OUDE MEESTERWERKEN IN DE SCHILDERKUNST 557 TWEEDE BLAD. VAN ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1932. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) De dief op zijn best. Hoe zij ontdekt werden. Verrassingen vrijwel uitgesloten. door PROF. DR. WAETZOLD. Directeur-Generaal van de Staatsmusea te Berlijn. Eenigen tijd geleden werd uit de Tsjechische badplaats Pystian bericht, dat er in het naburige slot Korompa onbekende schilde rijen van Leonardo da Vinei, Titiaan, Holbein en vele andere meesters ontdekt waren. Mijn kennis van de gevonden schil derijen in het slot Korompa blijft voor- loopig beperkt tot de berichten, die de ontdekkers der doeken bekend hebben gemaakt. Daar tot nu toe nog geen re producties van de schilderijen werden gemaakt, is het buitengewoon moeilijk te beoordeelen, of het hier werkelijk echte meesterwerken betreft. Beroemd en toch vervalscht. Michel Angelo's Brutus, dien de meester niet voor zijn eigen werk, maar voor een antieke opgraving liet doorgaan. De omstandigheden in aanmerking genomen, ben ik zeer sceptisch ge stemd, vooral in het geval van de Leo nardo da Vinei. Allereerst is het als echt erkende oeure van den meester, wanneer men van zijn talrijke niet openbaar gemaakte werken afziet, zeer klein. En het mag onwaarschijnlijk worden geacht, dat een deel daarvan zich in onbekende handen zou bevin den. De doeken zouden in de achttien de eeuw door den slotheer verworven door ALBAN SOMMERS. Midden in den dans hield de muziek op. Iedereen keek verwonderd in de richting van het podium waar het dansorkest had plaats genomen. Naast den violist stond de gastheer, Sir James Rotheroe, wachtend tot het ge heel stil was. U moet mij verontschuldigen, dat ik U midden in Uw dansvreugde stoor, maar het is dringend noodzake lijk. Wat ik ga zeggen, doet mij veel leed. Ik wilde, dat ik het U, die mijn gasten zijt, kon besparen. Helaas, het zijn. Leonardo da Vinei was in de acht tiende eeuw zóó gezocht, dat men, om aan de navraag te kunnen voldoen, tal rijke copieën van den meester in den handel bracht. In dit geval zal het wel juister zijn aan te nemen, dat het hier om een werk uit de school van den kun stenaar handelt, dat door een handelaar eigenmachtig met den naam van Leo nardo werd gesigneerd. Geheel anders echter staat het met de andere meesters: Titiaan, Holbein, van Dijk, Velasquez en Murillo. Zij waren veel productiever dan Leonardo en hun werken waren daardoor ook niet zoo duur. Het is dus best mogelijk dat de slotheer van Korompa zich niet al te druk om zijn bezit heeft gemaakt, juist omdat het niet zulk een buitengewoon zeldzaam bezit was. Ik acht het ook uitgesloten, dat er in oude Duitsche burchten nog onbekende doeken aanwezig zouden zijn. De Duit sche slotheeren hebben zich altijd veel met hun kunstschatten bezig gehouden, zoodat nauwelijks iets waardevols hen zou zijn ontgaan. Bovendien hebben kunsthistorici altijd in de burchten en kloosters rondgeneusd. Ondanks dit alles heeft het in de kunstgeschiedenis nimmer aan sensa- tioneele ontdekkingen van meester werken ontbroken. Twee der jongste gevallen betreffen Mathias Grunewald, den schepper van het Isenheimer al taar. Gedurende de Roerbezetting werd door een marskramer een schil derij van Christus aan een kunstverza melaar aangeboden, die het als een schilderij van Mathias Grunewald iden tificeerde. Voor 750.000 mark ging het over in het bezit van Freiherr Von Konig. Niet minder opzien werd ge baard toen korten