1
L
Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden.
Een nieuw gymnastieklokaal.
i
De zoete breiberg.
6
RAADSELS.
Voor (ie kinderkamer.
u
I Jj I
L
i
Hier zien jullie een nieuw soort gym-
nastiektoestel, dat in den zomer, zoowel
als in den winter veel stof tot nieuwe
oefeningen oplevert.
Men vervaardigt dit toestel van
ronde, stevige palen, die men goed glad
schuurt en vernist, opdat er geen splin
ters in de hand kunnen dringen. Lang
zaam drogende vernis gebruiken en ge
duld uitoefenen. Vlugdrogende vernis
blijft meestal kleverig. Het in elkaar
zetten van het toestel kan men beter
aan een goeden timmeman of beter nog
meubelmaker overlaten, want het moet
zeer stevig zijn, wil men niet voor het
feit gesteld worden, dat bü jullie gym
nastische oefeningen het toestel ineen
valt. 's Zomers wordt het buiten neer
gezet, 's winters komt het binnen te
staan, 's Zomers kan men de pooten
enkele centimeters in den grond zetten,
zoodat het toestel nog steviger staat
(Een oud sprookje).
Er was eens een arm meisje, dat met
haar moeder samen in een heel klein
huisje woonde.
lederen morgen ging de moeder al
vroeg van huis om naar haar werkhui
zen te gaan, waar zij heel hard' moest
werken. Zij kwam pas tegen den avond
thuis en de menschen, waar zij werkte,
gaven lederen avond warm eten mede
voor het kleine meisje.
Op een herfstavond wilde zij zich
gauw naar huls spoeden, en verheugde
er zich al in, dat zij voor haar meisje
een heerlijk pannetje soep had. Maar
o wee, daar gleed zij uit op 'n bananen
schil, die door een of ander achteloos
op den grond was geworpen. De arme
vrouw had hevige pijn en kon niet op
staan. Spoedig kwamen er menschen
om haar naar huis te brengen en die
den dokter voor haar haalden. Het bleek
echter, dat de moeder van het meisje
haar been gebroken had en dat zij wel
verscheidene weken niet uit werken kon
gaan. Het arme meisje had nu geen
eten, want door den val had de moeder
de pan met soep uit hare handen laten
vallen.
Wel drie weken verliepen er en nog
moest de moeder blijven liggen; de
voorraad van boonen en rijst, die zij in
nla lcas-t. was opgeraakt en nu
nauaen zij heelemaal niets meer te eten.
ÜP een Zaterdagmiddag ging het
meisje, dat geen school had, naar het
bosch om hout te zoeken voor de kachel.
had een hoopje bü elkander ge
sprokkeld, toen er een aardig oud
vrouwtje naar haar toe kwam. „Wel,
meisje", zei zü, „zoek jij hier hout?"
„Ja, goede vrouw", antwoordde het
meisje, „mijn moeder is gevallen en zij
heeft haar been gebroken, nu kan zü
niet meer uit werken gaan en hebben
wij geen geld om brandstof en eten te
koopen".
Het oude vrouwtje haalde uit een
mand, die zü aan den arm droeg, een
klein panetje en zei: „Kijk eens, hier is
een pannetje, dat je mee naar huis
moogt nemen. Als je het op de kachel
zet en je zegt „Potje kook", dan heb je
in minder dan geen tijd heerlijke pap
en heb je genoeg, dan zeg je alleen
„Potje, houdt op!"
Het meisje dnakte de goede vrouw
heel vriendelijk en nam het pannetje
mee naar huis en verraste moeder met
de heerlijke pap. Zij aten er alle dagen
zooveel van, als zü wilden en hadden nu
heelemaal geen honger meer.
Op een goeden dag was het meisje
uitgegaan om boodschappen voor haar
moeder te doen en had het pannetje vast
klaar gezet vóór zü wegging om, als zij
thuis kwam spoedig te kunnen eten. De
Het neemt vooral in de kinderkamer
niet meer plaats weg als een flinke
tafel! De afmetingen kunnen jullie zelf
vaststellen, maar denk eraan, dat je
kleine zusjes of broertjes er ook graag
eens aan hangen, zoodat je het niet te
groot laat maken. En wat voor oefenin
gen je eraan moet maken?
Wel, met een beetje fantasie kan je
oneindig vele oefeningen eraan maken.
Vooral klauter- en slingeroefendngen
kan je prachtig eraan verrichten. Van
boven naar beneden en van links naar
rechts door de spijlen kruipen, zonder
den grond te raken, net als een slange-
menschDaardoor wordt 't lichaam
lenig, ieder lid wordt gelijkmatig ge
oefend, geen geweldige inspanningen
zijn er voor noodig, want steunpunten
zijn er voldoende en in het uiterste ge
val is de grond.... nog altijd dichtbü!
moeder dacht, ik zal maken dat de pap
klaar is als Marietje, zoo heette het
meisje, thuis komt en zei: „Pannetje
kook". Het pannetje deed zijn plicht en
begon te koken, maar het meisje bleef
langer uit, dan de moeder gedacht had
en het pannetje bleef koken, al maar
koken.
