijwililgers gaan tegenover
de Japanners meer en meer de methode
van de guerrilla toepassen.
GR A TIEER IN G EN TER GELEGEN
HEID VAN KONIGINNEDAG.
A^n ruim 2500 personen gratie.
In verband met den verjaardag dei-
Koningin is aan 2546 personen gedeel
telijke en algeheele remissie van straf
verleend. Algeheele kwijtschelding van
straf is geschonken aan 267 personen,"
die op 31 Augustus uit hun strafplaatsen
naar huis kunnen terugkeeren. Het cijfer
der gratieeringen is thans opmerkelijk
hooger dan dit in de laatste jaren het
geval was en houdt verband met de uit
nemende gedragingen van de gestraften
op Noesa Kambangan. Het aantal ver
leende kwijtscheldingen is ongeveer 10
pet. van het totaal aantal gestraften in
Ned.-Indië.
Gratie aan den journalist d. W.
Aan den journalist F. M. d. W., ge
wezen redacteur der Java-Bode, die in
verband met de publicatie van geheime
stukken tot gevangenisstraf was veroor
deeld, is ter gelegenheid van den ver
jaardag der Koningin gratie verleend.
De redactie van de „N. Rotterd. Crt."
teekent hierbij aan
De ten processe gebleken omstandig
heid, dat d. W. tot het plegen van het
strafbare feit, waardoor hij terecht heeft
gestaan, feiteüjk stilzwijgend is aange
moedigd door zijn eigen hoofdredacteur,
nog wel met medewetenschap van het
Hoofdparket, hetwelk dezen gang van
zaken oirbaar achtte ten einde een trou
weloos ambtenaar van het departement
van marine op heeterdaad te kunnen be
trappen op de uitlevering van geheime
defensiestukken, had in breeden kring
het rechtsbewustzijn geschokt, waarom
dit gratie-besluit zeker algemeen met
voldoening zal worden vernomen.
Volkomen overeenstemming
tusschen Hindenburg en de
rjjksregeering.
Rijkspresident von Hindenburg heeft
Dinsdagochtend, naar officieel wordt
medegedeeld, rijkskanselier von Papen,
en de ministers von Gayl en von Schlei
cher ontvangen voor een gemeenschap
pelijk rapport over de hangende kwesties
van de binnenlandsche politiek, en spe
ciaal over het oeconomische programma
van de ryksregeering, Hindenburg heeft
zijn goedkeuring gehecht aan de oecono
mische en financieele maatregelen, waar
toe de rijksregeering besloten heeft en
die door von Papen Zondag te Munster
in hoofdtrekken bekend gemaakt zijn. De
president verzocht von Papen bij de uit
werking van de bepalingen er vooral op
te letten, dat de levensstandaard van de
Duitsehe arbeiders verzekerd en de
sociale gedachte gehandhaafd blijft.
De de uitvoerige bespreking van den
binnenlandsch-politieken toesltand bleek
vclledige overeenstemming te bestaan
tusschen Hindenburg en de rijksregee
ring.
Wanneer men de dagbladen leest, wan
neer men zün oor te luisteren legt voor
alles, wat er gedaan, gezegd, en gepraat
wordt, dan bemerkt men, juist in dezen
crisistijd eigenaardige dingen. Veel van
hetgeen men vroeger goud dacht te zijn,
blijkt slechts -op den keper beschouwd
niets anders dan klatergoud.
Een burgemeester is in mijn oog altijd
iemand geweest, die een zeer belangrijke
positie in den lande bekleedde; niet alleen
omdat de zaken van ziin gemeente door
hem geleid werden, maar ook omdat hij
iemand moest ziin, die een ruimen blik
aan doorzicht moest paren, want anders
zou hii de verantwoordelijkheid niet kun
nen dragen, die zün positie hem oplegde.