tijd geleden te Keu len onder een party waardelooze rom mel een echte Grunewald ontdekt werd. Deze beide vondsten waren niet moge lijk geweest, als de laatste dertig jaren het schilderijen-onderzoek geen gewel dige vorderingen had gemaakt. Het zijn niet alleen de moderne technische methoden van onderzoek, die zulke ont dekkingen mogelijk maken, maar het voornaamste is het steeds fijner gewor den artistieke onderscheidingsgevoel, dat het waardelooze van het waarde volle weet te onderscheiden. Vijftig jaar geleden konden de experts de werken uit het Grunewald tijdperk evenmin uit elkaar houden als een Europeaan moet gezegd worden, om U voor groo- ter onheil te bewaren. Sir James wachtte even. Mag ik U verzoeken Uw kalmte te bewaren, na de mededeeling, die hier volgt. „Onder ons bevindt zich de beruchte juweelendief Ray Marshall." De spreker verhief zijn stem, om den gasten niet de gelegenheid te ge ven een heillooze en verwarde conver satie te beginnen. Ik begrijp volkomen, dat mijn mededeeling U schrik heeft ingeboe zemd, vooral omdat de meesten Uwer, en ik heb hier speciaal het oog op mijn gewaardeerde vrouwelijke gasten, zich met kostbare sieraden hebben getooid. Ik moet U echter nog iets vertellen. Behalve Ray Marshall bevindt zich onder ons nog een andere bekende, iemand wiens naam een gunstigen klank heeft, ik bedoel detective Joe Harper van de Centrale Recherche. Hij was het, van wien ik de inlichtin gen kreeg omtrent Marshali's verblijf in mijn huis. Ik geloof aan te mogen nemen, dat Marshall wel zéér op zal passen met de wetenschap, dat iemand thans de gezichten van Chineezen van elkaar weet te onderscheiden. Het is al weer langer geleden toen de „op de tamboerijn slaande Putto" van Donatello werd ontdekt. Het schilderij kwam op een Londensche meubelvei ling voor luttele ponden in het bezit van een opkooper en ging voor vijftig pond over in handen van een antiquair. Hij betaalde dezen tamelijk hoogen prijs, omdat hij het doek toeschreef aan de school van Donatello, maar men lachte hem uit en trachtte hen duide lijk te maken, dat het een vervalsching betrof of in het beste geval navolgers uit den Empire-tijd. Het werd door Boda voor 400 pond aangekocht. Boda stelde vast, dat het schilderij de ont brekende Putto was van het doopvont* in den dom van Sienna. Meer dan honderd jaar geleden wer den op den zolder van de Nicolaaskerk te Leipzig middeleeuwsche, op hout ge schilderde afbeeldingen ontdekt, die ge deeltelijk tot een duiventil waren ver werkt. Zij waren, wat vanzelf spreekt, er heel erg aan toe. Toen men verder ging zoeken, ontdekte men nog elf an dere schilderijen uit de vijftiende en zestiende eeuw. Het was Goethe, die het bericht van deze ontdekking publiceerde, dat in dien tijd groot opzien baarde. Dergelijke ontdekkingen zijn dus De horoscoop van Dendera. Op grond van den op deze sterrekaarten aange geven stand der sterren kan men den stichtingsdatum van den tempel van Dendera berekenen. Slechts op 16 Mei Het is merkwaardig, zei iemand, dat Charles, die te lui is om zijn mond open te doen, toch zoo geleerd is ge worden. Ik vind dat daarentegen zeer ge woon, wierp een ander tegen. Hij heeft niets geleerd, hij heeft hier en daar zoo maar wat gehoord, en hij was te lui om het te vergeten. Een beroemd Duitsch veldheer was eens op een partij genoodigd en werd met den rug naar het haardvuur ge als Joe Harper in de nabijheid is. Sir James keek nu om zich heen. Dames en heeren, het is een avontuurlijke