De moeder wist geen raad, want al
spoedig kookte de pap uit de pan en zij
wist niet wat zü moest zeggen om de
pan op te laten houden.
De moeder werd wanhopig, de pap
kookte zóó hard, dat zü over de kachel
stroomde, door de keuken, uit de straat
deur, die open stond, de straat op als
wilde ze er alle menschen heerlijk van
laten smullen. De moeder wist maar
geen raad en eindelijk was de eene helft
van het dorpje van de ander afgesloten
door een hoogen berg pap. De buren
kwamen wanhopig binnenloopen en
vroegen: „Kan je de politie niet laten
komen om het meisje te zoeken?"
Dit was gemakkelijker gezegd dan
edaan, want het politiebureau was ge-
eel afgesloten van het huisje door een
hoogen papberg. Eindelijk kwam het
meisje thui^s, ze was, nadat ze haar
boodschappen gedaan had, nog naar het
bosch gegaan om eikels voor het varken
te zoeken en had natuurlijk niet gewe
ten, dat moeder het pannetje had laten
koken. Dadelijk riep zü „pannetje houdt
op", en onmiddellijk hield het op. Het
ergste was echter, dat men van het eene
deel van het dorp niet meer naar het
andere kon komen, zoolang die reuzen
papberg niet heelemaal was opgegeten
en iederen dag om vier uur gingen alle
schoolkinderen pap eten. Het duurde
wel heel lang, maar de berg werd al
kleiner en kleiner en was eindelijk ge
heel verdwenen. Het gevolg hiervan
was, dat de kinderen zooveel van pap
gingen houden, dat hun moeders dit
iederen dag voor hen moesten koken en
zy een groot bord vol op aten.
r\
Oplossingen der vorige raadsels.
I
Automobiel. - loom - buil - Meta.
II
Tak - Kat.
III
Kerk (ook verticaal 1) - edel - rede
klem.
Goede oplossingen ontvangen van:
H. A., S. A., B. B., M. B., I. B„ P. B.,
A. v. d. B., G. F., J. F., N. G., M. G.,
N. v. d. H., M. J., L. de J., A J., N. K„
K. en J. K. (Texel), N. K„ T. K., A. K.,
C. O., T. S„ A. v. S„ M. T., A. T., T. T.,
T. V., J. v. d. W., A. W.
Nieuwe raadsels.
I
Op de le rq een medeklinker.
Op de 2e rij een ander woord voor
vat. Op de 3e rij een aantal roovers.
Op de 4e rij een bak voor zaadjes.
Op de 5e rij een mengelmoes.
Op de 6e rij wij leven in het Ko
ninkrijk der
X
De middelste verticale lijn van boven
naar beneden bevat nu de naam van
een beroemd Nederl. dichter.
II
Ik ben een goedzak van een jongen
die alles met zich doen laat; draai mij
om en ik zou er niet graag aan hangen I
III
Ik ben de brenger van het licht. 1
Ik ben een werker der duisternis.2
Ik ben een luiaard van het eerste
water. 1 en 2
273. Tuimeltje en kikker Karei wandelden naar het
kasteel en vroegen of men wilde zorgen dat de ooievaar
weer in de gevangenis kwam. Heel goed, mijn Tuimeltje,
zei de burgemeester, maar ik verwacht je om drie uur op
het Boschmannetjesplein. Dit beloofde Tuimeltje en toen
ze naar een restaurant gingen zagen ze in de verte een
stoet kikkers met vlaggetjes, d'ie in het midden een wa
gentje voorttrokken met den ooievaar er OP.
274. Tuimltje bestelde in het café biefstuk en panne-
koek. Dat was iets wat hü het liefste at. Kikker Karei
had geen honger en bestelde een glas Rojo. Toen Tui
meltje alles op had knikte ie eeqs heel gemoedelijk tegen
kikker Karei en nadat ze betaald hadden liepen ze naar
het Boschmannetjesplein, waar de burgemeester hen ver
wachtte. Daar stond de burgemeester ai met een heele
schare kikkers.
271. Nu werd bet tijd weer naar beneden te gaan.
Tuiimeltje hield den ooievaar bij zijn lange pooten vast
en beval hem naar beneden te vliegen. Het was een heele
optocht zoo boven in de lucht. Het leek dat groote be
kende luchtschip wel, zeiden de kikkers tegen elkaar en
lachend stonden ze te kijken toen de radio-dokter, Tui
meltje en de ooievaar op den grond stonden. Tuimeltje
gelastte den ooievaar in de fuik te kruipen en zoo werd
het dier gevangen genomen.
272. Je bent toch een leehjke ondeugd, begon Tui
meltje tegen den ooiewaar. En kikker Karei, die Tui
meltje geluk kwam wenschen, was het daar roerend mee
eens. Ik zal de kroon maar weer omhangen, dan kun je
niet ontsnappen, ging Tuimeltje voort en hü liet de
kroon brengen en hing hem om het dier zijn nek. En
nou wil ik eerst eens wat te eten hebben, na al die lucht,
zei Tuimeltje, en hü stelde aan Karei voor wat te gaan
eten.