Het wel en wee van de stadgenooten
waren voor een deel in zijn handen ge
legd. Er is nu nood.... alom weerklinkt
de bede om uitkomst. In de tuinders-
streken van West-Friesland.... vanKen-
nemerland.in de Twentsche industrie
centra, waar middenstand en fabrieks
arbeiders, om van de werkgevers niet te
spreken, aan den rand van den economi
scher! afgrond staan, kortom in biina alle
rayons van Nederland stijgt het water tot
aan de lippen! Verschillende energieke
burgemeesters springen in de bres....
vergaderen onder elkander en richten
dringende telegrammen aan de Regeering!
Men zou toch denken, wanneer alarmee-
rende berichten van burgemeesters, ken
ners van de plaatselijke toestanden, hij de
Centrale Overheid binnenkomen, men
aldaar onmiddellijk zal reageeren. Niets
van dit alles; zii worden als quantité
negligeable beschouwd. Bü wie ligt de
fout? Is het ambt niet zoo belangrijk en
bestaat de glorie er van slechts in het
brein van enkele leeken in regeerings-
zaken? Is het de minister, die de nood
kreten van de burgervaders onder het
loodje legt? Of zün het de ambtenaren,
dde de telegrammen als uiterst onbelang
rijk ter zijde leggen?
Kamers van Koophandel en Fabrieken
hebben op mii steeds fascineerend ge
werkt. Hun sfeer van actie was, volgens
roiin misschien naieve opvattingen, een
buitengewoon belangrijke en de Regeering
moest dan ook wel dankbaar zijn, dat er
mannen gevonden worden, die dergelüke
functies wilden aanvaarden, niettegen
staande zii het zelf buitengewoon druk
hadden met hun eigen zaken. Ook deze
Kamers van Koophandel dienen om zoo te
zeggen, dagelijks rekesten bij de regee-
ringsautoriteiten in omtrent de bittere
noodzak ei iikheid van steun in hunne res
sorten. Allerlei vitale kwesties, hun res
sort betreffende, worden door hen bü de
regeering voorgelegd, doch ook hier een
onbegrijpelijke onverschilligheid van het
Centrale Gezag. Hebben de Kamers het in
den loop der geschiedenis verbruid door
niet altijd zakelijk en betrouwbaar in het
compliceren der cijfers te ziin geweest?
Of heeft de ambtenaar lak aan wat deze
colleges te berde hebben te brengen?
Wü hebben het verhaal eens gehoord
wü noemen noch namen, noch bedrijfstak
ken dat een erkend industrieel een dei-
hoofdambtenaren eens telefoneerde, hem
om een onderhoud vroeg teneinde van ad
vies te dienen in enkele aangelegenheden,
die hij door zijn decennia-lange ervaring
in ziin vak door en door kende. „Neen.,
dit onderhoud is onnoodig.. ik laat me
niet adviseeren", was het antwoord1 van
dien hoofdambtenaar, „ik weet het zelf veel
beter dan al die adviseurs"!
Is dit de algemeene opvatting in de re-
geeriirgskringen? Wii geven gaarne toe,
dat de ministers het in deze tiiden buiten
gewoon druk hebben; dat zii over het al
gemeen te kort in functie bliiven om door
kneed te geraken in de zaken van hun mi
nisterie en dat zii daarom veel aan hun
departementschefs hebben over te laten.
Toch doet het eenigszins stuntelig aan,
wanneer men met belangrijke aangelegen
heden bij den minister komt, naar de de
partementschefs te worden verwezen, om
dat de minister nu eenmaal niets zonder
diens advies doet. En dat het resultaat is,
dat die departementschefs de zaak een
voudig onder het loodje deponeeren, om
dat....? Wii weten de redenen daarvoor
helaas niet, want men verwaardigt zich
niet om text en uitleg te geven.
Men bemerkt het niet alleen bü verzoe
ken van burgemeesters, Kamers van Koop
handel, maar ook van vooraanstaande per
sonen, voorzitters van belangrijke veree-
nigingen, van groepsvertegenwoordigin-
gen in belangrijke bedrijven. Hebben wij
het niet onlangs bemerkt, dat de Neder-
landsche Reedersvereêniging geheel on
kundig was gelaten van hetgeen de Re
geering als steun voor de scheepvaart be
oogde, een regeling, die vierkant afweek
van hetgeen de Reedersvereeniging had
voorgesteld. Het is natuurlijk het goed
recht van de Overheid, wanneer zü een
particulier voorstel niet aanvaardt. Het is
echter een staaltje van wüs beleid, wan
neer men met een organisatie, die zoo
„nourri dans le sérail" is, overleg pleegt
om tenminste diens oordeel te vernemen
omtrent de nieuwe rogeeringsplannen!