situatie waarin wij ver- keeren. Onder ons zijn een beroemde detective en een beruchte dief, beiden vermomd, beiden aan ons onbekend. Want de heer Harper vond het beter, dat ook ik zijn vermomming op dit gecostumeerde feest niet kende. On willekeurig zou ik hem verraden. Er staan mij twee wegen open en ik stel U voor de keus: zullen wij deze partij beëindigen? Dan kan ieder veilig huiswaarts gaan. Of zullen wij ons feest voortzetten, vol vertrouwen op de waakzaamheid van Joe Harper? Wij blijven. Muziek! riep een stem en meerdere volgden. Ook de dames knikten. Nadat de eerste schrik voorbij was vonden zij het wel wat griezelig, maar toch ook zeer interessant. Een waar geworden sensatie-film. Zooiets heb ik nu nog nooit mee gemaakt, fluisterde lady Deavenham, die er als Carmen zeer verleidelijk uit zag. niet zoo vaak voorgekomen. Zij hebben met de vondst in het slot Korompa ge meen, dat zij niet zonder meer als meesterwerken bekend hebben gestaan. En desondanks hopen wij kunsthis torici nog op ontdekkingen. Het gaat hierbij om kunstwerken, waarvan wij nauwkeurig weten hoe zij er uitzien. Het zijn de talrijke meesterwerken, die plotseling verdwenen zijn. Hiertoe be hoort Rembrandt's besnijdenis. In 1781 is dit schilderij nog in de Dusseldorf- sche galerij gezien. Sindsdien is het verdwenen. Een oude kopie hangt in het Braunschweigsche museum. Door hetzelfde noodlot werd ook een werk van Michel Angelo getroffen, een David in brons, dat door den kunstenaar in opdracht van de Florentijners voor den Franschen maarschalk Rohan in 1508 werd voltooid. Eerst werd het beeld op het slot van den maarschalk opgesteld; in het midden van de 17e eeuw verhuis de het naar het kasteel Villeroy. Na dien is het verdwenen. Het vinden van gesigneerde meester werken, van welker bestaan men geen vermoeden had, is in de kunstgeschie denis vrijwel een uitzondering. En daarom zou in het ondferhavige geval te Korompa als slechts een gedeelte van de doeken echt was, de kunstgeschiede nis met onschatbaar materiaal verrijkt zijn. 540 en op 15 Maart 568 (of 28.000 jaar vroeger) zag de sterrenhemel er zoo uit, als hier is afgebeeld. De beide horoscopen geven dus begin en einde van den tempelbouw aan. plaatst. De hitte werd hem zoo ondra gelijk, dat hij zijn plaats verlaten moest. De gastvrouw nam de zaak schert send op en zei: Ik dacht dat u beter aan 't vuur gewend was, generaal! Dat wel, antwoordde deze, maar in mijn rug heb ik het nooit goed kun nen verdragen. Doet u wat aan muziek? Ja, zooals u ziet, ik blaas de soep! Het bevalt mij toch maar half, mompelde haar partner. En die me neer Marshall weet wat hij doet. Hij heeft niet voor niets deze partij uit gekozen. Lady Deavenham keek haar danseur, die er in zijn costuum van Spaansch edelman goed uitzag, spottend aan. Hoe meent u? Wel, er zijn hier zoo ongeveer tachtig gasten, waarvan de meesten elkaar niet kennen. En de voorwaar de door Sir James gemaakt is, dat nie mand zich mag voorstellen vóór 12 uur. En verder, de juweelen, die hier ge dragen worden zijn wel in staat iemand als die Ray Marshall te doen _water- tanden. De voorwaarden van dit feest en de collectie kostbaarheden het zijn twee factoren, die een geslenen dief tot daden zullen brengen. Bent u bang? vroeg ze gering schattend. Dat niet. Maar de geschiedenis staat me niet aan. Ik heb bovendien papieren bij me, die ik niet graag zou verliezen. Hij boog zich naar haar over.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 13