Er moet ergens een fout schuilen! Zijn
de verschillende in ons land bestaande col
leges prullen, naar wiens woorden de Re
geering niet behoeft te luisteren, welnu,
laat men ze dan opdoeken. Is het de Re
geering, of liever gezegd ziin het de re-
geeringsambtenaren, die de telegrammen
en andere dringende verzoeken van locale
autoriteiten naast zich neerleggen zonder
er ernstige aandacht aan te besteden, laat
men ze verantwoording afleggen en des
noods ontslaan. Het is een paskwil in de
een of andere richting, dat officieele eri
officieuze organen dringend de verzoeken
tot de Regeering richten zonder dat ze ge
hoord worden en zonder dat men moeite
doet om ze, desnoods afwijzend, maar dan
met redenen omkleed, te beantwoorden.
Het is niet de geschikte manier om pres
tige aan te kweeken.
INTERNATIONALE SAMENWERKING
TUSSCHEN REVOLUTIONAIRE
SOCIALISTISCHE PARTIJEN.
Ter gelegenheid van het Congres van
de Onafhankelijke Socialistische Partii in
Nederland is Maandag te Amsterdam een
conferentie gehouden, waar de volgende
partijen waren vertegenwoordigdOnaf
hankelijke Socialistische Partij in Neder
land, Soc. Arbeiders Partii, Duitschland,
Noorsohe Arbeiders Partii en Poolsche
Onafhankelijke Socialistische Partii.
Besprekingen wei-den gevoerd over een
blüvende en nauwere samenwerking van
revolutionaire socialistische partijen in
Europa en er werden rapporten bespro
ken over den toestand in de verschillen
de landen.
Er bestaat thans, behalve tusschen de
reeds genoemde partijen, contact tusschen
de liiikervleugelgroepen en partijen in de
volgende landen: Amerika, België, Bul
garije, Finland, Frankrijk, Roemenië.
Zweden, Zwitserland en eenige groepen en
bewegingen in de koloniale landen.
Besloten werd, dat een internationaal
manifest zal worden uitgegeven, waarin de
arbeiders van de geheele wereld opgeroe
pen zullen worden om met de grootste
kracht gemeenschappelijke actie te voeren
tegen fascisme en oorlog en voor een vol
ledig socialistisch program, teneinde op
deze wijze te komen tot internationale een
heid van de arbeidersklasse op de basis
van den revoultionairen klassenstrijd.
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
,,'t Kan best zijn", antwoordde ziin tijde
lijke werkgeefster. „Om te beginnen moe
ten we zoo vlug mogelijk Newmarket zien
te bereiken, daarna kunnen we verder
zien."
Bliss bleef er by staan, terwijl de bus
sen benzine onder de achterbank van den
auto werden gezet, daarna kwam hy naar
voren en ging op zijn plaats zitten. Een
van de monteurs sloeg den motor aan.
„Wacht nog eens even", beval de jonge
vrouw. „Waar is je overjas, chauffeur?"
„Ik heb er geen bij me", legde Bliss
haar uit. „Ik wist niet, dat ik vanavond
nog moest rijden."
„Zorg, dat hü een overjas krijgt", zeide
ze gebiedend, terwijl ze zich tot den direc
teur wendde. „Hoe kunt u uw menschen
zoo uit laten gaan? 't Is onverantwoorde-
lyk. Ze halen zich een ziekte op den hals."
De jonge man keerde zich om en liep
zoo hard hij kon naar het kantoor, even
daarna kwam hij terug met een zware
autojas, welke hij aan Bliss gaL
„Zoudt u my precies willen zeggen,
waar ik mij aan te houden heb, nrynheer?"
vroeg Bliss. „Ik zou niet graag weer bui
ten mijn boekje gaan."
„Je kunt je beschouwen als geheel in
dienst zynde van deze jonge dame", was
het korte antwoord. „Je salaris is hetzelf
de als den vorigen keer. De te maken on
kosten zyn voor rekening van de dame."
„Eerst naar Newmarket, mevrouw?"
vroeg Bliss, terwijl hy de koppeling liet
inkomen.
„Ja", antwoordde ze ongeduldig.
't Was een uur na middernacht, toen ze
eindelyk Newmarket bereikten. Bliss
loosde een zucht van verlichting. Hü had
een langen dag achter den rug en de
wagen lag niet gemakkelijk in de hand.
„Newmarket, mevrouw," 2eide hy vol
daan.
„We moeten nog verder, naar Swaff-
ham," klonk het kortaf.
't Was een donkere, ontstuimige nacht,
de lucht was zwaar, loodgrijs; telkens joeg
een netwerk van nog lager hangende,
iets lichter getinte wolken over hun hoof
den heen. Gedurende de laatste twee
uren had het met tusschenpoozen gere
gend, zoodat de weg hier en daar heel
sterk zoog. Om Swaffham te bereiken,
moesten ze nog vijf-en-dertig kilometer
rijden en dat langs een weg, dien Bliss
in 't geheel niet kende. Bliss boog zich
iets meer over zijn stuur heen.
„Naar Swaffham, mevrouw? Heel
goed."
Voor het eerst sinds ze Londen achter
zich hadden laten liggen, keek de vrouw
hem aan.
„Denk je, dat je zoo lang wakker zult
kunnen blyven?"
„Laten we hopen van wel," antwoord
de Bliss. „Het zou er anders voor ons
allebei raar uitzien."
,Heb je voldoenden voorraad benzine
en smeerolie?"
„Ik geloof 't wel, maar 't zal erom hou
den."
Gedurende de volgende drie of vier
kilometer werd er geen woord gewisseld,
maar toen keerde ze zich plotseling weer
tot hem en vroeg ongeduldig:
„Kan je niet wat sneller rijden?"
„Ja, dat zou ik wel kunnen doen," gaf
Bliss toe, „maar met 't oog op den weg is
het beter van niet."
,,'t Komt er geen zier op aan of 't beter
is of niet," antwoordde ze driftig. „Ik wil
per sé hebben dat je sneller rijdt."
Bliss gaf geen antwoord. Ze waren nu
de laatste huizen van Newmarket voorbij
en reden door een bijna volslagen duister
nis.
„Heb je niet gehoord, wat ik gezegd
heb?" vroeg ze gebiedend.
Hardnekkig hield Bliss zijn oogen op
den weg voor hem uit gericht.
„Sneller rijden zou op dit soort wegen
gevaarlijk zijn," antwoordde hy toen, „en
u zoudt me een groot genoegen doen als
u niet tegen me wilde spreken. In elk ge
val ben ik verantwoordelijk voor den auto
en oppassen voor slippen is de boodschap.
„Stop eens even," zeide ze bevelend.
Zonder zich te haasten gehoorzaamde
Bliss. Ze sloeg haar dichten autosluier
terug, ging wat rechteroo zitten en keek
haar metgezel aan. Tot ziin groote ver
bazing keek Bliss in een gelaat, dat bui
tengewoon mooi was, ondanks den onte
vreden trek om den mond en de spookach
tig bleeke tint, welke door den weerschijn
van de sterke electrische lampen op den
weg veroorzaakt werd. Gedurende eenige
minuten bleef ze Bliss strak aankijken.
„Hoe lang is u chauffeur geweest?"
vroeg ze toen.
„In myn tegenwoordige betrekking van
het oogenblik af, dat u me de garage zag
binnenkomen," antwoordde Bliss.
„Ze hebben u dus maar tijdelijk aan
genomen, omdat ze iemand voor my noo-
dig hadden."
„Ja," stemde Bliss toe. „Maar ze ken
den me wel, want ik ben een tijdje gele
den ook bij hen in betrekking geweest, ze
hebben mij toen mijn ontslag gegeven."
Ze begon te lachen.
„Wat was de oorzaak? Gebrek aan ma
nieren?"
„Neen, gebrek aan verstandig ooi-deel."
Ze knikte.
„Dat geloof ik graag." antwoordde ze
eenigszins uitdagend. „U heeft van beide
niet te veel. U kunt nu wel weer door
rijden, ik wou u alleen maar eens goed
zien. U bent namelyk de eerste man, die
sinds een heel langen tijd zoo tegen mij
heeft durven optreden. En als het u in
teresseert, dan kan ik u nu wel vertellen,
dat we niet eens naar Swaffham gaan.
Het doel van onzen tocht is hier vlakby."
Zonder een woord te spreken volgde
Bliss haar instructies op. Na een paar
kilometer kwamen ze met een vry sterke
helling op een soort plateau, waarover de
weg zich afteekende als een volkomen
rechte, iets lichtende streep.
Aan weerszijden van het plateau was
het land vlak, voor het grootste gedeelte
hei, behalve op een plek aan hun rechter
hand, waar een groote, zwarte vlek op
de aanwezigheid van boomen wees.
„Kalm wat," beval ze.
Bliss gehoorzaamde.
„Stop nu."
Op een paar meter afstand van de
plaats, welke ze had aangewezen, hield de
auto stil. De jonge vrouw stond op.
„U moet hier op me wachten," zeide ze
kortaf.
Bliss keek haar met de grootste verba
zing aan. Aan de linkerzijde van den weg
lag de mist als een ondoordringbare
sluier over het land heen, aan de rechter
zijde zag men niets dan de zwarte ondoor
dringbare schaduw van de eentonigdrui-
pende boomen. Aan niets was te zien, dat
er ergens een woning in de buurt was.
Eerst kou hü zijn metgezellin nog volgen,
toen ze dwars den weg overstak, daarna
leek het wel, alsof de duisternis aan den
rechterkant van den weg haar plotseling
opgenomen had. Even daarna hoorde hij
echter in de doodsche stilte 0111 hem heen
het voorzichtig openen van een hek, ge
volgd door het byna onhoorbaar terug
vallen van de klik. Toen begreep hij, dat
er achter deze bijna ondoordringbare
haag van boomen ergens een huis moest
liggen. Hij zette zyn ontsteking af en
zette zich gemakkelijk in hoekje van zijn
zitplaats. De lampen waren aan en hii be
vond zich aan den goeden kant van den
weg.
Toen hij vyf minuten zoo zat, voelde
bü niet meer de minste nieuwsgierigheid,
alleen een overweldigende behoefte om te
slapen. Hy had een gevoel alsof zijn oogen
hem in 't hoofd brandden. Langzamer
hand kwam hij onder den invloed van de
rustige omgeving en het eentonige gesuis
van den wind door de takken, en het
durde niet lang of hii sliep.
HOOFDSTUK XX.
Plotseling schrok hy wakker door het
felle schünsel van een electrische zaklan
taarn vlak in zyn oogen. Met een half
onderdrukte verw-ensching ging hij recht
op zitten en trachtte, tegen het schelle
licht in, den eigenaar van de zaklantaarn
te onderscheiden. Naast de auto stond een
man, tegen wien hij, zelfs in de eerste
half suffe oogenblikken na zün plotseling
ontwaken, een hevige antipathie opvatte.
Het was een korte, gedrongen man, met
een rond, gladgeschoi-en gezicht en
kleine, ongunstige oogen. Ondanks het
late uur was hü nog in een volledig rij-
costuum gekleed. Zy'n geheele voorkomen
had trouwens iets, dat Bliss onmiddellijk
aan paarden en wedrennen deed denken.
In de eene hand had hii een groot glas,
gevuld met whisky-soda.
„Hé, wordt wakker jongmensch", zeide
hij niet een eenigzins schorre stem, ,,'t is
om rheumatiek op den hals te halen, dat
slapen buiten met dit vochtige weer."
„Is dat voor my?" vroeg Bliss, terwijl
hii zy'n hand naar het glas uitstak.
„Ja, whisky-soda", antwoordde de man.
„Aan je uiterlijk zou men zeggen, dat het
je goed zou doen."
(Wordt vervolgd.)